btttierlantT
baar op ilo laelispiereii maar toch zou het wensclielijk
geweest zijn, dat men tegenover die vreemdelingen die
aandrift hadde kunnen onderdrukken, te meer daar zij
poogden beleefd te zijn en naar Westerschen stijl tegen de
menigte bogen en hunne handen aan hunne hoeden brag-
O O
ten; niemand was echter wellevend genoeg om hun groet
te beantwoorden. Het is zeer te vreezen, dat het hun,
wanneer zij zich op straat vertoonen, niet beter zal gaan,
en dat zij, ouder gewoonte, bij zulke gelegenheden, nage-
loopen en nageschreeuwd zullen worden op een wijze, die
men niet van zoogenaamde fatsoenlijke lieden verwacht.
Voor eenigen tijd werd van wege het departement
van Marine cene commissie benoemd, belast met het beoor-
deelen van het pantseren van schepen en vaartuigen van
oorlog in het algemeen, getoetst aan de nieuwere stelsels,
elders aangegeven of beproefd, en verdere daarmede in
verband staande aangelegenheden. Die commissie heeft
thans haar rapport ingediend, dat aan de leden der beide
Kamers is rondgedeeld. Daaruit blijkt, dat de commissie
aanneemt, dat de wetenschap later nog weder nieuwe ver
beteringen zal doen aanbrengen en dat dus bij het beant
woorden der vraag hoofdzakelijk op de dadelijke verdediging
des lands en der koloniën moet worden gelet. Zij oordeelt
dat onze fregatten met stoomvermogen niet kunnen worden
O O
gepantserd, als alleen voor de binnenlandsche defensie, dat
de korvetten daartoe geheel ongeschikt zijn, doch dat de
schroefstoomfregatten 3de en 4de klasse, door ligtere ijzer-
bekleeding, tegen granaat- en schrootvuur kunnen worden
beschermd. Verder deelt de commissie nog eenige voor-
O O
stellen mede en komt eindelijk tot de opgave der vermoe
delijke kosten van het uitvoeren harer voorstellen, die
bedragen de som van 11,342,910.
-- Het weekblad Koning en Grondwet bevat in een zeer
lezenswaardig artikel, over de wet op het middelbaar onder
wijs, o. a. de volgende opmerkingen:
Kennis is magt. Langzamerhand begint men overtuigd
O O O O
te worden van de waarheid, in dit gezegde bevat. Het
7 O O
gevolg van het veld winnen dezer overtuiging is het gevoel
van behoefte aan goed onderwijs. Volksbeschaving leidt
tot volksgeluk. Is dit waar, dan zullen wij weldra eeno
groote schrede verder zijn op de groote baan, waarop het
voorwaarts! ons in de ooren klinkt, want het wetsontwerp
op het middelbaar onderwijs is gereed. Eindelijk zal de
volksvertegenwoordiging geroepen worden haar zegel te
hechten aan eene wet, wier invoering, naar wij hopen, een
bron van zegen zal worden voor het vaderland.
Gelegenheid tot ontwikkeling voor de nijvere burgerij
ontbrak tot nog toe bijna geheel. Werd die ook op som
mige plaatsen gegeven, dan was zij nog onvolledig.
Er wordt tot nog toe niet genoeg gedaan, om den mensch
harmonisch te ontwikkelen. Dit is juist het kenmerk dezer
eeuw, dat zij tracht alle wetenschappen te verzoenen en te
doen zamenwerken, om overal dezelfde hand, Gods hand,
te doen zien en niet het minst in het edelst schepsel zijner
hand, den mensch, wiens in- en uitwendige geschiedenis
zij vol ijver nagaat."
Bij de Eerste Kamer der Staten-Generaal is inge
komen een adres van H. II. de Meer c. s., burgemeesters
der gemeente Schagen, enz., tot ondersteuning van de ont
eigeningswet voor den Noordhollandschen spoorweg.
Belangrijk ook voor deze gemeente en deze geheele
provincie was voorzeker de beraadslaging over de onteige
ningswet voor den staatsspoorweg van den Helder naar het
Kiedorperverlaat, jl. Woensdag in de Eerste Kamer der
Staten-Generaal gehouden. Onderscheidene sprekers hebben
daarover het woord gevoerd. Vooral hield men daarbij het
oog gevestigd op de belangen van Amsterdam, op de moge
lijkheid dat de doorgraving van Holland op zijn smalst niet
zou kunnen tot stand komen, en op het bezwaar, dat voor
de scheepvaart op het Noordhollandsch Kanaal door over-
brucfingen ontstaat. De heer van Beek Vollenhovcn stelde
ÖO O
voor de behandeling der aanhangige wet te verdagen tot
dat er meerdere zekerheid omtrent de doorgraving was
verkregen. Dit voorstel werd echter, met 19 tegen 13
O 'O
stemmen, verworpen. De wet zelve werd met 25 tegen 7
stemmen aangenomen.
Bij besluit van 5 Junij 11. heeft Z. M. op voordragt
van den minister van Binnen!. Zaken den zilveren eere
penning toegekend aan 73 genees- en heelkundigen en aan
4 bureaux van vaccinatie, die, volgens opgave der provin
ciale geneeskundige commissien, in 1861 zich het meest
verdienstelijk hadden gemaakt door belanglooze koepok
inenting. Onder de bekroonden komt voor de heer A.
O
E. Stiggelbout, te Burg op lexel.
Donderdag 11. heeft zich op het Oude Schild te Texel
een persoon door ophanging het leven zoeken te benemen.
Daar zulks ontdekt werd, is men er in geslaagd zijn pogen
te verijdelen,
Den 19 dezer ontvingen de weduwen Dekker en Vos,
te Texel, beiden een mandaat groot 1925, afgezonden
door den Nederlandschen consul te Japan en gegeven door
het gouvernement aldaar.
Den 19 dezer is aan het prov. gouvernement van
Noordholland, te Haarlem, in het openbaar aanbesteed:
Het met steen en puin bestorten van een gedeelte van den
onderzeeschen oever der Rijks-zeehaven het Niewwediep, enz.
Aannemer de heer M. Deutekom, te Amsterdam, voor de
som van 12,450.
Uit Delft wordt gemeld, dat bij het ministerie het
plan bestaat om de Delftsche academie in stand te houden,
in zooverre zij dient ter opleiding van ingenieurs en
ambtenaren 2de klasse bij de indische dienst; terwijl de
opleiding der ambtenaren 1ste klasse aan de Leidsche
akademie zou verbonden worden.
- Zr. Ms. schroefstoomschip Amstel, onder bevel van
den luit. ter zee 1ste kl. G. H. Bakker, is in den morgen
van 19 dezer van de reede van Ilellevoetsluis naar zee ver
trokken, ter opvolging zijner bestemming naar de Westlndien.
Het état-major is zamengesteld uit de volgende officieren:
luit. ter zee 1ste kl. G. II. Bakker, komm.de luits. ter
zee 2de kl. J. P. van Rossum en II. D. Guijot, de adelb.
lste kl. P. A. J. P. van Alphen; de off. van gez. 2dekl.
W. Littel en de off. van adm. 3de kl. G. J. G. Verdooren.
Een ongedagteekend regeringstelegram, waarschijnlijk
van den 15den Mei, luidt
Goede tijdingen van Banjermassing. Doodtijding van
den Ferdana Mantri. Voor het overige niets nieuws."
Maakten wij in ons vorig nommer, in de buitenlandsche
berigten, melding van den oorlog in de Vereenigde Staten
van Noord-Amerika en van de verwachting, dat de mogend
heden van Europa door hunne belangen, zoowel als door
den stand der zaken, zullen geroepen worden uitspraak te
doen omtrent de hangende geschillen; thans dient meer
bepaald de aandacht op Mexico te worden gerigt. Daar
toch hebben de fransche wapenen, aan wie het thans uit
sluitend schijnt toevertrouwd de zaken te vereffenen, eene
niet onbelangrijke nederlaag ondervonden. De fransche
regering, welligt niet onbekend met het opbruisend en
teergevoelig karakter des volks, schijnt het noodig te hebben
geacht de natie eerst van lieverlede met die nationale ramp
kennis te doen maken. De officiële Moniteur heeft, niet
tegenstaande de regering al zeer spoedig de Jobs-tijding
had ontvangen, door haar dralen de gemoederen voorbereid
op het vernemen van het juist niet zeer heugelijk nieuws.
In allerijl zullen er nu versterkingen worden gezonden naar
het oorlogstooneel; maar men berekent, dat met allen mo
gelijken spoed, die versterking niet voor ultimo Julij ter
bestemder plaatse aanwezig kan zijn. Evenwel wordt er
vijftien millioen francs ten behoeve dier expeditie aange
vraagd. Als nu maar de vruchten, die deze onderneming
afwerpt eenigzins opwegen tegen de offers in geld en bloed,
die zij vordert, dan valt er nog niet te klagen. Maar als
het eens anders uitvalt De tijd zal het leeren!
Intusschen verneemt men, dat, ofschoon keizer Napoleon
niet ongezind was, om, tijdens de medewerking van Enge
land en Spanje, bij de verovering des lands den troon aan
Ferdinand Max, aartshertog van Oostenrijk, af te staan,
thans, nu hij alleen die gevaarlijke commissie uit te voeren
heeft, niet meer zoo mild met het troonen geven is als
toen. Naar het schijnt is de oostenrijksche regering in het
bezit van brieven, waarin schriftelijke verzekeringen voor
komen, omtrent het begiftigen met kroon en scepter van
het mexicaansche rijk. In Engeland verheugt men zich
echter, met de geheele expeditie niets meer te doen te
hebben en laat de regering het aan het genie van den
franschen keizer over, met die gewaagde onderneming zijn
voordeel te doen.
Overigens is het nieuws weinig van algemeen belang.
o O o
De erkenning van het koningrijk Italië door Rusland wordt
weldra verwacht en in Duitschland boezemt de Keur-Hessi-
sche aangelegenheid nog al eenig belang in. De regering
O O C> O O O
van dit vorstendom schijnt van de zijde van Penissen nog
al eens sterke aanmaningen te ontvangen, ten einde do
O
aangelegenheden des lands op een gewenschten voet te
brengen. Doofheid voor die stem der waarschuwing, of
onwilligheid om daarnaar te handelen, veroorzaakt bij den
keurvorst en zijn bewind, dat de zoo noodigc hervormingen
althans tijdelijk achterwege blijven.
Uit Ostende wordt gemeld, dat de belgische stoomboot
Diamant dezer dagen aldaar gereed lag om naar Rotterdam
te vertrekken, ten einde aldaar het Japanschc gezantschap
I aan boord te nemen en naar Antwerpen over te voeren,
A an waar het zich naar Brussel zou begeven; om bij koning
Leopold oen bezoek af te leggen. Per dépêche is echter