ring der verschillende stukken mogt voorzeker niet onverdien
stelijk lieelen en schonk den aanwezigen een onverdeeld ge
noegen. Strekte alzoo deze uilvoering tot eere van directie en
leden, niet minder lof komt toe aan de liceren Polakdie
door hun welluidend accompagnement, zoowel als door hunne
onvermoeide pogingen om in het belang der goede zaak werk
zaam te zijn, geene moeite te groot hebben geacht. De zaal,
die met de buste van Z. M. den Koning prijkte, was, ook
door het aanbrengen van nationale vlaggen, gepastelijk ver
sierd. Grooten indruk bragt aan het einde de uitvoering van
het Volkslied te weeg, die, door eene gepaste toespraak inge
leid en door hel aanbrengen van bengaalsch licht en het prij
ken van de Oranjevaan en de nederlaudsche vlag, nevens het
borstbeeld des Konings, niet weinig werd opgeluisterd. Den
ledeu, die zich zeker allen veel moeite hebben getroost om
deze goede uitvoering voortebereiden, moge de gedachte, dat
zij veel tot bevordering van nut en genoegen hebben bijge
dragen, eene streelende zelfvoldoeoing zijn.
In de voorgaande week had, door het burgerlijk armbe
stuur en de armverzorgers van alle kerken te dezer plaatse,
eene buitengewone uitdeeling plaats aan hunne bedeelden,
waarvoor men in slaat was gesteld, lo. door de opbrengst van
een Concert, gegeven ten voordeele der algemeene armen, door
hel Zanggezelschap Cecilia2e de opbrengst der nieuwjaars
groeten en oe hetgeen gevondeu is in de armbusscn in loge
menten, enz.
Wij zijn onderrigt dat in den bus, geplaatst ten huize van
den heer J. C. Borgart, in de Westslraat, de belangrijke
som van f 50 is ingezameld, en dat die giften vooral te
danken zijn aan de zorgen van dien logementhouder, die den
bezoekers van zijn huis steeds de belangen onzer behoeftige
plaatsgenomen aanbeveelt.
Eere aan hendie bij den nood van zoovclen, ook de be
hoeften van hunne armen niet vergaten, en het is vooral aan
de krachtdadige medewerking van het Zanggezelschap Cecilia
te danken, dat deze buitengewone uitdeeling niet onbelangrijk
is geweest.
Naar men verneemt, wordt met 1 Mei a. s. op pensioen
gesteld de heer H. J. van Esmagazijnmeester bij de directie
der marine alhier, en in zijne plaats benoemd de heer J, J.
A. Bedloo de Bronovoboekhouder bij de directie der marine
te Hellevoetsluis,
Naar men verneemt, zal aan den luit. ter zee 1ste klasse
WF. L. de Vriese de betrekking worden opgedragen van
tijdelijkeu onder-cquipagicmecster van 's Rijks werf te Amsterdam-
Z. M. stoomschip Amsterdam zal den 5 Maart aanstaande
naar Oost-Jndjën vertrekken; met dezen bodem zal een detache
ment mariniers van 7a man en 2a matrozen, bestemd voor de
dienst in Oost-Indië, worden overgevoerd.
Men schrijft uit Amsterdam. Den lsten Mei aanslaande
worden van bier naar den Helder overgeplaatst de kapt. II. F.
van Lidth de Jeude en de lste luit. II. W. A. Oltkatnp
wordende gen. officieren vervangen door den kapt. P. A. Rauws
en de 1ste luit. D. G. F. G. van der Voorst Maarschalk ett
II. W. Almaallen behoorende tot het wapen der artillerie.
Uit een brief uit Leeuwen, dezer dagen medegedeeld,
ontleenen wij het volgende:
Z. M. de Koning is bij den notaris en heemraad Kupper
alhier even geweest, welke drie honderd noodlijdenden in zijn
huis had opgenomen. Z. M. sprak die ongclukkigen in harte
lijke bewoordingen toe. De heer Kupper zeidc tot een man
die daar stond: »Hoe is het grenadier?" (die man was vroeger
in dienst geweest). Bij deze woorden zag de Koning om en
sprak bedoelden persoon toe. »Ja, Sire!" zeide die man, »ik
heb al de veldtogten met uw papa in Belgie medegemaakt, toen
was Sire nog maar jong; en zie hier de wonden, welke ik in
die velloglen heb bekomen. Ik heb voor vorst en vaderland ge
streden, doch uu ben ik dood ongelukkig" De Koning zeide
daarop tot HDs. adjudant: »geef dien man iets", en deze over
handigde hem een bankbiljet van duizend gulden.
Verblijdend is de deelneming van het buitenland in het
lot van zoovele ongelukkigen door den watersnood. Schier
van alle zijden leest men berigten van inzamelingen van vele
en goede giften.
Ten einde aan de ongelukkigen door de overslrooiningen in
Nederland te hulp te komen, heelt thans de Cercle de la
librairie Ie Parijs zich bereid verklaard de prijzen te ontvangen,
welke de Parijsche bockhandel mogt willen bestemmen voor de
groole loterij en tentoonstelling van voorwerpen ten behoeve
der ongelukkigen. De secretaris van den Cercle zou de giften
in ontvangst nemen, en hoopte Maandag eene eerste bezending
naar 's Hage aan gebroeders Bclifanle af te zenden.
In het Journal de Genève van 22 Jan. komt een brief uil
Brussel voor van een ooggetuige der ramp in den Bommelcr-
waard. Bij dat berigtwaarin veel waarheid, maar ook veel
overdrijving voorkomt, werd ook meldiug gemaakt van de al
gemeene opwekking tot weldadigheid iu Brussel; hel Journal
laat het door deze woorden volgen Hel zal wel niet uoodig
zijn, dal wij thans de banden herinneren, die sedert eeuwen
Genève en Nederland aan elkander hechten. Wij twijfelen er
niet aan, of een groot aantal van onze medeburgers zulte,n
zich beijveren om de roepstem te volgen, die zich ook tot ons
rigt, ajware het slechts uit dankbaarheid. Dientengevolge ligt
van heden af aan eene lijst van inschrijving voor de ongeluk
kigen door de overstrooming in Nederland, in ons bureau bij
den Boekhandelaar JT. Cherbalien. De ontvangen giften zullen
worden overgemaakt aan de centrale commissie, die zich in
Nederland heeft gevormd, om zoovele ongelukkigen ter hulp
te komen."
En in het nummer van den 29slen, na opname van een
brief van den gewonen correspondent in 'sHage, die een ge-