DE OORKONDE VAN DEN MOORSGHEN GENEESHEER.
GEMENGDE BERIGTEN.
'lieer er op aan te dringen, dat Frankrijk zich hoitde aan
de vredes-bepalingen van Villa-Franca en Zurich.
Op nieuw wordt thans in België door de liberale
dagbladen de kwestie van de afschaffing der doodstraf ter
sprake gebragt. Hiertoe heeft thans meer bijzonder aanlei
ding gegeven de zekerheid, dat in het jaar 1860 te Bergen
in Henegouwen twee personen zijn onthoofd, wier onschuld
door een dezer dagen gevoerd proces helder aan het licht
is gekomen. Het Journal van Brugge verklaart openlijk,
dat de doodstraf geen reden van bestaan heeft en dat het
slechts èènè onmenschelijkc gewoonte is, overgebleven uit
den tijd der woestheid en waarover men in dezen tijd ver
geten heeft regt te doen en haar af te schaffen. De Etoile
doet in een harer artikelen opmerken, dat het voor de
maatschappij ongerijmd is de zelfmoord te veroordeelen,
wanneer hij de doodstraf behoudt. Inderdaad, hoe kan zij
de gezamenlijke menschen een regt toekennen, dat zij aan
enkele menschen ontkent. De schrijver van een ander ar
tikel voegt hier nog bij: «Wanneer de maatschappij door
hare regters de doodstraf laat toepassen, gaat zij met eene
domme verwaandheid te werk. Inderdaad, zij weet niet
wat zij doet. Het minste wat men eischen kan is, dat hij
die straft een begrip heeft van de straf die men oplegt
maar wie weet wat de dood is. Wie is er teruggekomen,
om de maatschappij den aard der straf, die zij toepast te
doen verstaan Van een anderen kant staat het vast, dat
de toepassing geheel nutteloos is. Men wil den misdadi
gers schrik aanjagen en de euveldaden voorkomen. Maar,
indien men schrik inboezemen wilde, dan moest men de
doodstraf, gelijk voorheen van hare afzigtelijke ceremoniën
omringen. Gelukkig echter is de maatschappij zelve door
hare foltertuigen verschrikt geraakt; zij heeft ze aan kant
geworpen en welligt zal ze nu eindelijk ook geheel af
schaffen. Het zedelijk en godsdienstig gevoel in den mensch
verzet zich al te zeer tegen die menschonteerende straf,
om haar nog langer te behouden."
o o
In het kamp. van Beverloo (België) heeft voor eenige
dagen een duel "p tats gevonden, tusschen een Russisch
officier en den Belgischen kapitein Dupré. Aanleiding
daartoe gaf een gesprek, waarin de Rus zich minder vlei-
jend ten opzigte van het Belgische leger moet hebben uit
gelaten. Het tweegevecht vond plaats met pistolen, en de
strijders werden op afstand van twee degens lengte tegen
over elkander geplaatst, met bevoegdheid om naar ver
kiezing elkander te naderen en af te weren. De Russische
kapitein schoot het eerst en kwetste kapitein Dupré aan
de regterhar.d, waarop Dupré, het pistool in de linkerhand
houdende, den Rus naderde en dezen door het hoofd schoot,
hetgeen den dood onmiddellijk ten gevolge had.
De regtbank te Satirat heeft een persoon, die bij een
twist met een ander diens neus afgebeten en doorgeslikt
O O
had, tot eene gevangenisstraf van 6 maanden en eene scha
devergoeding van 300 fr. aan de neuzelooze tegenpartij
veroordeeld.
In de Engelsche dagbladen wordt de dood gemeld
van een negentienjarig meisje, werkster in eene fabriek
van kunstbloemen. Zij was gedurende 16 maanden uitslui
tend bezig geweest met de vervaardiging der bladeren.
Bij de lijkopening vond men in de ingewanden eene groote
hoeveelheid arsenikzuur-koper, zijnde de verstof die gebruikt
werd om de bladeren te kleuren. Korten tijd te voren
was hare zuster onder dezelfde omstandigheden en ook aan
eene ingewandsontsteking gestorven.
Zaturdag 11. is een man, in de nabijheid van Durston,
uit een rijtuig van een extra trein, terwijl deze in vollen
gang was, op den weg gesprongen, en bekwam daarbij
geen ander letsel, dan eenige ligte kneuzingen. Toen men
hem naar de reden van die vermetele daad vroeg, ant
woordde hij, dat hij die niet wist; hij vermoedde echter,
dat hij in slaap gevallen en in den droom door het ven
ster gesprongen was.
Dezer dagen is het aan de politie te Brodg gelukt,
twee Russen te arresteren, behoorende tot eene wijd uit
gestrekte vereeniging van valsche munters, waarvan de
hoofdzetel te Londen schijnt gevestigd te zijn. Er werden
nog 44 stukken nagemaakte Russische roode banknoten
van 10 roebels in hun bezit gevonden. Zij hebben onder
scheidene medepligtigen genoemd, waarop door den Rus-
sischen consul onverwijld werd getelegrapheerd, opdat deze
medepligtigen in Rusland zouden worden gearresteerd, voor
dat zij het corpus delicti konden vernietigen.
Uit Saksen wordt gemeld, dat een oud boschwachtcr
het volgende, tot nog toe door hem geheim gehouden
middel tegen de dolle hondsbeet heeft bekend gemaakt,
door welk middel hij reeds, zoowel bij menschen als bij
dieren, talrijke gevallen van watervrees had voorkomen.
Men wassche en reinige namelijk de beetwonde onverwijld
en zorgvuldig met warmen of laauwen azijn en giete er
vervolgens eenige droppels mineraal zoutzuur in. Dit
zuur lost liet in de wonde aanwezige gift op, waardoor
men voor de slechte gevolgen daarvan behoed blijft.
Uit Saarbrïicken wordt gemeld, dat bij de mijn Ger-
liard nabij Louisentiial het volgend ongeluk heeft plaats ge
vonden. Bij het optrekken van tien beladen wagens langs
eene helling brak, door een onvoorzien toeval een der
kettingen los, met het noodlottig gevolg, dat vijf achterste
wagens terugrolden, en een 12tal arbeiders daaronder ge
raakten, waarvan 5 op de plaats dood bleven, terwijl een
doodelijk, en de overigen min of meer ernstig gewond werden.
De Turksche regering heeft het voornemen opgevat,
om hare finantiën, die zich bestendig in hopeloozen toestand
bevinden op een beteren voet te brengen. Zij heeft beslo
ten tot intrekking van het papieren geld, tot eene belasting
op zout en tabak. Ook zal men zich met de gezanten der
vreemde mogendheden verstaan om de Europeanen aan een
patentregt te onderwerpen.
Als een bewijs dat er aan de Kaap de Goede Hoop
nog wel fortuin te maken is, kan dienen, dat een emigrant,
de heer Spruijt, die voor 12 jaren uit Nederland derwaarts
is vertrokken, om zich als onderwijzer te Bloemfontein te
vestigen, thans als staats-secretaris het praesidium waarneemt
tot herziening van de grondwet.
De menigvuldige ongelukken in Frankrijk ten gevolge
van het ijsvermaak plaats gevonden, hebben veroorzaakt,
dat men aldaar eerlang een reglement over het regt om
schaatsen te mogen rijden kan te gemoet zien. Welligt
zou zulk een reglement elders, waar men even roekeloos
op het ijs gaat, ook nuttig kunnen zijnTe Condé-Folie
kwam voor eenigen tijd des nachts een reiziger voor een
herberg aan; hij was te paard gezeten en had een tang
en een asschop aan een koord aan zijne zijde hangen.
Deze voorwerpen rammelden even alsof hij een sabel droeg.
Het was na bezetten tijd en nog waren verscheidene
gasten in de herberg aanwezig. Op het hooren van het
rammelen der wapenen, dacht men met schrik aan de
komst van een gendarme. In allerijl vloden de aanwezi
gen de achterdeur uit. Velen bezeerden zich jammerlijk,
liepen met den neus tegen een boom, of vielen in kuilen
en slooten. Toen de kastelein de deur had geopend, trof
hij daar buiten geen gendarme, maar een man aan, die
voor zijne ega eene tang en eene asschop gekocht en thans
behoefte aan een glas wijn en een stuk brood had.
Dat een brand al op eene vrij zonderlinge wijze kan
ontstaan, daarvan verstrekt de oorzaak van zulk een ramp,
te Teillé, nabij Nantes, voorgevallen, tot een klaar bewijs.
Een 4jarig kind was alleen in huis gelaten. De moeder
had hem, voor haar vertrek, eenige pannekoeken gegeven,
om zich gedurende hare afwezigheid al spelende te ver
maken. De kat echter betwistte het knaapje het regt
zich uitsluitend met die lekkernij te voeden. De knaap,
hierdoor verstoord, neemt het dier op en werpt het in
het vuur. Het brandende dier liep hierop naar den zol
der, die met ligt ontvlambare stoffen was opgevuld. Het
vuur vernielde in weinig tijds het geheele huis met den
stal en alles wat zich daarin bevond. Gelukkig heeft
zich het kind nog kunnen redden; het heeft daardoor
tevens gelegenheid gehad, die zonderlinge oorzaak aan het
licht te hrengen. Van het Nederlandsch Oost-Indisch
leger is een der manschappen als schelm weggejaagd.
In het Ertsgebergte heeft eene aardbeving plaats gehad.
Te Hamilton in Engeland heeft eene vrouw, die voor de
tweede maal gehuwd was, haren eersten echtvriend, die
het gerucht verspreid had, dat hij overleden was, weder
gezien. De wittebroodsweken van haar tweede huwelijk
zijn door dit onverwacht wederzien, totaal bedorven.
(Vervolg en slot van N°. Sj.
„Wat is er te doen vroeg de notaris.
„Een ongeluk, een groot ongeluk is er gebeurd," riep de knecht,
„don Henriquez heeft gevochten"....
„Alweer
„Eu is gewond geraakt."
„Gevaarlijk?"
„Neen; maar daar hij zijn tegenstander, die op zijn paard trachtte
te ontvlugten, wilde vervolgen, is hij gevallen, en daardoor is zijne
wond veel erger geworden, zoodat hij in zwijm op den weg is
blijven liggen."
„En heeft men hem daar terug gevonden?"
„Een voerman namelijk, die daar langs kwam en hem niet zag
liggen, heeft hem uit zijne fiaauwte doen ontwaken, door hem zijne
regterhand te verbrijzelen."
„Mijn G..."
„Men heeft hem evenwel opgeraapt en hierheen gebragt."
„Dus is hij gered."....
„Helaas! toen men zoo even op het plein onder de stelling der