BUITENLAND.
M. Bot, Marinier 3de klasse.
zoo daverend waren, dat liij, ofschoon half onwillig, moest terug
komen. Wij eindigen dit kort verslag met dank aan de directie en
aan den muziek-direeteur, voor de goede zorgen die ze aanwenden
om den leden iets goeds te doen hooren, maar kunnen den wensch
niet onderdrukken dat de directie, zoo mogelijk door toevoeging
vau meerdere kracht aan het strijkorchest, die welligt in de gemeente
aanwezig is, de ensemble-muziek tracht te completeren.
Zr. Ms. stoomschip Cycloop, kommandant luit. ter zee 1ste
kl. Lambert, is den 24 dezer alhier uit Vlissingen binnengekomen,
vandaar medebrengende 2S huisgezinnen, bestaande uit 40 mannen,
28 vrouwen en 58 kinderen, waarvan de hoofden zijn werklieden,
die van 's Rijks werf aldaar naar deze gemeente worden overgeplaatst.
De 66ste verjaardag van Z. K. H. Willem Frederik Karei,
prins der Nederlandenoom des konings, wordt heden in deze
gemeente op de gebruikelijke wijze gevierd.
Naar wij vernemen, zal de feestelijke sluiting der buitengewone
wintervergaderingen van het Departement Helder, der Maatschappij
Tot Nut van 't Algemeen, plaats hebben op Vrijdag den 6 Maart a. s.
en zal de heer Joh. Dyserinck alsdan de spreekbeurt vervullen.
Op het zestal predikanten, geformeerd door den kerkeraad der
Hervormde gemeente te Rotterdam, komt o. a. voor de wel-eerw.
heer F. Haverschmidt, predikant alhier.
Gaarne voldoen wij aan een ons gedaan verzoek, ten einde
een abuis te herstellen en opdat belangstellenden niet beroofd blijven
van het genoegen der waarlijk belangrijke historische voordragten.
Op het predikbeurtenbriefje is de volgende voordragt abusivelijk aan
gekondigd tegen Donderdag den 5 Maart. Dit moest zijn
WOENSDAG den 4 MAART. Verder maken wij de lezers van
dit blad opmerkzaam op het bepaalde onderwerpEene wandeling
te Nazareth en omstreken, die, met een gids als de wel-eerw. heer
Sonstral, al wordt zij ook in de verbeelding gedaan, voorzeker
genotrijk zal mogen heeten.
Door de regtbank te Alkmaar is 1500 als hulploon toegewezen
voor het alhier in de haven brengen van het schip Pollux, kapt. E.
Nordberg, van Apenrade naar Londen bestemd, 10,000 was geëischt.
Wij vernemen, dat de bisschop van Haarlem een nieuw deke
naat in zijn bisdom heeft opgerigt, met name het Dekenaat van
Schagen, zich uitstrekkende over de navolgende acht parochiën, die
tot dusverre onder het dekenaat van Alkmaar behoorden, te weten:
den Burg, Cocksdorp, den Helder, Oude Schild, Schagen, 't Veld,
Wieringen en Zijpeen dat de heer II. F. van Lith, pastoor te
Schagen, tot deken van Schagen benoemd is.
Z. M. heeft benoemd tot ontvanger der Registratie en Domei
nen te Zuidbroek, den heer A. E. Stheeman, thans ontvanger der
Registratie en Domeinen te Schagen.
Bij Zr. Ms. besluit van 19 dezer, betreffende de zamenstelling
van het contingent der Nationale Militie voor de ligting dezes
jaars, is o. a. het aantal in te lijven miliciens geraamd op 8880; daarvan
zullen 8580 bij de landmagt en 300 bij de zeemagt worden ingelijfd.
Den 26 dezer heeft aan het Ministerie van Binnenl. Zaken,
door de Commissie voor de Staats-Spoor wegen, de herbesteding
plaats gehad van.- het maken van den bovenbouw van twee regt-
hoekige draaibruggen, met vast gedeelte van gesmeed ijzer, over het
Groot Noordhollandsch Kanaal, in den Spoorweg van het Nieuicediep
naar Alkmaar. Hiervoor was 1 billet ingekomen van den heer J.
Cocqueril, te Seraing, voor de som van 102,458.08.
Namens 8 Nederlandsche industriëlen is bij exploit geprotesteerd
tegen de handelwijze van den minister van Binnenl. Zaken, dewijl
de aanneming der sommen reeds tweemaal bekend was, waardoor
concurrentie onmogelijk was.
Op Donderdag den 2 April a. s. zal, onder nadere goedkeu
ring van den minister van Binnenlandsche Zaken, door de commissie
voor de Staats-Spoorwegeu, in een der lokalen van het Ministerie
van Binnenl. Zaken, te 's Gravenhage, worden aanbesteed: Het
onderhoud van eenige werken binnen de stelling van den Helder,
ten behoeve van den spoorweg van Nieuwediep tot Alkmaar.
In de Staats-Courant van den 27 dezer wordt, door den minister
van Marine, ter kennis van belanghebbenden gebragt, een staat van
nalatenschappen, die, in den loop des jaars 1861, tengevolge van
het overlijden of vermist geraken van manschappen, behoord heb
bende tot de Koninklijke Nederlandsche Marine, opengevallen, en
die, als niet door de erfgenamen opgeëischt, in bewaring zijn
gebleven van het Departement van Marine of van het korps
Mariniers. De minister roept op allen, die vermeenen op de nala
tenschappen van onderstaande personen regt te hebben, ten einde
zich, met overlegging der bewijzen, aan te melden, als:
M. Blommers, Bootsmansleerling.
M. J. L. R. Bürght, Marinier 3de klasse.
G. Cleophas, 1ste Smid.
L. v. Dooren, Matroos 3de klasse.
F. W. Herntreij, Matroos 2de klasse.
M. A. van Keeten, Matroos 3de klasse.
H. Krijn, Matroos 3de klasse.
H. J. de Kok, Matroos 3de klasse.
K. J. Marquinerink, Marinier 3de klasse.
P. Riemsma, Jongen.
Carl Schlie, 1ste Bootsmansmaat.
L. C. van de "Ven, Machinist 3de klasse.
J. de Woef, Ligtmatroos.
P. C. van Essen, Matroos 3de klasse.
P. de Geele, Matroos 3de klasse.
P. W. Lander, Matroos 2de klasse.
L. Mosselman, Matroos 2de klasse.
A. L. Rovers, Matroos 3de klasse.
J. H. Kramers, Matroos 2de klasse,
G. Scheepmaker, Marinier 2de klasse.
R. Schreuder, Marinier 3de klasse.
Men schrijft, ons van Texel, dd. 28 Februarij
„Wij vernemen, dat aan den heer D. G. Eckhard, bij schrijven
i van Zr. Ms. bibliothecaris, II.D. dank is betuigd voor het den
Koning op zijn geboortedag opgedragen gedicht."
Aan dc Middelb. Cour. wordt in dd. 24 Febr. uit Amsterdam
het volgende geschreven„Hoe jammer, dat nu weder de zaak der
doorgraving wordt vertraagd, door eene vrij ernstige en langdurige
ongesteldheid van den heer Jager.
Uit Tiel wordt gemeld, dat aldaar in den laatsten tijd eenige
bijeenkomsten werden gehouden, gewijd aan godsdienstige bespre
kingen. Aanvankelijk toegelaten, verscheen eensklaps het bevel van
den burgemeester der gemeente, dat zulke zamenkomsten niet meer
mogten plaats hebben. De zaal, waarin de vergadering zou gehou
den worden, werd door den commissaris van Policie, in naam der
wet, verzegeld. Belanghebbenden vragen thans, of de burgemeester
zijn pligt wel heeft gedaan, toen hij1 aanvankelijk tocstondj zamen
komsten te houdenof hij zich door zijne handeling ook heeft schul
dig gemaakt aan aanranding van particulier eigendom, en of hij
ook heeft gehandeld tegen de wet, die het regt van vereeniging en
vergadering eerbiedigt.
De advocaat van Baerle uit Breda stond den 25 dezer voor
het Prov. geregtshof van Noordbrabant teregt, thans in appèl van
het vonnis der regtbank van Bredawaarbij hij, ter zake van mis
handeling zijner krankzinnige moeder, tot 15 dagen cellulaire ge
vangenisstraf werd veroordeeld. De beklaagde had 18 getuigen a
décharge medegebragt, die allen gehooid zijn. Het O. M., waar
genomen door den adv.-gen., eischte bevestiging van het vonnis
a quo. De beklaagde trad weder zelf als verdediger op en con
cludeerde tot zijne eigene vrijspraak. Het hof zal over acht dagen
uitspraak doen.
Gepassecrden Maandag werd aan de stadswaag te Kampen een
varken gewogen, dat de buitengewone zwaarte van 784 halve Ned.
ponden had.
Men schrijft uit Rijssen„Terwijl de nood der fabriek
arbeiders in Twenthe, tengevolge van den stilstand der meeste
fabrieken, bijkans algemeen is, hoort men niets, althans zeer weinig,
dat de fabriekanten zich eenige noemenswaardige opofferingen ge
troosten, om deze lieden te hulp te komen. Eene gunstige uitzon
dering hierop maken echter de heeren Salomonson te Almelo, die
de arbeiders van hunne te Nijverdal gevestigde stoomweverij, ten
getale van ruim vijf honderd, dagelijks van gezond voedsel en
brandstoffen voorzien. Eere zij die heeren voor deze edelmoedige
en menschlievende handelwijze toegebragt! Het ware wenschelijk,
dat dit de andere fabriekanten in Twenthe mogt aansporen, om ook
iets van hunne ruim genoten winsten ten behoeve van hunne werk
lieden op te offeren."
De slechte indruk, dien de Pruissiseh-Russische overeenkomst
allerwege veroorzaakt heeft, neemt nog steeds toe. Reeds meent
men eene verbreking van die heillooZe conventie te kunnen te ge-
moet zien. En in dezelfde mate, waarin de Pruissische staatkunde
en hare houding tegenover Polen veroordeeld wordt voor de regt
bank der publieke opinie, wint de Poolsche opstand in voorstanders
en bevorderaars. Hevig vaart de Engelsche dagbladpers tegen
Pruissens houding uit. De Fransche regering zelve maakt het ka
binet van Berlijn opmerkzaam, hoe gevaarlijk de stap is, die het
op staatkundig gebied heeft gewaagd en wijst op de moeijelijkheden,
die daaruit kuunen voortvloeijen, ten aanzien van het Poolsche
gedeelte van Pruissen zelve. De verwijdering tusschen de beide
eerste staten van Duitschland wordt door dit conflict nog grooter,
terwijl de sympathie voor Oostenrijk in hooge mate toeneemt. De,
Pruissische pers zoowel als de vertegenwoordiging spreekt het doemvom-
nis' uit over de regering, die op zoo weinig loijale wijze het belang
des vaderlands en dat van Rusland heeft gediend. Er wordt op gewezen,
dat door de gesloten overeenkomst de Poolsche zaak een europeesch
gewigt heeft verkregen, weinig in het belang van Rusland, dat nog
altijd gaarne Polen als een parel aan de kroon blijft beschouwen.
Overigens zijn de hartverscheurende tooneelen, door de Russische
militairen in het leven geroepen, tot wraakneming over den opstand,
weinig in staat om de openbare mecning gunstig voor Rusland te
stemmen. De gepleegde gruweldaden roepen ten hemel om wraak
Afschuw is het eenige, wat een gevoelig menschenhart kan over
hebben voor hen, die zulke menschonteerende bedrijven bevelen,
toelaten of uitvoeren
In A7tierika is het nog geen vrede, hoezeer er ook door alle
vredelievenden naar wordt gewenscht en verlangd. Wel wint de
partij der vredes-gezinden in het Noorden meer en meer veld en
komt men met iederen dag meer tot de overtuiging, dat het Zuiden
niet tot onderworpenheid te brengen is, maar nog schijnt de rege
ring van geen bemiddeling te willen weten. Het Noorden is onge
twijfeld rijker aan materiële hulpmiddelen, maar het ontbreekt daar
in alles aan organisatie, terwijl juist daarop de kracht van het
Zuiden steunt. De Europesche vredesvoorslagen vinden echter geen
ingang, omdat men den bemiddelaar aan de Seine niet vertrouwt.
De jongste bladen van Richmond zeggen; „Nog een paar duchtige
veldslagen gewonnen en wij hebben vrede."leder menschenvriend
zegt zeker daarop„Dat geve God, om der menschheid wille
Yelen vermoeden, dat de krijg aan de Boven-Mississipi, die thans
wordt gestreden, de laatste wrange vruchten des oorlogs opleveren
zal. Maar of dit vermoeden bewaarheid zal worden, mag men wel
betwijfelen. Immers, sedert het bekend worden van het antwoord
der Washingtonsche regering op de bemiddelings-voorstellen van
Frankrijk, beginnen de vredelievende uitzigten weder aanmerkelijk
te verdonkeren. In dat antwoord wordt toch niets minder te
kennen gegeven, dan dat men geene tusschenkomst, hoe verzoenend
die ook zij, in de binnenlandsche aangelegenheden dulden zal. De