STEEN VAN DEN BEROEMDEN CH1NESCHEN HUUR. EEN BURGERLIJKE STAND YAfê DE GEMEENTE HELDER, BURGERLIJKE STAND VAN DE GEMEENTE TEXEL, MIDSELBURGSCHE MAATSCHAPPIJ VAN STOOMVAART. BRAND TE ENSCHEDÉ. de Creekinan iu zekere mate ook boer is). De inwoners van Bonny wilden nu op liunne beurt den inboorling dooden, waartoe in eene tot dit doel gehouden meeting dan ook werd besloten. Doch toen de man vernam, dat het doodvonnis over hem was uit gesproken, sloot hij zich in zijn huis op met al zijne slaven, vrouwen en kinderen, laadde al zijne geweren, groef eene loopgraaf rondom zijn huis, vulde haar met kleine vaatjes buskruid en tartte zoodoende de hoofden uit. Gedurende twee of drie dagen bleven de zaken in dien toestand, terwijl niemand het huis' met vijandige oogmerken durfde naderen. Eindelijk loofden de hoofden 2 puu- cheons of 160 gallons olie uit aan dengene, die zijn huis zou in brand steken. Een slaaf nam het aanbod aan, stak zijne woning naar de windzijde in brand en daar de vonken op het huis van de belegerden vielen, vatte ook dit vuur. Toen de moordenaar van den Creekman dit zag, verzamelde hij zijne slaven, vrouwen en kinde ren in de loopgraven, stak er de brandende lont in en een oogen- blik later ontwaarde men 35 verminkte lijken te midden der puinhoopen. Zij bleven daar drie dagen liggen, waarna zij in zakken gestopt en in de rivier geworpen werden." Fonblanque, een engelsch reiziger, die den Eunijama in Japan heeft bestegen, heeft in het jaar 1861, een bezoek gebragt aan den grooten chineschen muur, en deelt daarvan een verslag mede in den Times. Het doel van zijne reis was echt engelsch, namelijk, geen ander dan dit, dat hij zou kunnen zeggen; ik ben de eerste en eenige Europeaan, die den Eunijama in Japan heb beklommen en den grooten chineschen muur heb gezien. Yandaar, dat hij ook buiten staat is, om eene beschrijving van den muur te geven. Hij heeft zich vergenoegd met hem te beklimmen op het punt, waar hij hem bereikte, om een steen er af te nemen, een protokol op te maken, dat deze steen afkomstig was van het metselwerk van den grooten chineschen muur, dat protokol door twee getuigen te doen teekenen, om dan dien steen, wel ingepakt, met het protokol, op te zenden aan het engelsch museum, en na dat alles te hebben verrigt, de terugreis te aanvaarden. Aan zijne opmerkingen, op zijne reis er heen, wordt het vol gende ontleend Op 18 Maart ging Eonblanque op reis, in gezelschap van den tolk bij het engelsch commissariaat, Diek. Hij nam den weg naar Tientsin, en na verloop van drie dagen zagen zij den schoonen, sterken ringmuur, die de massa van ruïnen en puinhoopen omringt, en den naam van Behing draagt. Chinesche dorpen bieden meestal een zeer treurig en zwaarmoedig schouwspel aan; wijl echter de weg van onze reizigers door de dorpen voerde, die allen door den oorlog veel hadden geleden, was de aanblik daarvan veel verschrikkelijker. Niettegenstaande dat, werden den beiden vreemdelingen, die ongewapend waren, geen enkele vijandige blik of onvriendelijk woord toegeworpen door de mannen, vrouwen en kinderen, die om de bouwvallen hunner huizen gelegerd waren. Integendeel ontvingen zij op alle vragen beleefd en vriendelijk antwoord. Eenige dorpen waren geheel in puinhoopen veranderd, terwijl in andere nog enkele woningen staande gebleven waren. In het dorp Kosi-woo, waar het engelsche hoofdkwartier gevestigd was, ontmoetten de reizigers een franschen bisschop, die 25 jaren als zendeling iu Cliina werkzaam was geweest, en nu op het punt stond, om naar zijn vaderland terug te keeren. Hij was geheel ge kleed als een Chinees, droeg zelfs den haarstaart, was door de in woners hoog vereerd, en droeg den naam van mandarijn-priester, De zelfverloochening, de ijver en het reine eenvoudige leven, dat de in China en Stam zich bevindende, 1500 fransche zendelingen lei den, zijn niet zonder invloed gebleven op de inwoners van het land, al is ook de bekeering tot het Christendom nog zeldzaam. Europeanen zijn in Buking nog altijd eene vreemde verschijning. Enkele aanzienlijken in hunne draagstoelen, of mandarijnen te paard, door een talrijk gevolg omstuwd, vermeden zorgvuldig hunne oogen op de buitenlaudsche mannen te slaandaarentegen kwamen kramers en winkeliers uit hunne winkels te voorschijn, en de jeugd liep ons bij troepen na, onder het uiten van allerlei kreten, die meer gemeen zaam waren dan beleefd. Over het algemeen hadden wij echter geene reden om ons te beklagen over de houding van het volk. Het ras der straatjongens is op de gelieelc wereld gelijk. Het naaste punt van den grooten muur ligt ongeveer 50 engel sche mijlen van Behing, noordelijk, en den weg daarheen is zoo slecht, dat de reizigers voor het laatste gedeelte hunne paarden moesten achterlaten. Zij huurden, in plaats daarvan, tartaarsche ponevs, (langharige, kleine, sterke paarden), waarop zij de bergreis gelukkig volbragten, iets, wat met hunne eigene paarden, of te voet, onmogelijk ware geweest. Op den vierden dag na hun vertrek uit Belang, bestegen de rei zigers bij het opgaan der zon, den hoogsten top van de bergketen, en daar zagen zij, in een groot deel zijner uitgestrektheid, den muur, het dwaze monument van mensclielijke industrie, bij welks bouw, naar men verhaalt, 200,000 menschen, ten gevolge van uit putting, het leven hebben verloren. De muur, van arduin- en tigchelsteenen gebouwd, is 20 voet hoog en 15 voet breed eene dubbele borstwering is er op gemaakt, die aan de noordzijde van schietgaten is voorzien. Zoo ver liet ooe; reikt, tjaat de muur over de toppen der hooge steile rotsen, als eene reusachtige zwarte slang, die op het landschap ligt, en wiens adem alles vergiftigtwant waar men de oogen heenslaat, het is alles treurig, ledig en woest geen grasscheut of bloem, die eeuig leven toont of kleur. Het was eene ware tyrannen-luim, om zoodanigen muur te bouwen, op eene plaats, waar de natuur reeds eene grensverdediging gegeven had, -sterker en vaster dan ze door menschenhanden ooit te maken was. Desniettemin is deze muur nog na 2000 jaren aanwezig, als ge denkstuk van de gruwzame dwaasheid eens menschen, en van de geduldige vlijt en het nameloos lijden van duizenden. Eonblanque besluit zijn berigt aldus; „Nadat ik vruchteloos gepoogd had eene teekeniug te maken, wijl ik nergens een punt vond, dat de moeite der teekening beloonde, pakte ik mijnen steen in, klom van den muur af en besteeg mijn paard voor de terugreis. Onze gids meende zijne oogen niet te kunnen vertrouwen en twijfelde zeer aan ons verstand. Toen wij in Nanking, waar onze paarden waren achtergebleven, aankwamen, vroeg de kastelein mij, wat ik eigenlijk bij den grooten muur had gedaan. Hij geloofde mijn opregt en trouw antwoord niet. Waren er elders dan ook gene muren? Verdiende de ringmuur om Beking niet veel meer bezigtigd te worden? Hij verdacht ons eerst van een vijandig en geheimzinnig plan, maar toen wij, met den inge- pakten steen rustig weer vertrokken, lachte hij hartelijk, om wat hij, onze dwaasheid, noemde." M_4uRKLTBERIGTE]Sr. DORDRECHT, 23 October. Tarwe met kleine vraag, puike nog boven noteering, overigens 10 a 20 c. lager in goede kwal. verkocht en daarvoor nog aangeboden blijvende, jar. Zw. en Inl. f 10 a 11,40, n. dito 1862 f 9,20 a 10,80. Rogge bij gereiven 10 c. verlaging ingewilligd, n. 1862 f7 a 7,50. N. Garst blijft in puike kwaliteit schaarscli en gezocht; winter naar deugd als voren tot genot, prijzen en zomer zeer scliaarsch, de puike weder 10 c. hooger, Zw. en VI. winter 1862 f 5 a 6,20, dito zomer f 4,80 a 5,90. Spelt en Haver onv. N. Paardenboonen bij gerijven 20 c. hooger verk., n. witte dito niet ter veil, bruine dito bij gerijf iets hooger bedongen. Blaauwe Kookerwteu prijsh., doch met beperkte vraag, witte mede stil. Boekweit zonder handel, Noordbr. op 2100 p. Peel f 175 geh. en f172 geb., Bred. f185 gel. en f 180 gcb. Koolzaad 1 p. vl. hooger te not., Overm. gest. 79 p. vl. verk., eene mooijc partij 81 p. vl. geveild, op 80 bedongen, Deensch 75 p. vl. verk., 9 vats op Nov. 82 en op April 80 p.vl. gel. Lijnzaad, 110 a 111 p. Arcli. f 385 verk. Hennepzaad f 252 a 255 te koop. Kanariezaad f 7 a 9,50 per mud. Raapolie, vlieg f 45,50, 1 Nov. f 45 en 1 Dec. f 45,50 te koop. Lijnolie zeer flaauw, vlieg, f 42 te koop. SCHIEDAM, 24 October. Jenever f 19,50; Amst. proef f 20.75. Moutwijn f 14. LONDEN, 23 October. Heden waren ter VEE-markt aangevoerd; 820 Runderen, 3160 Schapen, 152 Kalveren en 150 Varkens. De prijs der Ruuderen was 4 sh. 10 d., van Schapen 5 sh. 4 d., van Kalveren 5 sh. 0 d. en van Varkens 4 sh. 8 d. De prijzen der laatste markt waren. Runderen 4 sh. 10 d., Schapen 5 sh. 4 d., Kalveren 5 sh. 0 d. en Varkeus 4 sh. 8 d. van 1724 October 1862. ONDERTROUWDC. Sipkens, hoofdonderwijzer, oud 30 jaren en A. de Wijn, oud 26 jaren. J. Evertsen, matroos bij de Marine, oud 28 jaren en M. C. Sehuchhard, oud 32 jaren, wonende te VBssingen. G. J. van Nede, kuiper bij de Marine, oud 24 jaren en J. W. Brcgman, oud 26 jaren. GEHUWD: J. Scbröder cn M. H. Uitermark. C. Meijer en T. A. Schwarte. A. Bakker cu T. Ysenga. F. 11. Ruijmgaart en A. Kikkert. J. C. Meeuwse en C. M. Leemker. BEVALLENM. L. Arous, geb. Druif, (D.). M. Ran, geb. Dijker, (Z.). T. Verschoor, geb. Brune, (Z.). C. J. Veen, geb. Heijdeurijk, (Z.). A. van Gent, geb. van der Velde, (D.). C. Bruin, gcb. Voet, (D.). W. C. Kübler, geb. Veiling, (D.). OVERLEDEN: M. II, Velthuijs, (1 maand). M. Burger, (29 jaren). S. Takes, (2 jaren en 8 maanden). G. R. Èkhart, (48 jaren). D. Fooij, (10 maan den). P. J. Slaterus, (29 jaren) A. Kruger, (6 jaren). J. F. Weda, (67 jaren). A. Verschoor, (6 dagen). Levenloos aangegeven 1. Ambtshalve inge schreven 3. 1 aangespoelde drenkeling. tan 1724 October 1862. ONDERTROLWVDP. Langeveld Mz., landbouwer, oud 23 jaren en G. Bakker, oud 20 jaren. J. Wuis, zeeman, oud 29 jaren cn E. van der Vis, oud 22 jaren. GEHUWD: G. Smit en E. van Kooten. BEVALLEN: A. Keijser, geb. Boon, (Z.). G. Kalis, geb. Bakker, (D.). C. van Prooijen, geb. Stark, (Z.). OVERLEDEN: F. Zuur, (53 jaren). A, Lindeman, (18 maauden). C. C. Boon, (72 jaren). Van MIDDELBURG: 27, 28, 30 en 31 Oct. 's morg. 6 ure. 1 Nov. 's morg. 7 ure. 2 Nov. 's morg. 8 ure. Van ROTTERDAM: 27, 2S, 29 en 31 Oct. 's morg. 10 ure 36 minuten, 1 Nov. 's middags 12 ure. 2 Nov. 'smorg, 6 ure. Sedert de laatste opgave in dit blad is door de ondergeteekenden ontvangen Bij den Heer Abersoii: Opbrengst der vijf loten in de Loterij door de jongejufvrouwen der school van Mejufvrouw vau der Burgh opgerigtf 0.50 23 October, door den lieer S. Giltjes, Opbrengst van bet gedicht „Enschcdé's ramp," door J. Swart, Sergeant bij liet, korps Mariuiers, in garnizoen alhier 99.47 Bedrag der vorige opgaven 1038.61 Totaal 113S.5S Mr. D. P. II. ABERSON, Flein. A. A. 's GR.EUWEN, Kcrkgrachf. J. GOEDKOOP, Binnenhaven. MULLER, Artilleriestraat. R. BOOMSMA. Dijkstraat.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1862 | | pagina 3