Emigratie is harde noodzaak die grote offers vraagt De beste kansen liggen op het land Camoufleren van problemen door propaganda voor oude pioniersgeest is dom en schadelijk DE WONDERE WAERELT Waarom trachtten Nederlandse autoriteiten ons een rad voor ogen te draaien? Het vijfde werelddeel op het eerste gezicht (slot) Spionnage-systeem wierp een schaduw ,KienIAG het zonder twiifeI zo stel" op bezoek van journalisten Wat de vrouwen doen grenst aan het ongelofelijke List verleende aan twee Albanezen de vrijheid Boter voor O.-Berlijners Geschoolde arbeider zeer gevraagd? de intellectueel is ongeschikt Jong paar zonder kroost ideale emigranten Nederlander is mij lief geworden WOENSDAG 25 NOVEMBER 1953 QANBERRA, 11 November. Austra lië ligt achter me. Het is in een flits aan mij voorbijgegaan, van Pert)t in het Westen naar Adelaide in het Zui den, van Melbourne in Victoria naar Hobart in Tasmanië, van Sydney naar Brisbane in Queensland. Nu ik ver trokken ben lijkt het alles een droom. Maar deze droom is géén bedrog, al zal ik haar waarschijnlijk nooit meer beleven. Ik heb ontzaglijk veel gezien in waanzinnig korte tijd: drie wereldde len leerde ik om en nabij kennen. Er wordt van mij verwacht, dat ik eer lijk en onbevangen oordeel geef mede op grond van tientallen diepgaande gesprekken en honderden bliksemin- terviews. Tal van indrukken heb ik pogen vast te leggen in de serie arti kelen, die werd gepubliceerd. Menige andere ervaring heb ik achterwege moeten laten. Daar sta ik dan. Met een hart vol boeiende en bloeiende beelden. En een £R LEEl'T EVENWEL in mij het vermoeden, dat men mij gedurende zes weken in Australië bepaalde feiten heeft onthouden, althans heeft proberen te onthouden. Deze omstandigheid heeft als een zwarte wolk boven mijn reis gehangen. Ik heb er niet alleen behoefte aan deze gedachte op papier af te reageren; ik geloof veeleer, dat het hypernoodzakclijk is haar de autoriteiten ronduit onder ogen te brengen door middel van de publiciteit, waarover ik beschik. Het gaat niet om pertinente bewijzen, het gaat om de sfeer, waarin mijn bezoek heeft plaatsgevonden. Ik heb om zo te zeggen de zekerheid, dat de groep journalisten uit Nederland, niettegenstaande alle vriendelijke woorden van welkom althans door de Nederlandse autoriteiten in Australië als lastige dwars kijkers werden beschouwd. Voor de Australiërs ligt dit anders, maar daarover straks. Indien mijn collega's en ik dit niet direct na aankomst in Perth in West-Australië ontdekt hadden, dan waren wij via een reis programma als een Potemkinade van 's morgens vroeg tot 's avonds laat in de weer geweest mensen te spre ken en dingen te zien, die tevoren nauwkeurig waren uitgezocht. Men heeft bij de Nederlandse emigratiedienst in Canberra het volste recht dit tegen te spreken. Met evenveel reden en volledig bewust van mijn verantwoordelijkheid stel ik, dat wij eigenlijk niet helemaal welkom waren. J-fET heeft ons, om maar een enkel voorbeeld te noemen, pijn gedaan, dat uit latingen in collegiale gesprekken meestal in de late avonduren of in de eerste uren van de nacht, waarop ervaringen werden uitgewisseld - getrouwelijk naar Canberra werden overgebracht. Men heeft zelfs de domme moed gehad om bepaalde journalistieke „jokes", die altijd in journalistiek gezelschap opkomen, ernstig te nemen en als opvatting van onze kring door te seinen. Ik heb er aan vankelijk hartelijk om gelachen tot op het moment, dat mijn ergernis om wat ik niet aarzel een spionnagesysteem te noemen de overhand kreeg. Het heeft me verbaasd herhaaldelijk te moeten horen over de „gast vrijheid", die wij souden genieten. Terwijl iedereen moest weten, dat slechts alle feitelijke reizen door de Australische en Neder landse gouvernementen werden bekostigd en de volledige ver blijfskosten door de Nederlandse dag- en weekbladen, die in onze groep vertegenwoordigd waren, werden gedragen. Persoonlijk heb ik, om enige zekerheid te krijgen, bepaalde woorden gebruikt, die (bij controle) in Canberra bekend bleken. JK VOEL er niets voor méér over deze zaak te zeggen dan strikt noodzake lijk. Maar heeft men met of zonder op dracht uit Nederland werkelijk gedacht een groep Nederlandse journalisten aan tie hand te kunnen houden? Dan heeft men toch te weinig gerekend met de ernst, waarmee de Nederlandse jour nalist gewend is te werken; met de in ventie, waarover hij beschikt, zijn speurzin, zijn gevoel voor verantwoor delijkheid, voor verhoudingen en voor «...humor. Het is goed, dat dit aan het einde van mijn reis openlijk wordt gezegd. Men kan er zijn voordeel mee doen of niet. Het is mij om het even. Maar indien men mij thans de vraag stelt of deze reis mij is bevallen, dan antwoord ik en dan sluit ik tal van onvergete lijke persoonlijke ervaringen uit, om dat het daarom niet in de eerste plaats te doen was ontkennend. Vooral om bovengenoemde redenen. Nu weet ik uiteraard ook wel, dat leder ambtelijk apparaat de groot ste moeite heeft begrip op te brengen voor de eisen van de journalistiek. Het is een onderwerp, waarover in Neder land herhaaldelijk is geschreven. Zo lang de autoriteit niet aanvoelt, dat de officiële vertegenwoordiger van de pu blieke opinie recht heefr op iets meer dan de kruimels, die van de conferen tietafels rollen, zolang is het niet ver wonderlijk, dat de journalisten in Australië door de Nederlandse ambte haren aldaar als een soort lastige we reldwonderen werden beschouwd, die er bovendien een vakjargon van on derlinge plagerijen op nahielden, dat op eerste horen onverstaanbaar, zelfs on verteerbaar leek Deze gehele situatie heeft een vlek op mijn verblijf in Australië geworpen IEDER ambtelijk apparaat is er op uit zijn laas zo voortreffelijk mogelijk te verrichten. Op het stuk van de emi- gratie beteaent dat: de „productie'het „aantal", de „noeveelheid" Ik kan mij vvel voorstellen, dat men tot deze hou ding komi wanneet men jarenlang dui zenden emigranten „door zijn handen heeft zien gaan XegenoveT deze sfeer, die mij ntettemir kouo en harteloos aandeed, plaatsten mijn collega's en ik de mens" 'V verzeket U en IJ hebt het geduterdr de afgelopen weken kunnen lezen - dat er geen getal is Keweest, lat mij ook maar in het minst vermocht „e interesseren of imponeren, tk heb alleen naai de mens gezocht, die belast er belader met ontelbare problemen om net nieuwe bestaan, met een volkome' vreemde verantwoorde lijkheid, met r^raen om het onbekende, in Australië lp aangekomen en daar aan de slag is gegaan. Dat ik persoonlijk emigratie een bij zonder onsympathiek middel vind om ons overbevolkte land te ontlasten, heeft bij de beoordeling van de feiten geen enkele rol gespeeld. Ik weet im mers ook wel, dat deze emigratie een noodzaak is en derhalve onontkoom baar. Maar het gaat me te oer deze noodzaak om redenen van propa ganda uit te leggen als een prach tige uiting van de oude pioniers geest, waardoor ons lieve kleine land groot is geworden in de wereld. De Nederlandse emigrant is wars van elk zoeken naar avontuur. Hij is eerder de speurder naar nieuwe zekerheden in zijn leven, welke hij in eigen land om welke reden dan ook niet (of niet meer) kan vinden. Hij is zeker niet de man, die uit eigen land wegtrekt, omdat pionie ren hem in het bloed zit. Misschien wordt, deze geest in hem wakker in het verre, onbekende land, om dathet moet! Maar men maakt mij niet wijs. dat een Nederlandse tramconducteur het nou zo bar plezierig vindt om ergens in Austra lië met eigen handen een huis te bouwen. Zelfs is dit niet het geval bij hen, die van India uit Australië hebben be reikt. Men w'1 toch niet zeggen, dat de Nederlanders van het oude, goede In- dië „pioniers'' waren? Nederland is voor hen, evenals voor de soldaten, die in de moeilijkste jaren na de oorlog op Java stonden, een ver en soms zelfs vaag begrip geworden. Het zou er wel eng en nauw en benauwd geworden zijn Om over de zwervers over Gods lieve wereld te zwijge'n. Echte romantische zwerverslust bezitten maar enkele (naar mijn smaak) uitverkorenen! dat de Nederlandse emigrant de zekerheden van de wieg tot het graf welke het huidige Nederland biedt, nietzeker genoeg vindt. Hjj wil meer. Hij wil wel rük worden en in een auto rijden. Dat is een zuiver materialistische kant. Ik heb vroeger al eens geschre ven: de redenen om te emigreren zijn bijna even talrijk als het aantal emi granten zelf. Ik geloof, dat alle emigranten de zeer menselijke wens koesteren van hun vertrek naar het buitenland „beter te worden". Dit beter worden is altijd materialistisch gericht: men wil zelf meer geld verdienen, men hoopt op meer kansen vooi* de kinderen. Dit is geenszins afkeurenswaardig. Integen deel. Maar over de zaken van de geest moet je dan maar niet te veel spre ken, want de nieuwkomer in Australië heeft het in alle gevallen in het begin zo onnoemelijk zwaar, dat hij aan gees telijke problemen niet toekomt. Eén van de dingen, die ik wel zeker weet en die ik aan alle emi granten in spé zou willen meegeven, is dit: Indien Ge als emigrant niet bereid bent de zwaarste persoon lijke offers te brengen, dan kunt Ge veel beter thuis blijven. Denkt IJ vooral niet, dat het U wel zal meevallen. Het valt nooit mee. Ik heb volwassen, sterke mannen en krachtige, echt-Hollandse vrouwen met tranen in hun ogen zien staan, omdat ze zo blij waren weer eens mensen te spreken, die net uit het vaderland waren aangekomen en die zo gelukkig waren er weer heen te kunnen. Emigreren is hard. De moeilijkheid is, dat Ge meestal niet voelt wat het betekent van talloze kleine en grote verworvenheden in Uw leven afstand te moeten doen, voordat U ze voor goed kwijt bent! Óver de man, die om wel ke reden dan ook Nederland is gaan haten, schrijf ik uiteraard niet. Ook niet over hem, die om een persoonlijk conflict toelating tot de rang der emi granten heeft gevraagd. Deze groep zou ook naar de Papagos-eilanden kun nen vertrekken en daar gelukkig zijn om de e„:tvoudige reden Nederland de rug te hebben kunnen toekeren. Australië geeft overigens voor dat verlies wel iets terug maar de emi grant krijgt dat niet in zijn schoot ge worpen. Hij zal er dagen en maanden, ja zelfs .jarenlang voor moeten vech ten. De Australiër is van nature een vriendelijk mens. Hij is vóór alles be hulpzaam, doch het valt niet mee door te dringen in Australische kringen en daar nieuwe kennissen, misschien zelfs vrienden te werven. Wil dit land even wel een tweede vaderland worden dan is de weg naar liet hart van de Austra liër de enig aangewezene. EMIGREREN IS een geestelijk- zedelijk vraagstuk. W ie meent, dat op een bepaald ogenblik de in komsten alles goed maken die mis- hoofd vol vraagtekens. Deze zijn niet geplaatst achter de dingen, die ik zelf zag en dus kon voegen in de figuur van de emigrant, die ik voor U nu eens verhuld dan weer in duidelijke lijnen heb trachten te tekenen. Want over die zaken heb ik wel degelijk een volkomen af en overtuigd oordeel. kent de kracht van zijn opvoeding de geestelijke binding aan een situ atie, waarin hij in eigen larm1 'eef- de, waaraan hij misschien een hekel had. Neen, het leven van de emigrant is vooral hard. U moest eens weten hoe vaak ik heb gehoord: „Indien ik alles had gewetenVolgt uit deze kreet nu ook het verlangen om naar Neder land terug te keren? In sommige ge vallen wel, in de meeste niet. De Ne derlander bijt zich er wel doorheen. In dien hij eenmaal de rust in zijn leven heeft hervonden, dan ligt inderdaad een nieuw leven voor hem. De rol van de vrouw is in deze speurtocht naar nieuw geluk van de hoogste betekenis. Ik heb de groot ste bewondering voor de vrouwen van alle emigranten, die ik heb ge sproken. Zij zijn niet alleen de vol komen onmisbare binding in het gezin, zij geven door haar aanwe zigheid, door haar yituïtie, door haar vermogen tot luisteren en troosten en begrijpen de man de kans aan de opbouw van een nieuw bestaan alle krachten te wijden. Trouwens, wat zou ik schrijven over het uithoudingsvermogen, de volharding, het vertrouwen van de Nederlandse vrouw, terwijl haar fantastisch gedrag in de oorlogs dagen ons nog zo vers :n het ge heugen ligt? Welnu, wat de vrouw opbracht tussen 1940 en 1945 moet zij in Australië weliswaar op een ander niveau, maar niettemin op nieuw geven. En zij doet het met een liefde, welke aan het ongelofe lijke grenst. CPEKHOLZERHEIDE bezit een éénmans- school. Huub Wetzels is namelük de enige jongen, die deze openbare lagere school bezoekt. Zijn on derwijzer, de enige, die aan dit unieke instituut ks verbonden, is hoofd onderwijzer en conciërge tegelijkertijd en geeft Huub les in alle vakken, van Nederlandse taal en rekenen tot zang en gym nastiek. Hij is reeds ecn- en-veertig jaar aan de school verbonden en kan nog met weemoed terug denken aan de gocje ouwe tijd, toen de school door bijna zeshonderd leerlingen werd bezocht en er zestien onder wij zers waren. Voor Huub is er "iet veel aan, al is liet wel leuk voor hem, dat hij altijd de beste van de klan is. Kans om te spieken of keet te schoppen krijgt hij uiter aard niet, noch om in het vrijkwartier krijgertje te spélen, want zijn onder wijzer is te oud om daar nog aan mee te doen. Huub zit nu in de zesde klas en de school zal vol gend jaar wel opgehe ven worden wegens ge brek aan belangstelling. PEN ECHTPAAR uit Tanger in Noord-Afrika ging deze zomer twee maanden met vacantie en verbaasde zich bij zijn thuiskomst over de bij zonder hoge waterreke ning, welke in de hon derden guldens liep. Het bleek, dat vijf en twin tig arbeiders, die in de nabijheid een huis aan het bouwen waren, die twee maanden lang iedere dag door een open raam naar binnen waren geklommen en een uit gebreid bad in de fraaie en moderne badkamer hadden genomen. WIJ VERTELDEN on langs van die Amster damse meneer, die naar Rotterdam moest, maar slapende in Brussel te recht kwam. Twee En gelsmannen, Frank Lee en Eric Pape, die teza men een gezellige borrel hadden gedronken, stap ten in de trein naar huis (dachten zij) en vielen ook al prompt in slaap. In plaats van in de Lon- dense voorstad Green- wich ontwaakten zij ech ter in de Franse haven stad Duinkerken, eer tijds een berucht zee roversnest. Zonder het te weten, waren zij met de veerboot het Kanaal overgestoken. PROFESSOR Samuel Mulhausen, een Ame rikaan en directeur van het met dollars gefinan cierde Salzburg Seminar in Oostenrijk, heeft er voor bedankt om ieder jaar weer zes Ameri kaanse jongelieden, die moeten gelden als de beste vertegenwoordigers van de Amerikaanse cul. tuur, zonder meer in zijn instituut op te nemen. Hij eist namelijk, dat zij eerst in Engeland of op het Europese vasteland gestudeerd moeten heb ben. Professor Mulhau sen meent, dat deze Ame rikaanse studenten niet in staat zijn buitenlandse studenten op een basis van intellectuele gelijk heid- en kameraadschap te accepteren. Hij notmt deze jonge knappe bol len, kersvers uit de Sta tes, onvolwassen en niet in staat zich behoorlijk uit te drukken. „Toen ik hen vroeg het MacCar- thyisme te verdedigen", aldus de professor. ..wis ten zij geen woord te zeggen". 'Hetgeen ons ove rigens volstrekt niet ver wondert. TWEE LEDEN van het personeel van het Ame. rikaanse radiostation Mutual Broadcasting System, een omroeper en een technicus, zullen in de toekomst geen verant woordelijk werk meer mogen doen. De omroe per liet namelijk enige volzinnen ongekuiste taal zijn mond ontvallen, wel ke half Amerika veront waardigd aanhoorde, om dat de technicus had nagelaten de microfoon uit te schakelen. De drie bemanningsleden van een Albanese schoener hebben op een reis van Valona naar Santiquarata, beide Albanese havens, de kapitein en een soldaat ,die aan boord de wacht hield, bedwelmd met slaapmiddelen, welke door het eten waren gemengd. Daarna hebben zij koers gezet naar het Griek se eiland Korfoe, waar zij na aan komst politiek asyl hebben gevraagd. De schoener, die 20 ton meet, had een lading wapens aan boord. Ongeveer 17.500 Oostberlijners heb ben Maandag ieder een pond boter uit West-Berlijn gehaald. Van Maandag tot Vrijdag 4 December wordt in West- Berlijn 118.000 kilogram boter ter be schikking gesteld van Oostberlijners ouder dan zestig jaar. De boter is door de V.S. geschonken. LIBERALISATIE VAN DE HANDEL Op 26 en 27 November zal de raad van de Internationale Kamer van Koophandel te Parijs bijeenkomen om besprekingen te voeren over het vrijer maken van de Europese- en wereld handel. Aan deze besprekingen zal door ongeveer 80 gedelegeerden uit 25 landen worden deelgenomen. Albanese luchtdoelartillerie heeft ge schoten op een Grieks vliegtuig dat bo ven het Westgriekse gebied van Prespa Mali in Epirus vloog. (Advertentie, Ing. Med.) ]UU ZUT U MIJ VRAGEN wie naar mijn oordeel ernstig over emigratie kun nen denken. Ik stel voorop, dat Australië voor de intellectueel ongeschikt is. De mens, die zonder de echte zaken van de geest niet kan leven, die vergroeid is met de misschien in zeker opzicht over-gecultiveerde europese wereld, die de wat decadente sfeer van een tweeduizendjarig wereld- deel met vreugde indrinkt, die kan - ik verzeker het V in de diepste ernst - beter sterven op de stoep van de stadsschouwburg in Amsterdam dan naar Australië te reizen. Zijn heimwee zal in dit land onverdraaglijk want „van de geestworden; hij zal zich voelen alsof zijn levenssap uur na uur opdroogt tot het absolute niets. Daarna zal hij voorttollen met vermoeide, hongerige ogen, kijkend naar iets dat achter hem ligt en onbereikbaar is. derland of het jonggetrouwde paar, dat zijn leven eigenlijk in Australië begint en van de reis zijn honeymoon maakt. (AdvertenUe, Ing. Med.) QEGENEN, die van het land houden of er in Nederland mee zijn opgegroeid, moeten een poging doen op het Australische land tewerk gesteld te worden. Eventueel als „farm hand" (boerenarbeider), om dan later te proberen deelgenoot van de eige naar te worden. Weet Ge. de beste kansen in Australië liggen op het land- Ge zoudt het begrijpen, indien Ge net als ik de enorme stukken grond gezien had, die volkomen braak liggen. Ver schillende staten hebben regelingen, die verdeling van nieuw land willen bevorderen. De geschoolde arbeider, de vakman dus, heeft zonder twijfel uit stekende kansen. Evenals de leerling, die evenwel nadru k'k e 1 k op eventuele diplom a's moet laten aan te kenen, dat hij zo of zoveel leerjaren achter de rug heeft. Dit zal hem de nood zakelijke erkenning door de almachtige vakbonden vergemakkelijken. De ongeschoolde arbeider ontmoet minder kansen in Australië. Dit wil niet zeggen, dat hij zijn wensen maar op nul moet draaien, maar hij zal degelijk uit moeten kijken, voordat hij tot emigreren besluit. Het spreekt vanzelf, dat voor beide categorieën geldt, dat zij het het ge makkelijkst zullen hebben, indien zij tevoren van een onderdak zeker zijn Het huizenprobleem in Australië is uitermate nijpend. Trouwens, ik be schreef reeds vroeger hoe velen ertoe overgaan in hun vrije tijd een eiger) huis te bouwen. Met eigen handen. Grote gezinnen zou ik willen 'egenhouden. Voor vele zijn de moei- 'ikheden bijna onoverkomelijk. Naar mijn mening de beste emigrant is de jongeman met een meisje in Ne l-I ET SPREEKT VANZELF, dat uit zonderingen deze regels bevestigen. Maar men vergete ,niet, dat de Austra liërs van hun kant een bijzonder standpunt tegenover emigreren inne men. Het heeft lang geduurd, voordat Australië inzag, dat het een kustlijn bezit, die vrijwel onverdedigbaar is. Men behoeft niet eens zo'n diep inzicht in de internationale politieke verhou dingen te bezitten om te begrijpen, dat dit lege land wel eens begerige blik ken en dan met name uit het Verre Oosten op zich heeft gevoeld. Berekend is, dat 25.000.000 inwoners van Australië een werelddeel maken, dat niet alleen 12.000 mijl kustlijn heeft, maar bovendien de uiterlijke macht en de innerlijke kracht om van het daarbinnen gelegen ontzaglijke ge bied een goede, aangename, hechte plaats op de wereld te maken. Ik zal U, lezers van deze serie en van dit slotstuk, niet met cijfers gaan ver velen. Ik heb ze in een wilde overvloed moeten slikken. Indien U cijfermate riaal wenst om Uw gedachten over enige staat in dit werelddeel te be palen dan zijn er in Nederland instan ties, welke de taak hebben U alle ge wenste gegevens te verschaffen. Daar om praat ik niet over lonen en prijzen beide zijn overigens hoog niet over minima en over verzekeringen. Laat U zich vooral goed over de sociale voorzieningen en de ontslag regelingen voorlichten. Opdat er met U geen vreemde dingen gebeuren. Australië mag genoemd worden een „worker's paradise" en mag het tot op zekere hoogte ook zijn, de sociale voorzieningen in Nederland kunnen Australië nog altijd tot voorbeeld strekken. Indien U al de punten, die ik in de loop van mijn artikelen ter overweging heb aangeboden, vol ledig in Uw hoofd hebt laten be zinken; indien U werkelijk bij U zelf te rade bent gegaan en een grote dosis van zelfcritiek hebt toegepast, indien U dan besluit lot emigratie, dan zult Ge in het alge meen een geslaagd man worden. Dan zal Australië U tenslotte met open armen ontvangen. op mij wacht nu het vliegtuig, dat mij uit Australië zal wegvoeren. Ik zal dat land nog éénmaal van de lucht uit zien: een stuk New South Wales en wellicht een stuk van Queensland. Géén West-Australië meer, géén Ade laide in het Zuiden, géén Melbourne in Victoria en géén Hobart op het lieve Tasmanië. In mijn hoofd razen nog eens de laatste indrukken voorbij. Ik ben een volmaakt gelukkig mens, nu ik na een kort oponthoud in Bangkok en in New Delhi naar mijn goede, oude, ietwat rheumatische, maar bovenal beminde Europa kan terugkeren. In mijn hart voel ik, dat ik niet zal omkomen van heimwee, naar dit werelddeel met één volk. Ik heb vaak onprettige dingen moeten zeggen. Ik ben altijd eerlijk geweest, omdat de Nederlander mij te lief is dan dat ik hem via critiekloze, enthousiaste verhalen aan diepe teleur stellingen zou uitleveren. Want weet U wat eigenlijk mijn diepste ervaring is geweest? Dat die wonderlijke Nederlander, die met koele, berekenende figuur, die misschien soms wat onaanzienlijke vrouw mij zo ontzaglijk lief zijn geworden, dat ik in e enmensenleven aan mijn vaderland nooit maar een fractie zal kunnen teruggeven van wat het mij tijdens deze reis geleerd heeft. Indien ik óóit mocht merken, dat onverantwoordelijke propaganda van een kwaad als de emigratie tenslotte poogt een getallenkwestie te maken, dan zal ik niet aarzelen opnieuw mijn vinger op te steken. Want dat ik van de figuur xan de Nederlandse emigrant, die thans ten voeten uit voor staat, ben gaan hou den, is iets, wat ik wel kan neerschrij ven, maar waarvan U de waarde helaas nooit, zult kunnen begrijpen? Daarvoor zoudt V, evenals ik. naar 1 nstralie moeten gaan. Het werelddeel, dat nu achter mij ligt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1953 | | pagina 7