BUITENLAND. EEN TAFEREEL UIT HET AMERIKAANSCHE LEYEN. ile hëeren jhr. mr. W. Boreel van Hogelanilen en jhr. mr. F. L. II. J. Bosch van Drakestein. In de Beemster is eene commissie benoemd, om een plan te ontwerpen en de geschikte middelen te beramen, tot het houden van een algemeen 250jarig jubelfeest van Beemsters bedijking en droogmaking in 1612. Door de Prov. Staten van Overijssel zijn tot leden van Gedep. Staten herkozen de heeren Jhr. Mr. G. C. Junius van Hemert, J. D. van Hasselt, Mr. A van Delden, Jhr. Mr. J. A. Sandberg, J. B. Helmich, en evenzoo als sup pletoir lid de heer Mr. J. N. J. Heerkens. Een bij het departement van Koloniën ontvangen telegram van den gouverneur-generaal van Nederlandseh- Indië, gedagteekend Batavia 31 Mei, luidt: Eene zeerooversvloot door de lleteh vernield. 92 slaven bevrijd. Een zee-officier gesneuveld. Voldoende tijdingen van Bandjermasin. De orde herstelt zich meer en meer. Overmorgen vertrek ik naar een gedeelte van Midden- en Oostelijk-Jara Volgens een bij het departement van Marine ontvan gen berigt van Zr. Ms. zeemagt in Oost-Indië, zijn door Zr. Ms. stoomschip Reteh tien rooverspraauwen verbrand, bij welke gelegenheid de luit. ter zee 1ste kl. II. L. Jolly is gesneuveld. Eene gewigtige en treurige tijding komt uit Polen tot ons. Op den russisehen grootvorst Constantijn, die sinds eenigen tijd liet bestuur van Polen in handen had, en met wiens komst aan de rege ring men een nieuw tijdperk van ontwikkeling en vooruitgang mogt geopend zien, werd dezer dagen een moordaanslag gepleegd. Z. K. H. werd bij zijn vertrek uit den schouwburg te Warschau door een schot uit een revolver, die op hem werd gelost, gewond. Ook op generaal Luders is een moordaanslag ondernomen. Deze feiten worden algemeen zeer betreurd. De grootvorst toch was algemeen bemind om zijne goede hoedanigheden, om zijne liberale gevoelens en om zijn goeden wil om veel tot hervorming van het verdrukte Polen te bewerkstelligen. Welke gevolgen zal nu zulk eene gebeur tenis hebben? zoo vraagt ieder, die belangstellend de gebeurtenissen van dat land gadeslaat. Gelukkig dat men met eenigen grond van. den thans regerenden keizer mag verwachten, dat hij de misdaden door enkelen gepleegd, niet aan allen zal wijtendat hij zal blijven volharden bij zijne overtuiging, dat de ingeslagen weg der verzoening de eenige ware weg is, om dat land als een parel aan zijne kroon te behouden, en dat de misdaad van den schuldige niet tot het -.-orraocUon ......K m;..- geeft, als zou er eene zamenzwering bestaan in het midden des volks. In Engeland is dezer dagen in werking gekomen de wet, waarbij de gevangenzetting voor schulden is afgeschaft. Moge ook al in vele gevallen het niet voldoen van verschuldigde gelden, gereede aanleiding hebben gegeven tot het invoeren van gijzeling; zeker is het, dat zulke bepalingen niet meer behooren tot onzen verlichten tijd, en wenschelijk mag het worden geacht, dat ook in ons vader land zulke verouderde wetten worden afgeschaft. Niet geringe vrees bestaat er bij de regering \sm Oostenrijk over de ongunstige stemming van de bevolking der provinciën in of nabij Italië. De sympathie voor de regering, altijd nog eenigermate levende bij een deel der bevolking, schijnt nu hoe langer hoe meer te verdwijnen en in geneigdheid ten voordeele van het jonge Italië te ontaarden. Deze omstandigheid boezemt het Weener kabinet eene ernstige bezorgdheid in. En niet zonder reden. Bij de minste be weging in het belang van Venetië, door de legerscharen van Gari baldi c. s. ondernomen, zou het zoodoende maar al te zeer zijn te vreezen, dat de Oostenrijkers stonden op een grond, die staatkundig ondermijnd en voor geene verdediging meer vatbaar was. Waarlijk, de blik op Italië levert nog weinig bevredigende uitzigten. Rome, voortdurend in eene gedwongen positie; de paus door de fransehe bajonetten beschermd; Venetie en environs staatkundig ondermijnd; de profetie van keizer Napoleon: „Italië zal vrij zijn tot aan de Adriatische Zee," nog altijd onvervuld; het koningrijk Italië nog niet door alle mogendheden als zoodanig erkend; Garibaldi door de staatkunde der europesehe kabinetten tot rusten in plaats van tot strijden genoopt; te zamen wolken en donkerheid brengende over een land, in natuurpraeht zoo heerlijk en schoon, dat het een para dijs zou gelijken, als het door de heerschzucht, het geweld en de boosheid der menschen niet tot een land, arm aan rust en vrede, was gemaakt. Uit een rapport, door den heer Delangle aan den keizer van Frankrijk uitgebragt over de geregtelijke statistiek gedu rende een tijdvak van 10 jaren, blijkt o. a., dat van 18511860 op een gemiddeld getal van 1000 huwelijken, waarvan de ontbinding aan de regtbanken werd verzocht, slechts tien sedert minder dan een jaar waren gesloten, 240 dagteekenden van 1 tot 5 jaren, 250 van 5 tot 10 jaren, 330 van 10 tot 20 jaren en 170 van meer dan 20 jaren. Opmerkelijk is het voorts, dat gemiddeld op 100 aanvragen tot echtscheiding 91 uitgaan van de vrouw en slechts 9 van de man. Het rapport van den minister van justitie bevestigt nog eene andere bijzonderheid, welke trouwens niet geheel nieuw is, namelijk, dat weduwnaars bijna altijd hertrouwen, oneindig meer dan weduwen. Den 27 Junij kwam een grijsaard van 83 jaar, gede coreerd met de St. Helena-medaille en het legioen van eer, aan het keizerlijke paleis te Fontainebleau en verzocht den keizer te spreken. Hij werd toegelaten en zeer hartelijk door den keizer ontvangen. De veteraan heet Coluclie en ontving in 1809 uit handen van keizer Napoleon I het legioen van eer, toen hij op post staande dezen met geveld geweer tegenhield en zeide: «Gij komt er niet door, al waart gij de kleine korporaal zelf; mijn consigne is niemand te laten doorgaan." Coluche is nog zeer vlug en leeft op zijn gemak van een klein pensioen; zijne komst aan het paleis had alleen ten doel om der keizerlijke familie een bezoek te brengen. Toen zijn gesprek met den keizer was afgeloopen, vraagde hijSire, zou ik de keizerin heden niet kunnen zien?" Dadelijk liet Z. M. de keizerin waar schuwen en hij stelde haar den grijsaard voor. De keizerin onderhield zich eenigen tijd met hem, en antwoordde, toen hij vraagde waar de kleine was, dat deze eene wandeling deed. De oude dappere was bij zijn vertrek hoogst gelukkig. Door den sterrekundige G. Tempel, te Marseille, is den 3 dezer eene nieuwe komeet bij het sterrebeeld Cas- siopaea ontdekt, die, volgens zijne waarnemingen eene middellijn van 20' heeft. Hare loop is zeer snel in de rigting van de poolster. Naar berekening van den heer Tempel, is zij sedert den 4 dezer boven den Kleinen Beer voor het ongewapende oog zigtbaar. Een Fx'anscbinan, die de abdij van Westminster te Londen bezocht en bevond, dat de monumenten er vrij stofferig uitzagen, heeft de twee volgende vragen aan den Times gerigt, die door dit blad worden openbaar gemaakt onder het vrij pikante opschrift: Fransclie nieuwsgierigheid. 1°. Weten de geëmployeerden in de abdij van Westminster wat een bezem is? 2°. Zoo zij het gebruik daarvan kennen, mag ik dan weten, in welk tijdperk zij er zich het laatst van bediend hebben? Den 1 dezer heeft te Osborne House in Engeland de huwelijks-voltrekking plaats gehad van prinses Alice met prins Lodewijk van Hessen. De inzegening geschiedde door den aartsbisschop van York. De koningin woonde, in diepen rouw gekleed, het huwelijk bij en was vergezeld van hare vier zonen, de prinsen van Wallis, Alfred, Arthur en Leopold. De plegtigheid had geen officieel karakter en had plaats in de kapel van het paleis. Dezer dagen hebben 180 personen, deels leden der vereeniging van ingenieurs, deels buitenlandsche gasten, door de eersten daartoe uitgenoodigd, allen echter mannen van het vak, met speciale vergunning van de Engelsche regering, een uitstapje naar Woolwkh gedaan, om het arsenaal aldaar te bezigtigen. Het hoofddoel was een be zoek in de kanongieterij en de daarmede in verband staande werkplaatsen. In hunne tegenwoordigheid werden tien 110 ponders Armstrongs-kanonnen, vijf 40 ponders en één 12 ponder aan de sterkste proeven onderworpen. Bij het laatste was bevel gegeven, dat de proeven tot vernielens toe moesten worden voortgezet, met andere woorden, dat men zoo lang moest schieten, tot het kanon zou springen. De proef was intusschen hoogst bevredigendbij eene lading van 3 pond buskruid werd een cylindervormig projectiel van 120 pond, dat zóó lang was, dat het ter lengte van 10 duim uit de monding stak, afgevuurd. Het geschut stond echter ook deze proef, even als de voorgaanden, door en zelfs met het beste vergrootglas kon men geen spleet in den loop ontdekken. Vervolg en slot van N°. 52). In zeker stadje van den staat Illinois had zoodanig voorval plaats, terwijl ik mij daar juist bevond en er ooggetuige van was. De „dikke John," zoo als men hem plagt te noemen, was een wel bekende en beruchte don Juan, en had als zoodanig reeds menige dragt slagen met de zoogenaamde bullepees een soort van dikke karwats, die van eene gedroogde ossenstaart vervaardigd is, beloopen. Dit belette hem evenwel niet, even als te voren, de jeugdige schoonen van het stadje overal na te loopen, iets, dat zijne wakkere wederhelft, die hij bij gelegenheid van een liefdes-avon tuurtje op de hier boven vermelde manier„bruiloft of gevangenis," gekregen had, zeer weinig beviel en haar heftig vertoornde. Nu had onze dikke John sints lang zijne zinnen op een jong, bevallig meisje gezet, doch werd hij, alleen door de reusachtige gestalte van hare twee broeders, van een van wie onze don Juan nog sommige, bij eene dergelijke gelegenheid hem toegediende dikke striemen op zijn achterdeel zou hebben kunnen toor.en, eenigermate van meer gewaagde pogingen afgehouden. Eindelijk vatte hij eebter weer moed; de laatste sporen van zijne kennismaking met de bullepees waren pas uitgewischt of vergroeid; nu kon hij derhalve wel weer op nieuw een kansje wagen. Maar de door hem belaagde dame had, zooals reeds gezegd is, twee broeders, waar alles behalve mee te gekken viel. Toen nu onzeJohn den volgenden morgen nog gemakkelijk en lekker in de armen van Morpheus lag uitgestrekt, en waar schijnlijk een alleraangenaamste droom had, waarin hij zich over den stouten ondernemingsgeest van den held dien hij zelf moest voorstellen, verbaasde, werd zijne kamerdeur zachtjes geopend,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1862 | | pagina 2