NIEUWEDIEPER COURANT M 85. D O D E K l> V Ci 17 O C T O B E H. ia«i EN NEGENTIENDE JAARGANG. GEMEENTERAAD. HELOERSCNE yjUUS'it het Deze Couraut wordt uitgegeven op zondag en donderdag, des morgens ten aclit ure, door A. A. BAKKER Cz. in den boekwinkel, Hoofdgracht No. 32. Abonnementsprijs per kwartaal ƒ1.30. u franco per post1.50. Enkele nommersn 0.10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars en Post directeuren. Advertentién worden aangenomen tot Zaturdag en Woensdag middag 12 uur, en bij den Heer T. MOOY, op de Laan aan den Helder, tot elf ure. De prijs van 1 tot 4 regels is ƒ0.60. Voor iedert n regel meer ƒ0.15. Zegelregt voor elke plaatsing 0.35. Buitengewoon groote letters, naar mate der ruimte, die zij beslaan. Brieven en Stukken franco aan den Uitgever. In de zitting van den Gemeenteraad van jl. Dingsdag 15 werd mede gedeeld, dat de heeren Boomsma, Zur Mühlen, de Lange en Haremaker hadden kennis gegeven de vergadering niet te kunnen bijwonen. De vergadering werd door den Burgemeester geopend. De notu len der vorige zitting werden gelezen en goedgekeurd. Het eerst in behandeling kwamen de voorstellen tot vermeerde ring van plaatselijke commiesen en tot wijziging van de plaatselijke belasting op het geslagt en invoering eener algemeene peilrekening op het rundvee. De Voorzitter zegt, dat het beginsel der vervan ging van de dienst der rijks-commiesen door eigen ambtenaren reeds door den raad is aangenomen, en dat thans alleen aan de orde is de wijze van inrigting. Daarop wordt gelezen eene missive van den Inspecteur van 's Rijks belastingen alhier, houdende kennisge ving, dat het toezigt der rijks-ambtenaren op de invordering der gemaal-belasting niet meer mag geschieden, daar van het gemaal geen rijks-accijns meer geheven wordt. Door den heer de Breuk wordt daarop gezegd, dat wel de stukken betrekkelijk deze wijzi ging in het belasting-stelsel ter visie hebben gelegen, dat hij ze ook ingezien heeft, maar zich nog niet genoeg ingelicht gelooft hij stelt daarom voor de behandeling vooral van het tarief uit te stellen, ook met het oog op de onvoltalligheid van den raad. De Voorzitter antwoordt, dat, daar de hoofdzaak reeds geregeld is, uitstel minder noodig is, en dat het na de behandeling van het eerste voorstel welligt duidelijker zal zijn, dat veilig kan worden voortgegaan met de behandeling ook van liet tweede. De heer de Breuk neemt daarmede genoegen. Daarna werd gelezen eene missive van den Controleur der ge meente-belastingen. In dit stuk wordt de raad gewezen op het onvoldoende van het thans bestaand toezigt op de gemeente-belas- tingen en op de noodzakelijkheid van het aanstellen van eigen ambtenaren. Verder wordt voorgesteld, ten dienste der gemeente, aan te stellen 1 controleur, inspecteur van de dienst; 1 hoofdcommies, belast met het toezigt over en de regeling van de dienst der ambtenarengeëxamineerd roeijer en scheepsmeter 2 commiesen voor de dienst aan den ingang van de gemeente bij het Groot Noordhollandsch Kanaal; 2 commiesen, gevestigd aan den ingang van de haven liet Nieutcediep; 2 commiesen voor de dienst op de schepen en bij de lossingen; 2 commiesen ter bewaking van den ingang der gemeente aan den Huisduiner straatweg; en 3 commiesen voor de algemeene surveillance door de gemeente, voor molens, bakkers, slagters, enz. Bovendien wordt voorgesteld te benoemen twee adjunct-commiesen ter vervanging bij ziekten of ter vervulling van meerdere diensten. Vóór er wordt overgegaan tot vaststelling der kosten, die deze vermeerdering van gemeente-ambtenaren noodwendig veroorzaken moet, wordt door den heer Graat opgemerkt, dat liet misschien overbodig is een volledig corps ambtenaren te benoemen, daar het hier toch maar alleen het toezigt op den gemaal-accijns behoeft te gelden. Hierop wordt door den Voorzitter geantwoord, dat dit wel zoo is, doc.h dat het toezigt, zoo als het nu bestaat, uithoofde van de drukke dienst der rijks-ambtenaren, geheel onvoldoende is en eene afdoende regeling allezins wenschelijk maakt. Door den lieer Reeringh wordt de zaak nog nader toegelicht. Genoemde beer maakt opmerkzaam, dat alleen wegens den gemaal-accijns toch dezelfde kosten zouden moeten gemaakt worden en alsdan nog daarenboven toelagen aan rijks-ambtenaren moesten worden toege legd, vindt ZEd. de voorgestelde regeling meer aanbevelenswaardig. Door den lieer Janzen wordt verder nog gewezen op de behoefte aan beter toezigt, ook wegens den talrijken invoer van meel, waar van de belasting wordt ontduikt. Nadat door den heer Graat aan den lieer Reeringh was dank gezegd voor diens opheldering en inlichting, betrekkelijk de aanhangige zaak, wordt door laatstgenoemd lid de verzekering gegeven, dat het geene voorliefde is, die hem drijft, tot deze nieuwe regeling bij te dragen, want hij beseft het, hoe de rijks-ambtenaren daarbij schade lijden. Maar het belang der gemeente eisclit eene betere surveillance. Hierop komt in behandeling de bepaling der jaarwedden, aan de verschillende beambten te verleenen. Er wordt besloten die te be palen als volgt: Traetement van den controleur 500. i, hoofdcommies 700. i, 1 commies lste kl. G00. 2 commiesen 1 commies 2de 2 commiesen 550. 500. 475. u tf 450. Vóór de vaststelling van het bedrag dezer jaarwedden wordt door den heer Graat aangemerkt, dat liet traetement van den hoofdcom mies, die roeijer en scheepsmeter zal moeten zijn, z. i. veel te laag is gesteld. Hij zou eene bepaling op 800 wenschelijk achten. Tengevolge hiervan ontstaat eene discussie, waaraan de lieeren Graat, Eeeringh, Strootman en de Voorzitter deelnemen. Door den heer Strootman wordt gezegd, dat het de bedoeling der commissie is geweest, om die jaarwedde voorloopig niet hooger testellen; bij eene getrouwe pligtsbetrachting is men dan veel beter in staat die later te verlioogen. Op eene vraag van den Voorzitter, verklaart de heer de Breuk, na gehouden discussiën, geen bezwaar te zien in de voortzetting der beraadslagingen. Op voorstel des Voorzitters werd besloten, aan eene commissie, bestaande uit liet dagelijksch bestuur met de heeren Strootman, Beets en Reeringh, de. beoordeeling op te dragen van de aanvragen om als commies der gemeente-belastingen te worden geplaatst. Ver volgens komt in behandeling de vraag, of er ook een ouderdom zal worden bepaald bij de oproeping van sollicitanten. Door den heer van Kelckhoven wordt voorgesteld, dit aan de daartoe benoemde commissie over te laten. ZEd. houdt het er echter voor, dat het beter is geen ouderdom te bepalen, omdat een geschikt persoon wel eens een enkel jaar boven den bepaalden ouderdom kon zijn en dan daarom afgewezen zou worden. De lieer Graat gelooft, dat den ouderdom van hoogstens 40 jaren aanbeveling verdient, daar dien leeftijd ook als maximum bij de dienstneming voor land- en zee- magt is bepaald. De beer Reeringh is voor het bepalen eener grenslijn, ook om een al te grooten toevloed van sollicitanten te voorkomen. De voorzitter brengt hierop in omvraag of den ouderdom van 35 of dien van 40 jaren als maximum zal worden bepaald. Met 6 tegen 5 stemmen wordt tot de bepaling van den 35jarigen ouderdom be sloten. De heeren C. Bakker Bz., Graat, Janzen, v. Kelckhoven en Verweijde stemden voor de bepaling van 40jarigen ouderdom. - Vervolgens werd gelezen eene verordening op den invoer van runderen, kalveren en vleeseh. houdende wijzigingen in de thans

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1861 | | pagina 1