GEMENGDE BERIGTEN.
DE KWALIJK OPGEVOEDE OOM.
te brengen, waarop men naar Ierland koers zette; liet schip
maakte nu negen knoopen per uur, en kwam eindelijk
des avonds ten 9 ure voor de haven van Queenstown aan.
In zekere stad van Ilindostan waren onlangs de vrouwen
oproerig geworden; de muiterij werd bedwongen, en tot
straf voor de opstandelingen vaardigde de overheid eene wet
voor de gehuwde vrouwen uit, waaraan de volgende be
palingen ontleend zijn: 1. Voor eene vrouw is geen ander
God op aarde dan haar man. 2. Haar man moge oud, mis
vormd, afzigtelijk, onbeschoft wezen, hij moge al wat hij be
zit met maitressen verteren, zijne vrouw moet desniettemin alles
doen en zich beijveren om hem als haren heer en meester,
haren souverein, haren God te behandelen. 3. Een vrouwe
lijk schepsel is gemaakt om op eiken leeftijd te gehoorza
men, de dochter moet bukken voor haren vader, de vrouw
voor haren man, de weduwe voor hare zonen. 4. Eene ge
trouwde vrouw moet zorgvuldig vermijden zelfs de minste
acht te slaan op de mannen, die met voortreffelijke eigen
schappen van geest en hart begaafd zijn. 5. Eene vrouw
moet zich niet veroorloven tegelijk met haren man aan ta
fel te eten; zij moet zich vereerd achten door te nuttigen,
hetgeen hij heeft overgelaten. 6. Lacht de man, dan moet
zij ook lagclien, als de man weent, dan moet zij ook weenen.
7. Elke vrouw, van welken rang of stand ook, moet iederen
morgen het huis vegen, het vaatwerk reinigen, en zelve
de spijzen gereed maken, waar de man veel van houdt.
8. Indien de man zich verwijdert, dan moet zij vasten en
zich niet opschikken. 9. Komt de man terug, dan moetzij
vrolijk hem te gemoet gaan, en hem dadelijk rekenschap
geven van haar gedrag, van hare woorden, zelfs van hare
gedachten. 10. Beknort hij haar, dan moet zij hem voor
zijnen goeden raad dank zeggen. 11. Slaat hij haar, dan
moet zij geduldig zijne kastijding ontvangenna afloop der
tuchtiging moet zij zijne handen vatten, ze eerbiedig kussen
en hem vergiffenis vragen, dat zij zijnen toorn heeft opgewekt.
Te Assen is een brandstichter onschadelijk gemaakt, door
hem een plaatsje achter de tralies toe te wijzen. De
brigadier-majoor der Rijks-veldwacht te Arnhem werd dezer
dagen op een kar te huis gebragt. Het schot van zijn
karabijn was hem door den voet gegaan. Het geregts-
lrof te Leeuwarden heeft iemand vrijgesproken, die beschul
digd was zijne beminde te hebben vermoord. De bewijzen
ontbraken. Middelharnis en Sommelsdijk deelen zamen
in het genot van gasverlichting uit één fabriek. De
ambtenaren der belastingen te Amsterdam hebben voor
eenige dagen een hoedendoos aangehouden, en, in de ge
dachte dat daar contrabande in verscholen was, die goed
gevisiteerd. Zij vonden echtergebruikte kinderluijers.
Men verzekert, dat er geen aanhaling is geschied. -
Londen is dezer dagen weder door vier belangrijke bran
den geteisterd. Een Engelsch soldaat, 19 jaren oud,
had zich zoo boos gemaakt over bekomen straf wegens
pligtverzuim, dat hij opzijn kolonel en kapitein geschoten heeft.
Zij zijn beidenreeds aan hunne wonden overleden. De keizer
van Rusland heeft aan zijne Israëlitische onderdanen in het
zuiden des lands meerdere vrijheden toegekend. Gene
raal Codrington, buitengewoon Engelsch gezant te Con-
stantinopel heeft onlangs een revue der tnrksclie troepen
bijgewoond. Dat de sultan zelve dit militaire feest niet
inet zijne tegenwoordigheid vereerde, werd door den am
bassadeur zoo euvel opgenomen, dat hij, in plaats van in
een versierde tent plaats te nemen, eenvoudig weg in het
zand ging zitten. De badgasten te Spa zijn door de
komst van een muziek-korps uit Brussel in staat gesteld,
om onder het genot van fraaije muziekale uitvoeringen hun
heil in het water te zoeken.
Vervolg van N°. 74).
De opgewonden kapitein liep liet gansclie repertoire van verwen-
schingen en vervloekingen, waar zekere YertVert voorheen de
nonnen, die hem opgeligt hadden, mee te lijf was gegaan, door,
terwijl de ontstelde meid, onder het uiten van allerlei spijtige
woorden, hare handen ten hemel hief.
Mevrouw Eourcard, die, even als haren zoon, op het gerucht van
den twist was komen aanloopen, trachtte te vergeefs tusschenbeide
te komen om Tribert tot bedaren te brengen. Onze zeeman zette
zijne zeemans-litanie, doorspekt met allerlei stemmelijke kijvadiën
en vergezeld van gebaren, die August in den beginne verbaasden,
maar naderhand in gramschap ontstaken, voort. Hij nam de oude
Roosje, die hare verklaringen en uitvlugten volhield, bij den arm,
en dwong haar zachtjes naar de keuken terug, als waarna hij naar
de salon terugkeerde.
Daar vond hij zijne moeder bezig om hare dienstbode te regt-
vaardigen, door haar ijver, hare trouw en de langdurige door haar
aan de familie reeds bewezene diensten op te sommen.
1 „Oeh. wat!...." riep Tribert, onwillig; „heeft zij mij die diensten
bewezen? Wat gaan mij de hoedanigheden aan, die zij gehad heeft?
De beste zeiler van de vloot wordt afgedankt en gesloopt, als hij
te oud wordt. Men houdt dienstboden, om er zich van te laten
bedienen, en niet om hun dankbaarheid te bewijzen."
„Oom zou toch niet willen, dat wij een braaf meisje, die mijne moe
der bijna als kind reeds gekend, en mij opgevoed heeft, op de straat
zetten," viel de knaap hem, min of meer driftig, in de rede.
„Als gij ze niet op straat wilt zetten, bezorg haar dan eene plaats in
het besjeshuis 1" voer Tribert, barsch, uit.
Moeder en zoon keken elkander aan, en stonden versteld.
„Of anders jaag haar naar den duivel!" ging de kapitein in
arrenwoede voort; „maar hier hoort zij niet te huis, waar men
zijn hoofd en zijne handen noodig heeft. Ik bespeur, dat mijne
zuster, helaas! de manie nog niet heeft afgeleerd, om zicli pligten
te scheppen, waar zij slechts regten moest kennen. Maar dat kan
zoo niet blijven, en moet anders worden, voor den den b
of ik zal!
August en zijne moeder keken elkander strak en stijf aan, totdat
eerstgemelde, wiens ongeduld in bitsheid dreigde over te gaan, zijn
oom vrij vinnig toeduwde, dat ieder toch wel vrij zou zijn, de
dingen in zijn eigen huis naar zijn believen te regelen. Maar
Tribert, dien stelregel voor eene goedkeuring opnemende, juichte
hem luide toe, en herhaalde, dat hij zich wel zou weten te laten
bedienen, en eischte ten laatste zijn ontbijt.
Middelerwijl Roosje gelast werd wat spoed te maken, stak hij
zijne pijp aan en wandelde de kamer op en neer, volgens de ge
woonte van een aantal rookers, op den vloer spuwende.
Mevrouw Eourcard volgde die noodlottige wandeling, die de
wanordelijkheden en morsigheid van eene kroeg de smaakvolle net
heid, waar zij altoos zoo zeer op gesteld was, deed vervangen, met
leede oogen en wanhopige blikken; terwijl August, den weerzin
van zijne moeder radende, er den weerstuit van gevoelde, en ter
naauwernood zijne woede wist te verbergen. Eenige minuten lang
bleef alles stil, toen de zeeman voor eene op de meest uitkomende
plaats van het salon hangende schilderij staan bleef.
„Dat is het portret van Fourcard, niet waar?" vroeg hij, eene
wolk van rook naar de schilderij blazende.
Zijne zuster beantwoordde zijne vraag bevestigend.
„Die brave zwager!.,., wat was hij toch leelijkliet hij er, zacht
jes, op volgen, nog altoos voor het portret blijvende staan kijken.
De weduwe en August beefden van ontroering en verontwaardi
ging. Gewoon zijnde om de nagedachtenis van den overledene met
hartstogtelijken eerbied te vereeren, waren zij te gelijker tijd dooi
de lompe aanmerking van den zeeman diep gegriefd.
„Dat is de eerste keer, dat ik op die wijze over de gelaatstrek
ken van mijn vader hoor oordeelenzeide de knaap, op een leven
dagen toon. „En vooral verwondert mij dit van u, daar gij hem
genoeg gekend hebt, om op dat doek zijne gansclie ziel te zien uit
gedrukt."
„Ja, ja!" hernam de kapitein, onverschillig, „hij was in allen
gevalle een goede duivel, en men moet het hem niet ten kwade
duiden, als God hem in de categorie der onnoozelen had geplaatst."
„Mijnheer!" riep August, die, bleek van woede, opgestaan was.
„Kom, mijn kind!" zeide mevrouw Fourcard, hem bij de hand
vattende, diep bedroefd, maar hoog ernstig„dewijl men niet schijnt
te begrijpen, wat men aan de dooden verschuldigd is, laat ons dan
ten minste weten wat wij aan onszelven verpligt zijn!"
Dit zeggende, trok zij August met zich mede en verliet, zonder
den kapitein in de gelegenheid te stellen, er iets meer van te zeg
gen, de kamer met hem. Vervolg en slot hierna.')
MARKTBERIGTEN.
AMSTERDAMden 20 September 1861.
21 pCt. Neder 164TR
4" 99t5J
2 Spanje42^.
3 binnenl47}'.
3 Portugal 1856/185946}
5 Russen 1828/29 101
5 Obl. 6 Serie94}
5 Oostenrijk Metall46?
5 National55}
5 Amsterd70t'(i
SCHAGEN, 19 September.
Vee. Paarden f 40 a 140, vette Koeijcii f 130 a 190, magere dito f 80a 110, nucht.
Kalveren f 5 a 8, magere Schapen f 7 a 11, vette d ito f 15 a 23, Eug. Rammen f 30 a 40,
Lammeren f S a 12, magere Varkens f 10 a 20, Biggen f 5 a 10, Konijnen 15 a 40 c..
Kippen 40 a 90 c., Eenden 40 a 50 c., Duiven 10 a 40 c. Boter 96 en een halve c.
pcrN. p. Kaas 25 a 40 c. per X. p. Eijkukn. Kippen-f 2.40 a 2.50, Eenden-
f 2,50 a 2,75 per 100 stuks.
DORDRECHT, 19 September.
Granen. Jnr. Zeeuws, en lui. Tarwe f 10a 11,80, nieuwe ditofll,4Qn 13,blaauwc
en zomer dito f 10,50 a 11,50, zaai dito t' 14 a 15. dar. Zeeuws, en Tul. Rogge f7,50
h f 8, nieuwe dito i' 8,50 a 6,20. Nieuwe Zeeuws, cn Vlaams. Wintcr-Garsl f6 a6,70.
Zomer dito f 6 a 6,40. Noord-Brab. Boekweit f235 a 238, Zaden. Nieuw Zeeuscli
cn Overm. Koolzaad 67 a 69 p vl., 9 vats dadelijk 73 p.vl., Oet. 73cneen halfp. vl.,
Nov. 74 p. vl. Dantz.Lijnzaad f 330. Olie. Raap-1 lieg. f 39,50, Oet. f 39.75.
Nov. f 40,25, Dcc. f 40,50, Lijn- VI. f 36. Koekf.n. Raap- f mi a 88, Lijn- f 127a 132.
SCHIEDAM, 20 September.
Jenever f 17,75; Amst. proef f 19,Moutwijn f 12.25.
BURGERLIJKE STAND VAN DEN KELDER EN HET NIEUWEDIEP,
van 1320 September 1S61.
ONDERTROUWD: M. J. P. van 1'rooijen, officier van gezondheid 1ste klasse,
ond 37 jaren, wonende te Hcllevoetslnis, en L. G.Bruijn, zonder beroep, oud 32 jaren,
wonende alhier. C. Speelman, van heroep schippersknecht, oud 21 jaren, wonende te
Akersloot, cn A. D. de Wit, zonder beroep, oud 22 jaren, wonende alhier.
GEHUWD. J. Pater en A. Kraakman. .1. Olscn en C. M.Waldoor. T.Thel-
lier en B. M. van der Put. Y. Yanse en A.YI. Hoogstraten. II. P. Mulder en C'
Dekker. K. Rood en "\l Dam