Het 2e bataillon van het 7e regiment Infanterie, dat gedurende eene maand te Millingen heeft gekampeerdis j. I. Maandag namiddag weder alhier teruggekeerd. Een groot aantal ingezetenen, vooral dames, bevonden zich langs den weg waar de troepen passeerdenom van hunne terugkomst getuigen te zijn en van hunne belangstelling te doen blijken. J. I. Zalur- dag waren de miliciens, tot dit bataillon bchoorende, reeds hier aangekomen. De compagnie van het 8ste regiment, die, gedurende de afwezigheid van genoemd ballaillonalhier gede tacheerd was om de wachtposten te bezetten, is j. I. Zondag naar Groningen wedergekeerd. De miliciens der ligting van 1838, welke bij het bat. van het 7e regiment alhier in garnizoen, onder de wapens wa ren, zijn heden morgen naar hunne haardsteden teruggekeerd. Zr. Ms. stoomschip Cycloop, onder bevel van den kapt.-luit. ter zee F. R. Toewater, op reis naar de Middel- landsche Zee, is den 22slen dezer te Falmouth aangekomen. In den avond van den 29sten Aug. jl. is ten huize vau Mw. Pohl, te Utrecht, door een heer en eene dame, per vi gilante gebragt een kind. Bij onderzoek is gebleken, dal in de kleederen van dat kind zich bevond een brief, getcekend »Louise", waarbij Mw. Pohl verzocht werd, voor dat kind te willen zorgen, terwijl daarbij was gevoegd een bankbiljet groot ƒ501), met verdere vermeldingdat het kind was geboren op den 15 Julij 1859 en de voornamen had ontvangen van Johan, Elie, Julius. De Haagschc correspondent van de Inde'pendance Beige meldt, dal een agent van Garibaldi in de residentie geweest is, met het doel om eenige oorlogsbodems aan te koopen waarin hij echter niet geslaagd is. Men gelooft, dat hij zich vau daar naar Engeland heeft begeven. Bij het vuurwerk ter cere van de oud studentente Gro ningen afgestoken, is door het te vroeg springen van een zwerm pot, het been van een jongen in hooge mate beschadigd. Men vreest, dat het been zal moeten worden afgezet, en is algemeen zeer bewogen met hel lot van den armen jongen die op deze zeldzame wijze ongelukkig is geworden. Te Amsterdam is eene bejaarde vrouw, in de Oude Looi- jerstraat, beschonken zijnde, op de straat gevallen en, belang rijk aan het hoofd verwond, naar het gasthuis gebragt. Geen wonder, dat de vrienden der afschaffing ook dames-leden aannemen. Voor eenige dagen was een boerenzoon uit de gemeente Bloemendaal met zijn meisje op een tilbury naar Schalkwijk gereden, ten einde de zuster der laatste, die kort geleden ge huwd was, een bezoek te gaan brengen. Des avonds ten half zeven ure keerden de jonge lieden weder huiswaartsen waren nog niet ver gevorderdtoenter plaatse waar de weg hel smalst is, onverwachts een manspersoon voor hel paard sprong en aanving te schreeuwen en met zijne armen te zwaaijen. Het paard, hierdoor verschrikt, steigerde, wendde op zijne achter- pooten om, sprong met rijtuig en menschen in hel Spaarne en zwom naar het midden van dit water, alwaar het, niet verder kunnende voortkomen, zonk en verdronk. De tilbury, welke zoo lang het paard zwom, overeind was gebleven, sloeg nu om en de beide personen vielen er uit. De jongman, hoezeer niet kunnende zwemmenhad echter tegenwoordigheid van geest genoegom zich weder aan het rijtuig vast te klampen en zijn meisje, dat reeds zinkende was, te grijpen en boven Ie halen. Beiden hielden zich nu zoo goed zij konden boven waler hetgeen niet zonder herhaalde onderdompeling geschiedde, daar zij zich boven het diepste vau het Spaarne bevonden. In dezen hagchelijken toestand werden zij gered door den landman Sweerls, die zich met zijn melkschuilje huiswaarts begaf, en hen, op hun geroep, met spoed was te hulp gekomen. Aan wal geko men, werden de geredden door den tuinbaas, op het buitengoed van den heer Burch, die insgelijks was ter hulp gesneld, in huis genomen, alwaar hun voorts op welwillende wijze die hulp en bijstand werd verleend, welke zij behoelden. Welke de be weegredenen zijn geweest van den persoon, die aanleiding tot het onheil heeft gegeven, is niet gebleken. Ziende wal er ge beurde, schijnt hij over zijne daad verschrikt te zijn geweest; althans is hij ijlings geloopen naar het huis van genoemden tuinbaas, heeft aldaar kennis gegeven, dat er twee personen in gevaar verkeerden vau te verdrinken, en zich daarop ver wijderd zonder herkend te zijn. De justitie doet onderzoek. De Perseveranza deelt mede, dat er reeds meer dan 5000 man der pauselijke troepen zijn gesneuveld of gevangen genomen dit is bijna een vierde gedeelte van de pauselijke krijgsmagt. Vulgens een dagblad van Manchester heeft een bankier aldaar voor eenige dagen zijne zonen zijne schoonzonenzijne dochters en schoondochters ten diner genoodigdelk der gasten vond ouder zijn bord een bankbillet van oC 1000 (ƒ12.000.) De geruchten aangaande den paus loopen zeer uit elkander. In officiële kringen te Parijs, beweert men, dal de paus Rome stellig niet verlatenmaar zich geheel onder de bescher ming van Frankrijk plaatsen zal. Men zegt echter ookdat de paus, na het consistorie te hebben geraadpleegd, lot de over tuiging is gekomen, dat zijne waardigheid beter buiten Rome zou zijn gewaarborgd. Men beweert zelfs reeds, dat hij naar Spanje gaan en in een klooster te Mahon zijn intrek nemen zal. Oveiigens zegt men, dat er eertsdaags een herderlijken brief door den paus zal worden uitgevaardigd. Te Parijs wordt door de dames tegenwoordig weder een nieuw kleedïngsluk gebruikt. Het draagt den naam van Apotheose' en bestaat in een sjaal, die met de verwonderlijkste kunstmatig heid vervaardigd, de echte Indische cashmirs in fijnheid even aart. Deze nieuwerwclsche Franschc sjaals zijn echter ook bijna even duur als de Indische en komen op ongeveer o a 600 gul den te slaan. En toch willen de Parijsche dames, die 't maar cenigzins gedaan kunnen krijgen door zoon doek gcapolheoseeni worden. Het blad dat deze nieuwstijding vermeld, eindigt met den uitroep: «arme mannenwat zult geweer moeten bloeden

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1860 | | pagina 2