watersnood te honden, za! plaats hebben op Donderdag den 14deu dezer. Met het oog op de groole behoefte, die er nog altijd voor zoovele onzer landgenooten blijft bestaan, bevelen wij die poging, om lot verzachting van zoo veel leed en rampen bijtedragen, in de ondersteuning onzer plaats- genooten. Men leest in het Leidsche dagblad Niet ongepast is de vraag, die, bij den verschrikkelijken wa tersnood, welke weder een gedeelte van ons vaderland teistert en zooveel jammer en ellende over een groot aantal zijner in woners verspreidt, zich bij velen opdringt, of die telkens lerug- keerende ramp bij de vordering der wetenschap en de hooge vlugt, die meer bijzonder de stoomwerktuigkunde in onze dagen genomen heeft, niet zou kunnen worden geweerd, of ten min ste grootendccls voorkomen. Zij is gewiglig genoeg, dat bekwa me praktische mannen er zich mede bezig houden en eens in ernstige overweging nemen, of het niet mogelijk zou zijn ijze ren stoomijsbrekers te vervaardigen, die met goed gevolg, bij sterken ijsgang in de rivieren, van beneden af, door bij voor beeld een door stoom gedreven zagend of stampend werktuig voor aan de ijsbrekers te brengen. Zoo de zaak uitvoerbaar is, zouden niet alleen vele rampen en ellenden worden afgewend, doch bovendien enorme kapitalen gespaard blijven, die nu door het vernielend element verloren gaan. Men meldt uit Zevenaar 51 Januarij: Heden ochtend ten 9 ure, heeft in den dijk beneden Babberik eeue doorbraak plaats gehad: het water neemt thans met geweld zijn loop naar Didam, Welil, Terborg en omstreken. De passage met Emmerik blijft gestremd; de treinen loopen van Zevenaar tot Amsterdam en Rotterdam." Latere tijdingen maken melding dat de trein van Pruissen, niet in Zevenaar kon aankomen, doordal het water te Bab- berik over het spoor loopt, terwijl 5 a 600 ellen spoorweg tusschen Zevenaar en Ellen bij Babberik zijn weggespoeld. Naar men uit 's Hage meldt, zullen aan het Departement van Marine vervangen worden, de kapitein luitenant ter zee J. Andreaebelast met hel personeel en de kapitein-luitenant ter zee M. II. Jansenvoor hel materieel, door den kapitein- luitenant ter zee G. Iloijer en den ingenieur der 1 sic klasse bij de Kon. Ned. Marine II. J. Tideman. Als commandant van 's Rijks stoomschip Djauibi wordt genoemd de kapitein-luit. ter zee M. Jansen. De Minister van Fiitanliën heeft bepaald, dat de jaarlctter voor de branding der schepen en vaartuigen, bij de meeting daarvan, voor hel regt van palent, in het dienstjaar '1861—62, zal zijn de letter C. Golbische stijl. Naar men verneemt, zal op 's Rijks werf te Vlissingcn eerstdaags de kiel worden gelegd voor twee schroefsloomschepeu der 4e klasse, welke genoemd zullen worden Aart van Nes en dwt Briel. 's Rijks stoomschip Frans Naerebout is van daar naar Hellevoetsluis gestoomd, ten einde een gedeelte der bemanning voor Zr. Ms. stoomschip Amsterdam over te brengen. Men verneemt, dal de theologische faculteit te Leiden, door den vvel-cerw. heer J. II. Oosterdijkemer. pred. te Louteren in Gelderland, en onlangs te Arnhem overleden, be giftigd is met een aanzienlijk legaat, waarvan de renten bestemd zijn tot ondersteuning van twee hulpbehoevende studenten in de theologie aldaar, elk met eeue jaarlijkschc subsidie van f 200, ter keuze van gezegde faculteit. Men schrijft uit Rotterdam 51 Jan. Sedert kort is het standbeeld van Tollens, ter beveiliging van den invloed des weders en der hoornen, door een houten kast omgeven. Het is niet te ontkennen, dat dit een vrij kluchtig gezigt oplevert. Ook het grafmonument van Tollens, te Rijswijk, mogt, gelijk men meldt, wel een dergelijke bescherming ten deel vallen. Steeds blijft de wereld afwachten, met betrekking tot Italië en welligt andere landen van Europa, wat er te Gaëla beslist zal worden. De beriglen daaromtrent zijn verschillend; volgens sommigen zal het weldra moeten vallen, anderen ver zekeren, dat het bombardement uog weinig uitwerking heeft gedaan. Koning Frans blijft onverzettelijk op aanraden van zijne gemalin en gerugsteund door den gezant der koningin van Spanje. Venetië is bijna geheel vergelen in de groole kwestie; niemand spreekt er meer over. Alleen de Kamer van Koop handel te Peslh in Hongarije heeft den keizer van Oostenrijk aangeraden Venetië op te geven, en werkelijk de keizer schijnt groole moeite te zullen hebben met de opgewonden volken, die meer en meer een hoogen toon voeren, Ie bevredigen. Tengevolge daarvan is de verslandhouding met Rusland en Pruissen verbeterd, als zijnde deze twee mogendheden eenig- zins in 't zelfde geval met betrekking tot Posen en Polen. De Eiigclsche drukpers houdt zich druk bezig met de Decnsche kwestie; Engeland schijnt troepen te willen zenden naar Helgoland, een eiland aan den mond der Elbe nabij Denemarken, voor 't mogelijke geval van oorlog. Men gispt ook in Engeland de houding van"Duitschland, de stelling die de magtelooze bondsvergadering wil innemen, en de ongelijk heid van zienswijze, die legen Denemarken het nationaliteits gevoel der Italianen in Venetië wil bedwingen. Men verwacht er evenwel, dat de groole mogendheden eciicn strijd zullen voorkomen, die zij allen belang hebben te verhinderen. Op de Pont-des-Arls te Parijs staal een blinde, met wien dezer dagen het volgende is gebeurd. Een jongen had in een stuiver een gaatje gemaakt en daar een touwtje door- gesloken. lederen dag kwam hij voorbij den blinde, wierp zijn stuiver in het bakje, doch trok dien er dan aan het touwtje weder uit. De blinde, den klank van geld in zijn bakje hoorende, tastte er in om het er uil te halen, doch vond niets. Met deze guitenstreek echter nog niet te vreden, begaf hij zich onlangs tot den blinde en zcide: Arme man,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1861 | | pagina 2