Darwins kleinzoon schildert somher toekomstbeeld Vijf Zaankanters kwamen ogen en oren tekort A z De levensvoorwaarden zijn er geweldig DE ZIELEHERDER VAN CAP HAITIEN GEBRS' MIDDELKOOP Hollandse en Indische keuken ij De huisvrouw die REKENT 0.59 0.39 0.75 1.59 0.95 yf ONZE WERELD OVER 2000 JAAR Een universele hongersnood zal natuurlijk vernietigingsproces bevorderen Naar vrijer Europees handelsverkeer LUM-ARBEIDERS IN AMERIKA Korter werkweek en groter productie Cafetaria 'tCENTRUM Geen eerbied meer voo) het leven niet meer onder beheer van de heer D. EELMAN VAN TOT II WEET WAT 'd ENKABE BETEKENT Prima melange Thee 100 gram Grote heerlijke Ontbijtkoek 1 blikje tomatenpuré 1 blikje Soepgroenten 250 gram Vermicelli 1 fles Slaolie 1 Ltr.-pot Augurken DE OVAALTJES VAN 49 ct 250 GRAM WAS EEN GROOT SUCCES DONDERDAG 4 FEBRUARI 1954 «DE TOEKOMST van de wereld ligt me na aan het hart en ik hoop innig dat mijn nakomelingen er een rol in zullen spelen. Hoe donker ook de toekomst van het mensdom er moge uitzien, ik kan me slecht vertrouwd maken met de gedachte, dat er een wereld zou ontstaan, waarin mijn naam niet meer genoemd zou worden." Het is de bekende Engelse natuurkundige Sir Charles Galton Darwin, thans 66 jaar oud, die deze verzuchting naar onsterfelijkheid slaakte. De wens onsterfelijk (en beroemd) te worden heeft hij niet van een vreemde! Zijn beroem de grootvader Charles Robert Darwin (1809—1882) was immers de grondlegger van het veelomstreden Darwinisme, de namen van zijn grootvader en vader kan men ook in een encyclopaedie van standing aantreffen, ze maakten naam op het gebied der literatuur en weten schap. Sir Charles echter begeeft zich op het glibberige pad van de profetie. Hij heeft zijn gedachten gegrond op biologische wetten weergegeven in een zo juist verschenen werk, dat de revolutionnaire titel draagt: „De komende millioen jaren." Darwin durft op grond van de huidige kennis van de wereld en wat hiermee samenhangt beweren dat de algemene loop der dingen voor zeer lange tijd valt te voorspellen. £)ARWIN neemt in zijn boek de reken- liniaal ter hand en hij becijfert dat de wereldbevolking zich in een eeuw verdubbelt. End at is nog zeer voor zichtig geschat. Het betekent echter, dat de 2.4 mil- liard bewoners die in 1954 de aarde be volken zich in het jaar 2300 vertien voudigd zullen hebben, in het jaar 2954 zullen er duizend maal zoveel zijn, ter wijl in 3954 een millioen maal zoveel mensen op dit ondermaanse rondwan delen (voor zover er dan althans nog iets te wandelen valt, maar daar laat sir Charles zich wijselijk niet over uit). Of toch ook wel: er zal lettelijk ge sproken niet veel ruimte meer zijn om rond te kuieren: de mensen zullen dan Schouder aan schouder staan als de schimmelhaartjes op een stuk Franse kaas. Over tweeduizend jaar zal er een ont zaglijke behoefte aan voedsel bestaan, immers ook de Consumptie zal het milli- oenvöudige van de huidige bedragen. Het gevolg zal zijn, dat slechts een ge deelte van de mensheid in 3954 te eten zal hebben. In de geschiedenis der mensheid zijn er naar Darwins theorie vier revoluties opgetreden, die voor de snelle vermeer dering van het menselijke geslacht ver antwoordelijk zijn te stellen: de ont dekking van het vuur, de landbouw, het ontstaan van de steden en de weten schappelijke revolutie. VIJFDE REVOLUTIE £EN REVOLUTIE per duizend jaar is volgens Darwin zo goed als zeker. De vijfde revolutie zal volgens hem dan optreden als alle olie- en kolenvoor- raden, welke zich in de loop der ge schiedenis in de aardbodem hebben verzameld, uitgeput zijn. Het is zon- dèr meer duidelijk, dat een en ander een grote verandering in de levenswijze met zich mee zal brengen. Darwin houdt zich uitvoerig bezig met alle bronnen van energie, die de mens ter beschikking staan, zoals atoomkracht, de warmte der aarde, windkracht, de kracht der getijden en de zonne-energie. Er zal genoeg energie voorhanden zijn, maar er moet een machtige organisatie worden opge bouwd om deze energie dienstbaar te maken. Profeet Darwin verkondigt voorts dat de levensstandaard wegens de sterke stijging der bevolking in de toekomst noodgedwongen zal moeten dalen. Al leen de wetenschap zou hier moeten kunnen ingrijpen, maar van de weten schap der toekomst verwacht deze En gelse hongerprofeet niet veel en stellig niet veel goeds.... GEEN EERBIED De grijzende Britse geleerde heeft vreemde visioenen: in de toekomst, die hij ons schildert zullen er hormonen optreden, die de libido neutraliseren. Hierdoor zal er een mensentype ont staan, dat het beste te vergelijken is met de dar in een bijenkorf. Een soort „te- vredenheidspillen" zullen nochtans de moed er in houden. erger is naar onze misschien de menselijke begrippen van de jare 1954 de leer van de eerbied voor het leven en van de heiligheid van het individu zal men als overdreven leren waarderen. Daarom wil Darwin er ook niet aan, dat in de toekomstige wereld de verplichtingen voor iedere arts om alles te doen om een mensenleven te be houden, nog zullen gelden. Wat zal beter zijn voor de wereld, aldus vraagt Darwin zich af, of er een groot aantal gezonde mensen de honger dood moeten sterven in plaats dat een ander deel aan malaria te gronde gaat. Wat baat het de mens als hij door de voortschrijding der medische weten schap de zuigelingensterfte drastisch heeft weten te beperken, als hij weet dat in de toekomst een deel der jong geborenen zonder meer moet sterven daar er eenvoudig een voedseltekort is? Anderzijds ziet Darwin grote bloei perioden voor wetenschap en kunst aanbreken. Dikwijls zuilen nieuwe ont dekkingen het menselijk ras een tijd lang van de angst voor de toekomst verlossen en er zullen gouden eeuwen aanbreken, waarin de mensheid zij het voor korte tijd met volle teugen zal kunnen genieten van wetenschap, philosophie en kunst. DARWINS CONCLUSIE ■^lAT ook het leven in de toekomende eeuwen moge brengen, hetzij ellen de of vreugde en ik voor mij geloof dat het dikwijls ellende zal zijn het zal een avontuur zijn, dat de moeite waard is te beleven: Tot zover deze Britse hongerprofeet. De Psalmist en profeet uit het Oude Testament wisten het reeds: „tachtig jaren wordt de mens of als hij zeer sterk is negentig en de meeste van deze zijn verdriet." En ergens anders hebben wij een Stem beluisterd, die zegt: „Wat baat het de mens, zo hij al de schatten dezer wereld zou beërven, doch daarbij scha de zou lijden aan zijn ziel." 10 c O O 536 Beiglc-UiX. 87 2 Denemarken 76.- Frankrijk 17.9 Duitsland 90.1 IJsland 29 7 Ierland 76 7 tallt 99 7 Nederland 92.6 Noorwegen 75.1 Portugal 92.8 Zweden 91 4 Zwitserland 91 4 Ver Koninkrijk 75.3 T \rrt4 z//////////////;wm;;;;m;a ~i w Y///A I 'U t JJó s W/VA 9CRCENTAGI Y////} v.0 tmCflALItATE WAABDr-CtJrtMi !N WLUOEN tUU 1*1] 3j »Ajlt HA* P 7 V///A//A I ,99.3 WMM/////MII pj.; 931.7 W/W//A I VAA///M 9 11 so. j f219.6 IC DE VIJF EMPLOYé'S van Linoleum Krommenie, die sinds November van het vorig jaar bij een concurrerend bedrijf in de Amerikaanse staat Pennsylvania in dienst zijn, zullen binnenkort, met vele ervarin gen verrijkt, de terugreis naar Nederland aanvaarden. Johannes H. Baltes, Martinus Gravesteyn, Nicolaas C. de Jong, Pieter Rem en Adrianus Zwart, van wie er drie in tijdelijke dienst zijn geweest bij de „Armstrong Cork Coinpany" te Beaver Falls en twee hebben gewerkt in de fabriek van „Armstrong" te Lancaster, zullen, naar men ver wacht, op 10 Februari uit New York vertrekken en in de ochtend van Donderdag 11 Februari (om 09.10 uur) op Schiphol arriveren. Op grondslag van de invoer waarde over 1948 hebben ver schillende Europese landen thans hun liberalisatiepercentages voor het lopende jaar vastgesteld. Uit het overzicht, dat hierboven is afgedrukt, blijkt, dat het meren deel van de landen thans onge veer negentig procent van zijn invoer van alle beperkingen heeft vrijgemaakt. Groot-Brittan- nïè, Noorwegen, Denemarken en Ierland komen op ongeveer vijf en zeventig procent, Frankrijk blijft met nog geen twintig pro cent ver ten achter. Daarentegen is Italië met 99.7 procent het verst gevorderd. BLOEDROOD zakt de zon achter de bergen. Nog even een laatste aarzelen de flikkering en weer is een dag voorbij. Millioe- nen muskieten komen uit hun schuilplaatsen en vervullen de omgeving met een machtig gegons. De nacht spreidt zijn machtige vlerken uit over het gloeiende heuvelland van Haïti. Als een spiegel strekt zich bij Cap- Haitien de prachtige baai uit, gelijk een lap diep zwart fluweel met duizen. den flonkerende, spiege lende sterren bezaaid. De egaal gladde oppervlakte wordt in het midden door de vage contouren van een voor anker liggend zeeschip verbroken. De verlichte patrijspoorten kijken met vurige ogen de wereld in. Na enige tijd maakt een sleep lichters, getrok. ken door een hakkepuf- fend sleepbootje zich van het schip los en zet koers naar een nabijgelegen aanlegsteiger van het Sisalbedrijf. Een schorre stoot op de fluit van het bootje verbreekt de stilte; op de zojuist nog verlaten steiger is het nu tjokvol met kakelende kleurlingen, die elkaar proberen te beduiden, hoe zij het beste de lich ters kunnen vastleggen. Zich niets aantrekkende van de drukte, stappen vier blanken, opvarenden van het koopvaardijschip, aan wal. De luchtig ge klede mannen, gebruind door weer en wind, ge noeglijk pratend over ditjes en datjes, richten hun schreden in de rich ting van het dorp. DE OMGEVING, waarin de vijf Ne derlanders terecht zijn gekomen om er zich vertrouwd te maken met le ven en werk van de Amerikaanse ar beider, is niet van vandaag of giste ren. „Armstrong", thans vervaardig- ster van driehonderd linoleum- en an dere kurkproducten, vindt haar oor sprong (1860) namelijk in een twee manswerkplaats. Thomas M. Arm strong, één van de twee pioniers sneed daarin nog flessenkurken met de hand. Snelheid kenmerkte de groei van „Armstrong", een bedrijf met hoofdkwartier Lancaster, dat op het ogenblik beschikt over een aantal over de Verenigde Staten verspreide fabrieken en zelfs enige dochtermaat schappijen overzee. De vijf Nederlan ders zijn van mening, dat de fabrie ken, waarin zij tewerk werden gesteld, goed verlicht en schoon zijn en dat men er veilig werkt. In korte tijd wenden zij er aan de rustige, vriende lijke atmosfeer en vonden zij het niet vreemd meer, dat al hun Amerikaanse collega's hen direct bij de voornamen aanspraken. De vijf zijn ook onder de indruk ge komen van het extensieve gebruik van machines. Het werd hun spoedig duidelijk, dat mechanisatie één van de antwoorden was op hun vraag: „Hoe levert Amerika zoveel voor zo velen". In de fabriek van „Armstrong" te Beaver Falls kwamen de heren Baltus, Gravesteyn en Zwart tot de conclusie,, dat één man daar, met be hulp van de aanwezige machines, in dezelfde tijd meer kan produceren met minder inspanning". „In Holland", aldus deze drie, „werken wij harder 48 uur per week zonder onderbre kingen of een ogenblik van tussen tijdse rust. In Amerika werkt men 40 uur per week en de mannen kunnen er zo nu en dan even tussenuit om een sigaret te roken of een kop koffie te drinken in de cantine. Toch produce ren zij in acht uur meer dan wij-."- ALLE VIJF ZAANLANDERS zijn reeds lang aangesloten bij één der drie Nederlandse vakverenigingsfede raties. Vanzelfsprekend waren zij ook benieuwd hoe de vakbond in Amerika functionneerde, vooral de 57-jarige Pieter Rem, die reeds langer dan 35 jaar lid is van het NVV. Rem is van mening, dat de organisaties in de Ver enigde Staten te groot en te ingewik keld zijn en daarom zakelijker en on persoonlijker dan de Nederlandse ar beider zou wensen. Hij vindt, dat het systeem der Nederlandse vakvereni gingen de arbeiders in Nederland be ter dient, omdat het hechter verbon den is met de arbeider als indivdueel en zich beter bewust is van zijn per soonlijke moeilijkheden. „Dit", aldus Rem, „ledt tot een snellere, meer di recte oplossing van arbeidsproblemen". „Toch", zegt Rem, „kunnen wij zien, dat de arbeidsvoorwaarden in Ameri ka beter zijn, en de Ionen ook. Wij weten dat de vakbonden de Ameri kaanse arbeider hebben geholpen. Mis schien moeten die bonden groter zijn, omdat alles hier op grotere schaal wordt gedaan. Ook de werkgeversor ganisaties zijn hier groot opgezet. Ons systeem is echter, geloof ik, voor ons beter". ZIJN DE Zaankanters blijkbaar wel tevreden over de Amerikaanse arbeids- condities, de levensvoorwaarden vin den zij zonder meer „geweldig". „Mijn nieuwe vrienden hier in Lancaster", zegt Nicolaas de Jong (46 jaar) lachend, „vragen me, of ik een auto heb. Ik vertelde hun, dat een fabrieks arbeider in Nederland zich geen wa gen kan permitteren en dat ik mij gelukkig prijs een fiets te bezitten. Maar elke familie, die ik hier heb bezocht, heeft een auto, en een ijskast, een televisie-apparaat, een wasmachine en een groot gas- of electrisch fornuis. Mijn vrouw kookt voor ons gezin wij hebben tien kinderen op twee kleine gaspitten. Dit komt niet, om dat onze lonen zo laag zijn. Het komt, omdat de prijzen, zelfs voor levens middelen, zo hoog zijn. Een brood kost in Holland 32 cent, in Amerika kan je het kopen voor 15 dollar)centen. Een glas bier kost bij ons 40 cent, in Amerika 10. Wij kunnen niet elke dag vlees eten. In Amerika doet men dat wel, omdat hetzelfde vlees hier in Amerika minder dan de helft kost van de twee gulden, die wij ongeveer per pond moeten betalen." Prijzen zijn, uiteraard, nauw ver bonden met de productie hoe meer goederen er worden geproduceerd, des te minder kosten zij. Dit is de heer De Jong en de vier andere Nederlan ders wel duidelijk geworden, sinds zij in Amerika vertoeven. En wat De Jong vooral is opgevallen, is het feit dat de mensen, die het grote assorti ment consumptiegoederen in Amerika produceren, dezelfde mensen zijn, die deze goederen kopen. Deze fabrieks arbeiders maken auto's, ijskasten, tele visie-apparaten, wasmachines, meube len, kledingstukken en nog meer voor elkaar. „Natuurlijk", merkt De Jong op, „beschikt men in Amerika over de grondstoffen om deze goederen te pro duceren. Maar die hebben wij in Eu ropa ook. Wat wij in Europa moeten leren is samenwerken. Ik heb in Ame rika gezien, dat er geen grenzen tus sen de verschillende staten bestaan. Goederen kunnen de grenzen vrij pas seren en wat de ene staat niet heeft, kan de andere wel leveren. Zo zou het in Europa moeten zijn. Dan zou den wij onszelf kunnen helpen, zou den wij op eigen benen kunnen staan. Want daar moeten wij tenslotte heen", heen". IN KORTE TIJD hebben de Neder landers vele vrienden gemaakt. De Amerikanen, van nature kameraad schappelijk, staken hun belangstelling voor dit technische hulpprogramma in het klein, voor de uitvoering waar van ditmaal geen directe Amerikaanse financiële steun of tegenwaardefond sen nodig waren, niet onder stoelen of banken. Zij inviteerden de Neder landers bij zich thuis en introduceer den hen bij hun familie. Elke week waren de Zaankanters ergens anders te gast en vaak maakten zij met hun gastheren een weekend-verkeAnings- tocht per auto in de omgeving van Lancaster of Beaver Falls. Uren heb ben zij bij het televesie-toestel door gebracht en zij vonden het prachtig, de „showboat" nu eens niet alleen in de huiskamer te horen, maar ook te zien. - Martin Gravesteyn zal niet lient vergeten, dat zijn gastvrouw ter ge legenheid van zijn 58-ste verjaardag een taart bakte, waarin 58 kaarsjes prijkten. Voor Nicolaas de Jong is on vergetelijk, dat hij op zekere dag de lagcre-schooljeugd van Lancaster in de klas vertelde over Holland en de meisjes en jongens bovendien leerde, hoe Nederlanders van één tot tien ple gen te tellen. De Nederlanders hebben hun uitzen ding naar Amerika te danken aan de heer C. H. Kaars Sijpesteyn, direc teur van de NV Nederlandsche Lino. leumfabriek te Krommenie, die tij- dens zijn zakenreizen naar de Nieuwe Wereld kennis maakte met de Ameri kaanse levens- en werkwijzen en he' van waarde achtte, dat zijn ongevee duizend man tellende personeel daa ook vertrouwd mee raakte. Met eigei ogen wilde dhr Kaars Sijpesteyn mannen laten zien, hoe het met doeltreffendheid in de Amerikaa' industrie is gesteld. Hij zocht via „Verbond van Nederlandse Werk vers" contact met de „National i sociation of Manufacturers", de kende Amerikaanse vereniging van brikanten. De NAM publiceerde Nederlandse verzoek om plaatsing v een aantal arbeiders in een linoleu fabriek in haar bulle'.ins en de „Ar: strong Cork Company" meldde zl als eerste gegadigde aan. Linoleu Krommenie, zoals het Zaanse bedt in de wandeling wordt genoemd, na alle reiskosten voor zijn rekening. H is niet uitgesloten, dat uit de uitze ding van de vijf Nederlanders ei uitwisseling zal voortvloeien, die ei aantal arbeiders van „Armstrong" staat zal stellen, in Nederland hu gezichtsveld te komen verruimen. De winnaar van de elfstedentocht 1954, Jeen van de Berg. DEEDS is een lichtgloed boven de heuvels zichtbaar, daar moet zich het dorp bevinden. Na de laatste bocht van de weg ligt het plotseling voor hen, stil en verlaten. Slechts een haan kraait, dat is alles. Naarmate de vier het dorp naderen, bespeuren zij meer leven, toch zijn vele huizen verlaten, dancings gesloten en bars uitgestorven. Plotseling klinkt vanachter enige huizenblokken een massaal gezang. De Hollanders moeten het hunne er van weten en spoeden zich naar de plaats waar het gezang vandaan komt. Ze blijven met stomheid geslagen staan, als zij de dorpsbewoners op een plein ln de gaten krijgen. In het midden staat een rijzige man op een stoel te bidden. Deemoedig hebben de dorpe lingen het hoofd gebogen en murmelen zachtjes met de man op de stoel mee. Een openlucht-kerkdienst; de mensen hebben hun huizen en amusements gelegenheden verlaten, teneinde te luisteren naar het Woord Gods. De Zieleherder dwingt grote eerbied van zijn gemeente af. Niemand schenkt 4,.„ge aandacht aan de vier vreemde lingen die zich ongemerkt achter de gemeente opstellen. Is een mooier Kerk mogelijk, dan Gods vrije natuur? Alles werkt mee mm alt tot een onvergetelijk schouw spel te maken; de maan, de sterren en enige fakkels strooien een zachte ver lichting over deze eenvoudige mensen. De leraar, op de stoel, spreekt over de dag des Oordeels, dat op Die dag de Almachtige richten zal over de leven den en de doden. „Bekeert U mensen-kinderen", roept hij met stemverheffing, „want het Koninkrijk der Hemelen is nabij ge komen". Na een kort gebed gaat een iedfer weer zijns weegs. Bij een wegkruising splitst zich de groep. Een deel gaat naar het dorp te rug. en de andere dorpsbewoners trek ken verder het heuvelland in, naar een daar gelegen nederzetting. De vier mannen trekken met deze laatste groep mee, het zal een tocht worden, die een onvergetelijke indruk op hen zal ma ken. Blijmoedig loopt dit groepje mensen over de slingerende wegen heuvel op, heuvel af onderwijl geestelijke liederen zingend. Een ervan is op de wijs van „Een uil zat in de Olmen". Ha, dat wijsje kennen de vier Hollanders ook. Onverwijld vallen ze in. Perplex blij ven de' mensen sten, dat hebben ze niet verwacht. Onrr dellijk worden de vier in de kring opgenomen, steeds moeten de bekende uil en de olmen het ontgelden. Naarmate men al zingende, dieper landinwaarts loopt worden de muskie ten lastiger. Steeds weer proberen zij nieuwe aanvallen op de mensen te ondernemen. Vooral de Europeanen hebben het zwaar te verduren. Eindelijk na twee uur lopen, doemen een paar lichtjes in de duisternis op: het dorp. Mannen slapen op straat, vlak bij een hevig rokend vuurtje, dat is aangelegd om de insecten op een veilige afstand te houden. Het is er doodstil; soms sloft een vrouwtje met een grote kruik op het hoofd de straat door; verder blijkt alles in diepe rust. In een veekraal staan ponnies met hangende hoofden te dommelen, zwie pend met de staarten om de muskieten te verjagen. Langzamerhand is het groepje kerk gangers kleiner geworden en als de laatsten in hun hutten verdwijnen, blij ven de vier *vllanders eenzaam en vergeten achter. Ze lopen nog even het dorpje door en ontwaren zelfs nog een politiebureau met een politiemacht van zegge en schrijve één man. Een broek en e-~ paar afgetrapte schoenen vormen uniform. Een grote pet wijst echter op zijn waardigheid.... Langzaam lopen de vier weer terug naar de baai Moeizaam sjokken ze voort, met benen als lood, niet gewend aan dit vele lopen. Slechts een voorbij rijdende trein voor de Sisal-fabriek, doet hen een ogenblik de grote een zaamheid vergeten. Laat in de nacht arriveren ze- bij de sisal-fabriek waar onafgebroken de machines dreunen Zo is Haiti bij nacht. H. STEENSMA staat sinds 1 Februari j.1. Het bedrijf wordt nu voortgezet door de Zjj garanderen U een gezellig zitje, goede consumpties en een prima SPOORSTRAAT 98 TELEFOON 2689 De goedkoopste vorm van reclame is dagblad-reclame. De advertenties, geplaatst in deze courant, worden door duizenden koopkrachtige lezers van A tot Z gelezen. Zorgt er voor dat deze koopkrachtige lezers ook Uw advertentie onder de ogen krijgen AdvertentieTeclame, daar kunt U op aan, kunnen de pijlers worden van Uw bestaan f TH. NOOT? Julianadorp H. VEUL, Julianadorp G. K. DE BEURS, Reigerstraat 45 N. BLOM, 2e Vroonstraat 54 A. DE BRUIN, V. d. Duin v. Maasdamstraat 3 P. DOP, Begoniastraat 26a P. RIJKERS, Schagenstraat 97 C. SCHOUTEN, Emmastraat 74 L A. J. DE VRIES, Spoorstraat 7274 9

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1954 | | pagina 4