BINNENLAND.
Dat, welke aanspraak op vrijstelling van dienst iemand
ook zoude vermeenen te hebben, de aangifte ter zijner in
schrijving niettemin behoort te geschieden, terwijl bij onge
steldheid, afwezigheid of ontstentenis, zijn vader, of, is deze
overleden, zijne moeder, of, zijn beide overleden, zijn voogd
tot het doen van aangifte gehouden is.
Dat, ter voorkoming van onaangenaamheden, welke voor
de ingeschrevenen volgen moeten uit eene verkeerde spelling
van naam of uit eene onjuiste opgave van den dag der ge
boorte, de belanghebbenden moeten medebrengen een Extract
uit hunne geboorte-acte, hetwelk kosteloos kan worden
v rkregen.
Verzuim van aangifte ter inschrijving wordt gestraft vol-
ns de Wet.
Helder, den 19 December 1862.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
L. VERHEY, Secretaris.
Sea S© dezer vertrekt de WiEST-ÏATBISCME
mail.
Ben 31 dezer vertrekt de landinail via
SOU TKAÏÏBTBl.
HELDER, en NIEUWEDIEP, 27 December.
In de voormiddag-godsdienstoefening op den lsten Kersdag in
de Nieuwe kerk der Hervormde Gemeente alhier gehouden, had de
bevestiging plaats van den nieuwen leeraar, den wel-eerw. heer F.
Haverschmidt, van Foudgum en Baard naar hier overgekomen. I)e
wel-eerw. heer L. Y. Ledeboer Az. trad daartoe voor eene zeer
aanzienlijke schare op. Naar aanleiding van Joh. I vs. la
hield Z. Eerw. eene indrukwekkende rede, waarin zoowel liet liooge
feest dat gevierd werd, als de plegtigheid der bevestiging van den
nieuwen leeraar, werd beschouwd. Met gepaste toespraken aan leeraar
en gemeente werd deze rede, die met groote belangstelling werd
gehoord, besloten.
Des avonds van denzelfden feestdag trad de wel-eerw. heer F.
Haverschmidt in de "VVester kerk voor de eerste maal voor de
gemeente ter dezer plaatse op, om zijn gewigtig dienstwerk te aan
vaarden. Zelden nog bevatte dit ruime kerkgebouw zoo eene groote
scbare als dezen avond daar verzameld was. De woorden van
Lucas TI vs. lOi werden door den leeraar gebezigd om te kenschet
sen hetgeen hij beschouwde te zijn de taak die hem op de schou
deren was gelegd. Kernachtig was de rede, 'die strekte om het hooge
gewigt der beteekenis en de toepasselijkheid der tekstwoorden aan
te wijzen. Toespraken tot het burgerlijk bestuur der gemeente, de
bevelhebbers van land- en zeemagt, de predikanten der verschillende
gezindheden, de leden van het kerkbestuur en tot de gemeente be
sloten deze leerrede, die een blijkbaar diepen indruk op de hoorders
teweegbragt. Moge de nieuwe leeraar met veel vrucht werkzaam
zijn voor den bloei der gemeente.
In de Noordzee is veel bout drijvende en hier en daar zijn
waskaarsen aangespoeld.
Men leest in de Staats-Courant:
Uit de officiële verslagen omtrent den jongsten storm, wordt het
volgende ontleend:
De hoogst waargenomen waterstanden in de provincie Noord-
Holland bedroegen: bij de Pettemer zeewering, "2 el boven volzee,
met oploopende golven tot 3 el boven volzee;
te Nieuicediep, aan de Koopvaarderssluis, 1.80 el boven gewoon
hoogwaterpeil
aan den Helder, aan den zelfregistrerenden getijmeter, 2.19 el
boven A. P.
aan de Willemsluis, 2.S0 el boven A. P.
De grootste winddruk aan het observatorium te Helder waarge
nomen, lieeft bedragen 70 pond op de vierk. el.
Aan de Pettemer zeewering is het paalwerk zeer beschadigd en
bij het noordeinde der zeewering, over ongeveer 45 el, uit het
strand geligtde duinen zijn zeer veel afgenomen.
De dijkgraaf van den Hondsbossche en Duinen tot Feiten berigt
o. a. het volgende .-
„De nacht van Vrijdag op Zaturdag was vreesselijk. Dc hevige
wind was van donder en bliksem vergezeld. Ten een uur na mid
dernacht steeg het water reeds tot 1.40 el boven het peil; maar
ten twee ure, zijnde hoogwater tijd, bereikte het eene hoogte van
2.50 a 2.60 el boven volzee; welke stand tot vier uur in den
morgen zoo is gebleven. De zee sloeg met een vreesselijk geweld
tegen de palen en daardoor over den dijk; langs de geheele zeewe
ring is een geduchte steile kant ontstaan: het paalwerk is gesloten
gebleven, de afsluiting van liet paalwerk bij Kamperduin is, ter
lengte van 7 el, buiten het duin geraakt."
De schade aan de Eijkswerken van het Niemcediep bepaalt zich
hoofdzakelijk tot het oude plankierwerk bij den Jagthoek, waar 300
strekkende el zijn weggeslagen, waarvan een gedeelte wordt vermist.
Te Texel heeft de vloed de hoogte van 1.95 el boven volzee
bereikt: zijnde slechts 5 duim beneden den watervloed van 1825.
Het poldertje Volharding, buiten den Eijerlandsehen zeedijk, is
in den morgen van den 20sten dezer ingeloopen.
Bij den Anna Pauloiona Folder is de dijk beoosten de van
Ewijcksluis, over 1000 el lengte, zwaar beschadigd. Het buiten
loop boven de steenglooijing is weggeslagen tot nabij de kruin,
net een steilen kant van 1.00 a 1.50 el.
Te Monnikkendam heeft de vloed, die, gedurende ongeveer 30
uren, een stand hield van 2.00 el boven A. P., bij tusscheupoozen
de hoogte bereikt van 2.25 el boven A. P.
De hoogste stand van den Waterlandschen zeedijk was 2 .30 el
boven A. P.
Tusschen Oostzaan en Buiksloot is vrij belangrijke schade aan de
steenglooijing en den aarden bovendijk ontstaanterwijl in het
dorp Nieuwendam, over eene lengte van ongeveer 500 el, zware
afslag van den aarden dijk heeft plaats gehad, die echter door het
aanbrengen van noodzeilen is gedekt.
De dijk van den Buiksloter Ham is in den nacht van 20 op 21
dezer ten twee ure bezweken; bierdoor is een belangrijke waterplas
ontstaan voor den dijk in het dorp Buiksloot, die, jaren lang niet
meer dan een slaperdijk geweest zijnde, nog al belangrijke doorlek
kingen heeft.
Van de steenglooijing, nabij den llijks steenen beer, in den pol
der Oostzaan, is, over eene lengte van ongeveer 600 el, de aarden
dijk door aangedreven balken en ander drijfhout beschadigd.
Aan het gedeelte van den zeedijk beoosten Muiden tusschen Muiden
en Muiderlerg, is vrij belangrijke schade toegebragt. Het duin te
Muiderherg is aanzienlijk afgenomen. De hoogste waterstand aldaar
bedroeg 2.40 el boven A. P.
Volgens een bij het departement van Marine ingekomen berigt is
Zr. Ms. schroefstoomsehip Djamki, onder bevel van den kapt.-luit.
ter zee P. A. van Rees, in den avond van 23 dezer ter reede van
Spithead aangekomen.
Naar men aan de Rott. Cour. mededeelt, zijn op den Rijn
spoorweg, in de nabijheid van Amsterdam, Zaturdag jl. een goede
rentrein en een personentrein teil gevolge der groote duisternis met
elkander in aanraking gekomen. Gelukkig was de vaart reeds sterk
verminderd en heeft men dus geene ernstige ongelukken te betreu
ren. Slechts zijn een paar goederenwagens verbrijzeld en heeft de
locomotief groote schade bekomen, terwijl de machinist en de baga-
gemeester min of meer zijn gewond.
De Eerste Kamer der Staten-Generaal ving in hare zitting
van jl. Dingsdag de algemeene beraadslagingen aan over de begroo
ting van staatsuitgaven en middelen voor bet dienstjaar 1863.
Onder de belangrijke! redevoeringen, te dier gelegenheid gehouden,
behooren vooral genoemd te worden die van de heeren Schimmel-
penuinck van der Oye en Fransen van der Putte, die vooral de
koloniale politiek van liet kabinet bespraken en bestreden en van
den heer van der Heim, die over het geheele kabinet als het ware
een veroordeelend vonnis uitsprak. Wat de zamenstelling van het
ministerie betreft, werd door laatstgenoemden spreker er op gewe
zen, dat voor Buitenl. Zaken geen diplomaat, voor Oorlog geen
generaal, voor Marine geen vlag-officier, voor Financiën en Justitie
twee uitmuntende aanhangers van den leider des bewinds, maar
wien men op practisch gebied weinig vertrouwen kan schenken, tot
die portefeuille waren geroepen. Hij verklaarde tegen de begrooting
van Koloniën te zullen stemmen, omdat de rigting van dien minis
ter hem geen vertrouwen hoegenaamd inboezemde. Ook werden door
genoemde sprekers en anderen de plannen tot hervorming van ons
belastingstelsel, aangekondigd door den minister van Financiën,
ernstig bestreden.
De minister van Binnenlandsche Zaken trad op, om het
regeringsbeleid van dit kabinet te verdedigen tegen de gemaakte
aan- en opmerkingen. In eene kernachtige rede bestreed hij het
wantrouwen in dit ministerie, door den heer van der Heim geopen
baard, behandelde verder de qumstie van homogeniteit, door som
mige leden betwijfeld en trad eindelijk in beschouwingen omtrent
ware vrijzinnigheid, die door hem voor liet vaderland werd ge-
wenscht en bedoeld.
Iu de zitting van jl. Woensdag zijn de algemeene beraadslagin
gen voortgezet en geëindigd. Nadat de minister van Financiën het
finantiëel gedeelte der begrooting en de toegezegde belasting-
ontwerpen bad verdedigd, traden nog onderscheidene sprekers op,
om hunne inzigten te bespreken. Ten slotte werd door den minister
van Binnenlandsche Zaken andermaal het kabinet verdedigd, tegen
over de herhaalde aanvallen der leden.
De beide eerste Hoofdstukken der Begrooting (Huis des Konings
en Hooge Collegiën van Staat), werden vervolgens zonder discussie
met algemeene stemmen goedgekeurd.
Over het derde Hoofdstuk (Departement van Buitenl. Zaken
werden beraadslagingen gevoerd, die in de zitting van gisteren nog
niet waren geëindigd.
De lijken van het op Texel gestrande Noordscli fregatschip Edwina
zijn aldaar aangedreven en met sombere plegtigheid ter aarde besteld.
-Te Texel is aangespoeld eene zeemanskist, waarin o. a. voor
werpen, zijn gevonden, eenige bladen van een scheepsjournaal, ge
houden in de maand Oct. 11, aan boord van het schoonerscliip
Bethlehem. Op een gedrukt verhuur-contract komen voor de namen
G. A. Weikman, kapitein, en Carl. Victor Holenberg, stuurman,
op een proviand-journaal begonnen 23 Aug. 1862 te Aho en dagelijks
vervolgd tot 14 Dec. 11.vindt men den naam K. WHolmstrom,
waaruit tevens blijkt, dat de geheele equipage uit 9 man bestond.
Hoogstwaarschijnlijk is in den nacht van 20 dezer het schoonerschip
Bethlehem, kapt. G. A. Weikman, in de Eijerlandsche gronden, of
op de Yliehors totaal met al het volk verongelukt; van schip en
lading is niets ontdekt. Verder zijn nog aangespoeld twee stukken
van naamborden, op het eene staat: en Jansje 61, op het andere
Dokker Wildervank.
Er is eene aanmerkelijke hoeveelheid Noordsehe Baddings
aangespoeld, zonder dat men weet van welk schip die afkomstig zijn.
In den nacht van 20 Dec. is te Terschelling gestrand de
Noordsehe brik Victoria, kapt. L. Jenseu, in ballast, van Brest
naar Arendahl. De equipage heeft zich zelve met de boot gered.
Te Beusichem had onlangs een zonderling voorval plaats.
De schoolmeester aldaar erfde ongeveer 15,000 en was met zijne
vrouw daarover bijzonder verheugd; kort daarna stierf de man en