GEMENGDE BERIGTEN. LEGENDE YAN HET KASTEEL HOWTH. moeite. die hem mededeelde dat hij alleen de gezamenlijke drie arias had gezongen. Natuurlijk moest hij de proef tot overtuiging voor den toonkunstenaar herhalen en deze be vond tot zijne verbazing dat de stem des zangers den ont zaggelijken omvang van den diepen D tot den hoogen A had, en wel allen volle krachtige borsttoonen. De meester doet alle pogingen den stem-Crcesus, die de zoon van wel gestelde burgers is, te bewegen zich aan de theatrale loop baan te wijden. De kroonings-plegtigheid van den koning van Por tugal heeft dezer dagen met grooten luister plaats gehad. Na den afloop daarvan, begaf hij zich naar de St. Domi- nicus kerk, om het Te Deum bij te wonen. De geheele hofhouding en de rijksgrooten waren er bij tegenwoordig. Als een nieuw bewijs hoe ver men het door vlijt, oppassendheid en volharding in de wereld kan brengen, moge het volgende strekken. Yoor omstreeks een 30tal jaren kwam een armoedig gekleede knaap, nadat hij op een houtvlot en met zijn geheele bezitting in een zakdoek ge bonden op den rug, de rivier Susquehanna was afgezakt, te Harrisburg VereenStaten) aan, alwaar hij als leerjongen op eene drukkerij een onderkomen vond. Zich door eene stalen vlijt en volharding onderscheidende, bragt hij het weldra tot letterzetter, voorts tot schrijver en later tot uit gever. Eindelijk werd hij gouvernementsdrukker, en bragt het door zuinigheid zoo ver, dat hij met zijne talrijke fa milie, geene zorg meer kende. Gedurig in aanzien en invloed winnende, werd hij tot senator verkozen, en thans is de voormalige drukkersjongen, die Simon Cameron heet, minister van oorlog in het kabinet van den president Lincoln. Volgens sommige Amerikaansche bladen zou de be kende kapitein Wilkes, die de zuidelijke commissarissen aan boord van de Trent gevangen nam, in zijne jeugd, door den heer Hidell overwonnen zijn in het dingen naar het hart en de hand van een meisje. Destijds ging hij uit wrevel naar zee en ontmoette, na tal van jaren zijn be gunstigden mededinger op het dek van de Trent. De Morning Post geeft de hoop op eene minnelijke schikking met Amerika zoo goed als op. De ministe riële crisis te Turijn duurt nog voort. Volgens eene depêche uit Pest/i, zou het Weener kabinet besloten hebben de Hongaarsche bevolking niet te dwingen tot de aanne ming der constitutie. De Fransche minister van Fi nanciën is bezig het budget van 1862 vast te stellen. Uit de door 22 geneesheeren gedane lijkschouwing is ge bleken, dat de prins van Portugal aan typhus is overle den. Lord Palmerston heeft hevige aanvallen van jicht manmoedig doorgestaan. Te War wiek zijn 2 vrouwen- dooders opgehangen. Te Almelo zijn drie personen gevankelijk binnengebragt, beschuldigd van manslag. Er bestaat eene sints lang in vergetelheid geraakte legende om trent het kasteel Howth, den zetel van den graaf van Howth, na genoeg elf mijlen van Dublin gelegen. Omstreeks drie eeuwen geleden, bevond zich eene beruchte lersche vrouwelijke zeeschuimer, met name Grace O'Malley, in de noodzakelijkheid, om, wegens het onstuimige weder, in dat toevlugtsoord eene schuilplaats te zoeken, en de gastvrijheid van den voorvader van den tegenwoordigen graaf destijds Saint Laurence in te roepen. Om de een of andere reden werd haar verzoek echter afgeslagen, iets, dat in Ier land, vooral wanneer eene vrouw in dat geval verkeerde, iets on gewoons en zeldzaams mogt heeten. Dientengevolge zwoer zij den eigenaar wraak, en vond, niet lang daarna, middel, cm den erfge naam van het geslacht der Howth's weg te voeren en in verzekerde bewaring te stellen; doch zij behandelde hem vriendelijk. Na ver loop van tijd en velerlei onderhandelingen, gaf zij hare toestemming om den knaap wèer aan zijne bedroefde familie terug te geven, onder de volgende voorwaardendat de buiten-deur van het kasteel nooit voor vreemdelingen gesloten mogt zijn, en voor het vervolg ieder vreemdeling, die zich aan de deur van het slot, vertoonde, een keurig middagmaal met ruim ale aangeboden, en, bij zijn vertrek, een shilling ten geschenke gegeven moest worden. Meermalen had ik dat verhaal reeds gehoord, en herinner mij, dat. twee heeren, die sedert dien tijd reeds overleden zijn, er de proef eens van genomen hebben. Zij begaven zich naar het kasteel, dienden er zich aan, en vroegen, met vermelding van de bovengenoemde omstandigheden, hun middagmaal. Men leidde hen in een sierlijk gemeubeleerd vertrek, en rigtte een uitstekenden maaltijd voor hen aan, waarbij het aan ale niet ontbrak, en hun zelfs een flesch portwijn voorgezet werd. Een livreiknecht bediende hen, terwijl men hun, bij het vertrek, ieder een shilling aanbood, die zij natuurlijk wei gerden, maar aan den bediende ter hand stelden. Derhalve werd de legende, in dit geval, bewaarheid, en ik heb volstrekt geene reden, om aan de waarheidsliefde van bovengenoemde heeren te twij felen; terwijl ik er ook nog kan bijvoegen, dat ik zelve honderde keeren de deur van het kasteel voorbijgegaan ben, maar die nooit gesloten heb gevonden. DE VROUW BIJ VERECHILLEiNDE \ULKEREiV In Japan heeft de getrouwde vrouw boven de ongetrouwde dit voorregt, dat zij zich de tanden zwart verwen en de wenkbraauwen uittrekken mag. Te Bahar, in lndië, neemt de schuldenaar dikwijls de vrouw van zijnen schuldenaar als pand in bezit, tot de schuld is afgedaan. Verrijkt zij echter, ten gevolge van den omgang met den pandhou der, de wereld met nakomelingen, dan behoort de eerste helft dezer tijdens de inbeslaghouding geborenen aan den schuldeischer, de tweede aan den echten man. Bij een Afghaanschen stam zendt het meisje, dat in den huwe lijken staat wenscht te treden, den trommelslager van het leger uit om den uitverkorene, met de naald, die zij tot het opsteken van hare lokken gebruikt heeft, een lint aan den klak vast te steken. De alzoo gekozene is, ingeval hij aan den vader der verliefde een behoorlijken koopprijs betalen kan, verpligt dat meisje te trouwen. Er zijn woeste stammen op Sumatra, die den overtuigden echt breker slagten en opeten. Te Bambuck bestaat de koopprijs eener vrouw in een stuk vee of ëenige ponden zout. Aan de kust van Siërra Leona meent de echte vrouw van ver veling om te komen, als zij zich niet met de andere vrouwen van haren man den tijd kan verdrijven. In Abgssiniè' veranderen de prinsessen van gemaal, zoo dikwijl» het haar lust. Wil bij de Guaranis, in Zuid-Amerika, een Europeesch opzigter eene vrouw laten geeselen, zoo draagt hij dat aan haar eigen man opgeen ander kwijt zich zoo stipt en naauwgezet van die taak. Fichte zegt Naturrechtbl. 182): „In het begrip van het hu welijk ligt de onbegrensde onderwerping der vrouw onder den wil des mans." Oken leert Lehrbuch der Naturphilosopliie, III, bl. 112); „De man staat zooveel hooger boven de vrouw, als de boom boven het mos, als het zoogdier en de vogel boven den visch en de slak." Dat stellingen, als deze laatste, nog in onzen tijd geleerd en ver dedigd worden, zal onze nakomelingschap zeker eens zeer verbaasd doen staan. ALLERLEI. Het is eene onbetwistbare zaak, dat oudbakken brood veel voed zamer is dan nieuwbakken, en het ware dus voor de talrijke huis gezinnen voordeelig nooit anders dan oudbakken brood te gebruiken. Het volgende geval, dat wij uit de Engelsche geschiedenis aantee- kenen, kan daarvan ten bewijze dienen: In het jaar 1799 vreesde men in Engeland eene duurte van levensmiddelen. Men had slechts voor zes of zeven maanden voorraad en tot den naasten oogst van 1800 moesten er nog negen maanden verloopen. De ministers en het Parlement wisten geen middel om het tekort aan te vullen, toen een lid er een zeer eenvoudig middel voorsloeg, dat met het beste gevolg bekroond werd. Hij bewees, dat, zoo men gedaan kon krijgen, dat slechts oudbakken brood gegeten werd, het broodverbruik zou verminderen en zoo het tekort tot den naasten oogst gedekt kon worden. Bij eene Parlementsakte werden de noodige maatregelen verordend en streng gehandhaafd. Het klimmen der broodprijzen hield op, allengs daalde de prijs en men bereikte den oogst, zonder dat men het gevreesde ongeluk had ondervonden. Pater Abraham van Sint-Clara zegt: „Getrouwden moeten goede tanden hebben om alles te kunnen verbijten; zij moeten goede vin gers hebben, omdat zij daar dikwijls tusschen door moeten zien een goeden rug, om alles te drageneen goede maag, om de hardste brokken te verduwengoede schouders, om ze dikwijls op te kunnen halen; goede voeten, omdat de schoen hun dikwijls knelt. Als ge tot een huwelijk besluit, zie dan wel toe, dat ge in plaats van eene Dorothee geen o wee, in plaats van Suze geen Medusa in huis haalt." Een deugdzaam mensch komt, onder slechte lieden levende, des te beter uit, even als de rozen en violieren, naar men zegt, onder brandnetels en uijen meer in het oog vallen, welke laatstgemelde al de kwade dampen van den grond plegen op te slorpen. Pligt is het kleine, blaauwe uitspansel over ieder hart en gemoed, over ieders leven, maar groot, genoeg, voor eene heldere star, om tusschen de donkere wolken te schijnen en voor den leeuwerik, die gelukzaligheid heet, om hemelwaarts te stijgen en door zijn ver rukkend gezang te doen hooren. Men bedient zich van woorden, niet zoozeer om uit te drukken hetgeen men weet, als wel om daarachter te verbergen hetgeen men niet weet; niet zoo zeer om aan den dag te leggen hoe men gevoelt, als wel meer om te verbloemen, dat men eenig gevoel bezit. Als iemand kennelijk boeken koopt, die hij toch nooit denkt te lezen, heeft hij v'eel overeenkomst met een doove, die een bewijs van toegang voor de opera of een blinde, die een toegang-billët voor eene tentoonstelling van schilderijen koopt. Een Londensc.he botmuil bragt. een paar dames naar het. observato rium, om eene maan-eclips te zien. Zij kwamen te laat en de eclips was reeds voorbij, weshalve de meisjes zeer verstoord waren. „O!" riep onze held haar toe, „wees daar maar niet boos om! Ik ken den sterrekundige heel goedhij is uiterst beleefd en ik houd mij verzekerd, dat hij aanstonds wel op nieuw beginnen zal." Sommige hooggeplaatste lieden wanen zich pilaren van den staat, terwijl zij inderdaan niet anders of meer dan rupsen mogen heeten. die hun stand en rang door kruipen hebben weten te bekomen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1862 | | pagina 3