De nieuwe brug over den Rijn bij Keulen is jl. Maan
dag met groote plegligheid geopend. Hel feest werd geopend
niet deaankomst op het terrein van de vorstelijke personen,
waarop een koraal met bazuinenbooms en trompetten werd
uitgevoerd. De bouwmeester der brug stelde zijn uitgevoerd
werk in handen van het bestuur der Keulen Mindener Spoor
weg; de president van dat bestuur hield vervolgens eene fraaije
feestrede. Een cantate, voor deze gelegenheid vervaardigd,
werd voorgedragen door de leden van verscheidene liedcrtafels,
onderslenud door een 70tal knapenen begeleid door de
muziek van het 55ste regement infanteriehetgeen eene heer
lijke uitwerking maakte. Toen dit gedeelte der feeslelijkheid
was afgeloopenbegaf zich de Prins-regent met zijn ganschen
stoet, waarbij zich nog een zeer groot aantal personen had
gevoegd, in statigen optogt naar de brug. Op het oogenblik
dat de Prins-regent de eerste schrede op de brug zette, begon
nen alle klokken der stad te luiden, daverde de lucht van de
herhaalde salvo's uit het geschut en de luide vreugdekreten
der duizenden, welke getuigen waren van dit heugelijk
schouwspel. Des avonds was de stad aan de rivierzijde en aan
elke harer hoofdstraten zeer prachtig verlicht. Vooral was het
schouwspel hetwelk de Rijn en zijne oevers opleverden boven
alle beschrijving indrukwekkend. Vier verlichte stoomschepen,
ten behoeve van de prinsen en hun gevolg, voeren de rivier
op en neder, terwijl voortdurend salvo's uit het geschut en
duizende vuurpijlen, vergezeld van eeu schier onophoudelijken
vuurregen het oog verblindden en het oor verdoofden. Ten
slotte werd de beroemde dom van Keulen met rood bengaalsch
vuur op hel heerlijkst verlichthetgeen bij de duisternis van
den nacht het feest op eene tooverachtige wijze eindigen deed.
Het stoffelijk overschot van keizer Napoleon I zal naar
St. Dónis worden overgebragt in den keizerlijken grafkelder,
welke aldaar wordt gebouwd. De plegligheid zal geschieden in
de maand Mei 1800, tegelijk met de overbrenging van het
stoffelijk overschot van den hertog van Reichslad. De wensch
van den eersten keizer, om te rusten op dezelfde plaats, waar
voor eeuwen Karei MartelPepyn de korteHugo Capet en
de heilige Lodewijk begraven werden, zal dus worden verwe
zenlijkt.
Overlandberigtcn uit Chinavia Rusland ontvangen
deelen mede, dat de gezant der Vereenigde Staten zich nog
altijd te Peking bevond, zonder met de buitenwereld gemeen
schap te kunnen houden. De duur van het eerste gedeelte van
het ceremoniëel was nog niet afgeloopen. Zijne dépêches en
volmagten werden bij den ingang van bet keizerlijk paleis, iu
den tempel der Zon, nedergelegd, alwaar zij gedurende veer
tig dagen moeten blijven, om gezuiverd te worden. Na afloop
van dezen termijn, zullen zij aan den chef van het cabinet des
keizers worden gebragt, die den raad zijner collegas daarom
trent zal inwinnenen daarvau als het noodig geoordeeld wordt
aan den keizer kennis geven.
Te Kroonsladt heeft zekere heer B. onder eene voor
stelling in de opera, zijne vrouw ter neer geschoten die in
eene Inge bij graaf P. gezeten was. De echtgenoot geloofde
zich in zijne eer gekrenkt; hij werd gearresteerd.
In de vorige weekzoo verhaalt de Courtier du Nord
zag het zoontje van den heer Gambierkoffijhuishouder te
Valenciennesonder de toonbank een onbekend dier zitten.
Verschrikt liep hij naar zijn vader en verhaalde dezendat
er een groote kat met langen staart in den winkel was. Bij
onderzoek bleekdat het een jeugdige tijger wasdie uit
het bij gelegenheid der kermis te Valenciennes aanwezige bees
tenspel was ontvlngt. Den eigenaar van dit spel gelukte het
met veel moeite, na verschillende beeten te hebben ontvangen,
het dier in eene kooi op te sluiten.
De Grondwet van Anlwerpeu zegt, dat volgens VEcho
de Bruxelles het gerucht in omloop is, dat de graaf van
Vlaanderen met eene der dochters van Prins Frederik der Ne
derlanden in het huwelijk zal treden en het blad voegt er bij
dat er voor Belgie maar alleen heil in de toekomst is gelegen
door eene naauwere verbindtenis met onze natuurlijke broeders
van het Noorden.
Onlangs overleed te Chevington in Lancashire zekere
vrouw Fransces Harris, wier juiste leeftijd wel niet bekend is,
maar die, naar sommige opgaven teoordeelen, toch zeker niet
minder dan 105 jaren oud moet geworden zijn. Vele jaren ge
leden stond zij algemeen als toovcnaarsler te boektotdat de
werktuigen die zij voor hare gewaande tooverkunst bezigde,
op regtcrlijk gezag vernietigd werden.
Galignanis Messenger zegt, dat de voorloopige tos-
caansche regering de goederen van den vertegenwoordiger des
verdreven groothertogs te Rome, den heer Bargagli, in
beslag genomen heeftomdat deze geweigerd had de archieven
uit te leveren en zich van zijn diplomatiek karakter te ontdoen.
BURGERLIJKE STAND.
Van 1 8 October 1859.
GEHUWD: J. D. Eijdam en G. E. de Vries. J. Eversen en N.
Bruijn. J. Pronk en G. Jansen.
BEVALLENC. Haring geb. Blok. Z. A. Rensmaag geb Slot. D.
N. van der Wolt geb, van Twist. D. L. Kwast geb. Bruin. Z.
A. G. Verdam. Z. L. van der Brugh geb. Duinker. D. J. G. Kaan
geb. Guijken. D. en Z. M. Nierkes geb. Klorn. D. G. Nannings
geb. Berg. D. N. Zander geb. Hoogschagen. Z. A. Rob. geb.
Swier. D. P. Stellekes. D. G. Zwart geb. Koomen. Z. G.
Schetter geb. Keizer. Z. J. Vermeulen geb. van de Velde. D. L.
T. Koch geb. Kaletzki. D.
Levenloos aangegeven. 1.
OVERLEDEN: A. Bakker. 77 j. G. J. Kuilman. 22 j. A.
Baartwijk. 47 j. D. Eggert. 6 m. J, Kiewit. 5 m. C. Tromp.
44 j. -
Ambtshalve ingeschreven, t.