I
ADVERTENTIËN.
INGEZONDEN.
EENE SLAVIN.
ALLERLEI.
BURGERLIJKE STAND VAN DEN HELDER EN HET NIEUWEDIEP,
MIDDELBURGSCHE MAATSCHAPPIJ VAN STOOMVAART.
van zijne gruwelen te doen bestaan. Maar de verkoolde
overblijfselen der slagtoffers toonden duidelijk wat er ge
beurd was en verschaften den misdadiger een verblijf in
den kerker. De kadetten van Woolwich hebben dezer
dagen hunne ontevredenheid betuigd, over verkorting hun
ner vrijheden en over soort en hoeveelheid van hun voed
sel. Zij hebben eenige kanonnen in het water geworpen
en andere stukken geschut met halfponds brooden geladen,
die sedert eenigen tijd een deel van hun voedsel uitmaken.
In de belgische provincie Luik ging een reeds bejaard
heer met zijne nog jeugdige dienstbode trouwen. Gedurig
hadden er 's avonds voor zijne deur zamenscholingen plaats
en behalve ketelmuziek en gezang was de spot en belee-
diging zoo hevig, dat de man, ten einde raad, zijne woning
verliet. Den volgenden dag zag men zijn pet op het Maas
water drijven.
Helder, 30 November 1861.
De Subcommissie tot stichting van een Gedenkteeken aan JOOST VAN
DEN VONDEL aan allendie genie e?i talent de hulde der dank-
laarheid waardig achten
Mogen wij den roem van het voorgeslacht laten uitsterven? Het antwoord
ligt in de waardering hunner werken.
Is het afgoderij de gedachtenis van groote mannen door openbare gedenktee-
kenen te vereeuwigen? Dit kan alleen gevraagd worden door hen voor wieu
dankbaarheid aan verdiensten fanatisme is en dweeperij. Is het te veel gevergd,
als dankbaarheid influistert: laat ons te zamen een steen aandragen tot den
tempel des roems, waarin het genie van waardige telgen der Muzen door 't
nageslacht gehuldigd wordt? Ellendige bekrompenheid van ziel en zin alleen
zou dit kunnen toegeven.
Oudtijds vereeuwigde Athene zijne wijzen en kunstenaars na hun ontslapen,
en beitel en penseel bragten hunne gestalte over tot het oog van het nageslacht,
dat hunne gedachte in hoofd cn hart bewaarde. Het schoone Florence zag zijne
tempels en paleizen, zijne pleinen en lusthoven in zoovele kunstmusea's her
schapen, en de namen van Michel Angelo en Rafaël van Petrarcha cn Tasso
leven voort in de gedenkstcenen huns roems. Onze onder een meer damprijken
hemel minder geënthusiasmeerde vaderen gevoelden zich niet te verkleumd, om
dankbaar jegens verdiensten te zijn. Den onvergctelijken Redder van het veege
Vaderland, en den stoet van helden, gevallen in eervollen strijd, hebben zij gedenktee-
kenen opgerigt, beiden den roem dier helden en hunne edelmoedigheid waardig.
Neêrlands heldeneeuw behoort tot de domeinen der historie. Het houdt de
staatkundige balans van het Europesche evenwigt niet meer in handen.
Maar de lauwer der poëzij is niet verwelkt en de beeldende kunsten zijn
niet uitgestorven. Onze eeuw telt haren Eilderdijk cn Da Costa, in wier brein
het genie van Hooft en Vondel was gevaren.
Daar onthulde men te Rotterdam het gedenkteeken aan den dichter, die bij
het volk geliefd zal blijven, zoolang Neêrlands bloed door de aderen vloeit en
als bij inspiratie riep de lieer Bakhuizen van den Brink uitTe Amsterdam
worde een standbeeld aan Joost van den Vondel opgerigten ziedaarweldra
vereeuigde zich in de hoofdstad een uitgelezen schaar, om dien wenk op te
volgen. Die commissie was, en teregt van oordeel, dat zulk een gedenkteeken
nationaal behoorde te zijn. Allerwege riep zij in het Vaderland mannen op, om
nevens haar in commissie werkzaam te zijn. Te dezer plaatse werden de onder-
geteekenden door de hoofdcommissie op den 15 Nov. des vorigen jaars uitge-
noodigd, als subcommissie hier tot dit doel werkzaam te zijn, en op den 9 Dec.
daaraanvolgende constitueerde zij zich, eu wachtte het sein af om hare werk
zaamheden te beginnen. Daar overstelpten ijsklompen en watervloed een gedeelte
van den Vaderlandschen grond, en de noodkreet van het oogenblik leidde der
commissie een tijdelijk zwijgen op, en zij staarde met bewondering op Oranje,
die zijn volk voorging op den weg der zich zelf opofferende liefde. De tijd
des jammers is voorbij en geslagen wonden zijn geheeld, en de hoofdcommissie
wil, vereenigd met hare subcommissiën, het edel werk, dat liefde voor een wijl
deed staken, in vollen gang zetten.
Deze subcommissie aanvaardt hare taak met een beroep te doen op de gulle
medewerking van liare plaatsgenooten en van ieder, tot wien zij hare uitnoodiging
rigten zal. Er gaat een roepstem uit tot liet volk: wij willen de verdiensten
van een groot man huldigen en wie uit de mannen der XVÏIde eeuw heeft daar
aanspraak op, zoo het niet Joost van den Vondel is, wiens naam ons reeds als
kinderen niet onbekend was? Wiens Gijsbrecht van Aemstel zich reeds twee eeuwen
met eere heeft staande gehouden, wiens Fngelenrei nog het hart verrukt.
De commissie houdt zich overtuigd, dat haar beroep op de medewerking der
vrienden van kunst en beschaving niet vruchteloos zal zijn. Zij zal een intee-
keningslijst doen aanbieden, eu denamen, daarop geplaatst, zullen eene streelende
voldoening geven aan de ondergeteekenden, en hun werk van dankbare erkente
lijkheid der verdiensten van het voorgeslacht kroouen
De Commissie voornoemd,
Mr. K. J. C. STAKMAN BOSSE, President.
J. L. CR AP HELLINGMAN, Thesaurier.
J. H. SONSTRAL, Secretaris.
Voor eenige maanden volgden in Cincinnati eene talrijke menigte
blanken en zwarteu den lijkwagen, waarin eene Negerin naar liet
graf gebragt werd. Het gevolg had eene ernstige en sombere hou
ding en in de straten, waar zij passeerden, stemde men in met
hunne treurigheid.
Sarah Johnson, wier lijk men ter aarde bestelde, woonde in Cin
cinnati, alwaar zij zich door hare werkzaamheid en eerlijkhed de
algemeene achting had verworven. Deze ongelukkige vrouw was
slavin te Kentuckij geweest. Bezield door den wenscli vrij en on
afhankelijk te worden, had zij ijverig de handen aan het werk ge
slagen en zij had het met hare geestkracht, zucht tot orde en
zuinigheid zoo ver gebragt, dat zij haren heer een deel der som
kon uitbetalen, die haar in de gelegenheid stelde zich naar Cin
cinnati te begeven. Daar werkte zij dag en nacht en bragt het
zoo ver, niet door aalmoezen, doch door hare bespaarde penningen,
dat zij eindelijk hare geheele vrijheid koopen kon.
Dit was echter niet alles. Het werk, dat Sarah Johnson onder
nomen had, was slechts ten halve verrigt. Zij had een zoon als
slaaf in Zitid-Carolina. Door moederlijke liefde bezield, ging zij met
verhoogde geestkracht aan het werk, en weldra had zij zooveel bij
een, dat zij zekeren som gelds aan den heer van den jongen slaaf
kon betalen. Maar deze lieer was een hardvochtig cn gierig mensch;
hij verlangde 50U dollars 0111 haren zoon toe te staan zich naar zijne
moeder te begeven en met haar voor zijne vrijheid te werken.
Voor eene moeder is niets onmogelijk. Zij bragt door de hulp
van weldadige lieden zooveel bijeen, dat zij deze som vergrooten
kon. Zoo rnogt zij het genoegen smaken haren geliefden zoon aan
haar hart te drukken, Moeder en zoon werkten om het hardst en
zonden van tijd tot tijd kleine sommen naar Zuid-Carolina. De
gansche som was echter bijna onbereikbaar. De heer van den slaaf
begon eindelijk te dreigen, dat hij den slaaf zou terugvorderen,
wanneer zij hem de rest van het losgeld niet binnen zeker kort
tijdsbestek ter hand stelde. Het was Sarah onmogelijk die som
binnen dien tijd bijeen te krijgen. De heer bragt zijne bedreiging
ten uitvoer, en, gesteund door de wet, ontrukte hij den zoon aan
de armen zijner moeder en voerde hem in de slavernij terug.
Deze beproeving was te zwaar voor de arme Sarah. Ten gevolge
van deze verschrikkelijke scheiding werd zij waanzinnig en jammerde
zij steeds om haren zoon. Eindelijk kon haar ligcliaam aan dat
lijden niet langer weerstand bieden. De lijkstoet getuigde van de
achting en sympathie voor deze arme vrouw en moeder, en was
tevens eene plegtige protestatie tegen de slavernij. Gelijktijdig toen
zij begraven werd hield de president der zuidelijke republiek eene
rede, waarin hij bekende „dat de negers tot slaven geboren wa
ren en dat de slavernij de natuurlijke toestand was van den Afrikaan!"
In eene herberg zat een snaak te vertellen, waartoe hij al bekwaam
was. Een persoon, die zulks verveelde, zeide: „Gij hebt nu gezegd
al wat gij kunt, zeg nu eens wat gij niet kunt, en ik sta er voor
in, dat ik het kan."
„Welnu," antwoordde de snaak, „ik kan mijn gelag niet betalen,
en het doet mij pleizier dat gij het kunt."
MARKTBERIGTEN.
AMSTERDAM, den 6 December 1861.
2| pCt. Neder 161
4 971
2 Spanje411
3 binnenl46j|
3 Portugal 1856/185943|
5 Russen 1828/29 100^
5 Obl. 6 Serie91 jj
5 Oostenrijk Metall43 [g
5 National53|
5 Amsterd671
KOERS VAN HET GELD:
Beleening 3|, Prolongatie 4|, Disconto 3j pCt.
DORDRECHT, 5 December.
Granen. Nieuwe Tarwe f 10,40 a 12,50, blaauwe f9,80 a 10,60, Zomer 1 9,20 a
f 10,80. Jar. zw. en inl. Rogoe f 7,80 a 8,20, nieuwe f 8,20 a 9,10. Nieuw e zwr. en
vl. Wiuter-Garst f 6 a 6,90, Zomer f 6 a 6,60. Zaden. Koolzaad op 9 vaten Olie
dadelijk 78 en een half p. vl., April 79 en een lialf p. vl. Berd. Lijnzaad f398, Odessa
f405, lliga f 350. Hennepzaad f 385. Olie. llaap- VI. f 41,60, Mei f42,50.
Lijn- VI. f 36. Koeken. Harde Raap- f 90 a 92, zachte f 110. Harde Lijn f 130
afl35, zachtef145 a 150.
SCHIEDAM, 6 December.
Jenever f 18,Amst. proef f 19,25. Movtwijx f 12.50.
LONDEN, 5 December.
Heden waren ter vee-markt aangevoerd1030 Runderen, 2900 Schapen,
120 Kalveren en 180 Varkens. De prijs der Runderen was 5 sh. 0 d. van
Schapen 5 sh. 6 d., van Kalveren 5 sh. 0 d. en van Varkens 5 sh. 4 d.
van 29 Novbmber6 December 1861.
ONDERTROUWD: T. Yeenstra, matroos Lij de Marine, oud 26 jaren eu M.
Kramer, weduwe van C. Lamens, zonder beroep, oud 31 jaren, wonende alhier. A.
Sf rijbis, van beroep landman, oud 28 jaren, weduwnaar van AlSlik, wonende te
Scbagen, cn S. Nol, zonder beroep, oud 30 jaren, weduwe van W. Kos, wonende alhier.
GEHUWDJ. S. Nieuwbuurt en H. Noot. C. H. A. Verblauw en OSmit.
BEVALLENA. G. Dunselman, gcb. Hoogenboscb, (11.). A. de Wijn, geb. Bruin,
(Z.). E. de Leij, geb. Duifetter, (D.). B. Hoetjes, geb. Borst, (Z.). VI. Keizer,
geb. van den Broek, (D.). H. Janssen, geb. van Es, (Z.). A. M. Borsch, geb. Kru-
ger, (Z.). W. de Kamps, geb. Klik, (D.). A. Kok, geb. Zaatmau, (Z.). G. Abbo,
geb. Kuijper, (D.). D. Mnnnik. geb. Weusing, (Z). G. van de Poll, gcb. Dienst,
(Z.). 51. Kater, geb. Kneinsbcrg, (Z.). E. Pooij, geb. Broers, (D.). P. Bos, geb.
van Wijngaarden, (Z A. Lorrie, geb. Siiukert, (Z.).
OVERLEDEN: A. C. Stijgers, (57 jaar). K. Dalenberg, (74 jaar). E. Ebcrs,
(4dagen). P. A. LTstclle, (22 maanden). C. Smit, (52 jaar). J. 51. C. IToppesteijn
(5 weken). A. Thomasz, (57 jaar). W. Keijzer, (70 jaar). VI. J. Wentel, (6 maanden).
51. H. Scbriever, (16 jaar). A. 51. Franken, (22maanden). Lcveuloos aangegeven 1.
Het bcrigt van den Burgerlijken stand van TEXEL is niet bij ons ontvangen,
5 au 511DDELBÜ RG 10 Dec. 's morg. 7 ure. 12 Dcc. 's morg. ure 30 min.
la Dec. 's morg. 9 ure 30 min.
Van ROTTERDA5I: 9 Dec. 's morg. 9 ure 4a min. 11 Dec. 's morg. 10 ure
15 min. 13 Dcc. 'sinorg. 6 ure.
V? V/%.
-es-Go»ts-pe 'c
VIJF-EN -DERTIG J ARIGE ECHTVEREENIGING
van a
S B. V I S S E R
en
T. DÜINKEE. 1*
Nieuwediep, 6 December 1861. b
'fr Hunne dankbare kinderen.
tr'ti