MEXICO. MARKTBERIGTEN. deue vissehers den goeden raad in den wind sloegen en als ge woonlijk naar zee gingen. In den namiddag, ofsclioon liet uitmun- tend weder was, werd sein gegeven, dat uit liet Zuiden een storm in aantogt was. Voor dat middernacht daar was, stak de wind met geweldige kracht op en hield den geheelen volgenden dag aan. Eene vischschuit met 8 man ging te gronde. De storm, waarin het Pruissische oorlogschip Amazone verongelukte, was daags tc j voren langs de gcheele oostkust van Engeland geseind. Pruissen j wil nu hetzelfde stelsel van waarschuwing langs zijne kusten invoeren." JJe Figaro-Programma berigt, dat de duitsche componist Eichard j Wagncr onlangs door eenen hond is gebeten, zoodat hij een gedeelte van zijn duim mist. In den beginne was men bevreesd, dat de hand zou moeten worden afgezet, doch thans is de vrees daarvoor geweken. Een schrijven uil Kassei aan de Volkszeitung deelt het vol gende voorval medeKortelings viel in het hoftheater, gedurende de opvoering van het blijspel „Er muss avfs Land," weder een dier niet zeldzame krakcelsccnes tussclien den keurvorst en zijne gemalin, de vorstin van Hanau, voor. De keurvorst schold zoo overluid en maakte daarbij zoo woedende gebaren, dat het publiek ten slotte de comedie, welke in de hofloge vertoond werd, vermakelijker vond, dan die op het tooneel. Daar echter, naar men weet, zijne door luchtigheid den beminden onderdanen geen vermaak van harte gunt, verliet hoogstdezelve de liolioge, en was zoo genadig, hoogstdeszelfs vorstelijke gemalin bij een punt van haar kleed, achter zich voort tc slepen. De Eyri Posla meldt, dat te Gyöngyös, in het comitaat Ilmescli het volgende voorval heeft plaats gehad. Een algemeen geacht inwoner dier stad bespeurde, dat iemand zich bijzonder bevlijtigde, om zijne echtgenoot het hof te maken. De eerste maal, dat hij hem in 'zijne woning aantrof, sneed hij den bedoelden persoon het regteroor af, dat hij, als zegeteek en, voortdurend bij zich draagt. Dezer dagen hebben twee zusters, Nunzia Granaia en Maria genaamd, te Napels, uit jaloezie met elkander geduelleerd, eenvoudig 1 met een mes. De een is dood gebleven op de kampplaats, en de ander, hoewel 18 wonden bekomen hebbende, leeft nog. Uit Lissabon wordt gemeld, dat men daar druk bezig was met de toebereidselen voor het huwelijk des konings met de sardi- nische prinses. Alom in die hoofdstad werden eerebogen opgerigt. Eene daartoe benoemde commissie, bestaande uit den markies Loulé j en graaf Carreira, zou den 10 Sept. met eenige oorlogsvaartuigen van Lissabon naar Genua vertrekken, ten einde de aanstaande ko ningin naar Portugal te begeleiden. Het huwelijk zou in de eerste week van Oetober voltrokken worden. Vooraf zouden de Cortes nog eene buitengewone zitting houden, om eenige met het huwelijk j in verhand staande zaken te regelen. De te NewmarJc, in Amerika, verschijnende Advertiser verhaalt i twee gevallen, waarin men bijna personen levend zou hebben begraven. Na den slag bij Fair Oaks vond men een, naar den schijn te oor- deelen, gesneuvelden kolonel op het slagveld en bragt hem naar de naastbij zijnde ambulance. Men maakte toebereidselen om het lig- chaam te balsemen en begon te dien einde met eene toepassing van het galvanismus. Doch, men verbeelde zich de verbazing der om standers, toen zij, op het oogenblik van den schok, de kolonel zich zagen oprigten, verwilderde blikken om zich heen slaan en eindelijk geheel tot het leven terugkeeren. - Het tweede geval betrof mede eenen kolonel, die in een moeras werd gevonden. Men bragt hem naar het hospitaal, waar zijne vrienden toebereidselen maakten voor eene aan zijnen rang gecvenredigde begrafenis; doch, toen men het deksel der kist, waarin hij zich reeds bevond, opende, om haar daarna voor goed te sluiten, deed hij de oogen open en riep„Ben John, mijne veldflesch met whisky Een Amerikaansch dagblad schrijft, na het berigt, dat zekere heer Moiron. 24 uren lang na zijn overlijden, slap en warm was gebleven, het volgende „Veel vreemdsoortige gevallen van lithargie kennen wij, doch herinneren ons een enkel voorbeeld, voor welker echtheid wij durven instaan, dat vrij sterk mag lieeten en eenigen tijd geleden plaats greep. Een welgesteld en aanzienlijk heer, die, nog maar kort geleden met een allerliefst vrouwtje in den ceht was getreden, werd ziek, en blies, na verloop van weinige dagen lijden, oogenschijnlijk den laatsten adem uit. Het lijk werd, zoo als men dit noemt, afgeleid en, in plaats van het gekleed en ongedekt te laten liggen, naar het gebruik des lands, in een laken of doodskleed ingespeld. Dit voorval had over dag plaats, terwijl de familie, die nachten achtereen gewaakt had en door verdriet en afmatting uitgeput was, zich reeds laat in den naeht had verwijderd en een vertrouwden i knecht, Alexandev genaamd, alleen had achtergelaten, om bij het lijk te waken. De knecht zat niet ver van het bed af en meende eenen zucht te hooren. Onmiddellijk snelde hij naar de legerstede en luisterde naauwkeurig toe; ja wel, hij had zich niet bedrogen, want nu hoorde hij duidelijk eene sterkere ademhaling en ontwaarde eene ligte beweging van het ligcliaam. Negen-en-negentig van de honderd zouden hoogstwaarschijnlijk het vertrek, waar het immers niet pluis scheen, in allerijl verlaten hebben: deze knecht niet alzoo. Met eene opmerkenswaardige tegenwoordigheid van geest scheurde hij het laken open, schikte het zoo, alsof 't het natuurlijke deksel van eene zieke was, blies al de lichten, op een enkel na, uit en nam al zoodanige maatregelen van voorzorg, als waardoor zijn meester, ingeval hij uit zijn schijnbaren doodstaat mogt komen te ontwaken, door het denkbeeld van zijn gewaanden dood niet zou kunnen worden geschokt. Alstoen zette bij zich bij de legerstede neder en wachtte vol angst de dingen, die er gebeuren zouden, af. Werkelijk begon de overledene zich tc bewegen, geeuwde luide en vroeg, bedaard rondkijkende: „Hoe laat is het, Alexander?" „Bij twaalven, sir!" antwoordde deze. „Breng mij wat eten." De trouwe knecht verliet het vertrek, wekte een der mannelijke leden van de familie en deelde hem liet nieuws voorzigtig mede, hem tevens verzoekende, de jonge vrouw ten stelligste, te raden, niet het minste vertoon van blijdschap te maken, waaruit de zieke de waarheid zou kunnen vermoeden. Vervolgens gelastte hij den kok, wat eten klaar te maken, en keerde toen naar de kamer zijns meesters terug, alwaar de van blijdschap opgetogene familie zich weldra vereenigde. Dc sehijudoode herstelde werkelijk volkomen en vernam eerst onlangs, wat er met hem gebeurd en hoe hij acht uren lang dood geweest was. Mexico mag bij uitnemendheid het land der anarchie beften. Zij is er nor male toestand geworden. JJe verscheidenheid, der dementen, waaruit 4e bevolking bestaat, werkt daartoe sterk mede, zoo zij er niet de oorzaak van is. Sedert de aankondiging der staatsregeling van Iguala (lfi Dcc. Ib23), is zij niet minder dan een-en-twintig maal veranderd geworden, zijn er wel driemaal zoove. 1 opstanden („pronuuciameuto's," die, gelukken zij, tot „glorierijke omwentelingen" worden gedoopt) voorgevallen, en is in dat tijdsverloop van 38 jaren, hoewel de wet den duur van het presidentschap op vier jaren bepaalt, zes-en-vij!'tig maal een andere president opgetreden. Gemiddeld heeft dus ieder prtcsidium, in plaats van vier jaren, ter uaauwernood acht maanden geduurd; terwijl het bovendien niet zelden gebeurde, dat er, te gelijker tijd, twee, ja drie presidenten, hier en daar erkend werden en gezag uitoefenden. Sommigen hebben ver scheidene keeren, o. a. Santa Anna zes malen, den zetel heklommen. Tot dien aan houdenden toestand van regeringloosheid, dragen hi t ambtsbejag van de vele hongerlijdende blanke hidalgo's, te trotsch voor burgerlijke kostwinningen, en het leger, in ruime mate lij. Het leger moet, volgens dc bepalingen der staatsregeling, uit 26,353 man bestaan. Dit is eebter slechts op het papier het geval. Volgens Tajlor telt bet werkelijk leger naauwelijks 14,000 man, waarvan 10,000 gemcen-soldatcn, 2000 onder-officieren, 1500 subalterne en 500 staf-oüicierenonder deze laatsten zijn 70 generaals; het aantal gepensioneerde officieren is onder deze getallen niet begrepen. Derhalve komt op iedere 5 gemeen—soldaten een onder—officier, op 31 een staf-officier en op 1'J'J een generaal. Dat een groot deel van deze officieren' zonder kommaudo en op halve of twee derde soldij gesteld is, kan men ligt begrijpen. Ouder deze zonder soldij zijnde en hongerlijdende officieren nu vindt men vooral de politieke oproermakers, die uit eer- en geldzucht het ongelukkige land jaar uit jaar in beroeren. Het kwaad dezer onophoudelijke oproeren ligt niet alleen in het bloedvergieten want nergens ter wereld kosten zulke bloedige gevechten, heldenmoedige aan vallen, beslissende zegepralen en schitterende wapenfeiten, zoo weinig menscheu- levens, maar ook in het volkomen gemis van veiligheid voor personen en goederen, dat het gevolg van al die cindeloozc oproeren is. Volgens eenen oogge tuige, gaat het bij zulk ten „pronuneiamento" volgenderwijzc toe: Op zekeren morgen vindt men aan alle hoek.cn van de straten proclamatiën aangeplakt, waarin de „verlichte zonen der vrijheid," met andere woorden, het werke-en broodelooze gepeupel der stad opgeroepen w orden, gedachtig aan de heldendaden hunner vaderen, het juk van den dwingeland don KM. (zooals de president of gouverneur der provinciën, want ook buiten de hoofdstad zijn de pronnuciamento's niet zeldzaam, dan op dat oogenblik lieeten mag) niet langer geduldig te dragen, maar den ondergeteekcudé vootloopige regerings-juuta, tot herovering der vrij- hcid, den helden-arm te lèeiien. Gewoonlijk kiest nu dc eene helft des légers, d. i. dc bezetting van de stad, de zijde der „bevrijders," terwijl de andere helft zich aan de zijde van den „dwingeland" schaart, die hun veelal, in zulk een kritiek oogenblik, de sedert maanden verschuldigde soldij laat uitbetalen. Deue menigte vrijwilligers, allen meer of min verloopen en in lompen ge huld, benevens een aantal zich opwerpende non-aetive officieren, stroouien nu op die proclamatie zamen, uitgelokt door het vooruitzigt op plundering avan- cemeut of toekomstig voordeel. Men houwt barricaden van eens andermans goed en sleept kanonnen naar de hoeken der straten. In een oogwenk kifcse- teren de vrijwilligers op de platte daken der huizen en wisselen van daar gew eerschoten met de troepen van den dwing eland,die zich op straat vertoouen. Nu en dan sneuvelt menig rustig burger, doch de gelederen der strijders verminderen niet, Het was als werden negen tiende der schoten met los kruid gedaan. Zoodra deze „strijd voor de vrijheid" begint, sluiten de winkeliers eenvoudig hunne buizen. De handel staat stil. De uitgestalde koopmans- of winkelgoederen, die niet zoo spoedig in liuis te nemen of elders in veiligheid te brengen zijn, worden in den regel, hetzij door de „vrijheids-belden" of door de „huurlingen van den dwingeland", of ook wel door beide te gelijk, weg genomen. Soms ziet men ook wel, dat de „heilige zaak der vrijheid" eener- zijds cn de niet minder „heilige zaak der orde" anderzijds een oogenblik op den achtergrond treedt en in den steek gelaten wordt door dc strijders, om het bezit van een broek of een stuk lijnwaad, door een winkelier op de stoep zijner woning achtergelaten, magtig te worden. Dit zijn eebter slechts klcme episodes de hoofdzaak is plunderen. Heeft dat gedeelte van den strijd voor de „vrijheid" zijn toppunt bereikt, dan nadert het einde. De eene of andere partij, het strijden moede, of voldaan over den behaalden buit, of ontevreden omdat zij, wier vaan mc-n verdedigde, niet genoeg betaald lichben, want men kan in Mexico zoo min een held, als in Noord-Amerika een advocaat zonder klinkende specie aan het werk houden, de eene of andere partij dan, geeft zich eindelijk over. Daarna is dan de gelukkige ver lossing van het slavenjuk, of hoe men, naar gelang van de zaak, het gebeurde ook noemt, voleindigt. Een nieuwe president of gouverneur, wordt, onder nietswaardige redevoeringen, door liet souyereine volk geïnstalleerd, en de dagbladen wedijveren met elkander in de meest uitvoerige beschrijvingen en de sterkst gekleurde tafercelen van den gew onnen strijd, die geregeld eindigen met de hoogdravende voorspelling, dat nu het nieuw, glorierijk tijdperk der gereg- tigheid, vrijheid, orde en welvaart, aanbreekt. Is het zooverre, dan komen dc vreedzame lieden weder te voorschijn, de winkeliers heropenen liunne winkels, beginnen weder uit te stallen en onderwerpen zich aan eene laatste schade, namelijkilluminccren, ter viering van de overwinning en ter eere van de overwinnaars, die hunne glazen ingeslagen en hunne goederen gestolen hebben Daarna gaat alles weder, als ware er niets gebeurd, lustig cu rustig voort, totdat er na een maand of acht weder proclamatiën worden aangeplakt, de „zonen der vrijheid" worden opgeroepen, 'om hnn heldenarm te leenen, geplun derd wordt en alsdan weder een nieuw gelukkig tijdperk begint. DORDRECHT, 4. September. Alle soorten van Granen, doch vooral van het nieuwe gewas, verkeerden iu gedrukte stemming. Tarwe, Overm. en Zw. jnr. 10 c., maar nieuwe 30 c. lager, jar. Zw. en Inl. f 10,40 a 12,40, n. dito 1862 f 10 a 11,40. ,Tar. Rogge on- verand., niewe weinig begeerd en 20 c. lager afgegeven, jar. Zw. en Inl. f 7 a f 8, n. dito 1SG2 1' 0,80 a 7,50. N. Garst met beperkten aanvoer en nagenoeg als voren, alleen puike kwaliteit goed te verkoopeu. Spelt en n. Haver, laatst genoemde meestal puike kwaliteit, vond tot 20 c. lager nog weinig aftrek, dar. Paardenboouen weinig gevarieerd, nieuwe tot lagere prijzen verhandeld, kwaliteit echter viel zeer voldoende. N. goed kokende blaauwe Erwten vonden tot 30 c. lager nog weinig kooplust, witte mesting nagenoeg onveranderd. Een gerief Holst. Boekweit a f 180 verkocht. Koolzaad tot vorige koers goul tc verkoopeu, mooi n. Zw. gest. 75 en ecu half p. vl., Zw. en Overm. 73 a 75 p. vl. en een enkel puik partijtje 76 p. vl., afw kwal. 70 a 72 p. vl. l.ijuzaad f5 lager tc koop, 113 p. Berd. a f300 en 111 p. Archangel 1'3S5 a 300. In andere Zadeu ging mede niet .om. Raapolie vlieg, f 45, 1 Oct. 1'45, 1 N ov. cu Dcc. f 45 en een half. Lijnolie vlieg, f 45. Raapkoeken, harde f SS a 02. zachte f 108.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1862 | | pagina 3