Strijd tegen analfabetisme is met kracht aangepakt Waar Parijs over spreekt ss AETHERPIRATEN SPELEN MET MENSENLEVENS Lezers spreken Ook universiteit en debating-clubs Regering zal Bello niet helpen Angst voor de straf weerhoudt hen niet Met Jhrdr J. C. Mollerus naar West-Afrika (6) Opleiding leerkrachten en vasthouden van verworven kennis leveren in veeltalig land tal van moeilijkheden op ssïJMC .»V4' Naast dit zegenrijke werk is er Ook minister Mansholt naar Wieringermeer GEESTELIJK LEVEN BEROEPINGSWERK Plaag van de clandestiene zenders Zorgen van politie, kunstexperts en de familie Daudet Buitenlands succes voor Nederlandse kunstenaars Te veel auto's en te weinig wegen Te veel maskers en te weinig was Te veel details en te weinig discretie Was politie te soepel? JOEN IK twee jaren geleden Egypte, de Anglo- 'SyPfsche Soedan en Ethiopië bezocht stond ik verbaasd over de omvang van het analfabetis me. Ruim 60% van de bevolking van Egypte kon noch ezen noch schrijven. In 1952 reisde ik door de Libanon, door Syrië en door Israël. Een Ne derlander, door de Unesco gezonden naar Damas- cus, de hoofdstad van Syrië, sprak mij over het groot aantal analfabeten in dit land en de pogin gen welke werden gedaan daarin verbetering te brengen. De prachtige foto van een Arabier, welke in mijn bezit is en die hem uitbeeldt met de vijf gestrekte vingers van zijn hand op een stuk papier, een kwitantie, waarop de vingerpf- drukken het teken vormen van de betaling van zijn loon, spreekt in dat opzicht boekdelen. En ziet, in de Goudkust is het niet anders. Tus sen de 80 en 90 procent van de bewoners van dit land kan niet lezen en schrijven. Men kan zich daarvan nauwelijks een voorstelling vormen. In een in vele opzichten vooruitstrevend land als de Goudkust men denke slechts aan het energieke HET VORMT tezamen maar een klein gedeelte van de vraagstuk ken. die als het ware automatisch naar voren dringen en die stuk voor stuk onder de loupe genomen moeten worden, wil men tenslotte slagen. Dat de in de practijk opgedane ervaringen daarbij een belangrijke rol spelen is zonder meer duidelijk. Deze ervaringen zijn in de Goudkust nog maar van korte duur. Dat daar bij bepaalde wensen voorlopig nog niet vervuld worden spreekt voor zichzelf. Zo is de Goudkust een veeltalig land. Dat brengt tal van moeilijkhe den met zich mede. De strijd tegen het analfabetisme dient dus in meer talen te geschieden. Dat brengt weer met zich mede, dat de opleiders uit verschillende groepen gerecruteerd moeten worden, tenzij men er zou aantreffen, die twee of meer talen spreken. Als regel wordt het onder wijs in de avonduren gegeven en dan wel door vrijwilligers, wij zou den zeggen door: niet-gediplomeer- den. Over ander „materiaalop dit gebied heeft men doodeenvoudig niet de beschikking. Men verkeert met deze opleiding nog in een be ginstadium; doch men negrijpt heel goed dat het van groot belang is kader te vormen, dat t.z.t. mede de verantwoordelijkheid kan dragen voor de gang van zaken. De opleidingscampagne duurt drie maanden. Het aantal bereikte per sonen schat men op circa 80.(100, waarvan ongeveer 25% een examen heeft afgelegd. Uit een der versla gen welke mij werd voorgelegd over de bereikte resultaten, bleek, dat het aantal vrouwen, dat de leergangen volgde groter was dan het aantal mannen. Het aantal mannelijke ge slaagden was echter groter dan het aantal vrouwelijke. Het is een in teressant verschijnsel. Men kan al lerhande gissingen maken en zich afvragen: hoe zit dat? Laten we er ons echter niet in verdiepen en het feit als zodanig aanvaarden. BELANGRIJKER.is het een enkele opmerking te maken over de vraag: is de verworven kennis iets blijvends, kan daarop wordenvoort- eebouwd? Dat zal men alleen kun nen vaststellen, indien men nader- hand nog eens .een test houdt En dat doet men inderdaad. Dank zij van overheidswege uitgereikt iria teriaal hoopt men de verworven kennis op peil te1?oudAn-jJpn met geval heeft men hier te doen met ppn nroces van lange duur. Geleicie lijk zal men de oploiding uitbreiden en deze niet alleen bePerken tot het deelnemen aan cursussen DMr bij zal gewaakt moeten worden te gen een zekere overlading. Toch is Het bewijs al geleverd, dat deinge^ Ster Se 'oS'UvenK sprete; K Zi^%rSmatnïwe|£v,„ belangstelling vo°rJW®sf0e_ vraagstukken,, voor muziek e veel andere dingen, gaat men g delijk een sluitend systeem van o^ contrfct Vv°r vel0/ ggggggSSS sVtimula^senheenft "veroo^ wordt wel als vaststaand aangenomen. Maar er is nog andere factor, rdci e i gr Kui Ibufl ïlU# niet streven dit land een onafhankelijkheid te waar borgen wordt alles in het werk gesteld dit analfabetendom te bestrijden. Een strijd dus tegen het achterblijven in ontwikkeling; een strijd, die op zichzelf niet alleen de moeite waard is, maar daarnaast noodzakelijk. Dat daarbij vraagstukken van ongekend brede strekking aan de orde komen, is voor een ieder duidelijk. Wie moet men daar voor benaderen: de ouderen, de jeugd, of beiden? Aan wie moet deze opleidingstaak toevertrouwd worden? Welke taal zal men moeten bezigen om een maximumrcsultaat te bereiken? Hoe staat het met de gelegenheden, waarin dit onderwijs gegeven moet worden? Kan men een zekere tegenzin om te leren, die zo gemakkelijk kan op treden, overwinnen? Op welke bijzondere uitin gen van hen, die het onderwijs ontvangen, zal men moeten letten? Dienen er bewijsstukken ver strekt te worden, dat men met goed gevolg de lessen heeft gevolgd? Moet het onderwijs gratis gegeven worden, of moet men een soort cursus geld laten betalen? aan de Londense universiteit gelden. Daarbij speelt ook de onderbouw van het andere onderwijs een rol en dient dan ook min of meer af gestemd te worden op de toekom stige studenten, opdat deze direct het universitair onderwijs kunnen volgen. Maar ook daarbij blijft Jiet niet. Andere problemen dringen zich als het ware van zelf naar voren. Eén daarvan is het aantrekken van pro fessoren. Het is zonder meer duide lijk, dat dit uiterst moeilijk is, voor al, omdat de neiging bestaat daarbij nog al exclusief te willen zijn. Naast deze universitaire opleiding is er nog een andere mogelijkheid voor het bekwamen van wat men „kader" zou kunnen noemen. Het betreft hier een bepaalde afdeling voor het gemeenschappelijk bestu deren en bediscussiëren van alle mo gelijke onderwerpen. Daartoe beho ren o.a. de politieke vraagstukken, die in de Goudkust zeer in trek zijn. Het ligt daarbij in de bedoeling, dat ,er niet alleen een inleiding over dit en andere onderwerpen plaats heeft, maar dat daarover ook van gedach ten gewisseld wordt. Een vorm dus van een debat-avond. Dit alles en vooral -deze ont wikkelingsmogelijkheden passen in het kader van de geleidelijke wijzigingen, welke zich in dit land voltrekken. Dat daarbij het aloude aangepast moet worden aan het nieuwe is zeker. De vraag is of daarbij de vorm van de noodzake lijke geleidelijkheid gehandhaafd kan worden. Ashantihene A. Prampeh, koning der Ashanti's die een grote steun '3Das voor mgr. v. d. Bronk, hoofd van de Nederlandse missie Kumosi. de Goudkust hun studies gingen vol tooien aan universiteiten in Groot- Brittannië en in de Verenigde Sta ten van Amerika, toch voelde men in de Goudkust zelf, dat een eigen universitaire opleidingsmogelijkheid niet mocht ontbreken. In die gedachte kwam de univer siteit van Achimota tot stand, waar alle faculteiten een plaats vonden met uitzondering van medicijnen en rechten, al ligt het dan ook in het voornemen deze lacune binnen de kortst mogelijke tijd de wereld uit te helpen. Deze instelling voor Ho ger Onderwijs voldoet intussen aan de verwachtingen. Zij is op een enigszins andere leest geschoeid dan bij ons. Zo zijn de studenten een kleine 500 intern en het grootste gedeelte studeert middels een beurs. Bij de toelating wordt een zekere selectie toegepast, waarbij rekening gehouden wordt met de eisen, welke die in dit verband niet uit .het oog ast uit lfs r>euena«ucn>. V" ivi<rr v d. verloren mag worden: de missie Katholieke missi bestaat voor een s—r ,[s Nederlanders. In Kumasii woont zeiis missie in de Goudkust groot .gedeelte uit gehad en veel steun heeft ondervoa verricht daar zegenrijk werk^Zu Mn,Ten Mntal^kenhuizen en fiedMltag de'v^rkinpssfeer van deze niet minder lantal zieken Het ligt zeker in „.Uuc,u., -v tverkingssfc missie nog uit te breiden in de Goudkust nog. meer daan, zo o.a. op. het geW g! van de In de Memorie van Antwoord op het voorlopig verslag van de Tweede Ka mer over de begroting 1954 van Ver keer en Waterstaat is medegedeeld, dat met betrekking tot de voorgenomen opheffing van de lün AlkmaarBergen aan Zee in 1955 de regering geen aan leiding ziet de helpende hand te bieden voor de vervoersvoorziening tussen Bergen en Bergen aan Zee na de zo mer van 1955. Het vervoer op dit bin nen één gemeente gelegen traject is een gemeentelijke aangelegenheid, waar mede het Rjjk ook in verband met de consequenties zich niet kan in laten. Maakten we gisteren reeds melding van een bezoek van minister J. van der Kieft aan de Wieringermeer thans vernemen wc, dat de minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorzie ning, de heer S. L. Mansholt, zijn ambt genoot van Financiën Vrijdag zal vergezellen. Daarbij zou een onderhoud met de Rentmeester der Domeinen op het programma staan. We menen, dat dit bezoek van de ministers verband houdt met de toe zegging van minister Vair der Kieft aan het parlement om op korte termijn een nota over te leggen inzake de mogelij ke verkoop van Zuiderzeegronden en de kwestie der staatslandbouw.bedrij - ven e.d. Ncd. Herv. kerk. Beroepen te Feyenoord (toez.) G. Oukema te Klarenbeek. Geref. kerken. Tweetal te Utrecht (vac. K. Hart) J. Noprdwijn te Aalten en G. W. Rijpsen te Rotterdam Z. Beroepen te Castricum: B. J. Aal- bers, cand. te Leersum. Beroepen te Woubrugge: B. J. Aalbers, cand. te Leersum. Beroepen te Leerdam: G. L. R. Riphagen te 's Gravenmoer. Be roepen te Schonebeek: J. T. Bakker te Oude- en Nieuwe Biltzijl. Beroepen te Vlaardingen: J. Leder te Sybranda- buren. Aangenomen naar Schagen J. Klugt, cand. te Amsterdam, die bedankte voor Enim in Drente en voor Eist in Gelderland. Examens: de classis Amsterdam heeft preap. geëxamineerd en beroep baar verklaard de heer B. Woltjer te Amsterdam Z., cand. aan de V.U. Chr. Geref. kerken. Beroepen te Apeldoorn: W. Heerna te Groningen. Beroepen te Dokkum: L. Floor Jr. te Opperdoes. Beroepen te Utrecht C.: B. van Smeden te Rot terdam Z. Bedankt voor 's Gravenzan- de: B. Bijleveld te Noordeloos. Geref. gemeenten. Tweetal te Vlaardingen: A. de Blois te Rotterdam Z. en J. W. Kersten te Genemuiden. Vrije Evang. gemeenten. Beroepen te Dordrecht: J. Verboom te 's Gravenhage. (Van een onzer verslaggevers). üll gaat bijna geen weck voorbij, of er verschijnt weer een berichtje in de kranten met als kop: „Geheime zender opgespoord ot „P.T.T. snapt illegale zenders". Telkens weer loopt dit soort radioamateurs tegen de lamp en men is wellicht geneigd zich at te vragen of er nooit een eind aan komt. Met een hardnckkighci die aan het ongelooflijke grenst, duikt dan hier, dan daar, maar vooral in Overijssel en Drenthe, steeds weer een clandestiene zen der op, om dikwijls na verloop van enige tijd soms voorgoed te verdwijnen of onder een andere naam weer tevoorschijn te komen. VAN EEN dergelijke geheime zen der maakt men zich dikwijls een verkeerde voorstelling. Meestal maakt de apparatuur, waarmede ge werkt wordt, geen enkele aanspraak op het woord „zender". Dat is na tuurlijk w?l gevolg van het feit, dat men met één goede buis, zoals de radiolampen tegenwoordig genoemd worden, al een heel eind komt. En die kosten beslist geen kapitalen. Iemand die een beetje verstand heeft van radio-techniek, is al spoe dig in staat een eenvoudig zender tje te bouwen. Het ongeluk wil ech ter, dat de meesten er iuist weinig of geen verstand van hebben. Bij hen is het bouwen ook niet de hoofdzaak, nee het zenden is hun liefhebberij. Is het eigenlijk wel liefhebberij in de goede betekenis van het woord? Er zijn onder deze „knutselaars" die werkelijk verstand hebben van ra diotechniek. Zij weten soms heel aardig zendertjes te bouwen en geven advies en schema's door aan „zwakke broeders" of wanneer het een goede bekende betreft, zijn zij wel geneigd, een eenvoudig appa raatje voor hem te bouwen. Daar mede is dan al aangetoond, dat het niet om het bouwen gaat. Waar het dan wel om gaat? Om de sensatie, die het zenden teweeg brengt en misschien ook wel, maar dan onbewust, de drang om zich te laten gelden. Gevallen, waarbij het werkelijk gaat om geldelijk gewin, moet men zoeken als de bekende spelden in de hooiberg. TIJDENS zo'n uitzending worden plaatjes gedraaid, die meestal worden „opgedragen" aan vrienden en bekenden en daar tussendoor wordt een gemoedelijk praatje ge houden. Zo konden wij dezer dagen tijdens een uitzending van de „Zen der Mexico" horen dat „Zender Bui tenzorg" 'zeer goed werd ontvangen maar dat het met „Kleine Johnny' niks was gedaan. Hij zat er zeker weer teveel aan te prutsen", aldus de omroeper van de „Zender Me xico", die zeer goed verstaanbaar was. Wel was de toon ietwat zwe vend en kwam het geheel niét sto ringsvrij door, maar het geluid was krachtig genoeg. Overigens zijn deze uitzendingen niet altijd van humor ontbloot. .Het is de justitie inmiddels wel duidelijk geworden, dat de meesten helemaal niet bang zijn voor straf maatregelen, wanneer zij eventueel zouden worden gegrepen. Er zijn in vele gevallen reeds strenge straffen uitgesproken, maar zij missen iedere preventieve werking. Het is zelfs zo, dat wanneer de apparatuur in beslag is genomen en dat gebeurt altijd zij na ver loop van enige tijd weer matenelpn kopen en natuurlijk op een andere laats een nieuw zendertje opstellen. ieze maniakken kunnen er zelfs niet buiten en er is zelfs een geval bekend, waarin een man zijn vrouw veel te weinig huishoudgeld afdroeg om het huishouden te kunnen bered deren' om toch vooral weer nieuwe onderdelen én gramofoonplaten ta kunnen kopen. DE HEREN zij hebben de bij naam van „aetherpiraten" en niet geheel ten onrechte spelen ech ter met hun plaatjesdraaierij een zeer gevaarlijk spel. Niet gevaarlijk voor hun eigen leven, maar wel voor dat van inzittenden van vlieg tuigen. Omdat de geheime zenders op de normale golflengten van 200 m. en hoger niet te horen zijn tussen al die radio-stations, zijn zij meestal v/el verplicht om „onder de 200 te gaan zitten." Trouwens andere golf lengten kunnen zij met hun gebrek kige apparatuur niet halen. Zij komen dan terecht op de ban den, die ook de luchtvaart gebruikt en wanneer een vliegtuig bij de start of landing een slechte radioontvangst heeft als gevolg van storingen, ver oorzaakt door een geheime zender, kan dat zeer ernstige gevolgen heb ben. Daarom is het noodzaak, dat er een einde komt aan de activiteit van de geheime zenders, een activi teit, die beter voor andere doel einden aangewend kan worden. Hoe dit zou kunnen geschieden, willen wij in een volgende beschouwing onderzoeken. De Nederlandse sopraan Dora van Doorn-Lindeman heeft tijdens een re cent bezoek aan Engeland enige op merkelijke successen geboekt. In de Royal Albert Hall trad zij voor een publiek van vijfduizend personen op als soliste met The Royal Cheral So ciety en het Londen Symphony Or- chestra, onder leiding van Sir Mal- con Sargent. Uitgevoerd werd de Mis in C van de hedendaagse Britse com ponist Julius Harrison. Het publiek toonde zich enthousiast en hetzelfde was het geval met de pers. Zo schreef The Times over het „stralend stemge luid" van opze landgenote. Met haar echtgenoot, Max van Doorn, aan de vleugel heeft mevrouw Van Doorn-Lindeman bovendien, on der auspiciën van de Nederlandse ambassade, een goed-bezocht recital gegeven in de Royal British Gaiie- ries te Londen. Zij zong werken van Purcell, Hindemith, Schumann en Max van Doorn. De bijval van pers en publiek was ook voor dit con cert zeer groot; Dora van Doorn-Lin deman, die zich te onzent vooral be kendheid verwierf door haar optreden in oratoria, roemde men speciaal als liederzangeres. Een der grote dagbla den, de Daily Telegraph, schreef voorts over de „fijnzinnige aantrek kelijkheid" der liederen van Max van Doorn. Het succes was zo groot, dat men de beide kunstenaars verzocht heeft, in het volgend seizoen een der gelijk concert te geven in de Royal Festival Hall. (Van onze Parijse correspondent). 7AL IEDER verkeer straks onmogelijk worden in de Parijse binnenstad? Waar bevindt zich het originele dodenmasker van Napoleon? Zal er spoedig een schandaal Daudet aan de orde zijn? Dit zijn drie van de vragen, die de Parijzenaars zich deze week hebben gesteld. CHEF VAN de Parijse politie Baylot, heeft een geel- boek uitgegeven, waarmede hij het verkeersprobleem in de Franse hoofdstad opnieuw in het middelpunt van de publieke belangstelling heeft geplaatst. De heer Baylot, die aan het hoofd staat van 30.000 politieagenten geeft namelijk onomwonden toe dat hij met de hem ten dienste staande middelen geen oplossing kan vinden voor dit probleem dat het vervoer in deze millioenenstad op bepaalde uren van de dag al practisch onmogelijk heeft gemaakt. In het jaar 1800 waren er in Parijs 21.000 wagens, die konden beschik ken over 350 km rijwegen. Thans bézitten de Parijzenaars gezamenlijk 70 maal zoveel wagens (ruim 1.400.000 auto's en vrachtwagens) terwijl er niet eens vier maal zoveel rijwegen zijn ontstaan. Wanneer alle auto's op een slechte dag eens gemeen schappelijk op straat zouden verschijnen, dan zouden alle straten, avenues, boulevards en pleinen geheel gevuld zijn met auto's, die vóór- noch achteruit zouden kunnen rijden. Deze theoretisch mogelijke verkeersopstopping zou dagen en nachten voortduren aangezien de 5000 Parijse verkeers agenten geen kans zouden zien haar te ontwarren. De automobilisten zouden achter hun stuur moeten overnach ten en heel het leven van de grote stad aan de Seine zou lamgelegd zijn. Wanneer u daar bij rekent dat er dagelijks nog 180 nieuwe auto's en 100 scooters bijkomen begrijpt u dat de hoofdcommissaris voor het verkeer de zaken donker inziet. De enige oplossing is onderaardse wegen aanleggen, maar aangezien alleen het graven hiervan milliard francs per kilometers zal kosten zal het nog wel even duren voor men onder Parijs en nog onder de metrogangen een spin nenweb van wegen heeft aangelegd. In afwachting hiervan zal er toch iets gedaan moeten worden om de groeiende verkeersanarchie, die maakt dat men op de spitsuren vlug ger kan lopen dan autorijden, tegen te gaan. Voorlopig denkt men er over in de gehele binnenstad het parkeren te verbieden. 0 rWN ZWITSERSE MEVROUW, madame Noverraz, L heeft bekend gemaakt dat zij het originele doden masker van Napoleon bezit. Aangezien deze kleine keizer in het hart van de Fransen nog altijfl een grote plaats inneemt heeft dit bericht de pennen en de ton gen van velen losgemaakt. Men wist namelijk dat er, verspreid over de gehele wereld, vele dodenmaskers van Bonaparte bewaard worden. Dit zijn echter alle maal afgietsels van het originele dat in het museum van Malmouson bewaard wordt. Hoe is het dan moge lijk, vraagt men zich af, dat madame Noverraz, die ge trouwd was met een verre achterneef van ae huis knecht van Napoleon op Sint Helena, ook kan beweren dat zij de afdruk in was bezit, die vlak na Napoleons dood van zijn gezicht is gemaakt Het Franse ministerie van Kunsten én Wetenschap pen wist reeds lang dat iemand in Zwitserland een dodenmasker bezat dat dat van Napoleon zou zijn. Tijdens de oorlog hebben vertegenwoordigers van mevrouw Noverraz het masker aan de Franse staat aan geboden voor de somma van 400.000 guldens. Nadat een Franse deskundige het dodenmasker had onderzocht ging de koop niet door. Na de bevrijding werd het opnieuw aan Frankrijk aangeboden; dit keer aan generaal De Gaulle en voor een iets hoger prijs. Het antwoord was wederom negatief. Men gelooft namelijk niet dat het aangeboden masker inderdaad van Napo leons gezicht is gemaakt. Men verwondert zich om te beginnen dat Jean Noverraz, die in 1935 gestorven is, in zijn testament niets over dit, wanneer het echt zou zijn, bijzonder waardevolle masker heeft geschreven. Boven dien is het masker zeer gaaf en gemaakt van een uit stekend soort was. Deskundigen weten echter dat er na des keizers dood om heel het eiland, waar hij in bal lingschap leefde nagenoeg geen was te vinden was. Antomarchi, die het masker 20 uur nadat Napoleon was overleden,, heeft gemaakt gebruikte er de was voor van oude kaarsen. Higrna vervaardigde hij van ln sf.aat Het echter zo slecht van kwaliteit dat de afdruk Brak. Er gips een negatief, dat hem meerdere afdrukken te maken staat gesteld zou hebben Het gebruikte gips was bestaat dus slechts een masker dat Bonapartes dokter mee naar Frankrijk heeft genomen. Veel later heeft men er verschillende afdrukken van gemaakt in brons en in gips die voor veel geld werden verkocht. Het is onmogelijk dat de huisknecht van de keizer ook een masker van het gelaat zijns meesters heeft kunnen ma ken. Het is waarschijnlijk dat de vertegenwoordiger van mevrouw Noverraz een heel slim plan bedacht om het Bonapartisme van vele Fransen wat te exploiteren. DE GEBROEDERS GONCOURT en Alphonse Daudet alle drie beroemde schrijvers waren eerst dikke vrienden en later niet meer. De gebroeders Goncourt waren de grondleggers van de bekende Prix Goncourt, die nu nog ieder jaar een Franse roman bekroont en Alphonse Daudet schreef onder meer zijn „Lettres de mon Moulin", die hem in heel de wereld beroemd maak ten. De gebroeders Goncourt schreven echter ook een dagboek, waarin ze precies en ongezouten noteerden, wat zij van hun vrienden en van zichzelf vonden. Ge zien het feit dat zij hun „journal" zelf ook toch wel erg gepeperd vonden beslisten zij dat het eerst vijftig jaar na hun dood zou mogen verschijnen. Deze vijftig jaar zijn nu verstreken en de Académie Goncourt, die de Prix Goncourt jaarlijks toekent, is bezig met het reeds veelbesproken „journal" persklaar te maken. Intussen is echter uitgelekt dat de Goncourts over Daudet zaken hebben geschreven, die de schrijver van de „Brieven van mijn Molen" in een heel vreemd licht plaatst. Daudet zou een uiterlijk zeer dicrete maar voor insiders bijzonder energieke Cassanova geweest zijn, hetgeen de Goncourts met een schat aan details ver klappen. De dochter en de kleinzoon van Daudet zijn hierover bijzonder boos geworden; zij menen dat de nagedachtenis van een grote schrijver niet door een dergelijk dagboek bevuild mag worden en zij eisen dat de betreffende passages die zij overigens nog niet gelezen hebben, maar die zeer realistisch moeten zijn geschrapt zullen worden. De Académie Goncourt die het testament van de Gdncourt moeten uitvoeren den ken hier niet over, zodat er nu een literair proces op komst is, dat een sensatie belooft te worden. Betere propaganda had men overigens niet voor het Dag boek van de Goncourts kunnen maken. Plaatsing van deze stukken betekent niet, dat de redactie met de inhoud instemt. Zij acht kennisneming ervan Cchter van algemeen 'belang en zij ziet ze gaarne zoveel mogelijk met volle naam ondertekend. Geachte redacteur, Verzoeke plaatsing van het volgen de in Uw veelgelezen blad; bij voor baat mijn dank. In Uw blad van Zaterdag j.1. staat, dat een Helders ingenieur met een vaart van 80 km, in zeer dichte mist door gesloten spoorbomen reed op de Provincialeweg te Zaandam. Deze in genieur bleek bij onderzoek kennelijk onder invloed van sterke drank te zijr hetgeen hij zelf ook toegaf, daarbi. pertinent weigerde een bloedproef t< ondergaan. De politie liet hem zelf: nog op eigen risico zijn weg vervolgel met de wagen, die nog bleek te kun nen rijden. Menigeen zal zich -thans afvragen hoe dit mogelijk is. Was deze Helderst ingenieur zo'n hoge Piet, dat de poli tie hem niet durfde te verbaliseren of altUans hem in ieder geval verbie den nog verder te rijden, met de kan op nog meer aanrijdingen met nood lottige gevolgen misschien? Of was he een speciale vriend van de Zaandam- se politie, waardoor hij dan maar nie de bloedproef moest ondergaan als hi niet wilde en wel verder mocht gaai als mijnheer maar voorzichtig deec terwijl hij net met 80 km snelheid ii de mist een aanrijding had veroor zaakt? Ieder vindt het rechtvaardig als be stuurders, die door het gebruik va sterke drank ongelukken veroorzakei zwaar gestraft worden, al zal in som mige gevallen de maximumstraf zei nog te licht worden bevonden; me denke aan de nabestaanden van c slachtoffers. Hier waren geen slach' offers te betreuren, maar de oorzakr waren dezelfde. Ik ben geen geheelonthouder, w' chauffeur en ook alle dagen langs r weg, maar ben het met ieder eens, d verklaart, dat het met het tegenwoo dige snelverkeer absoluut ontoelaa baar of onverantwoordelijk is zove< sterke drank te gebruiken, dat mc zijn snelheid niet meer kan beheerst met alle gevolgen van dien. Maar bij dit geval krijgt men de in druk, dat er blijkbaar toch nog ee manier is om door de mazen der wi te glippen. Wanneer het nu eens ee gewone beroepschauffeur gewee: was, zou dit dan ook zo zijn gegaan Het kan zijn, maar ik betwijfel hi sterk. E. Rus, Avenhorn A 12; (In algemene zin zijn we het mc' de inzender volkomen eens. Hij insi nueert echter als hij veronderstelt, d: dc man in kwestie mogelijk een vrient van de politie te Zaandam zou zijn De politie kan n.1. niemand dwinge tot het ondergaan van de bloedproe en zij zal deze roekeloze automobili: heus niet hebben laten schieten dai nadat er proces-verbaal was opge maakt en nadat zij er van overtuig: was, dat de man weer in voldoend: staat van nuchterheid verkeerde Redactie). VISSERIJBERICHT URK Door 3 vaartuigen werd heden aar de Gem. Visafslag aangevoerd: 961/; kg snoekbaars 61 ct. p. i/a kg; 14"/a kg baars 88 ct. p. kg; 203*'/a kg voorn 9—10 ct. per Va kg.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1953 | | pagina 7