dat de beschuldigde, zoowel voor als na deu brand, omtrent deze gebeurtenis vreemde praatjes heeft gehouden, door in eeue tapperij te zeggen: „dat hij al voor drie weken wist, dat er brand zoude komen," alsook door geheel zonder reden te zeggen: „ik heb het niet gedaan;" dat de boer het stom had aange legd, want dat hij deu boel van binnen iu plaats van buiten had moeten aan steken; dat hij wijders aan zekeren II. Maas heeft toegevoegd: „geef mij maar een slokje, misschien is het het laatste," en aau de Rijks-veldwachters, die hem ontboden, om voor den commissaris van Policie te verschijnen, dadelijk heeft gezegd: „die het gedaan heeft, moet het maar weten, ik ben niet iu de brandverzekering dat tusscheu den beschuldigde en zijn gezin en den getuige C. Keesoom 011- eenighcid en vijandschap bestaat over een stukje land, door laatstgenoemden gehuurd van de heeren Gebr. Jauzen en op welk land de beschuldigde regt meende te hebben; dat hij iu deze gemeente bekend staat als wraakzuchtig en men zeer ongun stige meeuiugen van hem heeft, terwijl daarentegen zijne buren gunstig bekend zijndat hij bovendieu onderscheidene malen veroordeeld is geweest en wel ter zake van jagtovertreding, diefstal, mishandeling, laster, enz. De beschuldigde heeft de hem ten laste gelegde feiten ontkend en zal wor den verdedigd door den advokaat Mr. 1'\ Hooft Graafland. Met het oog op de jongste stormen en hooge vloeden aan onze kusten, zijn onderscheidene opmerkingen gemaakt omtrent de dijken en hetgeen er te doen zoude zijn 0111 het laag gelegen land tegen mogelijke overstrooming te beveiligen. In het Algemeen Weekblad komt onder anderen een stuk voor over de Waterkeeringen in de vier Noorder-Coggen, dat zonder zuivering van taal- en spel fouten is geplaatst, en waaraan wij het volgende outleenen „Stel dat de ongerustigheid over de waterkeerings van Medemblik niet ten vollen gegront bevonden mogt zijn te wezen, mijns bedun kens zouden de kosten niet zoo heel groot zijn om gerustheid in de plaas te stellen van ongerustigheid. Wie of ik ben die dit schrijf of waar ik woon dat doet er niet toe, want maakt het doorgaans heel veel uit wie of er p... zeit, ik wil er zooveel van uitlaaten als dat ik op een plaas woon waar alleen de kerk 11a mijn bedun kens met gewoon tei boven waater staat, maar met hoog tei alleen de preekstoel en de ouderlingen en diaakens in het hekki, dus geen eens berging voor menschen en vee, verders raakte al het land en de huizen tot aan het dak in een zoop. Het land is duur in preis, de produkten van schaapen, booter en kaas niet minder en smenschen leven zal tog noch wel booven al gaan, wij moeten evengoed al veel belasting en deiks ongelden betaalen, mijns bedunken» moest er van stonden af aan middelen worden beraamd om die ongerustheid te doen bedaaren al moest er dan ook nog een spattje bij en daarom zou ik aan de meede be- wooners van de vier Noorder-Koggen, wel het voorstel doen willen om een pitiesje aan het deiksbestuur te zamenstellen en opzenden om in ons verzoek te voorzien als naamelijk om de waterkeeringen in de stad van Medemblik op zoodaanigen voet zamen te stellen dat alle ongerustigheid wierd benoomen en gelijk mijn vrouw snachts droomde dat het zeewater op onze bedstee kwam omdat zij gelezen hat van de houtlosser te Medemblik waar zulks gebeurd was ter- weil ze slaapten. Schoon ik het ganselijk goedkeur dat ons Doomneé op de preek stoel onze lieve Heer bedankt voor den gunstige afloop van het gevaar van verleden week en van met kerstijd in 't vergangen jaar en dat hij bid om behoudenis voor vervolg van tijd, zoo ben ik van gevoelens dat daarmee hoort saamen te gaan van handen uit de mou. Mijns bedunkens zou het aldus moeten gaan handen uit de mou voor het werkvolk en voor ons boeren betalen is de bood schap, maar als daarmee de tonnen gous en mensch en vee kon bewaart blijven was dit een lichte verdrukking en slaapten wij ge ruster al waait het ook uit ten noordwesten wat hart." In 1862 had het Hervormd kerkgenootschap 1574 predikan ten; Evang. Luth. kerkgen. 64 pred.; Herst. Evang. Luth. kerkgen. 11 pred.; Doopsgez. kerkgen. 130 pred.de Remonstr. Broederschap 24 pred.de Chr. Afg. gemeente 245 pred.te zamen 2048 pred. Het R. K. kerkgenootschap telde ongeveer 1800 geestelijken; totaal 3848. Alzoo had de Christelijke bevolking in Nederland 3848 bedienaren der godsdienst, d. i. één bedienaar op ongeveer 860 zielen. Volgens berigt van Texel moet de bemanning van den in de Eijerlandsche gronden gestrande Engelschen schoener Little Dorret, kapt. J. Kemp, in de golven haar graf hebben gevonden. Toen men op 28 dezer de pogingen tot redding der schipbreu kelingen, die men den vorigen dag wegens de duisternis had moeten staken, wilde hervatten, zag men met deelneming, dat het schip in den afgeloopen nacht uit elkander was geslagen en alle opvarenden waren omgekomen. Het schip was in den nacht van 26 op 27 dezer in de Eijer landsche gronden vervallen. l)e schipbreukelingen hebben bijna een etmaal in het scheepswant, in het gezigt van het land, doorgebragt. Men kon hen van den wal gemakkelijk waarnemen. Zij hebben de pogingen, ter hunner redding aangewend, kunnen zien, doch ook bemerkt, hoe de reddingboot telkens werd teruggeworpen en genood zaakt was, naar het strand terug te keeren. Voorzeker een vreese- lijken toestand. In weerwil dat het onmogelijke, met eigen levensgevaar, beproefd werd om hen te redden, kon de koene bemanning der redding boot het schip niet bereiken. Branding en storm maakten de red ding onmogelijk. Hen 29 dezer strandde achter de Koog op Texel, het fran- sche loggerschip Juphet, kapt. Benard, met eene lading steenkolen, van Bliet, bij Neiccastle naar Abbeville in Frankrijk gedestilleerd. I)e équipage, ten getale van 4 personen, is geredschip en lading zullen weg zijn. Men schrijft uit Vlissingen, dd. 28 Januarij: „Zr. Ms. st.oomfregat Zeeland is, uithoofde van het stormachtige weder, nog niet uit het dok gehaald. Men zal daarmede wachten tot de volgende week." De gemeente Doornspijk verkeert in een allerjammerl ij lesten toestand. Wind en stormen hebben zich ter ruste gelegd, maar „wat ze gewrocht hebben, blijft duren." Omstreeks 120 personen zijn in het kerkgebouw gehuisvest. Hun vee weidt op het kerk hof, het water heeft hen uit hunne hutten verdreven. Van wege de gemeente zijn 150 noodlijdenden besteed. Er kan weinig worden gegeven, daar ook de meerverinogenden. veel schade hebben geleden. Van 58 boeren- en arbeiderswoningen steekt alleen het nog geha vende dak boven water. Men leest in de Staats-Courant.- Onder dagteekening van den 13 Dec. 1862 hebben wij de na volgende opgaven ontvangen van de bewegingen der schepen, uit makende het Nederlandsch eskader in Oost-lndië. Zr. Ms. fregat Palembang, kapt. ter zee J. D. Wolterbeek, wacht schip ter reede Batavia. Zr. Ms. korvet Juuo, kapt. ter zee J. J. van der Moore, wacht schip ter reede van Soerabaija. Zr. Ms korvet F alias, kapt.-luit. ter zee J. van Gogh, is aan het Marine-etablissement te Onrust voor de terugreis gereed gemaakt, zal die eerlang aanvaarden. Zr. Ms. brik de Cachelot, kapt. ter zee A. D. S. Clarkson, wacht schip ter reede van Macassar. Zr. Ms. opnemingsvaartuig Pylades, luit. ter zee 1ste kl. A. W. Keuchenius, gaat steeds voort met de opname van Straat Banka. Zr. Ms. schoonerbrik Makasser, luit. ter zee 1ste kl. jhr. J. C. II. Clift'ord Kocq van Breugel, behoort tot de zeemagt bij de expe ditie in de Zuider- en Ooster-afdeeling van Borneo, ligt voor Band- jermasin ter bescherming dier hoofdplaats. Zr. Ms. roei-kanonneerboot No. 14, luit. ter zee 2de kl. G. den Berger, dienstdoend wachtschip ter reede Samarang Zr. Ms. schroefstoomkorvet Medusa, kapt.-luit. ter zee jhr, F. de Casembroot, is den 29 Nov. 11. ter reede van Batavia aangekomen, zal weldra de reis naar Japan aanvaarden. Zr. Ms. schroefstoomschip 2de kl. Citadel van Antwerpen, kapt.- luit. ter zee G. P. J. Mossel, ondergaat eenige herstellingen aan het Marine-etablissement te Soerabaija. Zr. Ms. schroefstoomschip 3de kl. het Zoo, kapt.-luit. ter zee P. van der "Velden Erdbrink, heeft de mailpakketten te Muntak van de Haarlemmermeer overgenomen en naar Batavia overgebragt, en is vervolgens den 30 Nov. 11. weder met mailpakketten regtstreeks naar Singapore gestevend. Zr. Als. schroefstoomschip 3de kl. Beinier Claeszen, kapt.-luit. ter zee H. A. Modderman, gestationeerd ter Westkust van Suma- tra, volgens de laatste berigten van 29 Nov. 11. ter reede van Padang. Zr. Als. schroefstoomschip 3de kl. Beteh, luit. ter zee 1ste kl. jhr. M. W. Bowier, is na in het station in de wateren van Menado door de Montrado te zijn afgelost, eenigen tijd te Soerabaija in tim mering geweest en zal eerlang naar de wateren van Celebes vertrek ken, om van uit Kwandrag, in overeenstemming met de Montrado, op zeeroovers te kruissen. Zr. Ms. schroefstoomschip 4de kl. Bali, luit. ter zee 1ste kl. A. L. Palm, is den 30 Nov. 11. van Batavia naar Nederland vertrokken. Zr. Ms. schroefstoomschip 2de kl. Vice-Admiraal Koopman, kapt.- luit. ter zee J. E. Buys, gestationeerd in de japansche wateren, was volgens de laatste berigten op eene zending naar de Zioe-Kioe- Filandenwordt afgelost door het stoomschip Medusa. Zr. Ms. schroefstoomschip 3de kl. Soembing, luit. ter zee 1ste kl. C. N. Slegt, is den 7 Dec. van Batavia naar Nederland vertrokken. Zr. Als. schroefstoomschip 4de kl. de Berkel, luit. ter zee 1ste kl. II. E. Bunnik, behoort tot het station in de wateren van Celebes, maakt een deel der expeditie naar Balanipa-Mandbar, welke den 30 Nov. 11. van uit Macassar zou plaats hebben. Zr. Als. schroefstoomschip 4de kl. de Vecht, luit. ter zee lste kl. jhr. A. Aleijer, behoort tot de zeemagt in de Zuider- en Ooster- afcteeling van Borneo, volgens de laatste berigten bestemd tot het doen van eenen togt naar de Oostkust. Zr. Als. schroefstoomschip 4de kl. Haarlemmermeer, luit. ter zee lste kl. P. Koning, behoort tot het station in de wateren van Biouw en Linga, heeft de raailpakketten van Singapore afgehaald en te Muntok aan het schroefstoomschip het Zoo afgegeven; Zr. Als. stoomschip lste kl. Amsterdam, kapt.-luit. ter zee J. P. G. Aluller, gestationeerd in de Moluksche wateren, heeft een togt naar Boeroe gedaan. Zr. Als. stoomschip 3de kl. Ftna, luit. ter zee lste kl. J. A. van der Aluelen, heeft eenige herstellingen te Soerabaya ondergaan en ligt thans beschikbaar voor de dienst. Zr. Ms. stoomschip 4de kl. Suriname, luit. ter zee lste kl. F. I. Abresch, behoort tot de zeemagt in de wateren van Celebes, maakt een deel uit der expeditie naar Balanipa-Mandhar Zr. Als. schroefstoomschip 4de kl. Samarang, luit. ter zee 2de kl. A. J. Cosijn (tijdelijk kommandant), is van Muntok bij de vlag opgekomen en naar Soerabaija gestevend, ten einde de noodige her stellingen te ondergaan. Zr. Als. stoomschip 3de kl. Celebes, luit. ter zee lste kl. jhr. D. Bowier, behoort tot de zeemagt in de Zuider- en Ooster-afdeeling van Borneo, doet eeue expeditie naar de Teiceh Boven-Doesson Zr. Als. stoomschip 4de kl. Madura, luit. ter zee lste kl. C. A. W. Halverhout, is den 23 Nov, 11. van Soerabaija naar Macassar gestevend, ten einde van daar uit, met de Sindoro, een togt naar Oesang, op het N. O. schiereiland van Borneo, te ondernemen. Zr. Ms. stoomschip 4de kl. Admiraal van Kinsbergen, luit. ter zee lste kl. A. Rietveld, behoort tot de zeemagt in de Zuider-en Ooster- afdeeling van Borneo, doeteeneexpeditienaar de Teweh (Boven-Doesson). Zr. Ms. stoomschip 2de kl. Bromo, kapt.-luit. ter zee J. M. I. Brutel de la Rivière, is ter westkust van Surnatra door de Beinier Claessen vervangen en daarna bij de vlag opgekomenvervolgens den 7 Dec. naar Singapore vertrokken om den luitenant-generaal Schimpfl', benoemd kommandant van het Indisch leger af tc halen. Zr. Als. stoomschip 3de kl. Sindoro, kapt.luit. ter zee J. AL de Jongh, behoort tot het station in de wateren van Celebes, maakt een deel uit der expeditie naar Balanipa-Mandhar Zr. Als. schroefstoomschip 4de kl. de Zinge, luit. ter zee lste kl. C. F. Hackstroh, gestationeerd ter westkust van Borneo.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1863 | | pagina 2