BUITENLAND. Naar wij vernemen, wordt de kapt. der Mariniers JH. Sten gel met Mei a. s. van hier naar Hellevoet sluis verplaatst. Men leest in het Algemeen Handelsblad van heden het volgende „Volgens berigt van den Texelschen postschipper, was voor acht dagen eene schuit van daar vertrokken naar Harlingen, en aldaar ook aangekomen en weder vertrokken. Sedert dat laatste vertrek echter had men niets van het schip vernomen, zoodat men nietten onregte vreest, dat het eene prooi is geworden der woedende golven. De schuit was bemand met drie personen, van welke twee gehuw den, twee onverzorgde weduwen nalatende met elf kinderen, die, mogt de vrees gegrond zijn, in de diepste armoede zouden zijn gedompeld. Volgens gisteren alhier ontvangen telegraphisch berigt, bevindt dat vaartuig zich nog te Harlingen." In de zitting der Eerste Kamer van jl. Maandag is het wets ontwerp tot voorloopige vaststelling van Hoofdstuk IX der staats- begrooting van 1S63 {Departement van Koloniën), met algemeene stemmen aangenomen. Men verneemt, dat de regering haar antwoord op het voor- loopig verslag der Tweede Kamer, betreffende het wetsontwerp tot regeling van het middelbaar onderwijs in gereedheid heeft gebragt en dat dit ontwerp dus bij de hervatting van de werkzaamheden der Kamer, in de volgende maand, in beraadslaging zal kunnen komen. Den 22 dezer werd te Schagerbrug door de rederijkerskamer Kunst kweekt kennis, in bijzijn der kerkelijke armbesturen in die gemeente, aan de bedeelden van de onderscheiden gezindten, uitge deeld de aanzienlijke som van 264, zijnde de zuivere onbrengst der tot dit doel door haar gegeven voorstellingen. Te Utrecht is dezer dagen geopend eene leesinrigting voor ambachtslieden. Zij is vier avonden in de week, van 79 ure toegankelijk voor allen, die daarvoor 5 cents per week afzonderen. Bij de opening telde men 140 leden; zij heeft er thans reeds 180, terwijl eiken dag het getal leden toeneemt. Eene natuurkundige merkwaardigheid mag het voorzeker hee- ten, dat dezer dagen aan de friesche kust is aangespoeld een stuk fraai barnsteen, van meer dan een pond zwaarte, dat voor het mu seum van natuurlijke historie te Groningen is aangekocht. Op een plaat, dezer dagen in het licht verschenen, ziet men een man, kennelijk keizer Napoleon, verdwaald in een moeras, dat den naam van Mexico voert. Hij klaagt, dat hij er met den voet in het slijk zit, met gevaar, er niet weer gemakkelijk uit te komen. Wel heeft men in den jongsten tijd het gerucht verspreid, dat de stad Puebla aldaar was ingenomen en dat er dus lauweren waren behaald, maar dewijl het verblijdend gerucht niet verder is bewaar heid, ontstaat de vrees, dat het niet meer dan een gerucht zal blijken te zijn. Met dat al geeft Frankrijk zijn streven naar het in bezit nemen van streken of plaatsen in het buitenland nog- volstrekt niet op. Thans beoogt de regering weder de inbezitneming van Obok, in de Roode Zee, niet verre vau de streek Bab-el-Mandeb gelegen, om te dienen tot kolen-station. Engeland heeft dit vroeger ook gedaan met Aden en daardoor vasten voet gekregen in die strekenthans, nu de dood van Said-Pacha den invloed van Frankrijk in die om streken misschien ondermijnen zou, poogt het op gemelde wijze te voorzien in hetgeen den handel en meer nog de staatkunde bevor derlijk zijn kan. In Fruissen verbetert de toestand niet. De liberale en behou dende partijen staan dreigend tegenover elkander. Thans is er weder een conflict ontstaan, dat ernstige gevolgen kan hebben, ten minste zoolang het ministerie blijft volharden bij hetgeen meer en meer blijkt tegen den zin der vertegenwoordiging en des volks te zijn. Er is een adres van antwoord op de troonrede ontworpen, dat nu dezer dagen in behandeling komt. De inhoud van dat stuk is echter zoo anti-ministrieel, dat de president van den ministerraad aanvankelijk reeds zijn misnoegen daarover aan den dag gelegd en gedreigd heeft om den koning de aanvaarding van zulk een ver metel antwoord te ontraden. Wij zijn belangstellend nieuwsgierig naar de debatten cn vooral naar de houding der ministers, bijaldien het ontwerp door het Huis der Afgevaardigden met genoegzame meerderheid aangenomen wordt, waaraan trouwens bijna niet te twijfelen valt. Wij zeiden het reeds vroeger: moeijelijke dagen staan voor de ministers te wachten en hunne volharding kan gevolgen hebben. Een belangrijk berigt komt uit Warschau tot ons. Polen is in opstand, tengevolge van de recrutering, die in zes jaar niet heeft plaats gehad en thans door het volk als een middel wordt aange zien, om de voor de regering lastige personen uit het land te ver drijven. Het land is in staat van beleg verklaard. -Met het lager onderwijs in België en het gebruik dat daarvan gemaakt wordt schijnt het nog maar bitter slecht gesteld. Professor Veth uit Nederland heeft daar ten dienste der Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen een kijkje genomen, en het onderwijs aan de nederlandsche schoolmannen aanbevolen, maar de volgende cijfers spreken vrij duidelijk van een andere zeer droevige waarheid, name lijk deze: België is Nederland verre ten achter." Het district Gent leverde in het jaar 1861 een getal van 1561 lotelingen, waarvan 895 onderwijs hadden ontvangen; 666 konden daarvan geen blijken geven. Oudenaarde 831 lotelingen; onderwezen 434, niet onderwezen 397. Aalst 1076 lotelingen; onderwezen 636, niet onderwezen 440. Deudermonde 879 lotelingen; onderwezen 510, nitt onderwezen 369, St.. Nicolaes 740 lotelingen; onderwezen 392, niet onderwezen 348. Eecloo 491 lotelingen; onderwezen 241, niet ouderwezen 250. De Opinion Nationale voorspelt, dat de ziekte der zijdewormen nog grootere behoefte ten gevolge zal hebben, dan de door het ge brek aan katoen bereids bestaande. De bekende staathuishoudkundige, mejufvr. Royer, heeft eene afwijzende beschikking ontvangen van den raad van openbaar onder wijs te Parijs, op haar verzoek, om in den Cercle des Sociétés sa- vantes, een vijftal voorlezingen over de 18de eeuw te mogen houden. Naar luid van een mededeeling in het tijdschrift Atheneum, is men voornemens een reusachtig grooten refleeterenden telescoop te vervaardigen, van veel meer omvang dan de prachtige zesvoet is van lord Rosse; men hoopt hiermede verwonderlijke uitkomsten te verkrijgen; het is slechts te hopen, dat hij op een helderder punt des lands, dan die van Rosse, (die in het mistige Ierland staat), geplaatst worde. In de ministeriële dagbladen van Parijs leest men het vol gende artikel: „Onder de zoo talrijke brieven, die door elke brievenmaal uit Amerika worden aangebragt, is er bijna geen, waarin niet de woordenwapenstilstand, schorsing der vijandelijkheden, conferen- tiën, vrede en zelfs scheiding der Unie worden aangetroffen. Aan alle zijden begint men den oorlog moede te worden en te gruwen van eenen zoo bloedigen en nutteloozen strijd. 's Keizers gouvernement mogt niet nalaten die verschijnselen, die den staat der gemoederen in Amerika aanduiden, in overweging- te nemen. Reeds eenigen tijd geleden deed het eene eerste poging, om den weg voor een vergelijk te banen. Men zal zich de depêche van 30 Dec. 11. herinneren, waarbij de heer Drouyn de Lhuys het Engelsche en Russische gouvernement uitnoodigde, hunne goede diensten met die van 's keizers gouvernement te vereenigen, om in. de eerste plaats eene wapenschorsing te bewerken. Tegen dat voorstel werden eenige, onzes inziens niet zeer gegronde, bedenkingen ingebragt: er werd beweerd, dat de Amerikanen, in hunne ligtgeraaktheid, eene tusscheukomst van buitenlanders zouden afwijzen en dat de heftigheid der hartstogten, of de militaire hoog moed, de strijdende partijen zou beletten, voorat' de wapens neder te leggen. Wij meenen te weten, dat 's keizers gouvernement, op die tegen- bedenkingen acht slaande, alsmede op de meer en meer gevoelde behoefte aan herstel des vredes, aan het Washingtonsche gouverne ment eene mededeeling zou hebben gerigt, strekkende, om aan hetzelve onder 's hands een middel tot bijlegging van het geschil voor te slaan en aan te bevelen, hetwelk de eigenliefde en de waardigheid der Amerikanen geheel ongekreukt zou laten. Wij hopen weldra een meer bepaald en meer omstandig berigt te zullen kunnen geven, omtrent dezen nieuwen stap van 's keizers gouvernement, die zijnen vurigen ijver voor de belangen der mensehheid, zijne volhardende zorgvuldigheid voor onze van handen arbeid levende volksklassen en zijne opregte vriendschap voor de Amerikanen doet blijken." Door den heer Faye werd, nu tien jaren geleden, in de Fransche akademie van Wetenschappen voor het eerst gewezen op het nut, dat de electrisehe telegraaf zou kunnen bewijzen, ten op- zigte van de voorspelling des weders, door middel van wederbe- rigten en stormsignalen. In Frankrijk werd dit denkbeeld het eerst verwezenlijkt. Reeds sedert verscheidene jaren komen bij het Meteorologisch Observato rium te Parijs dagelijks, op een bepaald uur, de telegrafische berigten van den gelijktijdigen staat van het weder, niet alleen uit vele plaatsen van Frankrijk, maar ook uit bijna alle landen van Europa, alsmede uit Noord-Afrika, te zamen uit meer dan 70 plaatsen, aan. Eene zamenstelling dezer berigten wordt dagelijks als meteorologisch bulletin uitgegeven, maar de opgaven daarvan zijn niet volledig; men kan er voor het practisch leven geen wezenlijk nut uit trekken. Veel verder is men daarmede in Noord-Amerika gevorderd. Da gelijks ontvangen de aanzienlijke steden in het oosten der Unie berigten aangaande het gelijktijdig plaats hebbende weder en is er een storm in aantogt, dau wordt dit bijzonder gemeld; vooral zijn deze berigten in waarde vermeerderd door het Smith- sonsche Instituut te Washington. In het gebouw van deze wetenschappelijke instelling komen al deze berigten des morgens ten 10 ure aan en worden daar op eene kaart des lands, die op een zeer grooten maatstaf is ontworpen, bij wijze van overzigt veraanschouwelijkt, doordien men de heldere lucht, de bewolkte lucht, de regen, de sneeuw, de windrigting, de storm, enz. door bijzondere teekenen, die op de betreffende plaatsen worden gesteld, duidelijk maakt. Deze kaart verschaft den aan schouwer niet alleen het genoegen, dat zij hem opgaaf doet om trent wind en weer in een groot deel der Unie, maar men kan ook met een enkelen blik zien hoe liet Weder in de naaste toekomst zijn zal. De geregelde berigten, die in de steden aan de kusten der Unie worden bekend gemaakt., hebben in den jongsten tijd veel er toe bijgedragen orn schipbreuken te voorkomen. Ook in Engeland zijn de storm-signalcn, vooral onder de leiding van den admiraal Fitzroy, in verscheidene gevallen nuttig geweest om ongelukken te verhoeden. Uitvoerige mededeelingen, omtrent de beteekenis dier signalen, zijn in duizende exemplaren, onder visschers en zeevaarders van alle havens, verspreid, zoodat niemand zich met onbekendheid daaraan kan verontschuldigen. Die signalen zijn bovendien zeer eenvoudig. Zij beslaan uit een trommel van 3-| voet hoogte en 3 voet middellijn en twee kegels. De eerste is met zwart pressenningdoek overtogen en levert, uit de verte het gezigt op van een dobbelsteen. De beide kegels zijn gelijkvormig en vertoonen steeds een driehoek.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1863 | | pagina 2