BUITENLAND. huiswaarts gekeerd. .Maar, bij het vermelden van de op brengst dezer vergadering, meenen wij verpligt te zijn een vroeger verzuim te herstellen. Het is 0111 hulde te brengen aan de verdiensten van den president der vereeniging, den heer J. D. Bivière, sergeant-majoor der Infanterie, die door zijn ijver en volharding zooveel tot den goeden afloop van die vergadering heeft bijgedragen. Aangenaam was ons de wenscli, die wij na deze uitvoering uit veler mond vernamen, en die wij gaarne publiek maken, dat, vóór het aanstaand vertrek van dit bataillon Infanterie, door de ge noemde vereeniging nog eens eene buitengewone vergade- O -O O ring in het lokaal Tivoli gegeven moge worden, ter bevordering van de stoffelijke belangen der vereeniging, die allezins ondersteuning behoeven en het evenzeer verdienen. De Kölnische Zeitung bevat een hoofdartikel over: 11 De constitutie der Nederlanden." Zij schetst daarin de ministeriële wijzigingen en parlementaire handelingen, sedert de April-beweging in 1853, tot het optreden van het tegen woordig Ministerie, waarbij zij in het voorbijgaan melding maakt van den Max Havelaar, als van een geestvol, hoe wel excentriek boek." Omtrent den persoon van den minis ter Thorbecke, schrijft zij het volgende: De bewerker der Grondwet van 1848 telt thans 65 jaar. Van 182024 konden wij hem in Duitscldand als tot de onzen behoo- rende beschouwenhij zat aan de voeten van onze groote wijsgeeren en trad zelf korten tijd te Giessen als privaat docent op, daar onze wijsgeerige studiën wat heden evenwel onmogelijk zou zijn zijne aanstelling aan eene Nederiandsche universiteit eenigen tijd bemoeijelijkten. Nadat hij vijf jaren te Gent gedoceerd had, begaf hij zich in 1830, ten gevolge der revolutie, naar Leiden, waar zijne voorlezingen betreffende het staatsregt, onder anderen over de Grondwet van 1815, groote en algemeene weêrklank vonden. Daar gaf hij ook zijne Proeve eener gewijzigde Grondwet" uit. De kritiek noemt hem een der voor naamste stijlisten in den lande; slechts lijden zijne geschrif ten een zeldzaam gebrek in Nederlancl aan te groote beknoptheid in den vorm. Hij is een door en door zelf standig man, ijzervast in zijne grondstellingen, eerlijk in de keuze zijner middelen, afkeerig van alle kruiperijen en begunstigingen, koel en kort, eenigzins ruw; een politiek hervormer. De hoeken van zijn wezen zullen de jaren wel eenigzins geëffend hebben. Zijne bondige redeneer trant, soms in een geestvol, snijdend woord opflikkerende, herinnert de Duitschers aan Dahhnann. In zijne werken ondersteunt hem een volk, bij hetwelk het Duitsche menige geestgave voor heeft, doch dat het evenwel in staatkun digen zin overtreft. Bij zekere phlegmatieke gelatenheid, onderscheidt zich de Hollandsche volksstam daardoor, dat zijne geaardheid in den regel aan orde en tucht wil onder worpen zijn. Geene phantastische voorstellingen verdringen in zijn staatsleven de beelden der werkelijkheid. En sedert 1830 hebben alle partijen geleerd, hare wenschen en hare eerzucht aan het welzijn des geheels en aan het regt der meerderheid ondergeschikt te maken." Ter vervanging van den luit. ter zee 1ste klasse O O n IV. Enslie, als onder-equipagemeester op 's Rijks werf te Nieuwediep, zal worden benoemd de luit. ter zee 1ste kl. jhr. \V. van Spengler. Sedert de herstellingen aan de zeeweringen te Hoorn, met gecreozoteerde en ingeboorde palen, heeft men tot dusverre nog niets weder van den paalworm bespeurd. Maandag 24 Februarij, des middags, is het vierjarig dochtertje van F. Schlumer, woonachtig in de Voetboog straat te Amsterdam, dat door de moeder alleen was te huis gelaten, door het spelen met lucifers in brand geraakt, en is den daaropvolgenden nacht in het gasthuis overleden. Terwijl eene vrouw, wonende in een der achterbuurten te Gouda, zich den 26 dezer van huis had begeven, om eenig werk te verrigten, had zij de onvoorzigtigheid om haar kind in een kinderstoel, waarin zich eene stoof met vuur bevond, alleen te laten; door een noodlottig toeval schij nen de kleederen van de kleine in brand te zijn geraakt, zoodat zij haar lieveling verschrikkelijk gebrand terug vond aan de gevolgen waarvan het kind reeds is overleden. Den 23 Febr. werd te 's Hertogenbosch eene 70ja- rige vrouw zoodanig door een rijtuig met twee paarden bespannen overreden, dat zij weinige minuten later den geest gaf. Een koe, toebehoorende aan een landbouwer te Sleen, heeft een kalf geworpen met twee koppen; de achterpooten zijn gekruisd over elkander en in het kruis is het tweemaal zoo breed als een gewoon kalf; overigens is het een gewoon kalf gelijk. Het is dood geboren. Te Angerlo is insgelijks een wanstaltig kalf geboren, het had de achter pooten op den rug. Te Maastricht greep jl. Vrijdag avond het volgende tragisch-komische voorval plaats. In eene van de achter buurten dier stad staat een bouwvallig huisje, langs welks buitenmuren het riviertje de Jeber stroomt; de bewoners, man en vrouw, lagen dien nacht gerust te bed, toen de muur aan de zijde van de rivier instortte en het bed met toebehooren medenamde man kwam in het riviertje te regt, het was de vrouw echter niet mogelijk de ver- pligting na te komen, haar door het burgerlijk wetboek opgelegd, te weten: den man te volgen waar hij ook heen gaat, want zij bleef tot haar geluk, droog op de bedstêe- planken achter; de man is er met den schrik en een koud bad afgekomen. Op het marine-etablissement te Soerabaija heeft den 24 Dec. een droevig ongeluk plaats gehad. In het stoom schip Gccleh, thans in het bassin, moest een stoomketel, bestemd voor het drooge dok te Onrust, geladen worden. Een der trossen, hiervoor gebezigd, brak en sloeg de ketel met eene verschrikkelijke vaart tegen een der kanonnen alwaar een inlandsch matroos zich bevond, die dan ook geheel verpletterd werd. De ongelukkige laat eene vrouw en drie kinderen na. Den 21sten December jl. werden te Martapoera op Borneo op plegtige wijze de ridderorden uitgereikt voor betoonde moed en trouw, ter gelegenheid van den aanvang der expeditie. De majoor Verspijck, chef der expeditie, zorgde, dat dit een feest werd voor de troepen, eene aangename verpoozing van de moeiten en zorgen des krijgs- mans in die gewesten. Met eene kernachtige rede werd liet eeremetaal overhandigd, waarbij allen werden aange- spoord om op den ingeslagen weg voort te gaan, en door koene wapenfeiten de vijanden stout onder de oogen te zien. Treffend waren de woorden, waarmede de heer Ver spijck hulde bragt aan de verdiensten van hen, die in den strijd voor het moederland hun leven hadden verloren >i Gedenkt onze brave en dappere krijgsmakkers, die naast ons zijn gevallen in de gevechten door het lood der vijanden, zoowel officieren als manschappen, Europeanen als Inlanders, die anders ook op deze plaats in dit oogenblik even als gij uit mijne handen, in naam des konings, met het eermetaal zouden versierd zijn geworden; laat ons, zoo dik wijls wij aan dezen dag denken, ook hen niet vergeten." In de Zuid- en Oosterafdeeling van Borneo, het tooneel van den opstand tegen het Nederlandsch gezag, heeft weder een treurig ongeval plaats gehad. De con troleur 3de klasse F. Vuijck is, in den nacht tusschen 16 en 17 December jl., met drie zijner onderhebbende manschappen, op verraderlijke wijze door de inlanders ver moord. Op het ontvangen dier tijding is een detachement uitgezonden met het ongelukkig gevolg, dat ook den kom- mandant, de 2de luitenant Croes, hetzelfde lot trof. Bij het passeren eener kreek, met digt riet begroeid, werd het detachement overrompeld en de kommandant met 14 zijner manschappen sneuvelden, vier werden gewond en twee bleven over om berigtgevers dezer treurmare te zijn. Het adres van antwoord op de troonrede in Frankrijk maakt in de jongste dagen te Parijs hoofdzakelijk het onderwerp der gesprekken uit. En ook in de geheele staatkundige wereld maakt het opzien, hoe keizer Napoleon en zijn neef zich eenigzins schijnen te verklaren, of wel de wereld voorbereiden op hetgeen gebeuren zal. Meer en meer dringt de italiaansche quaestie zoodanig op den voorgrond, dat het niet langer meer mogelijk zal blijken te zijn, om eene oplossing tegen te houden. Van twee verschillende kanten bedreigd is er eene diplomatieke be kwaamheid als die van keizer Napoleon, noodig om zich daar door te redden. De finantiële qusestie ter eene en de italiaansche qusestie ter andere zijde, beide baren ze niet geringe zorg. En de medewerking van een groot deel der natie, om te berfisten in de finantiële ontwerpen van den minister Fould kan slechts worden verkregen door het italiaansche koningrijk te ontslaan van de kluisters, die het in de vrije beweging van het staatkundig leven belemmeren. De toestand van Polen is in den jongsten tijd eenigzins beter geworden. De stedehouder des keizers heeft te kennen gegeven, dat er in het vervolg geene vervolgingen meer behoeven ingesteld te worden voor overtredingen, die dagteekenen van voor de in staat van beleg stelling des koningrijks. De aartsbisschop schijnt ook meer invloed te verkrijgen op de gemoederen der ingezetenen, waardoor men de toekomst met minder vrees zal kunnen te gemoet gaan. Te Lgon heeft men onlangs in den Zoölogischen tuin al het watergevogelte gestorven of stervende gevonden De zwanen, Kaapsche, Hollandsche en Noordsche eenden lagen dood aan den oever des vijvers, of dreven op het water. Men veronderstelt, dat een kwaadwillige het water heeft vergiftigd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1862 | | pagina 2