Strijd tegen analfabetisme is
met kracht aangepakt
Waar Parijs over spreekt
ss
AETHERPIRATEN SPELEN
MET MENSENLEVENS
Lezers spreken
Ook universiteit en
debating-clubs
Regering zal Bello
niet helpen
Angst voor de straf
weerhoudt hen niet
Met Jhrdr J. C. Mollerus naar West-Afrika (6)
Opleiding leerkrachten en vasthouden van verworven kennis
leveren in veeltalig land tal van moeilijkheden op
ssïJMC .»V4'
Naast dit zegenrijke werk is er
Ook minister Mansholt
naar Wieringermeer
GEESTELIJK LEVEN
BEROEPINGSWERK
Plaag van de clandestiene zenders
Zorgen van politie, kunstexperts en de familie Daudet
Buitenlands succes voor
Nederlandse kunstenaars
Te veel auto's en te weinig wegen
Te veel maskers en te weinig was
Te veel details en te weinig discretie
Was politie te soepel?
JOEN IK twee jaren geleden Egypte, de Anglo-
'SyPfsche Soedan en Ethiopië bezocht stond
ik verbaasd over de omvang van het analfabetis
me. Ruim 60% van de bevolking van Egypte kon
noch ezen noch schrijven. In 1952 reisde ik door
de Libanon, door Syrië en door Israël. Een Ne
derlander, door de Unesco gezonden naar Damas-
cus, de hoofdstad van Syrië, sprak mij over het
groot aantal analfabeten in dit land en de pogin
gen welke werden gedaan daarin verbetering te
brengen. De prachtige foto van een Arabier,
welke in mijn bezit is en die hem uitbeeldt met
de vijf gestrekte vingers van zijn hand op een
stuk papier, een kwitantie, waarop de vingerpf-
drukken het teken vormen van de betaling van
zijn loon, spreekt in dat opzicht boekdelen.
En ziet, in de Goudkust is het niet anders. Tus
sen de 80 en 90 procent van de bewoners van dit
land kan niet lezen en schrijven. Men kan zich
daarvan nauwelijks een voorstelling vormen. In
een in vele opzichten vooruitstrevend land als de
Goudkust men denke slechts aan het energieke
HET VORMT tezamen maar een
klein gedeelte van de vraagstuk
ken. die als het ware automatisch
naar voren dringen en die stuk voor
stuk onder de loupe genomen moeten
worden, wil men tenslotte slagen.
Dat de in de practijk opgedane
ervaringen daarbij een belangrijke
rol spelen is zonder meer duidelijk.
Deze ervaringen zijn in de Goudkust
nog maar van korte duur. Dat daar
bij bepaalde wensen voorlopig nog
niet vervuld worden spreekt voor
zichzelf.
Zo is de Goudkust een veeltalig
land. Dat brengt tal van moeilijkhe
den met zich mede. De strijd tegen
het analfabetisme dient dus in meer
talen te geschieden. Dat brengt weer
met zich mede, dat de opleiders uit
verschillende groepen gerecruteerd
moeten worden, tenzij men er zou
aantreffen, die twee of meer talen
spreken. Als regel wordt het onder
wijs in de avonduren gegeven en
dan wel door vrijwilligers, wij zou
den zeggen door: niet-gediplomeer-
den. Over ander „materiaalop dit
gebied heeft men doodeenvoudig
niet de beschikking. Men verkeert
met deze opleiding nog in een be
ginstadium; doch men negrijpt heel
goed dat het van groot belang is
kader te vormen, dat t.z.t. mede de
verantwoordelijkheid kan dragen
voor de gang van zaken.
De opleidingscampagne duurt drie
maanden. Het aantal bereikte per
sonen schat men op circa 80.(100,
waarvan ongeveer 25% een examen
heeft afgelegd. Uit een der versla
gen welke mij werd voorgelegd over
de bereikte resultaten, bleek, dat het
aantal vrouwen, dat de leergangen
volgde groter was dan het aantal
mannen. Het aantal mannelijke ge
slaagden was echter groter dan het
aantal vrouwelijke. Het is een in
teressant verschijnsel. Men kan al
lerhande gissingen maken en zich
afvragen: hoe zit dat? Laten we er
ons echter niet in verdiepen en het
feit als zodanig aanvaarden.
BELANGRIJKER.is het een enkele
opmerking te maken over de
vraag: is de verworven kennis iets
blijvends, kan daarop wordenvoort-
eebouwd? Dat zal men alleen kun
nen vaststellen, indien men nader-
hand nog eens .een test houdt En
dat doet men inderdaad. Dank zij
van overheidswege uitgereikt iria
teriaal hoopt men de verworven
kennis op peil te1?oudAn-jJpn met
geval heeft men hier te doen met
ppn nroces van lange duur. Geleicie
lijk zal men de oploiding uitbreiden
en deze niet alleen bePerken tot
het deelnemen aan cursussen DMr
bij zal gewaakt moeten worden te
gen een zekere overlading. Toch is
Het bewijs al geleverd, dat deinge^
Ster Se 'oS'UvenK sprete;
K Zi^%rSmatnïwe|£v,„
belangstelling vo°rJW®sf0e_
vraagstukken,, voor muziek e
veel andere dingen, gaat men g
delijk een sluitend systeem van o^
contrfct Vv°r vel0/ ggggggSSS
sVtimula^senheenft "veroo^ wordt
wel als vaststaand aangenomen.
Maar er is nog andere factor,
rdci
e i
gr
Kui
Ibufl
ïlU# niet
streven dit land een onafhankelijkheid te waar
borgen wordt alles in het werk gesteld dit
analfabetendom te bestrijden. Een strijd dus tegen
het achterblijven in ontwikkeling; een strijd, die
op zichzelf niet alleen de moeite waard is, maar
daarnaast noodzakelijk. Dat daarbij vraagstukken
van ongekend brede strekking aan de orde komen,
is voor een ieder duidelijk. Wie moet men daar
voor benaderen: de ouderen, de jeugd, of beiden?
Aan wie moet deze opleidingstaak toevertrouwd
worden? Welke taal zal men moeten bezigen om
een maximumrcsultaat te bereiken? Hoe staat
het met de gelegenheden, waarin dit onderwijs
gegeven moet worden? Kan men een zekere
tegenzin om te leren, die zo gemakkelijk kan op
treden, overwinnen? Op welke bijzondere uitin
gen van hen, die het onderwijs ontvangen, zal
men moeten letten? Dienen er bewijsstukken ver
strekt te worden, dat men met goed gevolg de
lessen heeft gevolgd? Moet het onderwijs gratis
gegeven worden, of moet men een soort cursus
geld laten betalen?
aan de Londense universiteit gelden.
Daarbij speelt ook de onderbouw
van het andere onderwijs een rol
en dient dan ook min of meer af
gestemd te worden op de toekom
stige studenten, opdat deze direct
het universitair onderwijs kunnen
volgen.
Maar ook daarbij blijft Jiet niet.
Andere problemen dringen zich als
het ware van zelf naar voren. Eén
daarvan is het aantrekken van pro
fessoren. Het is zonder meer duide
lijk, dat dit uiterst moeilijk is, voor
al, omdat de neiging bestaat daarbij
nog al exclusief te willen zijn.
Naast deze universitaire opleiding
is er nog een andere mogelijkheid
voor het bekwamen van wat men
„kader" zou kunnen noemen. Het
betreft hier een bepaalde afdeling
voor het gemeenschappelijk bestu
deren en bediscussiëren van alle mo
gelijke onderwerpen. Daartoe beho
ren o.a. de politieke vraagstukken,
die in de Goudkust zeer in trek zijn.
Het ligt daarbij in de bedoeling, dat
,er niet alleen een inleiding over dit
en andere onderwerpen plaats heeft,
maar dat daarover ook van gedach
ten gewisseld wordt. Een vorm dus
van een debat-avond.
Dit alles en vooral -deze ont
wikkelingsmogelijkheden passen
in het kader van de geleidelijke
wijzigingen, welke zich in dit land
voltrekken. Dat daarbij het aloude
aangepast moet worden aan het
nieuwe is zeker. De vraag is of
daarbij de vorm van de noodzake
lijke geleidelijkheid gehandhaafd
kan worden.
Ashantihene A. Prampeh, koning
der Ashanti's die een grote steun
'3Das voor mgr. v. d. Bronk, hoofd
van de Nederlandse missie Kumosi.
de Goudkust hun studies gingen vol
tooien aan universiteiten in Groot-
Brittannië en in de Verenigde Sta
ten van Amerika, toch voelde men
in de Goudkust zelf, dat een eigen
universitaire opleidingsmogelijkheid
niet mocht ontbreken.
In die gedachte kwam de univer
siteit van Achimota tot stand, waar
alle faculteiten een plaats vonden
met uitzondering van medicijnen en
rechten, al ligt het dan ook in het
voornemen deze lacune binnen de
kortst mogelijke tijd de wereld uit
te helpen. Deze instelling voor Ho
ger Onderwijs voldoet intussen aan
de verwachtingen. Zij is op een
enigszins andere leest geschoeid dan
bij ons. Zo zijn de studenten een
kleine 500 intern en het grootste
gedeelte studeert middels een beurs.
Bij de toelating wordt een zekere
selectie toegepast, waarbij rekening
gehouden wordt met de eisen, welke
die in dit verband niet uit .het oog
ast
uit
lfs
r>euena«ucn>. V" ivi<rr v d.
verloren mag worden: de missie
Katholieke missi
bestaat voor een s—r ,[s
Nederlanders. In Kumasii woont zeiis
missie in de Goudkust
groot .gedeelte uit
gehad en veel steun heeft ondervoa
verricht daar zegenrijk werk^Zu
Mn,Ten Mntal^kenhuizen en
fiedMltag de'v^rkinpssfeer van deze
niet minder
lantal zieken
Het ligt zeker in
„.Uuc,u., -v tverkingssfc
missie nog uit te breiden
in de Goudkust nog. meer
daan, zo o.a. op. het geW
g!
van de
In de Memorie van Antwoord op het
voorlopig verslag van de Tweede Ka
mer over de begroting 1954 van Ver
keer en Waterstaat is medegedeeld, dat
met betrekking tot de voorgenomen
opheffing van de lün AlkmaarBergen
aan Zee in 1955 de regering geen aan
leiding ziet de helpende hand te bieden
voor de vervoersvoorziening tussen
Bergen en Bergen aan Zee na de zo
mer van 1955. Het vervoer op dit bin
nen één gemeente gelegen traject is een
gemeentelijke aangelegenheid, waar
mede het Rjjk ook in verband met
de consequenties zich niet kan in
laten.
Maakten we gisteren reeds melding
van een bezoek van minister J. van der
Kieft aan de Wieringermeer thans
vernemen wc, dat de minister van
Landbouw, Visserij en Voedselvoorzie
ning, de heer S. L. Mansholt, zijn ambt
genoot van Financiën Vrijdag zal
vergezellen. Daarbij zou een onderhoud
met de Rentmeester der Domeinen op
het programma staan.
We menen, dat dit bezoek van de
ministers verband houdt met de toe
zegging van minister Vair der Kieft aan
het parlement om op korte termijn een
nota over te leggen inzake de mogelij
ke verkoop van Zuiderzeegronden en
de kwestie der staatslandbouw.bedrij -
ven e.d.
Ncd. Herv. kerk.
Beroepen te Feyenoord (toez.) G.
Oukema te Klarenbeek.
Geref. kerken.
Tweetal te Utrecht (vac. K. Hart)
J. Noprdwijn te Aalten en G. W.
Rijpsen te Rotterdam Z.
Beroepen te Castricum: B. J. Aal-
bers, cand. te Leersum. Beroepen te
Woubrugge: B. J. Aalbers, cand. te
Leersum. Beroepen te Leerdam: G.
L. R. Riphagen te 's Gravenmoer. Be
roepen te Schonebeek: J. T. Bakker
te Oude- en Nieuwe Biltzijl. Beroepen
te Vlaardingen: J. Leder te Sybranda-
buren. Aangenomen naar Schagen
J. Klugt, cand. te Amsterdam, die
bedankte voor Enim in Drente en
voor Eist in Gelderland.
Examens: de classis Amsterdam
heeft preap. geëxamineerd en beroep
baar verklaard de heer B. Woltjer te
Amsterdam Z., cand. aan de V.U.
Chr. Geref. kerken.
Beroepen te Apeldoorn: W. Heerna
te Groningen. Beroepen te Dokkum:
L. Floor Jr. te Opperdoes. Beroepen
te Utrecht C.: B. van Smeden te Rot
terdam Z. Bedankt voor 's Gravenzan-
de: B. Bijleveld te Noordeloos.
Geref. gemeenten.
Tweetal te Vlaardingen: A. de Blois
te Rotterdam Z. en J. W. Kersten te
Genemuiden.
Vrije Evang. gemeenten.
Beroepen te Dordrecht: J. Verboom
te 's Gravenhage.
(Van een onzer verslaggevers).
üll gaat bijna geen weck voorbij, of er verschijnt weer een berichtje
in de kranten met als kop: „Geheime zender opgespoord ot
„P.T.T. snapt illegale zenders". Telkens weer loopt dit soort
radioamateurs tegen de lamp en men is wellicht geneigd zich at
te vragen of er nooit een eind aan komt. Met een hardnckkighci
die aan het ongelooflijke grenst, duikt dan hier, dan daar, maar
vooral in Overijssel en Drenthe, steeds weer een clandestiene zen
der op, om dikwijls na verloop van enige tijd soms voorgoed te
verdwijnen of onder een andere naam weer tevoorschijn te komen.
VAN EEN dergelijke geheime zen
der maakt men zich dikwijls een
verkeerde voorstelling. Meestal
maakt de apparatuur, waarmede ge
werkt wordt, geen enkele aanspraak
op het woord „zender". Dat is na
tuurlijk w?l gevolg van het feit, dat
men met één goede buis, zoals de
radiolampen tegenwoordig genoemd
worden, al een heel eind komt. En
die kosten beslist geen kapitalen.
Iemand die een beetje verstand
heeft van radio-techniek, is al spoe
dig in staat een eenvoudig zender
tje te bouwen. Het ongeluk wil ech
ter, dat de meesten er iuist weinig
of geen verstand van hebben. Bij
hen is het bouwen ook niet de
hoofdzaak, nee het zenden is hun
liefhebberij.
Is het eigenlijk wel liefhebberij in
de goede betekenis van het woord?
Er zijn onder deze „knutselaars" die
werkelijk verstand hebben van ra
diotechniek. Zij weten soms heel
aardig zendertjes te bouwen en
geven advies en schema's door aan
„zwakke broeders" of wanneer het
een goede bekende betreft, zijn zij
wel geneigd, een eenvoudig appa
raatje voor hem te bouwen. Daar
mede is dan al aangetoond, dat het
niet om het bouwen gaat.
Waar het dan wel om gaat? Om
de sensatie, die het zenden teweeg
brengt en misschien ook wel, maar
dan onbewust, de drang om zich te
laten gelden. Gevallen, waarbij het
werkelijk gaat om geldelijk gewin,
moet men zoeken als de bekende
spelden in de hooiberg.
TIJDENS zo'n uitzending worden
plaatjes gedraaid, die meestal
worden „opgedragen" aan vrienden
en bekenden en daar tussendoor
wordt een gemoedelijk praatje ge
houden. Zo konden wij dezer dagen
tijdens een uitzending van de „Zen
der Mexico" horen dat „Zender Bui
tenzorg" 'zeer goed werd ontvangen
maar dat het met „Kleine Johnny'
niks was gedaan. Hij zat er zeker
weer teveel aan te prutsen", aldus
de omroeper van de „Zender Me
xico", die zeer goed verstaanbaar
was. Wel was de toon ietwat zwe
vend en kwam het geheel niét sto
ringsvrij door, maar het geluid was
krachtig genoeg. Overigens zijn deze
uitzendingen niet altijd van humor
ontbloot.
.Het is de justitie inmiddels wel
duidelijk geworden, dat de meesten
helemaal niet bang zijn voor straf
maatregelen, wanneer zij eventueel
zouden worden gegrepen. Er zijn in
vele gevallen reeds strenge straffen
uitgesproken, maar zij missen iedere
preventieve werking.
Het is zelfs zo, dat wanneer de
apparatuur in beslag is genomen
en dat gebeurt altijd zij na ver
loop van enige tijd weer matenelpn
kopen en natuurlijk op een andere
laats een nieuw zendertje opstellen.
ieze maniakken kunnen er zelfs
niet buiten en er is zelfs een geval
bekend, waarin een man zijn vrouw
veel te weinig huishoudgeld afdroeg
om het huishouden te kunnen bered
deren' om toch vooral weer nieuwe
onderdelen én gramofoonplaten ta
kunnen kopen.
DE HEREN zij hebben de bij
naam van „aetherpiraten" en niet
geheel ten onrechte spelen ech
ter met hun plaatjesdraaierij een
zeer gevaarlijk spel. Niet gevaarlijk
voor hun eigen leven, maar wel
voor dat van inzittenden van vlieg
tuigen.
Omdat de geheime zenders op de
normale golflengten van 200 m.
en hoger niet te horen zijn tussen
al die radio-stations, zijn zij meestal
v/el verplicht om „onder de 200 te
gaan zitten." Trouwens andere golf
lengten kunnen zij met hun gebrek
kige apparatuur niet halen.
Zij komen dan terecht op de ban
den, die ook de luchtvaart gebruikt
en wanneer een vliegtuig bij de start
of landing een slechte radioontvangst
heeft als gevolg van storingen, ver
oorzaakt door een geheime zender,
kan dat zeer ernstige gevolgen heb
ben.
Daarom is het noodzaak, dat er
een einde komt aan de activiteit
van de geheime zenders, een activi
teit, die beter voor andere doel
einden aangewend kan worden. Hoe
dit zou kunnen geschieden, willen
wij in een volgende beschouwing
onderzoeken.
De Nederlandse sopraan Dora van
Doorn-Lindeman heeft tijdens een re
cent bezoek aan Engeland enige op
merkelijke successen geboekt. In de
Royal Albert Hall trad zij voor een
publiek van vijfduizend personen op
als soliste met The Royal Cheral So
ciety en het Londen Symphony Or-
chestra, onder leiding van Sir Mal-
con Sargent. Uitgevoerd werd de Mis
in C van de hedendaagse Britse com
ponist Julius Harrison. Het publiek
toonde zich enthousiast en hetzelfde
was het geval met de pers. Zo schreef
The Times over het „stralend stemge
luid" van opze landgenote.
Met haar echtgenoot, Max van
Doorn, aan de vleugel heeft mevrouw
Van Doorn-Lindeman bovendien, on
der auspiciën van de Nederlandse
ambassade, een goed-bezocht recital
gegeven in de Royal British Gaiie-
ries te Londen. Zij zong werken van
Purcell, Hindemith, Schumann en
Max van Doorn. De bijval van pers
en publiek was ook voor dit con
cert zeer groot; Dora van Doorn-Lin
deman, die zich te onzent vooral be
kendheid verwierf door haar optreden
in oratoria, roemde men speciaal als
liederzangeres. Een der grote dagbla
den, de Daily Telegraph, schreef
voorts over de „fijnzinnige aantrek
kelijkheid" der liederen van Max van
Doorn. Het succes was zo groot, dat
men de beide kunstenaars verzocht
heeft, in het volgend seizoen een der
gelijk concert te geven in de Royal
Festival Hall.
(Van onze Parijse correspondent).
7AL IEDER verkeer straks onmogelijk worden
in de Parijse binnenstad? Waar bevindt zich
het originele dodenmasker van Napoleon? Zal er
spoedig een schandaal Daudet aan de orde zijn?
Dit zijn drie van de vragen, die de Parijzenaars
zich deze week hebben gesteld.
CHEF VAN de Parijse politie Baylot, heeft een geel-
boek uitgegeven, waarmede hij het verkeersprobleem in
de Franse hoofdstad opnieuw in het middelpunt van de
publieke belangstelling heeft geplaatst. De heer Baylot, die
aan het hoofd staat van 30.000 politieagenten geeft namelijk
onomwonden toe dat hij met de hem ten dienste staande
middelen geen oplossing kan vinden voor dit probleem dat
het vervoer in deze millioenenstad op bepaalde uren van
de dag al practisch onmogelijk heeft gemaakt. In het jaar
1800 waren er in Parijs 21.000 wagens, die konden beschik
ken over 350 km rijwegen. Thans bézitten de Parijzenaars
gezamenlijk 70 maal zoveel wagens (ruim 1.400.000 auto's
en vrachtwagens) terwijl er niet eens vier maal zoveel
rijwegen zijn ontstaan.
Wanneer alle auto's op een slechte dag eens gemeen
schappelijk op straat zouden verschijnen, dan zouden alle
straten, avenues, boulevards en pleinen geheel gevuld zijn
met auto's, die vóór- noch achteruit zouden kunnen rijden.
Deze theoretisch mogelijke verkeersopstopping zou dagen
en nachten voortduren aangezien de 5000 Parijse verkeers
agenten geen kans zouden zien haar te ontwarren. De
automobilisten zouden achter hun stuur moeten overnach
ten en heel het leven van de grote stad aan de Seine zou
lamgelegd zijn. Wanneer u daar bij rekent dat er dagelijks
nog 180 nieuwe auto's en 100 scooters bijkomen begrijpt u
dat de hoofdcommissaris voor het verkeer de zaken donker
inziet. De enige oplossing is onderaardse wegen aanleggen,
maar aangezien alleen het graven hiervan milliard francs
per kilometers zal kosten zal het nog wel even duren voor
men onder Parijs en nog onder de metrogangen een spin
nenweb van wegen heeft aangelegd. In afwachting hiervan
zal er toch iets gedaan moeten worden om de groeiende
verkeersanarchie, die maakt dat men op de spitsuren vlug
ger kan lopen dan autorijden, tegen te gaan. Voorlopig
denkt men er over in de gehele binnenstad het parkeren
te verbieden.
0
rWN ZWITSERSE MEVROUW, madame Noverraz,
L heeft bekend gemaakt dat zij het originele doden
masker van Napoleon bezit. Aangezien deze kleine
keizer in het hart van de Fransen nog altijfl een grote
plaats inneemt heeft dit bericht de pennen en de ton
gen van velen losgemaakt. Men wist namelijk dat er,
verspreid over de gehele wereld, vele dodenmaskers
van Bonaparte bewaard worden. Dit zijn echter alle
maal afgietsels van het originele dat in het museum
van Malmouson bewaard wordt. Hoe is het dan moge
lijk, vraagt men zich af, dat madame Noverraz, die ge
trouwd was met een verre achterneef van ae huis
knecht van Napoleon op Sint Helena, ook kan beweren
dat zij de afdruk in was bezit, die vlak na Napoleons
dood van zijn gezicht is gemaakt
Het Franse ministerie van Kunsten én Wetenschap
pen wist reeds lang dat iemand in Zwitserland een
dodenmasker bezat dat dat van Napoleon zou zijn.
Tijdens de oorlog hebben vertegenwoordigers van
mevrouw Noverraz het masker aan de Franse staat aan
geboden voor de somma van 400.000 guldens. Nadat een
Franse deskundige het dodenmasker had onderzocht
ging de koop niet door. Na de bevrijding werd het
opnieuw aan Frankrijk aangeboden; dit keer aan
generaal De Gaulle en voor een iets hoger prijs. Het
antwoord was wederom negatief. Men gelooft namelijk
niet dat het aangeboden masker inderdaad van Napo
leons gezicht is gemaakt. Men verwondert zich om te
beginnen dat Jean Noverraz, die in 1935 gestorven is, in
zijn testament niets over dit, wanneer het echt zou zijn,
bijzonder waardevolle masker heeft geschreven. Boven
dien is het masker zeer gaaf en gemaakt van een uit
stekend soort was. Deskundigen weten echter dat er na
des keizers dood om heel het eiland, waar hij in bal
lingschap leefde nagenoeg geen was te vinden was.
Antomarchi, die het masker 20 uur nadat Napoleon
was overleden,, heeft gemaakt gebruikte er de was
voor van oude kaarsen. Higrna vervaardigde hij van
ln sf.aat
Het
echter zo slecht van kwaliteit dat de afdruk Brak. Er
gips een negatief, dat hem
meerdere afdrukken te maken
staat gesteld zou hebben
Het gebruikte gips was
bestaat dus slechts een masker dat Bonapartes dokter
mee naar Frankrijk heeft genomen. Veel later heeft
men er verschillende afdrukken van gemaakt in brons
en in gips die voor veel geld werden verkocht. Het is
onmogelijk dat de huisknecht van de keizer ook een
masker van het gelaat zijns meesters heeft kunnen ma
ken. Het is waarschijnlijk dat de vertegenwoordiger
van mevrouw Noverraz een heel slim plan bedacht om
het Bonapartisme van vele Fransen wat te exploiteren.
DE GEBROEDERS GONCOURT en Alphonse Daudet
alle drie beroemde schrijvers waren eerst dikke
vrienden en later niet meer. De gebroeders Goncourt
waren de grondleggers van de bekende Prix Goncourt,
die nu nog ieder jaar een Franse roman bekroont en
Alphonse Daudet schreef onder meer zijn „Lettres de
mon Moulin", die hem in heel de wereld beroemd maak
ten. De gebroeders Goncourt schreven echter ook een
dagboek, waarin ze precies en ongezouten noteerden,
wat zij van hun vrienden en van zichzelf vonden. Ge
zien het feit dat zij hun „journal" zelf ook toch wel
erg gepeperd vonden beslisten zij dat het eerst vijftig
jaar na hun dood zou mogen verschijnen. Deze vijftig
jaar zijn nu verstreken en de Académie Goncourt, die
de Prix Goncourt jaarlijks toekent, is bezig met het
reeds veelbesproken „journal" persklaar te maken.
Intussen is echter uitgelekt dat de Goncourts over
Daudet zaken hebben geschreven, die de schrijver van
de „Brieven van mijn Molen" in een heel vreemd licht
plaatst. Daudet zou een uiterlijk zeer dicrete maar voor
insiders bijzonder energieke Cassanova geweest zijn,
hetgeen de Goncourts met een schat aan details ver
klappen. De dochter en de kleinzoon van Daudet zijn
hierover bijzonder boos geworden; zij menen dat de
nagedachtenis van een grote schrijver niet door een
dergelijk dagboek bevuild mag worden en zij eisen dat
de betreffende passages die zij overigens nog niet
gelezen hebben, maar die zeer realistisch moeten zijn
geschrapt zullen worden. De Académie Goncourt die
het testament van de Gdncourt moeten uitvoeren den
ken hier niet over, zodat er nu een literair proces op
komst is, dat een sensatie belooft te worden. Betere
propaganda had men overigens niet voor het Dag
boek van de Goncourts kunnen maken.
Plaatsing van deze stukken betekent
niet, dat de redactie met de inhoud
instemt. Zij acht kennisneming ervan
Cchter van algemeen 'belang en zij
ziet ze gaarne zoveel mogelijk met
volle naam ondertekend.
Geachte redacteur,
Verzoeke plaatsing van het volgen
de in Uw veelgelezen blad; bij voor
baat mijn dank.
In Uw blad van Zaterdag j.1. staat,
dat een Helders ingenieur met een
vaart van 80 km, in zeer dichte mist
door gesloten spoorbomen reed op de
Provincialeweg te Zaandam. Deze in
genieur bleek bij onderzoek kennelijk
onder invloed van sterke drank te zijr
hetgeen hij zelf ook toegaf, daarbi.
pertinent weigerde een bloedproef t<
ondergaan. De politie liet hem zelf:
nog op eigen risico zijn weg vervolgel
met de wagen, die nog bleek te kun
nen rijden.
Menigeen zal zich -thans afvragen
hoe dit mogelijk is. Was deze Helderst
ingenieur zo'n hoge Piet, dat de poli
tie hem niet durfde te verbaliseren
of altUans hem in ieder geval verbie
den nog verder te rijden, met de kan
op nog meer aanrijdingen met nood
lottige gevolgen misschien? Of was he
een speciale vriend van de Zaandam-
se politie, waardoor hij dan maar nie
de bloedproef moest ondergaan als hi
niet wilde en wel verder mocht gaai
als mijnheer maar voorzichtig deec
terwijl hij net met 80 km snelheid ii
de mist een aanrijding had veroor
zaakt?
Ieder vindt het rechtvaardig als be
stuurders, die door het gebruik va
sterke drank ongelukken veroorzakei
zwaar gestraft worden, al zal in som
mige gevallen de maximumstraf zei
nog te licht worden bevonden; me
denke aan de nabestaanden van c
slachtoffers. Hier waren geen slach'
offers te betreuren, maar de oorzakr
waren dezelfde.
Ik ben geen geheelonthouder, w'
chauffeur en ook alle dagen langs r
weg, maar ben het met ieder eens, d
verklaart, dat het met het tegenwoo
dige snelverkeer absoluut ontoelaa
baar of onverantwoordelijk is zove<
sterke drank te gebruiken, dat mc
zijn snelheid niet meer kan beheerst
met alle gevolgen van dien.
Maar bij dit geval krijgt men de in
druk, dat er blijkbaar toch nog ee
manier is om door de mazen der wi
te glippen. Wanneer het nu eens ee
gewone beroepschauffeur gewee:
was, zou dit dan ook zo zijn gegaan
Het kan zijn, maar ik betwijfel hi
sterk.
E. Rus, Avenhorn A 12;
(In algemene zin zijn we het mc'
de inzender volkomen eens. Hij insi
nueert echter als hij veronderstelt, d:
dc man in kwestie mogelijk een vrient
van de politie te Zaandam zou zijn
De politie kan n.1. niemand dwinge
tot het ondergaan van de bloedproe
en zij zal deze roekeloze automobili:
heus niet hebben laten schieten dai
nadat er proces-verbaal was opge
maakt en nadat zij er van overtuig:
was, dat de man weer in voldoend:
staat van nuchterheid verkeerde
Redactie).
VISSERIJBERICHT URK
Door 3 vaartuigen werd heden aar
de Gem. Visafslag aangevoerd: 961/;
kg snoekbaars 61 ct. p. i/a kg; 14"/a
kg baars 88 ct. p. kg; 203*'/a kg
voorn 9—10 ct. per Va kg.