Diercaricaturen uit marsepein
Op de boterham
De vrouw in de Nederlandse politiek
Kinderen hielpen Carel van Laere bij het
vinden van nieuwe vormen
O VER BONT ALLERLEI
In 1280 vond Roger Bacon de bril uit
Een kunstenaar in
zijn vak
De anti-revolutionnaire vrouwen zijn niet
langer van passief kiesrecht uitgesloten
De Rozenkrans
5 doktoren
het misbruik van
laxeermiddelen
Keizer Nero zag gladiatoren door een smaragd
en Robespierre gebruikte een zonnebril
Verstandige herroeping
van een verouderd
besluit
waarschuwen tegen
Neus is geschapen
voor de bril
DINSDAG 1 DECEMBER 195»
(Van een onzer medewerksters).
FRGENS in Leiden op de vierde
verdieping van een fabriek
van grondstoffen voor de bak
kerij is het atelier van de ge
broeders van Laere. De ene
broer, die econoom is, behartigt
de zaken, maar ons bezoek gold
in de eerste plaats de kunste
naar Carel, die poëzie bracht in
de vervaardiging van chocolade
en suikerwerken. Het resultaat
van zijn werken kunnen wij
vooral in deze weken in de
etalages der banketbakkers be
wonderen in de vorm van aller
lei aantrekkelijke marsepein- en
suikerfiguurtjes, etc., die een be
langrijke plaats zijn gaan inne
men naast de vrij fantasieloze
dobbelstenen en aardappelen, die
vroeger alleenheersers waren.
Natuurlijk zijn deze voorwerpen
niet door Carel van Laere per
soonlijk gemaakt, maar via cur
sussen en vakliteratuur is deze
nieuwe ontwikkeling ter kennis
van de banketbakkers gebracht.
Oorspronkelijk legde Carel van
Laere zich toe op beeldhouwen,
maar dit idee vond bij zijn
ouders weinig weerklank. Zij za-
gen liever dat hun zoon een vak
koos, d.w.z. een vak dat reëele
mogelijkheden bood. Zo beland
de Carel van Laere in het ban
ketbakkersbedrijf. Maar zijn oude
liefde voor het boetseren, voor
vorm geven, liet zich ook hier
niet verloochenen. In het ont
werpen van allerlei soorten ver
snaperingen vond hij een nieuwe
uiting voor zijn scheppingsdrang,
waarbij hij vooral in marsepein
een gewillig materiaal vond.
Maar ook op het gebied van sui
kerwerken zijn vele ideeën van
hem afkomstig. In dit laatste ge
val gaat hij uit van tekeningen,
waar later vormen van gemaakt
worden, welke op de fabriek al
leen gevuld behoeven te worden
en na bekoeling en uitstorting
voor gebruik gereed zijn. Met
eindeloos veel liefde en geduld
worden steeds weer nieuwe
schetsjes gemaakt. Wij zagen bv.
hele ritsen ranke hertjes, waar
van tenslotte één juist datgene
had, wat de volle tevredenheid
van de maker kon wegdragen.
Zo poogt deze jongeman toch,
•zij het dan op heel andere wijze
dan oorspronkelijk zijn bedoe
ling was, bij te dragen tot ont
wikkeling van het schoonheids
gevoel.
HOEWEL ook voor marsepein wel
gebruik wordt gemaakt van
vormpjes is de werkwijze hier mees
tentijds een geheel andere. De voor
studies worden nu gemaakt uit boet-
seerklei, het zg. modaline, een Ne
derlands product, dat zich uiterst
gemakkelijk laat bewerken. Het uit
gangspunt is altijd een bolvorm. Dit
klinkt simpel genoeg, maar onder
de vlugge vingers van Carel van
Laere is het eenvoudige bolletje al
ras veranderd in een of ander dier-
figuurtje, zijn specialiteit. Voor onze
verbaasde ogen toverde hij in een
oogwenk een klein, parmantig beer
tje. dat de meest verschillende hou
dingen en gelaatsuitdrukkingen ten
toon spreidde. Van een ontroerend
hulpeloos gevalletje werd het met
een paar vluc^e handgrepen een
ondeugende kwajongen. Aan de ban
ketbakkers is nu de taak dit ontwerp
na te maken. Voorwaar niet zo'n heel
eenvoudige opgave. Door middel van
cursussen met lichtbeelden en kleu
renfoto's krijgen zij evenwel onder
richt. Daarnaast heeft van dé hand
van Carel van Laere ook de nodige
vakliteratuur het licht gezien. Som
mige van deze boekjes zijn zelfs in
vijf talen verschenen. Polygoon
maakte voorts al eens een reportage
en zelfs de televisie verzekerde zich
van zijn medewerking.
Nadrukkelijk werd ons echter ver
teld, dat het nagestreefde doel twee
ledig dient te zijn. Niet alleen het
schoonheidsgevoel moet bevredigd
worden maar daarnaast mag zeker
niet vergeten worden, dat het hier
geen kunstvoorwerp betreft, doch
een bestemd voor consumptie. Het
moet er dus smakelijk uitzien en
als het ware noden tot zijn uitein
delijke bestemming: „het opeten".
Daarom mag het ook niet te na
tuurgetrouw zijn, want in dit geval
zou men wat huiverig kunnen wor
den er zijn tanden in te zetten Zo
tegen Sinterklaas echter kan de
jonge kunstenaar zich wat meer on
gebreidelde fantasieën veroorloven,
VOOR onze gezondheid is het van
belang dat zowel de broodmaaltijden
als de warme maaltijd goed zijn sa
mengesteld. Wij schieten er niet veel
mee op als onze warme maaltijden op
de juiste manier opgebouwd zijn en wij
bij het brood alleen thee drinken en
op het brood uitsluitend zoetig
heid of vet eten. Deze belegsels en
drank voorzien ons namelijk niet van
de eiwitten, vitamines en andere voe
dende stoffen, die wij nodig hebben.
Melk en een hartige .belegging behoren
erbij en liefst ook een deel van het
fruit dat wij dagelijks gebruiken of an
ders wat rauwe groente.
Het is verstandig om iedere dag een
boterham met kaas te eten. Kaas is een
zeer gezonde belegging. Wanneer het,
laatste eindje kaas te hard is om in
plakjes gesneden te worden, kunnen
we het geraspt door een beslagje
mengen en er hartige wentelteefjes
mee bakken. Dat is tevens een mooie
verwerking van het stuk oud brood
dat nog in de broodtrommel ligt.
Kaasboterhammen (10 stuks).
200 g oud brood, 100 g bakmeel of
bloem met een theelepel bakpoeder, 2
dl melk, 75 100 g geraspte belegen
kaas, zo nodig een weinig zout, boter,
margarine of olie.
Het brood halveren, en in dunne
sneetjes snijden. Het bakmeel of de
bloem met het bakpoeder aanmengen
met de helft van de melk tot een dik
glad papje. Dit verdunnen met de rest
van de melk. De kaas er door roeren
en zo nodig een weinig zout. De sneet
jes brood door het kaasbeslag halen en
vlug aan weerskanten bruin bakken
in hete boter, margarine of olie. De
sneetjes warm opdienen.
Groen in de pan.
100 g (een klein struikje) andijvie,
75 gr. winterpeen, een kleine ui, peter
selie, 2 eieren, zout, boter, margarine
of vet.
De groenten schoonmaken, de anay-
vie, winterpeen en het peterseliegroen
fijnsnijden, de ui raspen. De eieren
loskloppen met een weinig zout. In een
koekepan boter, margarine of vet heet
maken. De groenten er even in om
scheppen. De eieren er vlug over scnen-
ken en de massa 16 2 minuten voor
zichtig roeren totdat het ei gestold is.
Het gerecht warm opdienen.
Visbeiegsel.
Een rest gekookte vis van 100 a 150
g, een kleine ui, een augurkje, petei-
selie, 3 eetlepels slasaus, desgewenst
mosterd, aroma.
De vis van graten en vellen ontdoen
en klfin snijden. De ui schillen en ras
pen, de peterselie wassen en zeer fijn-
snijden, de augurken hakken. Al CM*e
ingred'ë ten vermengen met de sla-
saus, De pasta desgewenst met mosterd j
en aroma op smaak afmaken.
daar hier in vele gevallen het sur
prise-element op de voorgrond
treedt.
\TIET alleen de banketbakkers wor-
1" den echter door hem onderricht.
In zijn oorspronkelijke woonplaats
Cuyk verzamelde hij graag de jeugd
om zich heen om met hen te knut
selen en te boetseren. Carel van
Laere verzekerde ons, dat hij veel
van kinderen had geleerd. Zij zijn
nog niet zo beïnvloed door inwer
king van buitenaf en hebben dik
wijls een zuiver gevoel voor vorm
geving. Na een bezoek aan de haven
of aan een markt drukten zij soms
op verrassend originele wijze de on
dergane emoties uit in het willige
kleimateriaai. Zo vervaardigde een
7-jarig meisje een grappig tafereeltje
van een visser aan de
Van ditzelfde meisje
waterkant,
boetseerde
Carel van Laere een kopje en hoe
wel wij nog enkele fotografische
voorbeelden van zijn werk als beeld
houwer onder ogen kregen, konden
wij ons niet aan de indruk onttrek
ken dat onze bescheiden gastheer
slechts node onze aandacht op deze
zijde van zijn talent gevestigd zag.
Zijn nieuwe werk heeft thans al zijn
toewijding en neemt hem volkomen
in beslag. Gelijk de grote modevor-
sten reeds in de winter koortsachtig
werken aan de samenstelling van
MOHAIR liat nu nog binnen het be- Wat overigens gezegd van de prach-
y 7,.id tige mantel, welke hierbij wordt afge-
reik van vele vrouwen. In Zuid- beel(J Gei.main Lecomte bracht er de
Afrika is de prifs van het materiaal rnooie coupe in. Om U van dienst te
aeweldia gestegen. Verschillende boe- zijn meteen „veranderingideetje",ver
ren in de gebieden, waar de angora- ^n.wü naar jte a^beeWngen. van
geiten worden gehouden, hebben fan- maal hermelijnbont te zijn, want dat
tastische bedragen aangeboden gel(re- zou de financiële staat wel eens in ge-
gen voor de totale wolopbrengst van vaar kunnen brengen. Heel goede ïmi-
yen vuur taties zijn tegen voordelige prijs te
hun geiten. koop en doen het werkelijk aardig,
Wjj zullen maar rustig afwachten, mlts men de jUiste harmonie vindt
hoe men er hier te lande op zal reage
ren, en intussen liever een prettiger
nieuwtje vertellen.
Er schijnt thans een mogelijkheid te
zijn om wol te bedrukken met zeer
heldere kleuren, welke goed houdbaar
zijn. Werd vroeger in hoofdzaak ka
toen bedrukt, in de toekomst zal men
het dankbare resultaat van vele proe
ven ln de étalages tot uitdrukking zien
gebracht met wollen stoffen.ln alle
gewenste kleuren en motieven.
Wist U, dat een van de belangrijkste
eigenschappen van wol het kreukher-
stellend vermogen is en dat wolvezels
tot 1/3 van hun oorspronkelijke lengte
kunnen worden uitgerekt zonder te
breken, terwijl zij losgelaten
direct de oorspronkelijke lengte weer
aannemen? Wat dat breken betreft,
daartegen is nylon niet bestand, het
kan trouwens slechts tot 114 pet wor
den uitgerekt.
Men ziet, dat wol als overwinnaar
uit het strijdperk naar voren treedt,
vooral nu na die heerlijke na-zomerse
dagen, zijn we hiervan goed doordron
gen. Menig wollen vest, pullover of
jurk bevolkt opnieuw de garderobe-
kast.
Zo zullen dan eveneens weer acte
de présence geven de bontshawls en de
dito pellerines, welke men heus niet
alleen door de oudere garde ziet dra
gen. Mantels en sportieve winterpakjes
worden er mee opgefleurd en zelfs de
japonnen. Heeft nog die japonnetjes
gezien met het coquette, hoogopstaande
raagje van bont? Een aardig idee om
Natuurlijk mochten wij niet ver yau „cll
trekken zonder een grote klont mar- eens een verandering toe te passen en
sepein en een van de gezellige beer
tjes mede te nemen. Thuis gekomen „en
hebben we ons met de onmiddellijk
gerede hulp van onze 5-jarige zoon
vol vuur geworpen op het vervaar
digen van een dierfiguur. Het resul
taat was een dermate abstracte ver
schijning, dat wij het zonder de
minste gewetenswroeging konden
een nieuw „oudje" tot stand te bren-
hun voorlaarscollecties, zo is men in
het gezellige atelier te Leiden al I consumeren, waarop wij' met gepaste
weer druk in de weer met de voor- bescheidenheid toegaven, dat dit nu
bereidingen voor het Paasfeest.
juist de bedoeling was.
(Van onze parlementaire redacteur)
N-'l het met een zeer grote meerderheid door de dezer dagen gehouden
Deputatenvergadering van de Anti-Revolutionnaire Partij genomen
besluit, dat ook vrouwelijke leden van de partij in bijzondere gevallen
tot lid van de Gemeenteraad, de Provinciale Staten en de beide Kamers
der Staten-Generaal benoemd moeten kunnen tvorden, hééft de vrouw
over nagenoeg het gehele Nederlandse politieke front, ook wat het
passieve kiesrecht aangaat, dezelfde rechten gekregen als de man.
Alleen de Staatkundig-Gereformeerde Partij ontkent thans nog, dat er
ten aanzien van het passieve kiesrecht gelijkberechtigdheid tussen man
en vrouw bestaat. Artikel 13 van haar beginselprogram luidt: Vrou
wenkiesrecht echter strijdt met de roeping der vrouw en stemdwnng
met de vrijheid der burgers." De S.G.P. verzet zich op principiële gron
den dus zowel tegen het actieve als het passieve vrouwenkiesrecht.
f mer zitten negen vrouwen, namelijk
i de dames Ploeg-Ploeg, Tendeloo,
Zeelenberg en Heroma-Meilink van
de P. v. d. A.: Klompé en De Vink
van de K.V.P.; Fortanier van de
V.V.D.; Wttewaal van Stoetwegen
van de C.H.U. en Lips-Odinot van de
C.P.N.
De Eerste Kamer telt er slechts
één, namelijk mejuffrouw Tjeenk-
Willink van de P. v. d. A.
Vrouwelijke ministers kent Neder
land nog niet. maar wel hebben we
één vrouwelijke Staatssecretaris, na
melijk mejuffrouw De Waal van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen.
Nu ook vrouwelijke leden van de
A.R. Partij benoemd kunnen wor
den, verwachten we, dat het vrou
welijk element in de Kamer nog wel
eens versterkt zal worden met een
vertegenwoordigster van het anti-
revolutionnaire volksdeel.
lrijke
IN de Anti-revolutionnaire Partij
bestond dit principiële bezwaar
niet, al voeren vele van haar indi
viduele leden ook nu nóg beginsel-
bezwaren tegen het passieve vrou
wenkiesrecht aan. Deze leden gron
den hun standpunt op talr
Schriftplaatsen.
De Partij als zodanig baseerde
baar in 1921 genomen beslissing
over deze kwestie evenwel niet op
principiële overwegingen. Deze be
slissing hield in, „dat door de bij
het Centraal Comité aangesloten
kiesverenigingen geen vrouwen can-
didaat benoren te worden gesteld,
zolang de A.R. Partij niet in haar
wettige vergadering van een tegen
overgesteld gevoelen blijk geeft."
Het was een zakelijk besluit, een
soort motie van orde, aangenomen
om uit de moeilijkheden van een
Erlncipiële beslissing te geraken,
indsaien heeft men er zien in de
A.R. Partij aan gehouden. Men heeft
zich niet alleen vóór of in 1921 niet
in beginsel over de toelaatbaarheid
van net passieve kiesrecht in de
Party uitgesproken, maar ook niet
daarna.
Onjuist is dan ook het verwijt
van „Het Vrije Volk", dat men in
1921 op principiële gronden, aan de
Bijbel ontleend, de weg voor vrou
wen had afgesloten. En „dat het
conservatisme zich andermaal had
f;ehuld in het kleed van een christe-
ijk beginsel."
Reeds kort na de oorlog nam een
aantal anti-revolutionnaire vrouwen
het initiatief om het besluit van
1921 ingetrokken te krijgen. Z;j bo
den het moderamen van het Centraal
Comité een resolutie aan, die tot
onderwerp van bespreking gemaakt
werd in een door het Centraal Co
mité benoemde advies-commissie. In
1949 stelde deze commissie voor, het
besluit van 1921 in te trekken.
Aangezien daarna weinig meer van
de zaak werd gehoord, herinnerden
de anti-revolutionnaire vrouwen een
jaar later nog eens aan haar verlan
gen het passief kiesrecht toegewe
zen te kri,jgen. Eerst op het eind van
1952 kwamen de conclusies van de
advies-commissie in de kiesvereni
gingen in behandeling. Zij werden
vervolgens op het Centr'alen-Con-
vent in Januari van dit jaar bespro
ken.
DEZER DAGEN eindelijk heeft de
Deputatenvergadering het een
stemmige voorstel van het Centraal
Comité tot herroeping van het be
sluit van 1921 aanvaard, zodat
voortaan aan de vrouwelijke leden
van de A.R.-Partij „in bijzondere
gevallen de gebruikmaking van het
passieve kiesrecht niet meer zal wor
den afgesneden."
We zullen ons niet verder verdie
pen ln de argumenten, die vóór en
tegen deze beslissing werden aan
gevoerd; we verheugen ons erover,
dat we in de toekomst ook anti-re
volutionnaire' vrouwen in de verte
genwoordigende lichamen zullen zien
verschijnen. De A.R. Partij heeft
zij het veel te laat bewezen, dat
zij de ogen niet sluit voor de ont
wikkeling van het maatschappelijk
leven.
Trouwens: in Nederland waren we,
in het algemeen gesproken, laat met
de toekenning van het actieve en
het passieve kiesrecht aan de vrou
wen. Dat geschiedde pas by de
Grondwetsherziening van 1917. Het
passieve kiesrecht werd toen onmid
dellijk verleend. De wet van 9 Aug.
1919 regelde het actieve kiesrecht
en in 1922 trokken de Nederlandse
vrouwen voor het éérst ter stembus
voor het kiezen van een Tweede
Kamer.
Rijkelijk laat waren we met de
invoering van het vrouwenkiesrecht
wij herhalen het temeer daar
ons land sinds 1890 geregeerd wordt
doorvrouwen: Koningin-regen
tes Emma, koningin Wilhelmina en
koningin Juliana.
Suze Groeneweg
ÏN 1918 deed de eerste vrouw haar
intrede in de Tweede Kamer, Het
was Suze Groeneweg, die door de
toenmalige S.D.A.P. werd afgevaar
digd. Drie jaar later aanvaardde Jo-
hanna Westerman als lid van de
Vrijheidsbond, die inmiddels even
eens verdwenen is, bij een tussen
tijdse vacature het lidmaatschap.
De verkiezingen van 1922 brachten
behalve de beide genoemde dames
nog vijf andere vrouwelijke afge
vaardigden op het groene kussen
Onze moeders en grootmoeders heb
ben genoten van de verhalen van de
Engelse domineesvrouw Florence L.
Barclay. Met name haar roman „De
Rozenkrans" heeft aan tallozen menig
uur van romantiek geschonken. Nog
steeds zijn er velen, die de toneelbe
werking gaan zien, wanneer deze er
gens wordt opgevoerd. Het succes van
dit boek laat zich misschien wel het
best illustreren door het feit, dat thans
de negende Nederlandse druk voor ons
ligt. We zijn zonder veel verwachtin
gen aan het verhaal bêgonnen. Een
recensent leest nu eenmaal alles, wat
er op zijn bureau neerdaalt, vaak te
gen heug en meug. Maar wel het
meest tot onze eigen verbazing ontdek
ten we, dat we op zeker moment vol
komen geboeid waren door dit verhaal
van twee mensen, die jejkaar bemin
nen, maar die de stem van hun hart
niet kunnen volgen. Ja. het verhaal
bleek ouderwets-romantisch en wel wat
sentimenteel ook. Niettemin is het
nog steeds boeiend en het verraadt
bovendien een stijl- en normbesef, dat
onze hedendaagse ontspanningslectuur
met haar hardheid en verstandelijk
heid maar al te vaak mist. Daarom
begroeten we deze herverschijning met
oprechte vreugde. Zij zal nu nog ve
len gelukkige uren kunnen schenken.
Het boek verscheen bij L, J. Veen
te Amsterdam.
Als u geregeld laxeermiddelen slikt, is er
nu een manier om er van af te komen.
83 van de 100 personen lukte het; u kunt het
ook. En wel zo
Drink ln de loopvanelke dag enkele glazen
water en bepaal een vast uur voor uw stoel
gang. Neem de eerste week elke avond twee
Carter s Leverpilletjes. Tweede week - elke
avond één. Derde week - om de andere avond
één. Daarna niets meer. want Carter s Lever-
pilletjes stellen uw ingewanden ln staat weer
op eigen kracht te werken, zonder laxeer
middelen.
Wanneer zorgen, vermoeidheid of te veel
eten het tempo van uw ingewanden tijdelijk
vertragen, neem dan tijdelijk Carter s Lever-
pllletjee om u weer op gang te helpen. Zo
raakt u uw verstopping kwijt en vervalt u
niet In de laxeermiddelen-gewoonte. Vraag
Carter s Leverpilletjes.
(Advertentie. Ing. Med.)
(Van een bijzondere medewerkster)
1N DE HEDENDAAGSE SAMENLEVING is het dragen van een bril, wanneer
het gezichtsvermogen onvoldoende blijkt of bij het vorderen der jaren minder
wordt, iets zo vanzelfsprekends geworden, dat men niet meer pleegt stil te
staan bij de vraag, sinds welke lijd men over dit zegenrijke hulpmiddel be
schikt. Wij moeten nogal ver in de geschiedenis teruggaan om de
eerste sporen van een ogenglas te vinden. Reeds keizer Nero placht bij het
aanschouwen der gladiatoren-spelen in het oude Rome zijn ogen tegen het
felle zonlicht te beschermen door een prachtige grote smaragd ervóór te hou
den. De groene kleur ervan verzachtte het licht en maakte het hem mogelijk
zich langer te verlustigen in dit wrede schouwspel. Reeds in de Oudheid
kende men het vergrootglas: een bol van glas met water gevuld of van
kristal, die zijn teruggevonden hij opgravingen in Ninive en Pompei. Eerst in
de 13e eeuw komt men meer tot een practische toepassing.
de artlsten doeken, waar
op Bijbelse personen met
de bril in de hand wer
den afgebeeld.
Talloze brillenwinkels
werden geopend. In Parijs
woonden velen van deze
„opticiens" op de Quai de
l'Horloge, ook wel Quai
des 'unettes genaamd.
0'
de dames Lizz.y van Dorp (Lib.),
Bakker-Nort (Vrijz.-Dem.); Di
Bruins (S.D.A.P.)
Voor Uw Tuinmeubelen
TJALLEMA'S
f Droogt «nel
Bestand tegen
Fobrikonte: Fa. Gebr. Tjolloma, Sneek
(Advertentie Ing Med
Bakker-Nort (Vrijz.-Dem.); De Vries-
Bronsveld-Vitrin-
«a (R.K.) en Frida Katz (C.H.),
overwegend dus vrouwen van de
„linkerzijde"
Daarna zijn steeds vrouwen lid
van de Staten-Generaal geweest;
ook hebben zij in groten getale haar
intrede gedaan in de gemeente
raden en de Provinciale Staten,
waar zij tevens de functie van wet
WIE VOND de bril uit
zoals wij die kennen?
De Italianen eisen de
eer voor zich op, zich be
roepende op een grafsteen
in de kathedraal van Flo
rence, waarop de volgen
de inscriptie staat: „Sal-
vino degli Armati, gestor
ven in 1307, uitvinder der
bril".
De Engelsen daarente
gen beweren, dat het hun
landgenoot, de monnik Ro
ger Bacon was, die zich
aan de geneeskunst wijd
de. Het staat vast, dal
deze toen de enige was,
die studie maakte van
holle en bolle glazen. Hij
besteedde meer dan 20.000
ponden aan zijn proef
nemingen. Vermoeid van
zijn drukke werkzaamhe
den moet hij zelf behoef
te hebben gevoeld aan
versterking van zijn ogen.
Op een dag kwam de ge
dachte bij hem op de door
hem bestudeerde glazen
voor zijn ogen te houden.
Om de handen vrij te hou
den voor het werk, ver
bond hij de glazen aun el
kaar en klemde ze vast
op de neus. Dit moet het
begin zijn geweest van
houdster of Gedeputeerde vervuilen, de bril, zoals wij die ken-
In de tegenwoordige Tweede Ka- non.
Het moet ca. 1280 zijn
gebeurd. want i*
handschrift van 1299
wordt er melding gemaakt
van iemand „die niet kan
lezen zonder de glazen,
die men kortgeleden heeft
uitgevonden". Omstreeks
1310 waren zij zeer in
zwang. Zij werden gevat
in ringen van metaal of
hoorn die met elkaar ver
bonden waren. Dit mon
tuur was hoekig. De Ita
liaan Salvino aegli Ar
mati verbeterde deze uit
vinding nog aanmerkelijk.
Het dragen van een bril
verbreidde zich over
Duitsland, Vlaanderen, En
geland, Frankrijk en Span
je. In 1364 verklaart de
beroemde Italiaanse dich
ter Petrarca, dat zijn ge
zichtsvermogen minder
wordt, hetgeen hem nood
zaakt een bril te gaan dra
gen. Men gebruikte hier
voor gewoon glas of het
veel fijnere kristal. Deze
brillen stonden echter nog
vrij wankel op de neus
en vielen dan ook nog al
eens af, wat een schade
post was .voor de eige
naar, aangezien zij erg
duur waren.
DOOR DE uitvinding der
boekdrukkunst werd er
meer gelezen, doch ook
het aantal brillendragers
nam toe. Het werd later
mode een bril te dragen,
zo zeer zelfs, dat ook men
sen met goede ogen zich
er een aanschaften, om
dat, naar zij zeiden „de
neus Immers ervoor ge
schapen was een bril te
dragen".
In de 16e eeuw ver
ving men het hoekige ver
bindingsstaafje der glazen
over de neus door een
rond. Men zocht naar een
methode om de bril te be
vestigen aan de oren of
aan het hoofddeksel, ten
einde vallen te voorko
men.
Men begon haken te fa
briceren, doch deze waren
zo zwaar dat het wel
smidswerk leek. Toen pro
beerde men leren riempjes
of banden. In Spanje
maakte men ze vast op
de hoed, doch, zoals een
kroniekschrijver verhaalt:
„Dit is alleen mogelijk
aan vorsten, die nooit
voor iemand de hoed af
nemen". Men probeerde
de haken van leer, ijzer,
zilver of goud te maken.
Eerst in de 18e eeuw
komt het veel lichtere
montuur van hoorn of
schildpad in zwang.
Het wordt moae een
bril te bezitten en hoe
rijker men is, des te groter
de glazen en des te rijker
het montuur. Het was chi
que en stond geleerd. Men
liet zich er mee uitschil
deren en zelfs schilderden
pK WAT wij zonnebril
len noemen was in die
dagen al bekend. Men be
schilderde daartoe de gla
zen met verschillende
kleuren groen om de fel
heid der zonnestralen wat
te verzachten. Deze had
den bovendien het voor
deel de blik van de drager
zorgvuldig te verbergen.
De beroemde Robespierre
moet om deze reden nogal
eens zo'n donkere bril ge
dragen hebben.
Een zo kostbaar voor
werp als een bril verlang
de een veilige bewaar
plaats op ogenblikken, dat
men hem niet gebruikte.
Zo ontstond er een in
dustrie van brillenetuis,
welke laatste van eenvou
dige werkstukjes tot ju
weeltjes van decoratie
kunst werden, naarmate
de smaak der mensen1
meer verfijnde.
In de I8e eeuw had
men een tvpc bril, waar
van de glazen met be
hulp van een scharniertje
over elkaar geschoven
werden. Het etui hier
voor was klein en rond
en had het model en de
versiering van een bon-
bonntère. Dc 18e ceuwse
dames waren hier opge
togen over. Onder het
Directoire, vlak na de
Franse Revolutie, ge
bruikte men ook het lorg
net. Onder Napoleon III,
tijdens het z.g. Tweede
Keizerrijk kende men zo
kleine lorgnetjes, dat zij
werden opgevouwen eh
opgeborgen in de knop
van de paraplu.
Zo ontwikkelde zich de
bril van eenvoudig ogen-
glas tot de hedendaagse
verschijningsvorm met zijn
grote verscheidenheid van
glazen en monturen.
Zonder de bril zou voor
een groot deel der mens
heid het leven niet zó
zijn, als het nu is. F.