ADVERTENTIËIM. HET WITTE KONIJNTJE. ALLERLEI. MAEKTBERIGTEN. C A R G A L IJ S T. Vergadering van den Raad Zij dragen- laarzen en broek uit één stuk, van gom-elastiek vervaardigd. Te New- York is dezer dagen aangehouden een meisje in mansgewaad. Zij was gaan varen voor matroos," om zoodoende liaar beminde op te sporen en had hare rol driejaren volgehouden. De witte maagden,'" bestemd om liet krooningsfeest van het Pruissisch koninklijk echtpaar op te luisteren, hebben het verbod ontvangen om bij die gelegenheid eene crinoline te dragen, daar het dragen van dit ldeedingstuk te veel ruimte zou doen verloren gaan. Uit Parijs wordt berigt, dat de cga van den minister van Binnenlandsche Zaken, vergezeld door een Engelschman, het hotel van haar echtvriend heeft verlaten, vele kostbaarheden met zich voerende. De gelieven hadden elkaar vroeger te Londen loeren kennen en hunne liefde was door het verloop der tijden geenszins verflaauwd. Lord Pelham bewoonde bijna bet geheele jaar een slot, dat eenige mijlen van Londen, aan den oever van den Teems lag-. Hij had de gewoonte van dikwijls alleen te voet naar Londen te gaan. Toen bij dit eens weder deed, ontmoette hem een slecht gekleed mau, die een mandje droeg. „Mylord," zeide deze man tot hem, „wilt gij niet een klein wit konijntje koopen?" Lord Pelham zeide: neen, en ging vervolgens zijnen weg. Maar de man volgde hem en zeide op een nadrnkke- lijken toon: „Mylord! gij zult immers niet weigeren mijn klein wit konijntje te koopen?" „Wat zal ik er mede doen? laat mij gaan, vriend." Ik ben echter overtuigd, mylorddat gij terstond het witte konijntje van mij koopen zult," en terwijl hij dit zeide, zette hij den lord een pistool op de borst. „Ja, ja, ik zie wel, dat ik het koopen moet, waarom hebt gij u niet terstond verstaanbaar uitgedrukt? Wat eischt gij dus voor uw konijntje?" „Duizend guin- jes, mylord!" „Duizend guinjes voor één konijntje!" „Geen schelling minder, en niet waar, mylordgij geeft die?" „Zonder twijfel, maar ik heb zulk eene som niet bij mij." „Dit geloof ik wel, maar uw handschrift is voldoende, ik ken uwen bankier." „Mijn handschrift maar daartoe hel) ik noodig„Niets dan papier, pen en inkt, hier zijn ze, ik heb op alles gedacht." Lord Pelham, die duidelijk genoeg zag, dat er geen ander middel overbleef om van dezen zeldzamen koop ontslagen te worden, schreef eenen wissel op zigt, betaalbaar aan toonder, en wilde nu zijnen weg vervolgen. De onbekende plaatste zich echter voor hein, nog steeds de pistool in de hand houdende, en zeide: „Waarheen mylord?" „Naar Londen." „Gij vergist u, mylord gij gaat terug naar uw slot en ik naar Londen, om de 1000 guinjes bij uwen bankier te ontvangen, en gij begrijpt wel, dat ik uwe tegenwoordigheid daarbij niet verlang. Ga dus naar uw slot en vaarwel!" Lord Pelham vond het niet raadzaam dit gesprek verder voort te zettentreurig beo-af hij zich naar zijn slot en verhaalde niemand, hoe duur hem dit diertje te staan kwam. Tien jaren na dit avontuur wandelde de lord eens op eenen avond door de straten van Londen, en zijn oog viel op een prach tig verlichten winkel van een juwelier. Het gezigt van den koopman kwam hem bekend voor, hij bezag hem naauwkeuriger en terstond herinnerde hij zich den man met het witte konijntje. Hij trad in den winkel en begeerde eeuige juweelén te zien. Bij het eerste woord, dat de koopman sprak, verdwenen alle twijfelingen van den lord en hij herkende zijnen roover. Maar wat nu te doen? Hoe hem aan te geven, zouder getuigen en zonder bewijzen? De lord gin»- heen, zonder zijnen argwaan met een woord te verraden en dacht den geheelen nacht op middelen, om weder aan zijn geld te komen. Den volgenden morgen, toen de winkel naauwelijks geopend was, begaf hij zich, zeer eenvoudig gekleed en met een korfje onder den arin, naar den koopman en verzocht deze te spreken. Men bragt hem in eene achterkamer, waar hij den juwelier vond. „Mijnheer," sprak lord Pelham, toen hij met hem alleen was, „hebt gij geenén lust 0111 een klein wit konijntje te koopen." De juwelier was ver wonderd en zag den lord stijf aan. „Ik ben overtuigd," ging de lord voort, „dat gij mij terstond dit aardig wit konijntje zult af- koopen," en te gelijk zette hij hem een pistool op de borst. „O gaarne," zeide de juwelier, geheel verschrikt, „hoeveel kost uw konijntje?" „Wat het mij gekost heeft, 1000 guinjes." „O, twee-, driemaal zooveel, mijnheer!" riep de koopman, terwijl hij hem tc voet viel en zijne brieventasch overhandigde, „maar, om 's hemels wil, maak mij niet ongelukkig!" Geroerd door zijne tranen en zijn berouw, maar nog meer door het gezigt van eene jonge vrouw en twee kinderen, die hij in den winkel gezien had, vergenoegde zich lord Pelham met 1000 guinjes uit de brieventasch te nemen. „Neem meer," zeide de juwelier, „met liet geld, dat ik op zoo eene brutale wijze van u leende, ben ik eenen handel begonnen, waarvan de uitslag mijne hoop ver overtroffen heeft." De lord nam nu uit dc brie ventasch nog 1000 guinjes, die hij naar het vondelingshuis zond. Bij het heengaan zwoer hij dit avontuur nooit kenbaar te maken en hij hield ook getrouw zijn woord; want eerst na zijnen dood vond men, onder zijne papieren, het bovenstaande berigt. jan. Weet gij wel, Kees dat gij te veel bier drinkt? kees. O gij sul, goed bier maakt goed bloed, goed bloed maakt een gezonde kop, in een gezonde kop komen heldere gedachten, hel dere gedachten leiden tot goede daden, en goede daden brengen de menschen in den hemel. jan. Nu als een goede pint u in den hemel kan brengen, drink dan in Gods naam maar voort De volgende zamenspraak had plaat» tusschen een commissaris van politie en een bedelaar: Kerel, zoo sprak de commissaris, ik kan niet in de herberg ko men, of ik vind u bedelen. Kijk, sprak de bedelaar, het is met mij juist hetzelfde, kom ik bedelen, dan vindt ik u in de herberg, Te Geeraardsbergen, is gelijk men weet, een berg, op wiens top een waterpoel is, welke zelfs in de sterkste droogte niet ledig wordt. Nevens dien poel staat een soort van voetstuk, waarop sommige wandelaars hunne namen hadden geschreven. Een andere was gekomen en had onder die namen ezelskoppen geteekend. Een derde kwam en schreef onder dit alles: Hier schreven gekken hunne namen, Den naneef ter gedachtenis op De gekken, die na de eerste kwamen, Die stelden er hun wapen op. AMSTERDAM, tien 1 October 1861. 2i pCt. Neder 164 4" 99 f,. c\ ri B 2 Spanje42 i 3 n binnenl47§ 3 »i Portugal 1856/185946 5 Russen 1828/29 101 g 5 i> Obl. 6 Serie94® 5 Oostenrijk Metall46TS- 5 ii ii National55 5 i> ii Amsterd70 i koers van het gele: Beleening 3, Prolongatie 2t, Disconto 3 pCt. P Uit MERENDE, 1 ""October. A ee. Aangevoerd 221 Runderen, 14 Paarden, 59 vette Varkens 42 a 50 c. per n. p., 47 mag. dito f 13 a 26, 374 Biggen f 5 a 8, 88 vette Kalveren 40 a 60 c. per n. p. 21 nuckt. dito f8 a 16, 1974 Schapen en Lammeren. Kaas. Kleine Gras- f26, middelt), dito f 30 per 50 n. p. Boter 90 c. a f 1,05 per n. p. ALKMAAR, 30 September. Vee. 7 Ossen en 10 Koeijcn f 150 t 230, 112 Kalveren f 30 a 60, 314 Sehapen f 16 a 24, 26 Varkens f 30 a 75. ROTTERDAM, 30 September. Granen. Jarige Tarwe 1" 10 a 11,75, nieuwe dito f 11 a 12,75. Nieuwe Zeeuws. Rogge f 8 a 8,75. Nieuwe Zeeuws. Wintcr-Garst f 5 a 6,75, Zomer dito f 6 a 6,75. Nieuwe lange Zeeuwschc Haver f 3 a 3,75, korte dito f 4 a 4,40. NieuweZecuwscbe Paardeboonen f7,50 a 8,50. Nieuwe Zeeuws. Bruine Boonen f 14 a 16, "Witte dito f 12 a 15. Nieuwe kleine Blaauwc Erwten f 10,50a 12. Noord-Brab. Boekweit f228 a f 235, Vlaams, dito f 228 a 233,50. Zaden. Nieuw Kanariezaad f 10 a 11, jar. f 5 a 8,75. Zeeuwsch Koolzaad 70 p. vl., Vlaamscli dito 69 p.vl. Meekrap met vaste prijzen en goeden omzet. SCHIEDAM, 1 Octcber. Jenever f 18,25; Amst. proef f 19,50. Moutwijn f 12.75, LONDEN, 30 September. Heden waren ter A ee-markt aangevoerd 6080 Runderen, 23,680 Schapen, 169 Kalveren en 570 A'arkcns. De prijs der Runderen was 4 sh. 8 d. van Schapen 5 sh.van Kalveren 5 sh. en van A'arkens 5 sh. per steen. Aangekomen van 2S Scpt.2 Oet. ter losplaats HELDER om aldaar te lossen, de volgende schepen, gekomen van N EW CASTLE. Hauthom, Sheils. 157 eh. Steenkolen. v.VlissingenAStuart,teAmst. NEW CASTLE. Halcolm, Pattison. 5920inudSteenkolen. v.d.Lceuw&Zn.&C..teRott. NEA\ CASTLE. //«;D7r///,Simpson. 522SmudSteenkolen.v.A'lissingenASl nart,tc Amst. NEW CASTLE. AnnElisaheth,Shicld. 106 ch. Steenkolen.v.d.LeeuwicZn.^cC.JcRott. DRAMMEN. Draf/ut, Nicolavscn. Hout. AA". Pont, teEdam. FREDERIKSTADT. Mozesy Falek. Hout. Foufceijn Tjalliuga, te Harlingen. VERTREK DER SPOORTREINEN. HOLLANDSCH IJZEREN SPOORAVEG. A'an Amsterdam naar Haarlem: tcu 7 ure 30 min., 8 ure 5 min., 10 ure40min., I ure 30 min., 4 ure 30 min. en 7 ure 30 min. A an Haarlem naar Rotterdam: 8 ure, 37 min., 11 ure 11 min., 2 ure 5 min., 5 ure 5 min. en 8 ure 5 min. A'an Rotterdam naar Haarlem en Amsterdam: ten 7 ure, 9 ure 30 min., II ure 50 min., 3 ure 30 min. en 7 ure 45 min. NEDERLANDSCHE RUIJN-SPOOKWEG. A'an Amsterdam naar Utrecht cn Rotterdamten 0 ure 40 min., 7 ure 25 min., 10 ure 25 min., 12 ure 30 min., 4 ure 30 min., 6 ure 20 min. en 8 ure 30 min. Van Rotterdam naar Utrecht cn Amsterdam: ten 6 ure 55 min., 9 ure 50 min., 12 ure 25 min., *3 ure 55 min., 5 ure, 50 min. en S ure 25 min. Be trein met een. g et eekend loopt op Zondag en Christelijke Feestdagen niet. VERTREK DER STOOMBOOTEN. SCIIROEFSTOOMBOOTEN DIANA, JACQUELINE CONSTAXTIA A'au Amsterdam naar het Nieuwe diep's morgens 9 en 's nam. 4 ure 30 min. Van het Nieuwe diep naar Amsterdam: As morgens 8 en 's nachts 12 ure 30 min. RADERSTOOMBOOT ZAANSTROOM No. 1 A an Amsterdam naar het Nieuwedicp's namiddags 5 ure. A'an het Nieuwedicp naar Amsterdam.- 's nachts 12 ure. SCHROEFSTOOMBOOT STAD AL KM A AR, dagelijks, uitgezonderd Donderdag. A'an Amsterdam naar het Nieuwedicp.- 's middags 12 ure. A'an het Nieuwediep naar Amsterdam's morgens 7 ure. der Gemeente 11E Ij D E R, op Vrijdag den -kien October 1861 des avonds ten 7 ure. Bevallen van eene Dochter, G. T. C. ZUR MUHLF.N BOELEN. Nieuwedicp, 1 October 1861,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1861 | | pagina 3