norair-inspecteur der Cultures, lid van onderscheidene commissiën en inrigtinprcn, heeft Ned.-InéHe een gevoelig verlies geleden.In het district Ocncrang heeft eene overstrooming groote verwoesting en schade aangerigt. Ook aan de Solo-rivier heeft eene overstrooming plaats gehad, terwijl in de Vorstenlanden een windhoos schade aaugebragt en verscheidene rnenschen het leven gekost heeft. Zr. Vis. stoomschip Admiraal vau Kiusbergeu is van eene zending naar de Boven-Doessmi te Bandjermasmtg teruggekeerd. Vele inlaml- sche hoofden waren er tot onderwerping gekomen. 11e residentie Bezoeki is door een grooteu toevloed van water, van het gebergte afkomende, geteisterd, zoodat er middelen moeten aangewend worden, 0111 de geleden schade aan bruggen en waterkeeringswerken te herstellen. Men meldt van Sumanap „Op Vrijdag den 13deu iFebr. 's voormiddags omstreeks 10 uur en 's namiddags 8 uur, had hier dat merkwaardig natuur verschijn sel plaats, 't welk men in vroegere tijden met den naam van Bloed regen zoude hebben bestempeld. Het van liet dak vloeijende water was donker bruinrood van kleur. Daar ik het bij geen der menig vuldige regenbuijen dezer dagen had opgemerkt, kon ik het geenzins aan de onreinheid van het dak toeschrijven. Om hiervan echter zeker te zijn liet ik een paar schoteltjes, voor en achter het huis, onder de opene lucht plaatsen, en ook het hierin opgevangen water was vuilrood, en had eene onaangename stinkende reuk. De kleur stof was blijkbaar slechts inechaniesch met het water vermengd, want de gekleurde stofdeeltjes waren in het water duidelijk onder scheidbaar en toonden neiging om te bezinken, 't geen dan ook na eenige uren rust werkelijk gebeurde, en op de plaatsen, waar het dakwater was neergevallen, bleef na het wegzakken van het water, eene bruinroode vlek achter, van eene stof meer of min gelijk aan fijn verdeelde bvuinaarde of zoogenaamde rooden tuingrond. Deze stof heeft zich in het fleschje, waarin het opgevangen water na drie dagen is bewaard, meer of min vereenigd tot eene olieachtige doukerpaarsche zelfstandigheid, welke niet spoedig bezinkt. De oorzaak van dit verschijnsel is duister. Aan stof van het duisdak is het, blijkens het boven medegedeelde, niet toe te schrijven. Aan verstuiving van zand, asch of iets anders, kan het mijns bedunkens ook niet worden toegeschreven, want de wind, ofschoon westelijk en dus over het bergachtige land van Madura komende, was zoo zacht, dat hij naauwelijks merkbaar was, en de regen bijna loodregt neerviel, daarenboven had het niet. alleen de zeven voor laatste dagen, dagelijks, bij zware donderbuijen, maar ook nog denzelfden morgen van zeven tot half negen ure, onophoudelijk en vrij sterk, zuiver water geregend. Opmerkelijk is het, dat hel 's middags om 12 uur zuiver water regende, terwijl het regenwater om 3 uur des namiddags wederom dezelfde kleurstof bevatte. Dienzelfden nacht, circa half 12 uur, en ook op de volgende dagen, heeft zich het verschijnsel niet herhaald." Volgens een bij het Departement van Marine, onder dagtee- kening van den 14 Maart j 1., ontvangen berigt, is Zr. Ms. schroef- stooruschip Beinier Claeszen, kommandant kapt.—luit. ter zee H. A. Modderman, tengevolge eener uitnoodiging van den gouverneur van Sumatra's Westkust, via Sibogha naar Nias vertrokken, ten einde eenige Maleische slavenhandelaars, die zich feitelijk tegen de be manning eener kruisboot hebben verzet, van daar te verdrijven en, zoo mogelijk, den gemaakten buit van slaven te verlossen. De uitslag van deze zending nog niet kunnende bekend zijn, moet het medegedeelde in een der nieuwsbladen, als zoude deze expeditie mislukt zijn, als voorbarig worden beschouwd. Aan de Sumatra-Courant wordt het volgende ontleend: „Zr. Ms. stoomschip lleinier Claeszen heeft te Sibogha aan boord genomen den resident van Tappanoeli, de 1ste luit. Kaakebeen en 25 onder-officieren en manschappen, en te Goenony Sitolie den ci- vielen en militairen gezaghebber van Nias, de 1ste luit. Meijer, 19 soldaten en een mortier van 13 duim, en vandaar zijne reis ver volgd tot Seroemboe, ten einde eene expeditie te maken tegen de kampong leulowaoe, op de westzijde van genoemd eiland, alwaar slavenhandelaars andermaal in verzet waren gekomen tegen het Gouvernement. Na de troepen aldaar aan wal gezet te hebben, zetten deze laat- sten, onder bevel van den luit. ter zee 2de kl. Spanjaard, twee en een halve dag den marsch voort en kwamen den 19 Febr. 11., des morgens ten 9 ure, voor de versterking Leulowaoe. Deze is gebouwd op een berg, in den vorm van een suikerbrood, ongeveer 400 voeten hoog en bestond uit twee gedeelten, het eerste boven op den berg, afgesloten door eene zware palisadering, het tweede een vijftig voet benedenwaarts, eveneens afgesloten. Ongeveer vijf soorten van blokhuizen waren binnen en in de lijn der palisadering opgerigt. De wanden van den berg waren zeer stijl, bijna onbeklimbaar; men schatte het aantal menschen op den berg toch, volgens geruchten, op 2 a 300. De luit. ter zee Spanjaard liet een 30tal worpen op die vijande lijke verschansingen doen, waarvan er eenige daar binnen sprongen en, volgens latere berigten, een 30tal dooden en gekwetsten den vijand bezorgden; deze worpen geschiedden onder het lievig vuur van den vijand, die ons 2 zwaar geblesseerden bezorgde. Daarop werd de storm bevolen; de 1ste luit. F. W. Meijer plaatste zich vrijwillig voorop en de geheele kolonne, sterk 4 officieren, 30 ma trozen en 30 soldaten, volgde hem; de reserve bleef beneden. Onder een hevig vuur van den vijand, kogels, steenen en pijlen, kwam men boven en stuitte op een zwaar planken huis, gelegen in de palisadering; het was onmogelijk, daar binnen te dringen. Toen beproefde de 1ste luit. Meijer, geholpen door den fuselier Seckinger en den kettingganger Si Rangoh, eene opening door de palisadering te maken. Het was hun bijna gelukt, toen de fuselier Seckinger door een geweerschot doodelijk getroffen, nederviel, de 1ste luitenant Meijer door een steenworp aan het hoofd en een hevigen stoot met een bamboe onder het regteroog gewond, achterover den berg af tuimelde en de kettingganger Si Rangoh door een lanssteek getrof fen werd. De luit. ter zee Schuurman viel neder door een steenworp. Binnen eenige oogenblikken hadden wij een 15tal gekwetsten en de luit. ter zee Spanjaard, het ondoenlijk achtende langer den aanval voort te zetten, beval terug te trekken, dat in goede orde geschiedde. Naar men verneemt, zal door het Gouvernement spoedig eene grootere inngt naar dien kampong gezonden worden." plaatsen dit berigt, u/schoon het, blijkens vorenstaande rnede- deeling bj het Departement virn Al urine ontvangen, geen onvoorwaar delijk geloof verdient. Red.] Men leest in de Staats-C'ourant Onder dagteekening van den 14 Maart 18(13 hebben wij de na volgende opgaven ontvangen van de bewegingen der schepen, uit makende het Nederlandsch eskader in Oost-ludie. Zr. Ms. fregat Balembang, kapt. ter zee J. D. Wolterbedk, wacht schip ter reede Batavia. Zr. Ms. korvet Juno, kapt. ter zee J. J. van dei- Moore, wacht schip ter reede van Soerabaija. Zr. Ms. brik de Cachelot, kapt. ter zee A. D. S. Clarkson, wacht schip ter reede vau Macassar. 'Lx. Ms. opnemingsvaartuig Pglades, luit. ter zee 1ste kl. A. W. Keuchenius, gaat steeds voort met de opname van Straat Banka. Zr. Ms. schoonerbrik Makasser, luit. tor zee 1ste kl. jlir. J. G. H. Clifford Koeq van Breugel, behoort tot de zeemagt bij de expe ditie in de Zuider- en Ooster-afdeeling van Borneo, ligt voor Band- jermasin, ter bescherming dier hoofdplaats. Zr. Ms. roei-kanonneerboot No. 14-, luit. ter zee 2de kl. G. den Berger, dienstdoend wachtschip ter reede Samarang. Lx. Ms. schroefstoomkorvet Medusa, kapt.-luit., ter zee jhr, F. de Casembroot, is den 30 Jan. 11. ter reede van Arabon ten anker gekomen en heeft den 4 Febr. de reis naar Japan vervolgd. Zr. Ms. schroefstoomschip 2de kl. Citadel van Antwerpen, kapt.- luit. ter zee G. P J. Mossel, wordt te Soerabaija verder voor de dienst gereed gemaakt; zal eerlang beschikbaar zijn. Zr. Ms. schroefstoomschip 3de kl. het Loo, kapt.-luit. ter zee P. van der Velden Erdbrink, is in het begin van Febr. ter reede van Aluntok teruggekeerd. Zr. Ms. schroefstoomschip 3de kl. Reinier Claeszen, kapt.-luit. ter zee H. A. Modderman, gestationeerd ter Westkust van Suma- tra, doet eene expeditie naar Nias. Zr. Ms. schroefstoomschip 3de kl. Reteh, luit. ter zee 1ste kl. jhr. M. W. Bowier, doet van uit Kwandrag, in overeenstemming met de Alontrado, kruistogten op zeeroovers. Zr. Ms. schroefstoomschip 2de kl. Vice-Admiraal Koopman, kapt.- luit. ter zee J. E. Buys, gestationeerd in de Japansche wateren, ligt volgens de laatste berigten ter reede van Nagasaki beschikbaar om het Zwitsersche gezantschap van daar naar Jeddo over te brengen. Zr. Ms. schroefstoomschip 4de kl. de Berkel, luit. ter zee 1ste kl. IT. E. Bunnik, behoort tot het station in de wateren van Celebes, is van 30 Nov tot 4 Febr. te Tontoli gestationneerd geweest. Zr. Ms. schroefstoomschip 4de kl. de Vecht, luit. ter zee 1ste kl. jhr. A. Meijer, behoort tot de zeemagt in de Zuider- en Ooster- afdeeling van Borneo. Zr. Ms. schroefstoomsehip 4de kl. Haarlemmermeer, luit. ter zee lste kl. P. Koning, bekruist de wateren van Riouw en Liriga; heeft, een togt naar de Karimon-Eilanden gedaan. Zr. Ms. stoomschip lste kl. Amsterdam, kapt.-luit. ter zee J. P. G. Muller, behoort tot het station in de wateren van de Molukken; heeft de Baagaaij-Eilanden en de Oostkust vau Ceram van uit Ambon bekruist en is thans weder op laatstgenoemde plaats voor de dienst beschikbaar. Zr. Ms. stoomschip 3de kl. Kina, luit. ter zee lste kl. B. D. van Trojen, is eenigen tijd in de wateren van Bawean gestatio neerd geweest en zal van uit Soerabaija voorloopig daar weder ge posteerd worden. Zr. Ms. stoomschip 4de kl. Suriname, luit. ter zee lste kl. E. I. Abresch, behoort tot de zeemagt in de wateren van Celebes, is den 25 Eebr. jl. naar Raré-Paré vertrokken om aldaar de vlag te vertoonen. Zr. Ms. schroefstoomschip 4de kl. Samarang, luit. ter zee 2de kl. A. J. Cosijn (tijdelijk kommandant), ligt ter reede Soerabaija. Lx. Ms. stoomschip 3de kl. Celebes, luit. ter zee lste kl. jhr. D. Bowier, behoort tot de zeemagt in de Zuider- en Ooster-afdeeling van Borneo, bekruist de Koetei-xiviex en bezoekt Berouw. Zr. Ms. stoomschip 4de kl. Madura, luit. ter zee lste kl. C. A. W. Halverhout, is den 4 Febr. ter reedeMacassar teruggekomen van den togt naar Oesang (Noord-Oostkust van Borneo), in veree- niging met de Sindoro, en den 2 Maart jl. te Soerabaija gearriveerd. Zr. Ms. stoomschip 4de kl. Admiraal van Kinsbergen, luit. ter zee lste kl. A. Rietveld, behoort tot de zeemagt in de Zuider-en Ooster- afdeeling van Borneo. Zr. Ms. stoomschip 2de kl. Bromo, kapt.-luit. ter zee J. M. I. Brutel de la Rivière, zou den 20 Maart van de reede van Batavia vertrekken om bij de Rendez-vous-Kilanden post te vatten. Zr. Ms. stoomschip 3de kl. Sindoro, kapt.luit. ter zee J. M. de Jongh, behoort tot het station in de wateren van Celebes, heeft een togt naar het schiereiland Oesang (Noord-Oostkust van Borneo) ge daan in vereeniging met de Madura, aldaar vele hydrographische opnamen bewerkstelligd en ligt weder beschikbaar ter reede van Macassar. Zr. Ms. schroefstoomschip 4de kl. de Linge, luit. ter zee lste kl. C. F. ITackstroh, bekruist de wateren ter Westkust van Borneo. Zr. Ms. schroefstoomschip 4de kl. Montradoluit. ter zee lste kl. G. W. F. Moeth, bekruist van uit Gorontalo, in overeenstemming met de Reteh, den Noordelijken ingang van Straat Macassar. Zr. Ms. korvet Prins Maurits der Nederlanden, kapt.-luit. ter zee H. Kemper, is den 27 Febr. uit Nederland ter reede van Batavia aangekomen en bestemd, om op den 15 Maart naar Macassar Soerabaija, Pasoeroean en Samarang te vertrekken en vervolgens bij de vlag terug te keeren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1863 | | pagina 2