AA 102.
Z O II A G 22 II i: G i: M II i: IS
DIGI
EN
NEGENTIENDE
JAARGANG.
KENNISGEVING.
BINNENLAND.
NATIONALE MILITIE.
OPROEPING TER INSCHRIJVING,
Wij herinneren onze. lezers aan de inwijding van het
j orgel in dc Nieuwe Kerk op Zondag avond en aan liét
orgel-concert in dat kerkgebouw op Maandag avond aan
staande.
HELOERSCHE
NIEUWEDIEPER COURANT.
V\\Cvi3t« h
Deze Courant wordt uitgegeven op zondag en donderdag,
des morgens ten acht ure, door A. A. DAK KEU Cz.
in den boekwinkel, Hoofdgracht No. 32.
Abonnementsprijs per kwartaal 1.30.
franco per post1.50.
Enkele nommers„0.10.
Men abonneert zich bij allo Boekhandelaars en Post
directeuren.
Advertent if.n worden aangenomen tot Zaturdng en
AVocnsdag middag 12 uur, en bij den Heer T. MÖOV,
op de Laan aan den Helder, tot elf ure.
De prijs van 1 tot 4 regels is ƒ0.00. Voor ieden n
regel meer ƒ0.15. Zegelrcgt voor elke plaatsing 0.35.
Buitengewoon groote letters, naar mate der ruimte, du-
zij beslaan.
Brieven en Stukken franco aan den Litgcver.
ligftiiig* 1802.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente HELDER;
Gezien de artt. 15 tot 20 der wet betrekkelijk de Nationale Militie
van den 19 Augustus 1S61, 'Staatsblad No. 72;)
Gelet op eene deswege ontvangen Circulaire van den Heer Com
missaris des Konings in deze Provincie;
Brengen de navolgende Wetsbepalingen ter kennis van de inge
zetenen
Dat alle mannelijke ingezetenen, die op den 1 Januarij aanstaande
hun 19de jaar zullen zijn ingetreden, verpligt zijn zich ter inschrij
ving voor de Militie aan te geven tussehen den 1 en 31 Januarij
aanstaande, alsmede dat zij, die eerst na het intreden van hun 19de
jaar, doch vóór het volbrengen van bun 20ste jaar ingezetenen
worden, eveneens tot die aangifte verpligt zijn, zoodra zij de boe
danigheid van ingezeten verkrijgen.
Dat voor ingezeten wordt gehouden:
1°. Hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of zijn
beiden overleden, wiens voogd ingezeten is, volgens de wet van
den 28 Julij 1850, Staatsblad No. 44), luidende art. 3 dier wet aldus
Gevestigd of ingezetenen zijn, die binnen liet Rijk in Europa
hebben gewoond
a. Gedurende de drie laatste jaren;
Gedurende achttien maanden na aan liet, bestuur hunner woon
plaats het voornemen tot vestiging te hebben verklaard
Nederlanders zijngevestigd of ingezetenen, die gedurende
de laatste achttien maanden hunne woonplaats binnen het Rijk
in Europa hebben gehad.
Nederlanders, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd land
wonen, worden voortdurend als ingezetenen beschouwd.
De bepalingen van ingezetenschap, in bijzondere wetten voor
komende, gelden alleen voor zooveel betreft de. onderwerpen in
die wetten behandeld.
2o. Hij, die, gcene ouders of voogden hebbende op den 1 Januarij
aanstaande gedurende de laatste achttien maanden in Nederland ver
blijf zal hebben gehouden.
3°. Hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al is
zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen liet Rijk verblijf houdt.
Dat voor ingezeten niet gehouden wordt de vreemdeling, belioo-
rende tot een staat, waar de Nederlander niet aan de verpligte
krijgsdienst is onderworpen, of waar ten aanzien der dienstplig-
tigheid het beginsel van wederkeeriglieid is aangenomen.
Dat voor de Militie niet wordt ingeschreven:
1°. De in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een ingeze
ten, die geen Nederlander is
2». De in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon van
een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten,
Dat de inschrijving behoort te geschieden
1". Van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader of, is
deze overleden, de moeder, of zijn heiden overleden, de voogd woont
2°. Van een gehuwde en van een weduwnaar, in de gemeente waar
hij woont.
3o. Van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft, of door
dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten 's lands gevestigd is,
in de gemeente, waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland
gewoond heeft.
4o. Van den buiten 's lands wonenden zoon van een Nederlander,
die ter zake van 's lands dienst in een vreemd land woont, in de genuente
waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond lieeft.
En worden diensvolgens hij deze opgeroepen alle mannelijke inge
zetenen dezer gemeente, die in dezen jare den achttienjarigen leeftijd
hebben bereikt of nog zullen bereiken, en mitsdien degenen, die
geboren in den jare 1843, op den eersten Januarij 1S62 hun 19de
jaar zullen zijn ingetreden, om zich ter inschrijving voor de Militie,
bij hen, Burgemeester en Methouders, aan te geven in het Raadhnis
der Gemeente, op den 2den of een der volgende dagen van de maand
Januarij, des morgens tussehen 9 en 12 ure, zullende zij, die eerst
na het intreden van hun 19de jaar, doch vóór het volbrengen van
hun 20ste ingezetenen worden, en dus mede verpligt zijn zich, zoo
dra zij die hoedanigheid verkrijgen, ter inschrijving voor de Militie
aan te geven, de aangifte kunnen doen ter plaatse en uur hier
boven omschreven.
Burgemeester en Methouders verwittigen verder de ingezetenen
Dat, welke aanspraak op vrijstelling van dienst iemand ook zoude
vermeenen te hebben, de aangifte ter zijner inschrijving niettemin
behoort te geschieden, terwijl bij ongesteldheid, afwezigheid of ont
stentenis, zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of, zijn beiden
overleden, zijn voogd tot het doen van aangifte gehouden is.
Dat, ter voorkoming van onaangenaamheden, welke voor dc inge
schrevenen volgen moeten uit eene verkeerde spelling van naam of
uit eene onjuiste opgave van den dag der geboorte, de belangheb
benden moeten medebrengen een extract uit hunne geboorte-akte,
hetwelk kosteloos kan worden verkregen.
Verzuim van aangifte ter inschrijving zal worden gestraft vol
gens de wet.
Tevens wordt ter kennis van de belanghebbenden gebragt, dat bij
art. 1 van Z. M. besluit van den 30 November 1S61 (Staatsblad
No. 103) is bepaald, dat de Miliciens die als nog krachtens artt. 21
en 110 der wet van 8 Januarij 1817 en art. 3 der wet van den
27 April 1820, in verband met de artt. 91 en 94 der eerstgemelde.
wet in den loop van het jaar 1861 regt op vrijstelling hebben ver
kregen en hun ontslag verlangen, daartoe de aangifte beboeren te
doen tussehen den 1 en 5 Januarij aanstaande.
Helder, 20 December 1861.
Burgemeester en JJ'ethouders voornoemd,
STAKMAN BOSSE, Burgemeester
L. VERHEI', Secretaris.
Den 84 de*er vertrekt de O. 1. Landmail via
MABSEILLE.
HELDER en NIEUWED1EP, 21 December.