Bou-Saada - Stad van Geluk
Een
wonderlijkeheerlijke oase in
een onmetelijke woestijn
Waar de met munten
behangen Ouled-
Nail-meisjes
dansen
Op grens van Oost en West
Hij liep door de
hoofdstraat
HU Uep door de hoofdstraat
van Bou-Saada, gekleed in mo-
dische nauwe broek en gele
trui. Een uur later flaneerde hij
met een gebloemd hemd en
een andere kleur pantalon; na
nog eens zestig minuten had hij
zich ten derde male verkleed.
Zijn ogen lachten in zijn bruine
gezicht, toen hij merkte, dat
we hem zagen en dat hij ons
opviel. Hij kon niet langer
zwijgen, en riep ons in grappig
Frans toe, over de drukke,
straat„Kijk maar ik heb
in Saint Germain des Brés ge
woond. ik heb verstand van de
mode!"
KERSTNUMMER
DONDERDAG 24 DECEMBER 1953 KERSTNUMMER
trekken. Men moet er namelijk van
steen tot steen springen, over ruw
grint lopen en wanneer men een keer
mist, loopt men een gerede kans terecht
te komen in een handdiep kristalhel
der water. Tot groot plezier van de
jongetjes, die er hun ezeltjes laten drin
ken, en van de meisjes, die er met wa
ter knoeien zoals alle kinderen dal
overal nu eenmaal graag schijnen tc
doen.
£EN OASE is al lang niet meer, zoals eertijds, een kleine
vesting van drie, vier huizen tussen een paar palmen
waar de karavanen op hun nooit eindigende omzwervin
gen uitrustten en zich laafden. Het zijn steden geworden,
groter of kleiner, maar gelukkig nog niet zo ver gevor
derd in het proces der beschaving, dat zij lijken op Franse
of Engelse of Amerikaanse plaatsen. Natuurlijk; zij liggen
niet langer in afzondering; de tourist is er een veel en
graag geziene gast geworden. Hij arriveert er met bussen
of vliegtuigen en te zijnen behoeve werden ar hotels ge
bouwd, die, wat comfort betreft, gemakkelijk met de
Europese kunnen wedijveren. Er zijn officiële gidsen, ie
Ouled-Nail danseressen geven speciale voorstellingen vcor
vreemdelingen en men kan er Allah zij geprezen
foto's laten onwikkelen en ansichten kopen. Als concessie
aan de voortschrijdende techniek, maar vooral omdat het
hun werk zozeer vergemakkelijkt, hehben kleermakers
naaimachines aangeschaft, die zij op de openbare weg
zetten en er dan op hun hurken achter gaan zitten, en de
voornaamste straten zijn 's avonds electrisch verlicht.
Maar daar tussen door, in enkele gevallen ontwijkend,
gaat het Arabische leven voort zoals het al sedert eeuwen
verglijdt zonder essentiële veranderingen te ondergaan.
Nóg wel De oase is immer doortrokken van de geur der
kruiden, die de Arabier door zijn voedsel mengt. Van alm
kanten 'schijnt de Arabische muziek, eentonig, opzwepend gen Ouled-Nail danseres haar kapitaal in munten om
en toch ook voor Westerse oren zo bekoorlijk, de reiziger haar hals.
in te sluiten. De vrouwen zijn gesluierd,
de mannen dragen over hun Westerse
costuums de witte burnous. Eigenlijk
begint hier het Oosten al.
WANNEER Bou-Saada werd ge
sticht zal nooit bekend worden.
In dat deel van de wereld is men
dermate van de betrekkelijkheid
en vooral van de vergankelijkheid
van de dingen overtuigd, dat men
er geen kronieken bijhoudt. Maar
het verhaal gaat, dat de omgeving
van het huidige Bou-Saada in .de
eerste eeuwen van het bestaan van
de Islamitische godsdienst werd be
woond door een machtige en uiter-
mate vredelievende stam, de Be-
darna's. Zij hadden Bel-Ouacha als
hun opperhoofd, zij leefden ruStig
en tevreden, en iederebezoeker
was van harte welkom. Ook dus
Si-Sliman, een Oosters vorst, die
tot dat ogenblik zijn leven al zwer-
vend had doorgebracht. Hij kon
echter geen weerstand bieden aan
de charme van de Bedarna s, en
besloot zijn tent tussen de hunne
op te slaan. Toen Si-Sliman als het
ware in de stam was opgenomen
kreeg Bel-Ouacha andermaal be-
ïoek ditmaal van de gevreesde
rover Si-Tamer, die de hele streek
onveilig maakte. Maar ook hij
raakte dermate onder de bekoring
van het rustige leven, dat de Be-
darna's leidden, dat hij zijn volge-
lingen Westwaarts zond en zelt bij
de stam bleef.
standers naar de beide mannen toe en
likte hun handen.
Dat was een aanwijzing van Allah! Hij
wilde, dat hier een stad zou komen, dat
hier de grond werd omgespit en be
werkt. Si-Sliman en Si-Tamer kochten
de landstreek voor negentig kamelen
van de Bedarna's; zij bouwden huizen,
zij plantten dadelpalmen. Zij richtten
de moskee Djamaa El Assik op en
midden in de nieuwe stad kwam sier
lijk een witte minaret te staan. Weldra
stroomden de bewoners naar die vrucht
bare streek; al gauw werd de stad zo
groot dat zij enige betekenis begon te
krijgen, endus een naam moest
hebben. Maar wat voor een? De mara-
bouts praatten er uren over, dagen zelfs.
Het begon er op te lijken dat dit het
enige punt zou worden waarop zij geen
overeenstemming zouden bereiken, toen
er een karavaan naderde. Achter de
kamelen sjokte een oude negerin, die
als enig wezen dat zij liefhad, een geel
achtige hond bezat. Het dier scheen
nogal bang te zijn en na enkele vruch
teloze pogingen rukte het zich los en
rende wfeg in de richting waarvan de
karavaan was gekomen. De negerin
barstte in tranen uit en riep de hond
terug; „SSadaSaada!" „Geluk..
Geluk!" De marabouts keken elkaar
opgelucht aan: de naam was gevonden
Bou-Saada, stad van het geluk.
Dat speelde zich af, zeggen de sprook
jesvertellers, in de twaalfde eeuw en
de palmerie, geplant door twee wijze
mannen, gelegen langs de oued, vormt
een tuin, waarvan ge u de liefelijkheid
nauwelijks kunt voorstellen. Ge kunt
er een wandeling door maken, maar dan
dient ge wel stevige schoenen aan te
Op straat ziet men bijna alleen
mannen: de vrouwen horen thuis
in deze Mohammedaanse wereld.
PUIM twintigduizend inwoners heeft
Bou-Saada. Gezien van de minaret,
waar op de vastgestelde tijden de im-
man het gebed afroept, lijkt dat on
gelofelijk. Zij moeten opeengepakt wo-
nen in de vierkante, witte huizen, die
aan smalle straten liggen of beter,
aan trappen zonder eind, slecht gepla
veid en donker, zelfs in het middaguur
wanneer de zon hoog aan de hemel
staat. Zij leven, de Arabieren en de
Joden, ieder in hun eigen wijk in be
trekkelijke vrede naast elkaar, op de
zelfde wijze als hun voorouders dat de
den en zij kennen niet de schaamte, de
vooroordelen en de hygiënische voor
schriften, waarmee wij opgroeien. Mu
ren in verlaten straatjes zijn nog steeds
openbare waterplaatsen en iedere oase
bezit een maison fermée, waar geen
andere vrouwen toegang hebben dan
de bewoonsters. Die huizen zijn alle
volgens hetzelfde principe gebouwd: om
De zonsondergang is in Bou-Saada een wonderlijk,
betoverend schouwspel.
(Van een bijzondere medewerkster)
GELUK is moeilijk te vinden in deze door oorlogen
en naijver ontwrichte wereld van ons. Men moet er
doorgaans heel goed naar zoeken, en wanneer men
het dan heeft ontdekt misschien zelfs op een plaats,
waar men het allerminst verwachtte blijkt het dik.
wijls nog zo broos te zijn, dat de kleinste der stormen
het vermag te vernielen. Mogelijk is dat vroeger
niet zo geweest. Want waarom anders werd de oase,
die ge tweehonderd-en-zestig kilometer ten Zuiden
van de zeer witte stad Algiers kunt aantreffen, door
de Arabieren Bou-Saade de stad van het geluk
genoemd?
TV EEHONDERD.EN-ZESTIG KILOMETER. Een weg met duizend of méér bochten, dwars over de
Kleine Atlas en door een stuk van de machtige Sahara, die hier haar aanloopje neemt, doch eerst
over de Grote Atlas haar voortzetting vindt. Een weg, als een smal lint liggend over bergtoppen
en door honderden vierkante kilometers zand; voerend door dorpen, die zich veilig voelen
in een twijfelachtige beschutting van niet heel hoge muren en over oueds, rivierbeddingen diep en
rotsachtig. Ge ziet kamelen in een kudde bijeen, ge passeert traag voortsjokkende karavanen, die een
eindje bezijden het asfalt, zich naar hun reisdoel begeven. Andere auto's komt ge nagenoeg niet tegen
en hoewel verdwalen uitgesloten is deze woestijnweg heeft geen zijstraten gaat ge u juist afvragen of
ge er ooit zult komen, wanneer achter een paar heuvels Bou-Saada voor u ligt, een beetje superieur om
dat daar wèl en in de directe omgeving géén water wordt gevonden.
Si-Tamar en Si-Sliman konden het
uitstekend met elkaar vinden Hun
wijsheid en hun gevoel voor rechtvaar
digheid waren weldra ook buiten de
stam bekend en zij werden beschouwd als
marabouts, heilige mannen, wier taa*
het was het volk te leiden. Niet alleen
met het geestelijk welzijn van de Be
darna's bemoeiden zij zich ook met
het stoffelijke. En zij waren het die op
een goede dag de loop van de rivier
volgden op zoek naar een plekje vrucht
bare grond om dat in cultuur te bren
gen. Plotseling werd hun de weg ver
sperd door een wijfjesjakhals. Het dier
dat eigenlijk hard had moeten weglo
pen omdat het vreesachtig van aard is,
kwam tot grote verbazing van de om-
een binnenplaats heen, met een zware
door een wachtpost bewaakte, deur als
toegang. Ieder maison telt ongeveer
vijftig kamertjes, alle uitkomend op die
binnenplaats. Kuis verborgen achter
dikke gordijnen staat er een groot bed
in die vertrekjes. Kussens doen dienst
als stoelen en op een dienblad met
pootjes er onder staat de zoete mintthee
klaar. Een enkele, heel welgestelde, be
woonster bezit een radio, die dag en
nacht aanstaat tot hij kapot is.
Geen Arabier geneert zich er voor
het maison fermée te betreden. Komt
hij een vriend tegen hij staat uren
met hem te praten bij waterput of op
de trap. En de meisjes, die haar ver
diensten beleggen in munten, welke
zij als ketting om de hals dragen, keren
na verloop van tijd terug naar haar
stam, waar zij als heel begeerlijke
partij worden beschouwd.
Onzedelijk? In onze ogen misschien
wèl. Maar.... wat weten wij van de
echte mentaliteit van de Arabier? La
ten we liever het woord onbegrijpe
lijk gebruiken, vooral wanneer men
kennis maakt met het andere uiterste,
en in een klein, benauwd, met Oosterse
tapijten behangen, vertrekje de Ou
led-Nail danseressen heeft gezien. Het
dansen op zichzelf is weinig sensatio
neel. De ongesluierde jongedochters
maken echt niet de indruk bezield te
zijn van het
jongste ratje van de Parijse Opera in
spireert. De dans bestaat in hoofdzaak
uit een sterk gecontroleerd en op
zichzelf bewonderenswaardig bewegen
van de buikspieren. En dan komt het
moment, waarop een naaktdans wordt
aangekondigd. Als de danseressen
onvolgroeide kinderen nog. met slecht
gevormde lichaampjes en kromme
beentjes verschijnen draaien de
muzikanten zich met de rug naar haar
toe. Het gaat niet, dat zij de meisjes
zó zien, dat zou Allah zéker niet goed
keuren.
"pOLERANT is men overigens wel.
Wanneer de bedelaar, die zich, al naar
gelang van zijn gebrek, kruipend of
lopend voortbeweegt, niets in zijn uit
gestrekte hand ontvangt, vat hij dit phi-
losophisch op en beproeft zijn geluk
elders. Legt men wèl een muntstukje
op zijn palm het hoeven maar twee
francs te zijn dan klinken zijn zege
wensen u lang achterna. En de belang
rijkste daarvan is, dat Allah u maar
met véél kinderen mag zegenen. De
Europeaan, die zich na een bezoek
niet meer van de oase kan losmaken,
wordt zonder drukte in de bevolking
opgenomen. De Franse schilder Etien-
ne Dinet is er een historische figuur
geworden. Hij werd Mohammedaan en
hij ligt begraven in een wit tempeltje,
aan de overzijde van de rivier en
buiten de palmerie, daar, waar de
In de Oued moet ge van steen tot steen springen
grond net weer onvruchtbaar begint te
worden en de cacteeën groeien. Zijn
werken worden in zijn voormalige
woning tentoongesteld, en iedere in
woner van Bou-Saada spreekt niet an
ders dan met de grootste eerbied over
hem.
Ook kwam er jaren geleden eens
een bus met een aantal reislustige
Zwitsers. Eén van de dames uit het
gezelschap raakte onder de beko
ring van een jong en, naar men
zegt, zeer schone Arabische gids.
Zij keerde nog eenmaal naar haar
geboorteland terug om haar zaken
te regelen en kivam toen voorgoed
naar Bou-Saada, waar zij Moham
medaanse werd en des gidsen
tweede echtgenote, zijn tweede
Alle Arabieren zijn uitstekende ruiters; zij zitten op
het paard als wij op de fiets.
ken. Maar komt er een voorlezer van
de Korandan is de stilte op dat
plekje van het plein niet zwaar van
spanning. Dan is het de eerbied, die
tot zwijgen noopt. Want ziet u, in
die wereld maakt de Koran het leven
uit. Naar de Koran zijn daad en ge
dachte gericht, en voor die Koran
maakten de Islamieten heilige oorlo
gen
QOED EN WEL ge weet nu ietl
van dat wonderlijke, heerlijke Bou-
Saada. Maarals ge er nu met va-
cantie naar toe gaat, in October of No
vember, in Maart of April, wanneer
de temperatuur bij ons niet zo prettig
is, wat kunt ge er dan doen? Als Eu
ropeaan moet je immers wat dóen,
vooral als je Westerling bent. Je werkt
een heel jaar, op Zondagen sloof je ie
u^t op- een sportveld, in je vrije uren
studeer je of knut
sel je. En is hét
dan vacantie.. dan
wil je met alle ge
weld ook weer
wat doen. In Boit-
Saada kunt u
zwemmen. Er is
'n prachtig zwem
bad, waar de da
dels u in de mond
vallen als u zich
op de rug laat drij
ven. U kunt er ka
meelrijden, maar
neem een pilletje
als u gevoelig bent
voor zeeziekte. U
kunt zandrozen
zoeken in de woes
tijn, u kunt de
Ouled-Nail danse
ressen gaan bekij
ken. U kunt foto
graferen bij dood
en leven af, u kunt
wandelen, door de
hele stad met haar
smalle straatjes.
Niemand valt u
lastig. U kunt een
tocht maken naar
El-Harrzelf, een
wettige echtgenote, wel te ver
staan. Hij mag er volgens de Ko
ran vier hebbenOnze Zwit
serse zette een winkeltje annex
museum van Arabische kunstvoor-
Ujfrpen op en nam er genoegen
heilig oord, 14 kilometer verder. U kunt
winkels kijken, en de werkplaatsen
van de smeden en de leerbewerkers en
de juwelier. U kunt kijken,alleen
maar kijken naar al die mensen, die
zo gereed uw lach beantwoorden, zelfs
wanneer de vreselijke ziekten van hun
ouders hun ogen half blind maakten.
mee dat haar eega de ene dag bij u kunt heel diepzinnige gesprekken
zijn eerste vrouw, de andere dag voeren met uw gids en wanneer u
bij haar doorbrengt. Overigens is blonde haren hebt kunt u kleine meis-
zij niet jong meer en zij is ook een ies 8een &oter genoegen doen dan door
j. ze even met voorzichtige vingers aan
beetje eigenaardig en afwezig. uw pruik te laten voelen
Maar in de gemeenschap van Bou-
Saada is zij een gerespecteerde Tenslotte kunt u doen als de
figuur, evenals haar man, die niet Arabieren: lichaam en geest ont-
langer knap is, en die het gids-zijn spannen, zitten te zitten zonder
er sedert jaren aan heeft gegeven meert hoogstens vaag denkend
om zij het met grote hoffelijk-
over de plezierigste dingen en de
heid te existeren op de
diensten van zijn echtgenote. Zijn mmste Problemen ™n de w«eld
tweede, wettige echtgenote. en de schoonheid van het leven.
En dat is dan, vermoedelijk, het
beste deel van uw vacantie....
j^ISSCHIEN zal er om dit verhaal
ook wel ooit eens een legende
worden geweven. De Arabische we
reld kent duizend-en-één verhalen en
wanneer men over het marktplein van
Bou-SSada loopt, ziet men naast de
kapper, die zijn klanten onder de blote
hemel en volgens de laatste mode
(welke sedert enkele honderden jaren
niet meer is veranderd) kaal scheert
en naast de tandarts, die bij wijze van
reclame alle door hem getrokken kie
zen op een tafeltje uitstalt, de verhalen
verteller. Als hij er is kan zelfs de
slangenbezweerder geen enkele Arabier
boeien. Temidden van de drukte van
het pleintje lijkt hij in een wereldje
apart te leven. De mannen en jongens
zitten in een kring om hem heen
geen vrouwen; die horèn thuis wanneer
zij geen noodzakelijke boodschappen
hebben te doen en luisteren adem
loos naar de verhalen, die de ver
teller vlotweg uit de mond vloeien. Zij
en misschien is dat ons te kinder
achtig leven zo zeer mee met de
belevenissen van de held der geschiede
nis, dat zij huilen, echt huilen met dik
ke tranen, wanneer het hem slecht gaat.
En zij slaan elkaar lachend en omrol
lend van pret op de knieën, zodra hij er
in slaagt zijn vijanden een poets te bak-