Men schrijft uit Leeuwarden, 15 Jnnij. Gisteren avond
omstreeks tusschen 10 en 10^ ure is op den slroozolder van de
caserne Prins Frederikeen zoo hevigen brand uitgebarsten,
dat het gansche gebouw, met schier al de daar aanwezige goe
deren, een prooi der vlammen is geworden. In weêrwil er
spoedig de brandbluschmiddelen waren aangebragt, was het reeds
bij den aanvang te vermoeden, dat er aan geen blusschen te
denken viel.
Het mag dan ook als een wonder worden beschouwd, dat de
ongeveer ten getale van 900 in de caserne aanwezige militairen,
waaronder velen met vrouw en kinderenzich een weg konden
banenom uit hel brandend gebouw te komen. Behalve dat
een brandmeester, de timmerman van der llorst, een braaf
huisvader, eene weduwe met 5 kinderen achterlatendedie met
anderen op het dak de spuit voerde, van die ontzettende hoogte
naar beneden stortteen dadelijk daarna den geest gaf, wil men
nog welendat er eenige militairen vermist worden, terwijl er
ook enkelen, die tot de brandweer behoorden, door de eene of
andere oorzaak in min of meer gevaarlijken toestand moeten
verkeeren.
Voor als nog echter is hieromtrent met zekerheid niets te
zeggen, daar de uit de caserne gevlugte militairen den gan-
schen nacht door de stad verspreid waren. Er zijn echter reeds
eenige gebouwen aangewezen, waarin het garnizoen zal kunnen
worden gehuisvest. De verslagenheid bij deze ontzettende ramp
was algemeen en niettemin is de rust geen oogenblik gestoord
geworden. Vreeselijk is het schouwspel, dat het gebouw, dat
thans slechts uit enkele muren bestaat, oplevert.
Hoezeer nu bepaaldelijk de schade niet kan worden geschat,
mag men aannemendat voor meer dan een half millioeu gul
den door het vuur is verleerd.
Treurig is gewis het lot der gehuwde militairendie meest
al hunne have en goed hebben verlorenen het is te wenscheu,
dat spoedige hulp voor deze ongelukkigcn zal opdagen.
- De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft bepaald,
dal de herstemming ter benoeming van een lid voor de Tweede
Kamer der Slatcu-Generaal, welke in het hoofd-kiesdistrict Alk
maar moet plaats bebbeu, zal geschieden op Diugsdag den
26slen Junij aanstaande.
Naar wij vernemen, is door een jong mechanicus te Utrecht,
den heer Rennes op de Maria plaats, een toestel uitge
dacht en vervaardigd, die voor hel bedrijf der broodbakkers
van veel belang is te achten.
Het is bekend, dat men reeds sedert lang het kneden van
het deeg met de handen door eene machinale bewerking heeft
trachten te vervangen. Alle daarvoor uitgedachte toestellen
voldoen slechts onvolkomen aan dit doelen de meesten zijn
als onbruikbaar ter zijde gesteld. De heer Rennes was, als
de zoon van een bakker te dier stede, in de beste gelegenheid
om de vercischlen van zoodanigeu toestel te kennen. Na eenige
proefnemingen is het hem gelukt, om een toestel te vervaar
digen, die zich zeer gunstig van de andere onderscheidt, door
doelmatigheid en eenvoudigheid in de zamenstelling en behan
deling. De toestel is bij herhaling gebruikt in tegenwoordig
heid van de heeren Dr. Krecke, lecraar der natuur- en werk
tuigkunde bij de industrie school, en Dr. Grothc, directeur der
technische school, die beiden aan de inrigling en werking van
den toestel hun onvcrdeclden bijval schonken en zich overtuigd
houden, dat deze machine beter aan het doel beantwoordt dan
alle tot dusverre bekend gewordene.
Wij vernemen, dat de uitvinder het voornemen heeft, om
later meerdere zoodanige toestellen te vervaardigen en voor
belanghebbenden verkrijgbaar te stellen.
Op den 16deu dezer is de telegraaphkabcl, bestemd otn
de kusten van Friesland en Noord-Holland te verbinden, aan
vangende op de hoogte van Stavoren, dooi de Zuiderzee, gelegd.
Aanvankelijk werd deze arbeid, met zeer goed weder, geheel
naar wensch voortgezet, toen de expeditie, voor de Noord-Hol-
landsche kust gekomendoor slecht weder beloopen werd. Drie
der kleine vaartuigenvoor het aan den wal brengen van den
kabel bestemd, werden op het stand geworpen, waarbij een der
vaartuigen schade bekwam.
Op den 17dcn dezer zijn de gestrande vaartuigen, door den
stoomsleper biunen de haven van Eukhuizen gebragt. De over
schietende kabelter lengte van ongeveer 2500 el, is geborgen.
Vermoedelijk bevind zich de in zee gezonken kabel in de beste
orde. Bij goed weder zal die worden opgehaaldom verder
door de bekleeding van den zeedijk benoorden Enkhuizen gebragt
en met de lelegraaphlijn verbonden te worden.
De policie te Abbenbroek doet in die omstreken ijverige
nasporingen, ten einde den persoon meester te worden die
dezer dagen bij Spijkenisse een man op klaren dag heeft aange
rand. Deze persoon schijnt geweten Ie hebben, dat zich iemand,
ruim van geld voorzienop het pad bevond. Men ver
zekert, dat de aangerande ruim ƒ200 bij zich had. De brutale
bedrijver moet zeer armoedig gekleed geweest zijn, en sloffen
in plaats van schoenen hebben aan gehad. Op het geschreeuw
en het daarop toesnellen van werklieden heeft hij de vlugt
genomen, en is lot nog toe niet terug gevonden.
Eene correspondentie uit Jassy, van 4 dezermaakt mel
ding van een dueldat dezer dagen tusschen twee ledeu der
Moldavische nationale vergadering, de heeren Coutchomeano en
Alcxander Stourdza, heeft plaats gehad, ten gevolge van een
hevigen twist, waarbij zelfs klappen waren uitgedeeld. De heer
Stourdza drong aan op een duel op leven en dood. Hij schoot
het eerst, doch miste zijne tegenpartij. Deze laatste schoot
daarop zijn pistool in de lucht af, deed verontschuldigingen en
verlangde dat alles zou vergelen zijn. De heer Stourdza wilde
I daarin niet toestemmen, doch daar de getuigen van den heer
Coutchomeano waren vertrokken, kon het duel geen voortgang
hebbeu. Later eindelijk werd door een raad van eer verklaard,
dat aan de cischen der eer was voldaan.