De Pont Neuf, de oudste stenen brug van Parijs Op keerpunt der tijden Ex-koning Carol en Madame Lupescu Haar populariteit werd nimmer aangetast Op deze brug lagen de eerste trottoirs Een interessant boek van Joachim von Kiirenberg De ondergang van Pont au Change ONVERKWIKKELIJKE ERFENISKWESTIE Ter overdenking ZATERDAG 1 MEI 1954 Vertik 'L'pONTNKTTr' ^a aan beide oevers tegelijk verankert, over de voorste ven^*,^ p0NT SULLY „ver de achterpunt van het Ile St. Louis ligt. Die Pont li ly lag recht in de diagonaal, die baron Haussmann, de grote bouw-dictator van honderd jaar ge- leden, over de papieren plattegrond van Parijs trok, een diagonaal, die tot boulevards werd in werkelijk- WaS ee", ""V'0 ulan' ('ie prachtige dingen tot stand heeft gebracht, wat slads-verruiming aan gaat. Hij was een barbaar waar het historische gebouwen betrof, die zijn potlood in de weg stonden. Als ïij et voe voor ia ge ia zou hij waarschijnlijk niet groot geweest zijn in de betekenis naar welke hij nu nog beoordeeld wordt. QE PONT NEUF is de oudste brug van steen in Parijs en wordt gedra gen dóór 12 bogen, onge lijk verdeeld, 7 naar de ene en 5 naar de andere oever en in liet midden rust ze op het lle de la Cité. De Pont Neuf ken merkte zich direct door twee nieuwtjesze droeg geen thuizen en ze had brede trottoirs. De eerste Parijsg trottoirs Henri III legde haar eerste steen, door burgeroorlog bleef het werk echter liggen en het werd pas 2j jaar later voltooid, onder zijn opvolger Henri IV., die ook de eerste ruiter was die er overheen reed, nog vóór woordde hij: „aucun de ceux-la nétait roi comme moi!" en hij reed er over. De Pont Neuf ivas cla- de brug geheel gereed was. Toen men hem waarschuwde, dat de brug nog gevaar oplever de en dat een paar waag halzen bij het passeren er letterlijk hun nek bij gebroken hadden, ant- delijk populair bij de Parijzenaars en is dat al tijd gebleven. Er is nog een Frans gezegde, dat een stevig oudje „solide comme le Pont Neuf" noemt. Niettegenstaande haar zware en onregel matige constructie, haar vrij stijle helling en de wat hoge welving van haar bogen, werd zij lange jaren beschouwd als de mooiste brug in geheel Europa. De char me van deze brug ivas natuurlijk ook, dat zij een vrij uitzicht bood naar beide kanten over de rivier. Alle andere bruggen waren eigenlijk straten, waar het water onderdoor stroomde, maar die verder niet veel verschilden van andere straten. eerste standbeeld werd nog door zijn echtgenote, Maria de Médici, op dat moment regentes, opgericht en ont huld. Ongeveer tweehonderd jaar werd dit beeld, als bijna heilig, door de Parijzenaars vereerd en nog in de eerste Revolutie-jaren dwongen de bewoners van het quartier iedere adellijke voorbijganger voor het beeld de hoed af te nemen. Een jaar later, in 1792, werd het door het gepeupel van zijn voetstuk gesleurd en tot kanonnen omgesmolten, omdat Henri IV geen „roi constitutionnel" was geweest! Ónder het ledige voetstuk installeerden zich de kranten- en nieuwtjesverkopers van die dagen met „l'Ami du Peuple", met „Le Menteur qui dit du bien du Gou vernement en met „Le Tarif de Prostitution des Filles du Palais Royal". De 2e September 1792 vond er de verschrikkelijke massamoord op een honderdtal priesters en gees telijken plaats en nog iets later zag de Pont Neuf alle slachtoffers, die van uit de Conciergerie naar de guil lotine gingen, voorbijtrekken. Bij de terugkeer van de Bourbons in 1818, dat was na de Revolutie en nadat Napoleon gezegevierd en ver loren had, onderging diens beeld op de Colonne van de Place Ven- dóme hetzelfde lot, maar het diende, omgesmolten, tot het paard van Henri IV. Men wilde toen namelijk het zelfde ruiterstandbeeld van vroe ger weer op zijn oude plaats. En zo geschiedde. In de buik van dat paard zou zich een beeldje van Napoleon I bevinden, een uitgave van de Hen- riade van Voltaire, het Legioen van Eer en een exemplaar van de Fran se Grondwet. De ernst en toewijding waarmede de Fransen steeds weer hun monu menten voor de eeuwigheid oprich ten, is werkelijk roerend! 'J'HANS is het rustiger op en rond de Pont Neuf. Andere bruggen werden gebouwd en onttrokken haar al te drukke verkeer. De typische Parijse flaneurs verkozen later de boulevards en Champs Elysées boven de oude Pont Neuf. Maar al is die niet meer in de mode als politiek centrum en als wandeling van de grote wereld, ze heeft nog altijd haar nut. Tot in de laatste jaren van de vorige eeuw zaten er overdag altijd De Pont Neuf nog van die kleine kooplui, al naar het seizoen met gepofte kastanjes of met gebrande amandelen, met rat- tenkruid en papieren molentjes; er stond altijd wel een eenzame violist klagelijk te strijken en er hamerde wel ergens een ketellapper. Maar haar vermaardheid van die dagen dankte de brug aan die „médecin de petits animaux", die volgens zijn affiche „tondait les chiens et coupait les chats" en waar iedere rechtge aarde rentenier van het Ile St. Louis, zodra de zwaluwen de zon en de lente aankondigden, zijn hond of zijn kat ter operatie kwam brengen! Sindsdien zijn er weer twee oor logen voorbijgegaan, ook over Parijs en ook over de Pont Neuf. Het is nu een brug als zovele andere brug gen over de Seine. Van de Place Dauphine is niet veel meer over. Al leen op de uiterste punt van de voor steven ligt een klein, oud parkje, dat iedere winter weer onderloopt en waar iedere lente en zomer en herfst druk gevrejen wordt. Het heet ook „vert galant", naar die glimlachende koning, boven op zijn paard, die zoveel lief gehad heeft en er nu nog een tikkeltje ironisch overheen staart. C. NIERSTRASZ. DE HAAST LEGENDARISCH geivorden roodharige madame Lupescu heeft gedurende een lange reeks van jaren een enorme invloed op koning Carol van Roemenië uitgeoefend. Niet alleen in de tijd, dat hij op de troon zat, maar ook toen hij nog maar een prins was. En later, toen Carol ex-monarch was ge worden, is haar invloed niet minder gering geweest. Madame Lupescu heeft tegen een journalist be weerd, dat zij zich nooit met de politiek bemoeid heeft. Maar zij, die zoals wij, het bonte leven op de Balkan hebben leren kennen, weten al te goed, dat dit absoluut onjuist is. Juist doordat zij er telkens weer in slaagde achter de schermen in staatsaange- legenheden een hartig woordje mee te spreken en omdat zij de koning gedurig haar wil wist op te drin gen, heeft zij in Roemenië veel beroering verwekt en er veel onheil gesticht. Dat blijkt ook duidelijk uit het spannend geschre ven boek „Carol II und Madame Lupescu" van de vermaarde Duitse schrijver Joachim von Kiirenberg, dat onlangs in Bonn door de Antheneum-Verlag is uitgegeven. Von Kiirenberg heeft al een aanzienlijk aantal boeken gepubliceerd, waarvan de meeste zich op historisch en staatkundig terrein bewegen. Zeer bekend werd zijn boek over keizer Wilhelm II, dat ook veel over diens verblijf in ons land vertelt. VOALS elders reeds gezegd, was de openstelling van de Pont Neuf de ondergang vam de Pont au Change, die haar betekenis voor een groot deel ver loor. De Pont Neuf werd niet alleen de meest gekozen verbinding tussen de rive gauche en de rive droite. maar zij was al spoedig de geliefkoosde wande ling en het centrum waar de „beau monde" en de ..flaneurs" zich verzamel den en men genoot er van het mooie uitzicht over de Seine en de frisse lucht. Op de brug waren twee schouwburgen gebouwd, het Theatre de Mondor en het Théatre de Tabarin, eigenlijk aan het begin, op de oprit en direct hadden zich daar tegenaan kleine kooplui ge nesteld. Het was er vol goochelaars en acrobaten, hardlopers en hansworsten, dansende beren en apen, kiezentreK- kers en kwakzalvers. Beroemd was de kwakzalver Gonin, die genezing wist voor alle kwalen; nog beroemder ,.le grand Thomas", die gezeten in 'n rijtuig- je op lage wielen, met een grote hoed met veel goudgalon op het hoofd, de brug op en neer reed en op ongeloof lijk geestige wijze zijn zalfjes aan de man bracht. Een soort Franse Cocado- rus! Hier stonden dichters te declame ren. Zangers lanceerden hun nieuwe liedjes, toepasselijk op de gebeurtenis sen van de dag, romantisch of politieK en de populaire wijsjes, die daar ge boren werden, noemde men „ponts neufs" en als ze insloegen, werden ze door de Opéra Comique verder gedra gen. Deze dichter-zangers waren de voorlopers van het latere politieke ca baret. Schilders hingen er rond, St. Aubin en Demachy hebben het woelige leven op de Pont Neuf talloze malen vereeuwigd in tekeningen en aquarel len en tenslotte hadden ook de zakken rollers er een lucratief bestaan. Bovendien was de Pont Neuf het trefpunt voor politieke samenkom sten en debatten. Kardinaal de Retz, die zo'n grote rol in de Fronde heeft gespeeld, preekte er in vol ornaat tegen Mazarin, de Italiaan se opvolger van Richelieu, als eer ste minister van de koning. Het was de bevolking van de Pont Neuf, die altijd het eerst ontvankelijk was Voor verzet en opstand. Het was ook op de Pont Neuf dat de patriot ten zich verzamelden om op te trek- Het ruiterstandbeeld van Henri IV ken naar Versailles om „le boulan- ger. la boulangère et le petit mitron te gaan halen. En tussen het druk ke, wemelende voetgangersverkeer, de opeengehoopte kijkers, persten zich de draagstoelen, terwijl equipa ges en ruiters de menigte telkens uit elkaar deed stuiven. Onder een der bruggebogen vond ieder jaar een merkwaardige eterij plaats van enkele ambtenaren in deftig zwart met geplisseerde witte bef, belast met het toezicht op het bruggen-onderhoud. Men zegt, dat ze na het dejeuner, waarbij het no dige gedronken werd, niet veel ver der meer kwamen. TN 1608, vijf jaar nadat de brug in gebruik was genomen, werd be gonnen met het bebouwen en het versieren van de voorsteven van het schip Tlle de la Cite, waar de Pont Neuf dwars overheen, liep. De Place Dauphine genoemd naar de zoon van Henri IV. ae latere Louis XIII, maar toen nog Dauphin, is een driehoekig plein, met drie verdiepingen hoge, twee aan twee uniform-gebouwde herenhuizen, opgetrokken in rode baksteen en met arcades in het rond. Ze hebben de feestelijke- optocht langs zich heen zien trekken, die Marie-Thérèse naar de Notre Dame bracht, waar ze haar huwelijkscon tract met Louis XIV ging tekenen. Schilders van de avantgarde als Boucher, Fragonard, Nattier, Char- din en Greuze, hingen hun werk onder de arcade te koop. Midden op de brug, d.w.z. daar waar ze zich splitste in 7 en 5 bogen, verrees het ruiterstandbeeld van Henri IV. Geen vorst was in Parijs zo populair als deze ruwe, rusteloze Béarnais, die gedurende zijn leven meer onder een tent sliep dan in een bed en aan wie drie talenten wer den toegeschreven, die door het Franse volk naar waarde geschat werden: „de boire et de battie et d'être vert galant!" (vert gelant - vrouwenjager). Hij begreep zijn volk, wist er mee om te springen en gunde het ,,cha- que dimanche une poule au pot Het £JAROL had Madame Lupescu, toen hij nog kroonprins was, op een bal in de officiersclub in Boekarest leren kennen. Hij was toen al voor de tweede keer getrouwd, met de Griekse prinses Helene, en zijn zoon Michael, die later, al heel jong zelfs, tot twee keer toe koning zou wor den, was al geboren. Het was op dat bal al opgevallen, dat Carol door Madame Lupescu met haar Titiaan- rode haren gefascineerd werd. De kroonprinses was niet meegekomen, omdat zij bij het ziekbed van Carols vader, de koning, was gebleven. Ca rol had Madame Lupescu ten dans gevraagd, hoewel hij haar nog nooit tevoren gezien had, in plaats van een van de dames van de hoge Roemeen se adel, die daarover ten zeerste ge belgd waren. Een paar dagen later wist heel Boekarest waar het altijd van pikante verhalen gonsde, dat de prins al bij Madame Lupescu thuis was geweest, en kort daarop, dat zij Carols maitresse geworden was. Carol heeft zich nooit meer van die vrouw los kunnen maken. Ter- wille van haar heeft hij afstand van zijn rechten op de troon gedaan. Hij heeft haar, toen hij, tegen zijn be lofte in, in 1930 plotseling naar Roe menië terugkeerde om zich tot ko ning te laten uitroepen, naar Boeka rest laten nakomen. Wegens haar heeft hij zich van de Griekse prin ses Helene laten scheiden; en in 1940 is hij tezamen met Madame Lu pescu naar het buitenland gevlucht, nadat hij, nota bene voor de vijfde maal, afstand van zijn rechten had gedaan. Vlak vóór die vlucht had hij in zijn paleis de echte schilderijen van Rembrandt uit hun lijsten laten ha len om er copieën voor in de plaats te laten zetten, en kort na de vlucht ontdekte men, dat óók nog een deel van de staatsschat verdwenen was. Men heeft nog op de trein geschoten, waarin Carol en zijn vriendin het land uit vluchtten. Maar beiden zijn ongedeerd de grens over gekomen. begonnen tal van zwerftochten door alle mogelijke landen van de wereld. Von Kiirenberg verhaalt in zijn boek hoe noch Zwitserland, noch Frankrijk, noch Engeland de twee een verblijfsvergunning wilden geven en hoe ook Nederland en Bel gië weigerden hun asyl te verlenen. In Spanje hebben ze de grootste moeilijkheden gehad, omdat Roeme- CAROL VAN ROEMENIE nië de Spaanse autoriteiten om uit levering van Madame Lupescu had gevraagd en zelfs generaal Franco niet kon beloven, dat hij haar be schermen zou. Een tijdlang mocht de vriendin van de verdreven koning haar hotel in Madrid zelfs niet eens verlaten. De twee togen tenslotte naar Se- villa en vandaar uit vluchten z:j over de Portugese grens. Ze hadden div rekening in hun dure hotel niet betaald en de honden en de bagage achtergelaten, om niet te laten mer ken, dat ze van plan waren er van door te gaan. Carol hoopte in Portu gal vriendelijker bejegend te wor den, omdat zijn grootmoeder van vaderskant een Portugese prinses was geweest. De twee achtten het op de duur toch maar raadzamer zo ver moge lijk van Roemenië én van Euro pa' weg te gaan. Zij reisden naar Zuid-Amerika. In Cuba werd hen al bij het landen gezegd, dat ze maar zo gauw mogelijk weer moesten ver trekken. In Mexico ging Carol te veel „zaken doen". Ook hield hij een politieke radiorede, waarover men kwaad was; en wéér trokken ze ver der. In Copacabana werd Madame Lu pescu ernstig ziek. Men zei, dat ze nooit meer beter zou kunnen wor den. Op haar ziekbed in een hotel werd in Juli '47 haar huwelijk met de ex-koning gesloten. Al langer dan twee-en-twintig jaar was zij zijn vriendin geweest. Een paar dagen later werd een gala-diner gegeven. De „doodzieke" zag er nog wat moe en bleekjes uit. De gewezen koning maakte nu bekend, dat hij zijn nieuwe echtgenote tot „prinses van Roemenië" en tot „Koninklijke Hoog heid" had verheven. Zij mocht zich in het vervolg „prinses Helene van Roemenië" noemen. Dat heeft veel kwaad bloed gezet, want Carols tweede echtgenote, de Griekse prin ses, was, omdat zij nooit naast Carol op de troon gezeten had, ook al „prinses Helene van Roemenië". De romantische geschiedenis van Carol en zijn vriendin is nu opeens weer in het middelpunt van de be langstelling komen te staan, omdat zo juist een felle strijd om zijn na latenschap is ontbrand. De thans 33-jarige ex-koning Mi chael (die, doordat Carol zo vaak afstand van zijn rechten deed, niet alleen zijn opvolger, maar zelfs ook al zijn voorganger op de troon in Boekarest geweest was!), is een pro ces tegen de derde vrouw van zijn vader begonnen, omdat hij maar niet geloven kan, dat er nóg maar zó weinig over zou zijn van al de rijkdommen, die zij en zijn vader in 1940 op hun vlucht hadden meege nomen. Maar nu is opeens ook nog een nieuwe figuur op de voorgrond ge treden: Mircea Lambrino, Carols eerste zoon uit zijn eerste wettelijke, doch morganatische huwelijk met „Zizi" Lambrino, de dochter van een Roemeense kolonel, met wie Carol overigens ook al in een hotel in 1918 in Odessa was ge trouwd. De 34-jarige Lambrino, die in Parijs woont en die heel erg op zijn vader lijkt, meent met goed recht ook aanspraak op een deel van de nalatenschap te kunnen maken iets, dat hij nu door de rechter wil laten uitmaken. TN een boek van A. den Doolaard „Kleine mensen in een grote wereld" wordt u de innerlijke strijd van een mens getekend, die, wanhopig over de wereldsituatie, na de laatste gigantische oorlog, zelf gaat zien en horen wat er gaande is in Frankrijk, Duitsland en Amerika. De boeiende en tragische belevenis sen zal ik u niet voor ogen stellen. Maar, telkens na een land bezocht te hebben, vat hij zijn eindconclusies sa men in een „brief aan God". Uit deze drie brieven wil ik u enkele overwegin gen voorleggen. Hij hekelt de afgeslotenheid der bur gerij in Frankrijk, hij erkent de revo- lutionnaire instelling der arbeiders, hij vertelt van de wanhopige pogingen van de kerk, om de arbeiders in hun mens zjjn te benaderen en slaakt uiteindelijk de verzuchting: „Waarom hebt Gij o God, ons zo klein gemaakt, zodat onze ogen niet zien kunnen voorbij de buiging van de ho rizon en onze geest slechts een stip kan waarnemen van de oneindige curve van de tijd?" Hier wordt dus de vinger gelegd op onze wonde plek. Ieder mens ziet niet meer dan hij zien kan. Zijn blik is be perkt door zijn omgeving, zijn afkomst en vooroordelen op een zodanige wijze, dat hij alles eenzijdig, klein-menselijk ziet; en zelden slechts in verband met het grote geheel, als sociaal gevoe'end. verantwoordelijk wezen. De Fransman ziet alles vanuit z ij n toevallige positie. En zo gaat het met anderen ook. Alleen kleine volkeren zien wel eens de wijde re verbanden, maar hun stem verklinkt in de storm des tijds al te vaak zonder noemenswaardige echo. Ook u en ik zijn in ons bezien en be oordelen van mensen, volkeren en toe standen te zeer kind van onze ouders en van onze tijd. Ook onze horizon is beneveld en te dicht bij. Den Doolaard gaat naar Duitsland, naar de ruïnes, naar de wanhopigen en daklozen, en na vele droeve ervaringen thuisgekomen vat hij zijn beschouwin gen samen in een „tweede brief aan God", waarvan de voornaamste gedach ten zijn: „God wat hebt Gij met die mensen voor! Zij zijn anders dan wij; meer horde, minder mens. Is dit Uw be doeling, God, ons te waarschuwen, wat er gebeurt, wanneer een volk tot horde wordt? Zonder geweten?" Het Duitse volk is ons om zo te zeg gen op de weg van mens tot hordewe- zen een stap vooruit. Maar we zijn druk doende, over de hele wereld, deze achterstand in te halen. Ons leven wordt steeds meer gereglementeerd, geordend, we bewegen ons binnen steeds kleinere sectoren, we wachten nog slechts op de laatste phaze, om geheel ingeschakeld te worden in een proces, waarin wij zelf 'als één der vele millioenen ternauwer nood meer meetellen, en dan alleen neg als producerende factor. De gelijkge schakelde mens kan tenslotte de laatste stap doen: hij kan de band vernietigen, die hem bindt aan een hogere wereld; hij kan zijn geweten verloochenen. Dit behoeft helemaal niet te gebeuren, maar het kan geschieden. En dan is het zo ver. Wat tot verbetering nodig is, zou dan de mens hebben vernietigd als mens. De schrijver gaat tenslotte naar Ame rika, en na allerlei ondervindingen bij hooggezeten Amerikanen in de indus trie te hebben opgedaan, waarbij de atoombom natuurlijk ter sprake komt, vat hij zijn beschouwingen samen in een „laatste brief aan God". Hij handhaaft een geestelijke macht, die achter alles werkt en drijft. Wat op aarde gebeurt, noemt hij een experi ment Gods, waar de Schepper zelf bij beeft. „De mens toch is niet geschapen als een willoos werktuig, maar hij bezit een eigen wil, een eigen denkvermo gen, een eigen zedelijk oordeel en is in staat tot oneindige liefde en onein dige haat. Als zodanig moet hij wor den de bondgenoot Gods op aarde. Een hachelijke zaak voorwaar!" Onze taak is dus medewerker Gods op aarde te zijn: te luisteren naar de inspraak van ons geweten: gehoorzaam te zijn aan Gods oproep tot opheffing der onwezenlijke klasse-onderscheidin gen: rassentegenstellingen te helpen verzachtenhet koninkrijk Gods op aarde te helpen bevorderen. De tijd immers dringt! Steeds grotere mogelijkheden worden gelegd in onze onzekere handen. Het is of alles heen- wijst naar een laatste keuze. een laat ste kans: óf een vredelievend samen gaan der volkeren op aarde, elkanders steun en aanvulling in de strijd om het bestaan, óf algehele vernietiging en een onbewoonbare planeet als eindresultaat van een krankzinnig en op hol gesla gen vernuft. Nodiger dan al het andere zal zijn horizonverwijding, een vérzien de worden der leidende figuren, ja een hèlderziende worden, zodat de blik door de aardse nevelen heen raakt aan de eeuwig-stralende horizonnen Gods. Ons enig vertrouwen ligt in Hem en dat Hij deze wereld niet zonder meer ten verderve zal laten afglijden, maar dat Hij, door menselijk vallen en op staan heen, toch Zijn plan volvoert. v. d. KREEKB.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1954 | | pagina 9