HET CHINESCHE LEGER. DE AMERIKAANSCHE NEGERS. VERSCHEIDENHEDEN. MABKTBERIGTEN. "lijRGÊRmkYsTAND VAN DEN HELDER EN HET NIEUWED1EP nemeus een kamp te organiseren, uitsluitend bestemd voor militairen, die de zeebaden gebruiken. Het zweedscke volk heeft zijn koning den welgemeenden raad gegeven, dê voetstappen van den koning van Italië na te volgen. Of hierbij nu ook uitbreiding van grondgebied is bedoeld, wordt niet gemeld. Bij liet spoorweg-ongel uk te Brighton (Engeland) zijn 8 mannen, 11 vrouwen en 3 kinderen om bet leven gekomen. Van de meesten waren slechts wan staltige overblijfselen te vinden; sommige lijken werden alleen aan de kleederen herkend. Een dagblad deelt als proeve van taal en stijl de volgende publicatie mede »A1 degene die degene -- die de paal die op de wal ge staan heeft waarop gestaan niet om te werpenheeftom- geworpen weet aan te wijzen, zal de som ontvangen van tien gulden indien hij niet en van vijf gulden indien hij wel gevat wordt." Zou dit nu ook stadhuis-stijl zijn'? De prijs van 100,000 uit de loterij is gevallen op N° 636. Het eerste deel van Charles de Mutrecy's werk over den veldtogt in China zag dezer dagen te Parijs het licht. Dit boek bevat belangwekkende bijzonderheden omtrent de organisatie van het chi- nesche leger, waaraan wij liet volgende ontleenen: De strijdkrachten te land en ter zee, waarover de keizer van China beschikken kan, bedragen slechts 1,170,000 man, die over het ge- lieele rijk verspreid en in drie groote divisiën verdeeld zijn. De eerste divisie bestaat uit acht regimenten, te zamen 260,000 man sterk, meestal Tartaren, Mandschurs, Mongolen en llan-Kium's. De laatsten zijn oorspronkelijke Tartaren, die na de verovering van Mandschur, Tartarije, tot het cliinesche rijk behooren. De tweede divisie is 600,000 man sterk en bestaat uit zoogenaamde „mili tairen der groene vlag;" met uitzondering van eenige hoofdofficieren, zijn deze allen Chinezen. De derde divisie eindelijk wordt gevormd uit 300,000 man van de ligting der landmilitie en op hen rust de pligt voor de algemeene veiligheid te waken. Behalve deze drie, ver van elkander gescheiden divisiën, bestaat er nog een „vrijwillig leger", hetwelk alleen in tijd van oorlog op geroepen wordt en alsdan onder de onmiddelijke bevelen des keizers staat; het op te roepen cijfer is onbepaald en de keizer is de eenige die beoordeelt of het noodig is, dat deze troepen onder de wapenen komen of gehouden worden. Men zou ze, meer eigenaardig, schutte rijen kunnen noemen. De fabelachtig-zware verliezen, die de Chinezen in den laatsten oorlog met Frankrijk en Engeland geleden hebben, moeten echter niet alleen aan den minderen moed en de slechte organisatie en leiding van het Chinesche leger worden toegeschreven, ook de min dere degelijkheid der wapenen komt daarbij in aanmerking. Dr. Fuzier deelt daarover de volgende belangrijke opgaven mede in het Recueil des Mémoires de Médicine Militaire: „De wonden, die de chinesche vuurwapenen onzen soldaten hebben toegebragt, zijn niet van de ergste. Die wapenen zijn zeer gebrek kig. De Chinezen hebben in de forten enkele net bewerkte kanonnen, op wier juistheid van schot men geen staat kan maken, en die bovendien op zware, moeijelijk te wenden, affuiten geplaatst zijn. De overige zijn of van gegoten ijzer, van verschillend kaliber en over het algemeen slecht en ruw bewerkt, of van hout, met leder en ijzer bekleed. De geweren zijn nog in ellendiger toestand; zij zijn allen van verschillende soort, moeten met de lont bediend, worden en geven dus nooit een zeker schot. Ik heb op den 18 Augustus des vorigen jaars zes kogels uitgehaald, die bij geen der gewonden goed doorgedrongen was. Ook het kruid, dat zij gebrui ken, is niet veel bijzonders. „Op menig slagveld ben ik in de gelegenheid geweest, om ook aan chinesche gekwetsten mijne hulp te verleenenuit alles bleek mij, dat zij vertrouwen in ons stelden, en eerbied voor onzen moed hadden. Ik ben niet in de gelegenheid geweest de door cliinesche pijlen veroorzaakte wonden te onderzoeken. Ik geloof echter niet, dat ook die pijlen veel kwaad kunnen. Het ijzer op de punt is bij allen niet gelijk en niet vergiftigd. Chinesche sabels en dergelijke wape nen hebben, in mijn oog, bij een gevecht dezelfde waarde als hunne geweren. Zij zijn zelden goed scherp en het staal is broos. Handvat en lengte is even verschillend als in den regel ondoelmatig." Een berigtgever uit Washington meldt het volgende: „De negers in Washington zijn in gewone tijden een zorgeloos, goed volkje. Zij wonen in talrijke huisjes, waarvan er velen zeer gemakkelijk ingerigt zijn, in de voorsteden der stad. Daar ziet men de zwarten vrolijk huppelen en spelen. Zij hebben op de plaats ook hunne eigene kerken, die doorgaans zeer net gehouden en gebouwd zijn en waarin meestal methodistische predikers van hunne eigene natie en kleur de godsdienstoefeningen leiden. „De vrouwen zijn gedeeltelijk de waschvrouwen, de schoonmaak sters en kokkinnen der plaats, en de mannen oefenen bij voorkeur het bedrijf van koetsier uit. „Na de russische koetsiers zijn de negerkoetsiers do bestgeluimdo lieden van de wereld. Wanneer zij niet aan het werk zijn, ziet men ze steeds bij groepen bijeenstaan en zich vermaken. „Des Zondags schijnt den neger de stad bijna geheel toe te behooren, want dan pronken zij, en voornamelijk hunne vrouwen, of zoo als zij zelf zeggen ladies, in de eleganste kostumes, in de schitterendste kleederen, in de breedste crinolines, trotsch als paauwen, met zijden japonnen, terwijl zij daarbij de blanke gentlemen en ladies stipt naapen. „Wezenlijk denkt men, als men ze in het gezigt ziet, apen te zien. Want het is niet mogelijk, dat er in Afrika leelijker phvsionomiën kunnen zijn, dan soms onder deze nu reeds zoo lang uil hun land j zijnde en Engelsch sprekende en als Christenen gedoopte negers van Washington. Vanwaar deze onderdrukte menschen het geld voor hunnen op schik bekomen, blijft een raadsel. Maar ik zag ook neger-begrafe nissen, waarbij lange rijen van wagens, met twee paarden bespan nen het gevolg 'uitmaakten. "Soms een liaker vol lagcheude negergezigten, gereden door een blanken koetsier, dien zij gehuurd hadden. „Nooit zag ik, dat het blanke gepeupel of straatjongens de dik wijls bespottelijk uitgedoschte negerinnen aanrandden of bespotteden. Meer dan eens zag ik de zwarte jongens met blanke worstelen en elkander slaan, waarbij de laatsten altijd te kort schoten." Volgens de statistieken van den heer Poursageaud, een vermaard rekenaar, kost het ontzaggelijk groot aantal rijtuigen, dat zich dagelijks in de stad Parijs beweegt, jaarlijks aan 700 menschen het leven, terwijl er niet minder dan 5000 door verwond geraken. Wee dan nog, bo vendien, de blinden of verstrooiden van gedachtenOp sommige open bare pleinen rijden de koetsiers van 5 of 6 verschillende plekken op de voetgangers aan, en overrijden hen, of schelden hen uit, en mag men zich gelukkig prijzne, er met eene beleediging af te komen, Uit de berekening van den heer P. laat zich gereedelijk opmaken, dat de rijtui gen in Parijs meer menschen doen omkomen of verwonden, dan al de spoorwegen in Europameer zelfs dan de vier millioen rijtuigen in het. overige gedeelte van Frankrijk. De verhouding tusscheu de rijtuig- slagtoffers in de verschillende departementen van Frankrijk en Parijs zelve is van 1400 In Zu'ul-Carolina predikte onlangs een geestelijke over de ongehoor zaamheid van Jona, toen de Heer hem naar Nineve' had gezonden. Na eene lang uitgerekte uitwijding over de vreeselijke gevolgen van ongehoorzaamheid aan Gods geboden, riep hij met eene donderende stem, die de gansche vergadering deed ontroeren er bevindt zich welligt ook dergelijk een Jona in ons midden?" Nu was er ge- vallig een neger, die Jona heette, in de kerk. Op het hooren van zijn naam, en in den waan dat hij geroepen werd, stond hij op, en riep, den spreker met zijne wijd opengespalkte oogen en grijnzend ge laat stijf aanstarende, met eene diepe buiging „hier is er een, massa AMSTERDAM, den 30 Augustus 1861. 2| pCt. Nederl64 4" 99 2 Spanje42 J 3 binnenl47| 3 >i Portugal 1856/185946| 5 Russen 1828/29 101 5 Obl. 6 Serie94TS 5 Oostenrijk Metall46 Ts 5 National54{ 5 Amsterd. 68J KOERS VAN HET GELD: Beleeni ng 3, Prolongatie 2j, Disconto 3 pCt. SC HAGEN, 29 Augustus. Vei;. Paarden f 30a70, Stieren f 100a 121, 9 magere Koeijcn f 80 a 110, IS vette dito 1' 150 a 200, 8 nuclit. Kalveren f 4 a 7, 295 magere Schapen f 8 a 14, 280 vette dito f 10 a 25, 92Lammeren f Sa 12, 24 magere Varkens f 10 a 20, 49 Biggen f4 a f 7, Konijnen 40 a 50 c., Kippen 30 a 80 c.,Eenden 30 a 45 c. Boter 96 en een halve c. a f 1,06 en een halve c. per N. p. Kaas 25 a 40 o. per X. p. Eijf.ren. Kippen- f2,40, Eenden- f2,30 per 100 stuks. DORDRECHT, 29 Augustus. Granen. Jar. Zeeuws, en Inl. Tarwe f9 a 11,20, nieuwe dito f 11,50 a 13 jar. Zeeuws, en Inl. Rogge f G.60 a7,20, nieuwe dito f7.50 a S nieuwe Zeeuws, en VI. "Winter-Garst f 5,?0 a 0,50, Zomer dito f 5.50 a 6,10Inl. Voer-Haver f 3 a8,S0,dito dikke f4 a 5 nieuwe Blaauwc Erwten op de kook f 11 a 12 Bergen-opZoomsche Boekweit f235. Zaden. O verin, en Zeeuwsch Koolzaad znkmaat 65 a 67 p. vl., minder dito 63 a 64 p. vl., puik gestort 68 p. Dantziger Lijnzaad f325 Kana riezaad f 6 a 8. Olie. Raap- Vliegend f 39,50, Sept. en Oct. f 39,50 a 39,75, Xov. en Dec. f 40 a 40,50: Lijn- Vliegend f34,50. Koeken. Harde Raap- f82 a f 84; harde Lijn- f 125 a 130. SCHIEDAM, 30 Augustus. Jenever f 17,75; Amst. proef f 19,Moutwijn f 12.25. Van 2330 Augvsïvs 1861. ONDERTROUWD: K.Jager, van beroep vleeschhouwer, oud 23 jaren en J.H. Meerens, zonder beroep, oud 26 jaren, wonende binnen deze gemeente. C. Qua!, van beroep sjouwerman, oud 28 jaren en C. Kamer, zonder beroep, oud 26 jaren, wonende in deze gemeente. J. P. Poilie, van beroep tapper, oud 24 jaren, wonende te Rotter dam. en J. Boormeester, zonder beroep, oud 31 jaren, wonende alhier. S.W.Stooker, van beroep schipper, oud 22 jaren en A. Kooger, zonder beroep, oud 20 jaren, wonende in deze gemeente. I. de Graaf, van beroep zeeman, oud 23 jaren en P. Hagen, zon- der beroep, oud 21 jaren, wonende in deze gemeente. J. Rieuwerts, van beroep werk - man, oud 18 jaren en E, L. II. Baks, zonder beroep, oud 19 jaren, wonende in deze gemeente. V. Kwast, van beroep kleermaker, oud 24 jaren en O. Bethlehem,zonder beroep, oud 25 jaren, wonende in deze gemeente. D. Hoogvorst, van beroep landman. oud 28 jaren en G. Snijder, zonder beroep, oud 23 jaren, wonende in dezcgemccntt j J. Dekker, van beroep werkman, oud 28 jaren, wonende alhier, en G. IfiHd,zonder beroep, oud 21 jaren, wonende te Texel. GEHUWD: J. Walstra en M. ka fa. J. Kuiper en G. Drijver. J. de Roos en li. vau l aaien. A. C. Ham en M. Veen. C. Nijhuis en A. Brouwer. BEVALLENM. Ktraghonw, geb. ten Hope, (DJ. G. D. Kuiper, geb. Kramer, (Z.). C. Hoogenboscb. geb. Buijkes, (Z.). T. Brize, geb. Abbenes, (Z.). A. M. G, T. Gnnt.ber, geb. Janzen, (Z.). T.Roos, geb. Weij, (Z.). A. M. Visser, geb.Freeke. j (D.). J. Roon, geb. van Dalen, (D.). E. J. van Dijl, geb. Lamers, (D-). A. J. Koomen, geb. Smit, (D.) A. Deutekom, geb. Daalder, (DA. A. I nnd, geb. Scbon- j ten, (B.). P. M. IV. Winter, geb. Smit, (D.). OVERLEDEN W. Kaan, (7 weken). A. Mosk, (76 jaar) M.Burger, (47jaai i. W. de GraafT, (69 jaar). F. M. Timmer, (13 dagen). 1). Waal, (78 jaar). A. D. Bnijs. (13 jaar). H. van Getzen, (24 jaar). II. Keijzer. (41 jaar C. de Groot. O 2 weken! A. Sluis. (9 wekeni Levenloos aangegeven 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1861 | | pagina 3