BUITENLAND.
CZAAR NIKOLAAS VAN RUSLAND.
INGEZONDEN.
postwezen cu dat liij op de geuite weusclieu der leden daarbij zou
acht slaan, liet eerste gedeelte van dit Hoofdstuk (Nationale Schuld),
werd met algemeeue, het tweede gedeelte (Kosten van het Departe
ment), met -ld tegen 9 stemmen aangenomen.
.L)e beraadslagingen óver het YHIste Hoofdstuk {Departement van
Oorlogwerden in de zitting van gisteren nog niet ten einde ge-
bragt. De reedc gemaakte aanmerkingen betroffen vooral het hooger
cijfer van deze Begrooting en het Limburgsch-bondscontingent.
Hoor de hoeren J. L. W. 'F. Stern en N. A. Bouwen, laatst
genoemde gezagvoerder van het schoonerschip Jonkvrouw Geertrui,
en vroeger in deze gemeente woonachtig, werd, tijdens hun verblijf
aan de kust van den vrijstaat Liberia, in Afrika, waar zij voor
handelsbetrekkingen werkzaam waren, eene som van 426.45 inge
zameld ten behoeve der noodlijdenden door den brand te Enschedé.
Genoemde som is thans in handen van den minister van Binnenl.
Zaken gesteld en aan de commissie te Enschedé overgemaakt.
Wij ontleenen de volgende regelen aan een artikel uit de
Geneeskundige Courant, betreffende de geneeskundige wetsontwerpen:
„Men is, vooral in de laatste jaren, fel gebeten op ons Hooger
Onderwijs, en noemt dat in de geneeskunde bepaald onvolledig en
gebrekkig. De een meet deze ongunstige uitspraak af naar de lengte
eeuer series lectionum (lijst der lessen), de ander bouwt zijn oordeel
op eene verzameling van afgetrokken stellingen en een derde praat
dit alles op goed geloof 11a, zonder zich van die naaperij immer
voldoende rekenschap te geven. Intusschen is het, Gode zij dank,
zoo erg nog niet gesteld. Wij willen gaarne toestemmen, dat er
in de orde en de soort der lessen wel eenige verbetering zoude aan
te brengen zijn, dat voor het practisch onderwijs de elementen mis
schien wel wat rijkelijker aanwezig mogten zijn en dat sommige
leervakken wel met wat meer ijver mogten onderwezen worden,
maar met dat al, of liever, in weerwil van dit alles, leveren onze
Iioogescholen op den duur jeugdige medici af, die zeer goed in
staat zijn, hunne gewigtige taak te vervullen en meermalen een
sieraad van hun stand worden. W ij hopen, dat het publiek niet gelooven
zal, als sommige ondankbare kweekelingen zich zoo wreed aan hunne
alma mater (academie) vergrijpen, maar dat het publiek de achting
en het vertrouwen zal bewaren, waarmede het de geneesheeren in
zijn midden ontvangt en bejegent en dat het den eerbied en dat
hooger vertrouwen niet zal loslaten, die het gevoelt voor de vormers
en onderwijzers der artsen zelve."
Den 26 dezer is voor het Prov. geregtshof van Noordbrabant
behandeld, de met groote belangstelling verbeide zaak in appèl
van den heer advocaat van Baeile te Breda, wegens vermeende be-
leediging van den griffier van het kantongeregt te Ginneken, als
zoude de beklaagde hebben gezegd, de griffier is eenzijdig en teekent
in het belang van de eene en niet van de andere partij de woorden
van de getuigen op. Nadat de beklaagde, door nog meer getuigen
dan vroeger, de onjuistheid der aaugetijgde woorden had aangetoond,
heeft hij, zich zelf verdedigende, 11a eene sierlijke, kernachtige en
boeijende rede van bijna 3 uren, tot ontslag van regtsvervolging of
vrijspraak geconcludeerd. Met grond verwacht men dan ook de vrij-
spraak, in het belang van het regt van verdediging, terwijl de uit
spraak is bepaald op aanstaanden Diugsdag.
Het totaal der giften, ingekomen bij de hoofdcommissie tot
verstrekking van onderstand aan de noodlijdenden door den brand
te Enschedé, bedraagt 227,135.37L Hiervan is ƒ152,000 besteed
tot vergoeding van brandschade; ƒ13,000 staat onder het beheer
van eene afzonderlijke commissie: 50,000 zijn besteed tot het
bouwen van de 112 woningen, zoodat nog circa ƒ2000 in kas zijn.
Het spreekwoord: men werpt wel een klein vischje uit om een
grooter te vangen, vindt in de grieksche quaestie en de tusschen-
komst van Engeland, in deze dagen zijne toepassing. De Ionische
republiek was steeds, luidens de tractaten, bestemd om onder het
oppertoezigt der engelsche regering te staan. I11 den jongsten tijd
openbaarde zich op die eilanden nu en dan een geest van opstand
en een verlangen naar aansluiting bij het grieksche rijk. Afkomst,
taal, zeden en godsdienst vooral, die bij beide volken overeenstem
men, deden meer en meer het verlangen ontstaan om te zamen ver-
eenigd, te streven, om den alouden bloei des gemeenschappelijken
vaderlands zooveel mogelijk te doen herleven. Thans wordt het plan
gevormd, om, wanneer de Grieken slechts bij de verkiezing van een
koning hunne stemmen uitbrengen op prins Alfred, lonië met Grie
kenland te vereenigen. Men ziet hieruit hoe weinig de engelsche
staatslieden zich storen aan den regel: men mag niet influenceren
op de stemming. Want de Grieken zullen daardoor worden uitgelokt
om tot eiken prijs prins Alfred op den troon te plaatsen, omdat
daardoor hun belang in hooge mate wordt bevorderd, omdat daar
door hunne dierbaarste wenschen worden vervuld. Bij de verkiezin
gen ontstaat op die wijze de vraag voor de Grieken: „Wilt gij de
vereeniging met lonië of niet?" Maar ook bij enkele mogendheden, die
in het zuiden van Europa werk en zorg genoeg vinden, zal dit plan
van Engeland niet zoo geheel onwelkom zijn. En bij de onthouding-
der engelsche diplomatie van eiken invloed op den uitslag der ver
kiezingen, mag men het er gerust voor houden, dat de voorspiege
ling van de vereeniging met lonië veel krachtiger hefboom is, dan
eene directe bemoeijing ooit zou kunnen zijn.
Er bestaat op die wijze nog altijd eene groote beweging voor de be
noemingvan een koning van Griekenland. Reeds is de lijst der kandidaten
voor die aanztenlijke betrekking weder met een naam vermeerderd,
het is die van den Zweedschen prins van Dalecarliën. Men verze
kert, dat deze kandidatuur door keizer Napoleon, hetzij in het
geheim of in het openbaar, zal worden ondersteund.
De vrees voor de troonsbestijging van den engelschen prins
Alfred in Griekenland neemt hier en daar sterk toe. In de eerste
plaats wordt die vrees gekoesterd door keizer Napoleon, die er niet
bijzonderop schijnt gesteld te zijn, dat Engeland's invloed aldaar
nog in hooge mate vermeerderd zou worden. Maar ten anderen,
gaan ook zelfs in Engeland stemmen op, die dringend aanraden,
dat de regering cr van afzie, om die keuze door te drijven. De
Grieken zoo merkt men niet ten onregte op zullen door de
uitzigten voor de toekomst worden opgewekt, hunne stemmen wel
op prins Alfred uit te brengen. Zij zouden daardoor lonië winnen.
Maar als zij nu in hunne reeds geopenbaarde plannen volharden,
0111 ook de grieksche provinciën van Turkije te annexeren, wat zou
dan de houding van Engeland zijn, tegenover Turkije, tegenover
Rusland, tegenover Europa, tegenover de bestaande tractaten?
Het zenden van een Russisch eskader naar de Middellandsche
zee, waartoe reeds moet zijn besloten, is voorzeker een bewijs, dat
men cok tc St. Petersburg der Grieksche quscstie eene 'groote
belangstelling wijdt.
Overigens levert de geschiedenis van den dag weinig belangrijks
op. Dat de pruissische. regering, ofschoon inwendig behoudend, ten
aanzien van Keur-llessen een liberale politiek wil zien zegevieren;
dat het ministerie Eatazzi in de kamer der vertegenwoordigers te
Turijn hevig aangevallen wordt, terwijl meer en meer van een plaats
vervangend kabinet wordt gesproken-dat de koning van Pruissen
dezer dagen bij het ontvangen van deputatiëu uit het volk, de
waarheid Heeft moeten liooren, dat zijne zienswijze in het staatkun
dige slechts door een zeer gering gedeelte der bevolking wordt
gedeeld; dit zijn al zoo de voornaamste feiten die in de jongste
dagen de onderwerpen uitmaakten van het schrijven der dagbladen
over de geschiedenis van den dag.
-Het belgische ministeriële blad van den 28 dezer bevat het
volgende berigt: „Uit Antwerpen wordt ons per telegraaf het
volgende gemeldMen vreest tegen morgen avond voor eene agi
tatie, ten gevolge der meeting. De civiele garde is onder de wapenen
geroepen en de troepen zullen in de kazernes worden geconsigneerd."
Gedurende de verloopene weck hebben te Londen 1559 sterf
gevallen en 1885 geboorten plaats gehad.
De nieuwe onderaardsche spoorweg te Londen, die het Westend
met Holborn-Hill verbindt en mitsdien het levendigste gedeelte der
hoofdstad doorsnijdt, is lf mijl lang. Hij heeft 5 stations en aan
elk uiteinde een op de meest grootsche wijze aangelegd hoofd
station. Dagelijks loopen er in 12 uren 200 passagierstreinen heen
eu w eder7 uren zijn voor het goederenvervoer gereserveerd, dat
wel hoofdzakelijk uit slagtvee zal bestaan, daar de spoorweg de
nieuwe veemarkt met de slagthuizen nagenoeg verbindt. De winsten
op liet aanleg-kapitaal worden op 14 pCt. geraamd.
- Een brief uit Napels meldt, dat in de door lava bedolven
stad Pompeji een huis is ontdekt, waarin vijf geraamten van vier
vrouwen en een kind zijn gevonden. Deze geraamten hielden elkander
omstrengeld en men kon aan de houding zien, dat zij den verschrik -
kelijksten dood zijn gestorven; de mond van een der geraamten was
geopend. Men vond ook eenige geldstukken. Waarschijnlijk hebben
zij geen uitweg kunnen vinden en zijn door honger omgekomen.
- Men meldt dat het doorgravingswerk voor het kanaal van
Sites thans genoegzaam op de helft van het werk is gevorderd en men
heeft aan de aandeelhouders de hoop gegeven, dat de gebeele onder
neming den 1 Jan. 1S64 zal zijn voltooid. Reeds is men bezig aan
de oevers van het meer Timsah eene groote stad aan te leggen.
De gezondheidsleer vordert dat lo. de straten cener stad breed en regt moeten
zijn, daar zij niet alleen moeten beschouwd worden als wegen, maar ook als
luchtkanalcn, welke aan dc straten versche lucht toevoeren, en de bedorven
lucht verwijderen moeten; dat 2o. de straten goed bestraat moeten zijn en aan
beide zijden van goten voorzien, liefst overdekte onderaardsche riolen.
Op welke wijze deze leer bij de uitbreiding onzer gemeente wordt toegepast,
vooral in het gedeelte, 't Land genaamd, is meer dan bedroevend. De straten
zijn ware modderpoelen, geheel onbegaanbaar, overvuld met gaten cn kuilen,
waarin het vuil, (zelfs menschelijke uitwerpselen), dat de bewoners er ruimschoots
op neder werpen, rustig ligt te verrotten, en de dampkring met de schadelijkste
uitwasemingen vervult. Dat een en ander eenen allernadccligsten invloed moet
hebben op den gezondheidstoestand, zal wel geen betoog behoeven.
Wanneer er geene bepalingen bestaan omtrent de regten en vcrpligtingen van
eigenaars en bewoners van landerijen en huizen onderling en tegenover het pu
bliek, dan zou daarvan liet gevolg ziju, dat ieder den afval en het vuil, dat hij
kwijt wenscht tc zijn, op de openbare straat, of op het terrein van zijn buur
man zou neerwerpen.
Zulk een toestand zou geheel onhoudbaar wezen, en daarom moeten algemeene
maatregelen genomen worden, om te zorgen dat het algemeen geen schade lijde,
door hetgeen elke huishouding onbruikbaar of schadelijks afwerpt.
Mijns inziens zou bet gemeentebestuur in dit alles kunnen voorzien, en zelfs
met de bestaande policievcrordeniugcn, veel kunnen voorkomen worden.
Vervolg van No. 95.)
Volgens eene in Itusland zelf gedane telling, heeft keizer Nikolaas alleen in
de eerste G en een half jaar van zijne regering niet minder dan 5073 wetten
(ukascn, manifesten cn iustructicn) uitgevaardigd. Dat maakt er voor elk
jaar ongeveer 1000, of van ieder dag 3, van welke nog een aantal vrij uit
voerig waren.
Neemt men daarbij nu in aanmerking, dat, iedere wet eene reeks van be
palingen inhield, waardoor duizenderlei gevallen geregeld en beslist cn waar
millioenen mcnsclien zich aan tc houden hadden, dan kan men daarnaar bere
kenen, welk eene massa van voorbereidenden arbeid dit vereischtc. Men leze
maar eens de verhandelingen van liet engelsche parlement en dc discussiën,
interpretatiën cn coinmentaties der engelsche dagbladen nopens de voorgedragen
wetten, om te begrijpen, hoe veelzijdig zoodanige wetten zijn, waarbij ieder
woordje bijna gewikt en gewogen moet worden. En dan zal men zich eerst
verbazen over dc onvermoeide werkzaamheid van een alleenheerscher, in wiens
brein en kabinet dat alles moet plaats grijpen, wat in het parlement, in
talloozc vereenigingen cn dagbladen behandeld wordt.
Wel ging de prikkel tot of het denkbeeld van zulke wetten niet altoos van
den keizer uit; maar werden hem die geheel cn al uitgewerkt cn gereed door
zijne ministers voorgelegd, zooclat hij ze maar had na te gaan en te bekrachti
gen; doch ook dit reeds was op zichzelf een moeitevol werk. En dat keizer