Bij de gisteren gehouden aanbesteding op het Raadhuis i
alhier, van de levering van eenige Schoolboeken en Sckoolbehoeftcn
voor de openbare lagere scholen in deze gemeente, waren 2
inschrijvings-billetten ingekomen, als: van den heer S. Giltjes, voor
1765.en van de heeren J. C. de Buisonjé en J. W. van dei-
Haar, voor 950.—. De levering is door Burgemeester en Wet
houders aan de minste inschrijvers gegund.
Naar men verneemt, zal in het jaar 1864 de Koopvaarders-
Binnenhaven alhier circa 40 el verbreed worden. In het midden
daarvan zal eene rei duc-d'alven geslagen worden, zoodat voor de
schepen de gelegenheid geopend wordt, aan beide zijden te kun
nen lossen.
Naar wij vernemen, hebben de erfgenamen van wijlen den
heer L. den Berger het aanbod van het gemeente-bestuur, om het
molentcrrcin aan deze gemeente af te staan, aangenomen.
De vlet met 6 personen (zie ons vorig nommer) is te
Hippolitushoef, op Wielingen, aangekomen, alwaar de verkleumde
bemanning door een inwoner gastvrij is ontvangen en geherbergd.
Door de zorg van den burgemeester van dat eiland, zijn zij, nadat
het weder eenigzins bedaard was, wederom hierheen overgebragt.
Bij Kaaphoofd is eene mast aangedreven.
Aangaande de Ned. brik Anna Catharinakapt. Jansen, op
het Kentisch Knock verongelukt, wordt gemeld, dat de equipage
bestaande uit acht man, benevens een passagier, door den Engel-
schen schoener Loidsa te Southwold is aangebragt. Men heeft het
wrak den lSden dezer bij het lichtschip van Kentish Knock ont
moet en zien zinken. Dit wordt gerapporteerd door eene visschers-
smak, die door den storm verhinderd werd meer uit het schip te
bergen dan den chronometer, de kajuitsklok en drie lampen.
Zr. Ms. fregat Prins Alexander der Nederlanden, onder bevel
van den kapt. ter zee M. Cazaux van Staphorst, op reis naar Oost-
Jndie, is den 22 dezer ter reede van Cowes geankerd.
Jl. Woensdag avond werd bij de avond-godsdienstoefening
der Christel. Afgesch. Geref. gemeente alhier piegtig herdacht het
SOOjarig bestaan van den Heidelbergschen Catechismus. Naar aan
leiding van 2 Timotheus I vs. 13: Houdt liet voorbeeld der ge
zonde icoorden, die gij van mij gehoord hebt in geloof en liefde, die
in Christus Jezus is," bepaalde de wel-eerw. heer II. op 't Holt
zijne hoorders bij de noodzakelijkheid en het nut van dit leerboek,
tegenover de leerstellingen van andere kerkgenootschappen en tegen
over de moderne theologie. Z. eerw. deelde als de geschiedenis van
dit geschrift mede, hoe het op verlangen van Frederik III, keur
vorst van den Paltz, door den godgeleerde, Ursinius, werd opgesteld
en den 19 Januarij 1563 het eerst openbaar werd gemaakt, hoe
het later door vele Protestanten onder de belijdenisschriften is opge
nomen, in de meeste talen vertolkt, algemeen werd bekend en ver
spreid, en hoe het door Petrus Dathenus in de nederlandsche taal
overgezet, sedert het laatst der 16de eeuw op de kerken en scholen
hier te lande, in veler handen was.
Vrij talrijk werd deze godsdienstige bijeenkomst, ook door leden
van andere gezindheden, bezocht.
Wij vernemen, dat door de rederijkerskamer Olgmpia op
Pingsdag 27 dezer eene buitengewone vergadering zal worden ge
houden, waarin zullen worden opgevoerd de volgende stukken
1. De profecij der starren, dramatische legende in twee tafereelen,
door W. J. Hofdijk. 2. De raad der wijsgeeren, fragment naar
Molière, door V. S. 3. Van onder op of van boven neer, dramati
sche schets in één bedrijf, door N. Donker.
Den 7 Pebr. a. s. zullen aan boord van het alsdan alhier
liggend schip Maximïliaan, gezagvoerder W.B.Schill, embarqueren,
een detachement suppletie-troepen, sterk 61 man, onder bevel van
den 2den luit. der Infanterie G. P. II. Zimmerman, die door Z. M.
voor 3 jaar bij de W. I. landmagt is gedetacheerden een detache
ment, sterk 32 man, aan boord van het schip Albrecht Frederik,
gezagvoerder R. Meijer, waarover een onderofficier het bevel zal
voeren. Beide detachementen zullen met gemelde schepen naar
Suriname vertrekken.
De Tijd, Noord-IIoll. Cour., deelt het volgende mede.-
„Door een der pastoors in Noord-IIolland is ons een voorwerp
ter bezigtiging aangeboden, dat voor 't aanschouwelijk onderwijs in
de scholen van groot nut kan zijn. In de beknopte ruimte van een
kub. palm vindt men alles wat noodig is, om aan kinderen op aan
schouwelijke en bevattelijke wijze een juist begrip te geven van de
nederlandsche lengte-, vlakte-, kubiek- en inhoudsmaat en ook van
de nederlandsche gewigten. De uitvinding is zeer eenvoudig en
daarom volkomen geschikt voor 't doel dat zij beoogt. Aan allen
die belangstellen in 't onderwijs, wordt bij onzen uitgever de gele
genheid gegeven om een exemplaar te bezigtigen. Volgens sommi
gen ware 't wenschelijk, dat men er ook op aanschouwelijke wijze
het in voorstelde tusschen kubieke halve (palm en halve kubieke
palm. 't Zou slechts ontwikkeling zijn van 't aangegeven plan.
Wij wenschen den uitvinder geluk met deze welgeslaagde proeve
en hopen, dat zijn vindingrijk brein hem voor 't onderwijs nog
onder vele opzigten verdienstelijk moge maken."
Aan het ministerie van Marine zal op Vrijdag 6 Pebr. a. s.
de aanbesteding plaats hebben van de levering der houtwaren ten be
hoeve van de Directiën der Marine, als: voor Amsterdam: eiken
Balken en Nagels, Rigasche Balken, Noordsche Houtwaren, Riga
Dekdeelen, Pruissische Deelen, vuren en dennen Deelen, Ypen-,
Esschen-, Wilgen-, Linden-, Azijn-, Palm-, Pok- Bulletree- en
gezaagd Mahoniehout; en voor Willemsoord: eiken Balken, Krom-
mers en Nagels, dennen Masten, van Couvens Dekdeelen greenen
Balk- en Noordsche Deelen, greenen Ribben, vuren Deelen, Ypen-
en Esscbenhout.
Den 21 dezer had aan het ministerie van Binnenl. Zaken, door
de commissie van de Staats-spoorwegen, plaats de herbesteding van
het maken van den bovenbouw van twee regthoekige draaibruggen
met vast gedeelte van gesmeed ijzer, over het Groot Noordhollandsch
kanaal, in den spoorweg van Nieuwediep naar Alkmaar. Er waren
11 billetten ingekomen; minste inschrijver was de wed. Sterkman,
te 's Gravenhage, voor de som van/ 107,994, doch de minister van
Binnenl. Zaken zal later beslissen, daar Bletterman, te Arnhem voor
107,500 en Cockerell, te Sereign, voor 103,961.44, niet aan
hunne voorwaarden voldaan hebben.
De beraadslagingen der Eerste Kamer Kamer van de Staten-
Generaal over het wetsontwerp tot verbetering der amsterdamsche
en rotterdamsehe waterwegen naar zee, zijn in de zitting van jl.
Donderdag aangevangen. Yoor het vermoedelijk berekenen van den
uitslag der stemming van dit deel der wetgevende magt was het niet
van belang ontbloot te vernemen den hoofdinhoud der beide belang
rijke staatsstukken, die inmiddels zijn openbaar gemaakt: 1. het
verslag der commissie van rapporteurs over dit wetsontwerp en
2. de memorie van beantwoording, door de regering daarop inge
zonden
Aan gemeld verslag ontleenen wij de volgende bijzonderheden:
Yele leden der Kamer betreurden het, dat er zoo weinig ruimte
van tijd en van rust was toegestaan, bij de overweging van zulke
belangrijke regerings-voorstellen. Zij hielden de tijd van behande
ling der staatsbegrooting daartoe ten eenenmale ongeschikt. Men
rekende zich zelfs, ten gevolge van zoodanig gebrekkig onder
zoek, niet genoegzaam in staat om een voldoend en grondig
oordeel uit te spreken. De vereeniging van beide werken in een
ontwerp van wet, vond mede ernstige bestrijding, omdat men daar
door werd genoopt beide aan te nemen of beide te verwerpen.
Andere leden betreurden wel is waar, dat de Eerste Kamer, bij
gemis van het regt van amendement, genoodzaakt werd in deze en
dergelijke gevallen in eens te moeten aannemen of verwerpen, waar
men slechts gedeeltelijk kon goed- of afkeuren, maar konden toch
in deze wijze van behandeling berusten. Eenige leden wezen er op,
dat in deze slechts plaatselijk belang tot den aanleg van zulke
kostbare werken bewoog en geloofden, dat de handel zich van zelf
daar zou vestigen, waar hij het meeste voordeel vindt, terwijl het
voor het algemeen belang tamelijk onverschillig is, of de handel te
Vlissingen en te Nieuwediep, of te Rotterdam en te Amsterdam het
meest kans ziet te bloeijen. Andere leden daarentegen vreesden voor
verplaatsing van den handel naar de naburige steden in het buitenland.
Niet onbelangrijk was de opmerking van sommige leden, die, als
de handel zoozeer wordt beschermd, een gelijk voordeel aan land
bouw en nijverheid wilden hebben toegekend.
Hoogst belangrijk is dat gedeelte van het verslag, waarin gewe
zen wordt op de moeijelijkheid der uitvoering, vooral wat betreft
de doorgraving van Holland op zijn Smalst, en waarbij onderschei
dene leden de bedenking opperen, dat, moge dit kostbaar ook al tot
stand worden gebragt, er weinig uitzigt bestaat dat het bestendig
in stand worde gehouden. Men vroeg naar de uitspraak in deze
van waterbouwkundigen, van den raad van den waterstaat, te meer
omdat de minister van Binnenl. Zaken zich niet onder de deskun
digen durft rangschikken. Men betwijfelde het, of een haven aan
de kust der Noordzee, in een geheel lossen duingrond aangelegd,
ooit voortdurend tegen verzanding kan beveiligd worden. Men wees
op de werken aan het dok te Willemsoord, waarbij men ook zulke
ernstige bezwaren ondervindt. Men verlangde zelfs eene bepaalde
opgave, of er door peilingen en grondboringen tot op 12 el diepte
in volzee een onderzoek is gedaan van de gronden, wraarop de wer
ken moeten worden aangelegd, en men gaf den wensch te kennen,
dat, zoo dit nog niet is geschied, het dan alsnog plaats hebbe.
Sommige leden maakten deze bedenking met het oog op de belan
gen van Amsterdam, en waren niet gerust, dat de bloei van die
koopstad door den voorgestelden maatregel werd verzekerd. Nog
andere leden waren voor eene verbetering van het Groot Noord
hollandsch kanaal, als voor den goeden uitslag minder onzeker.
Het was, volgens hen, niet te ontkennen, dat die weg meerdere
lengte had, doch dit bezwaar weegt niet op tegen de voordeelen
van eene meerdere zekerheid. Eindelijk vinden wij in het verslag
melding gemaakt van het bezwaar, dat de sluiswerken bij eene
wijdte van 17 ellen, vooral bij stormweder (men denke hier aan de
jongste dagen), niet genoegzaam is verdedigd. Men wilde daar
omtrent gaarne het gevoelen kennen van bevoegde deskundigen.
De ministers van Binnenl. Zaken en Financiën hebben in een
uitvoerig antwoord de bezwaren tegen het wetsontwerp ingebragt,
zooveel mogelijk wederlegd.
Zij verdedigen de vereeniging van beide werken in ééne wet met
het oog op het algemeen belang des lands, waarvoor beide even
noodzakelijk en dringend zijn en zoowel door nationale als inter
nationale eischen worden geboden. Zij beloven verder, te gelegener
tijd, voorziening in de behoeften van andere havensteden. Zij weder
leggen het bezwaar, dat het onmogelijk zoude zijn een voldoende
haven aan de Noordzee aan te leggen, verwerpen de vergelijking
met het dok te Willemsoord, wijzen op de peilingen bij verschil
lende gelegenheden gedaan en op het verschil tusschen strand en
duingrond, terwijl zij het er voor houden, dat bij stormvloed de
scheepvaart van zelve is gestremd.. Met genoegen zagen de minis
ters, dat de meeste leden in de genoemde bezwaren niet of althans
niet in gelijke mate deelden en dat zij konden berusten in de ver
zekering van deskundigen, die de ontwerpen hebben onderzocht
en in de daarop gegronde verklaringen der regering.
In het Nieuwe Dagblad van 's Gravenhage lezen wij het volgende
over de aanneming van het wetsontwerp der waterwegen door de
Eerste Kamer:
Na een vrij warmen strijd, die gisteren nog gevoerd is door
de heeren van Swinderen, Quintus en van Nispen van Pannerden,
tegen de wet op de waterwegen, werd zij door de Eerste Kamer
der Staten-Generaal met 24 tegen 12 stemmen aangenomen.
De ministers van Binnenl. Zaken en van Financiën hebben de
voordragt verdedigd, de laatste op financieel, de eerste meer bij
zonder op technisch gebied, Of het woord verdedigd wel het ware