BINNENLAND.
ADVERTENTIE N.
BURGERLIJKE STAND VAN DE GEMEENTE HELDER,
BURGERLIJKE STAND VAN DE GEMEENTE TEXEL,
MIDDELBURGSCHE MAATSCHAPPIJ VAN STOOMVAART.
CARGALIJST.
invloed kunnen constateren van dezen drank, bij een gebruik in
den vroegen morgen of in den laten avond.
Volgens de Evangelische Kirchen-Zeitung, is de begenadiging
der Spaansche Protestanten, of liever de verandering van hun von
nis in tijdelijke verbanning, speciaal te danken aan de naar Madrid
vertrokken Pruissische deputatie, die in vereeniging met afgevaardig
den uit Nederland, Engeland, Frankrijk, Oostenrijk Beijeren, en
Zwitserland in het belang der veroordeelden is werkzaam geweest.
Het Scheewtzér Blatl deelt mede, dat op een der dorpen, in
den omtrek dier stad, aan een sedert drie jaren gehuwd echtpaar,
eene buitengewone huwelijkszegen ten deel viel. Het vrouwtje toch
beviel, binnen dat tijdsverloop, viermaal van tweelingen, die, allen
flink en krachtig ter wereld gekomen, zich, henevens de moeder,
in de beste gezondheid mogen verheugen.
Onder het opschrift: nDe Opstand in Russisch Polen" leest
men in het Algemeen Weekblad o. a. de volgende opmerkingen
„De groote symphatie, die algemeen voor Polen schijnt te bestaan,
wordt niet geheel door allen gedeeld, die de zaak meer bedaard
overzien en evenmin door hen, die niet slechts op de vele overdreven
courantenbespiegelingen afgaan. En hoezeer wij gaarne erkennen,
dat onder den vorigen keizer van Rusland dikwerf harde en onbil
lijke maatregelen werden genomen, moet men niet vergeten dat de
woelzieke aard der Poolsche natie er dikwerf aanleiding toe moest
geven. Een herstel van een koningrijk Polen, waar eenige enthu-
siasten van droomen, is niet alleen meer dan onwaarschijnlijk, maar
zou een ongeluk voor Europa zijn, daar niet altijd de woelingen
die aanhoudend in een nieuw koningrijk Polen zouden ontstaan,
zich binnen de grenzen zouden beperken. Die woelzieke landaard
was juist oorzaak dat in 1772 de eerst verdeeling van het grootste
gedeelte van Polen, tusschen Prtdssen, Rusland eu Oostenrijk plaats
had; men moest die lastige nabuur verkleinen, en nu moge men
een poëtische voorstelling willen geven, door de Polen een grootsch
en krijgshaftig volk te noemen, de geschiedenis van het voormalig
Poolsch koningrijk zal ons echter aantoonen op alle bladzijden, dat
er aanhoudend spanning, oproer, moord en doodslag, scheering en
inslag was, die dikwerf hun eigen verkozen koningen niet ontzagen.
Als men hier het toppunt van verwarring en twist in eene bijeen
komst wil schetsen, dan noemen wij het een Poolsche landdag en
dan weet iedereen genoeg."
Omtrent den duur der omwenteling lezen wij in genoemd artikel
het volgende:
„Dat de opstand echter zoo lang kan voortduren, is alleen toe
te schrijven aan de aanhoudende ondersteuning, die van het buiten
land komtaan de vrees, die voor de verschrikkelijke wraakoefeningen
der opstandelingen bestaat, en vooral ook aan de Jocale omstandig
heden. Het voormalig koningrijk Polen, dat met bosschen overdekt
is, levert een uitmuntend terrein op voor guerrilla-krijg, en daar
door kan eene aanzienlijke lcrijgsmagt bezwaarlijk plotseling de
overal verspreide en kleine benden onderdrukken."
Uit Athene wordt het volgende kluchtige voorval gemeld.
In eene der jongste zittingen van de nationale vergadering zeide
een militair commandant, dat zij, wanneer zij zich niet ernstiger
met 'slands hoogste belangen bezig hield, gevaar liep, dat de ver
gaderzaal te avond of morgen zou worden ondermijnd en dat de
geheele vergadering in de lucht zou springenDeze bedreiging
bragt eene algemeene ontsteltenis te weeg; allen dachten, dat de
oogenblik voor den gevaarlijken luchtsprong reeds was gekomen,
en bleek van schrik trachtte men, zich door deuren en vensters uit
de voeten te maken. Het buiten staande volk begreep eerst niet,
wat zijne vertegenwoordigers zoo deed ontstellen en hartelijk werd
gelagchen, toen men de oorzaak had vernomen. Eerst na geruimen
tijd kwamen de ontstelde vertegenwoordigers tot de overtuiging,
dat er nog geen korreltje buskruid onder hunne vergaderzaal lag
en waagden zij het eindelijk, hunne plaatsen weder in te nemen.
De Alabama lag den 12 Mei te Pallia -, de equipage verze
kerde reeds 74 Noord-Amerikaansche schepen te hebben verbrand.
Men meldt uit New-Tork, dd. 19 Mei 11., het volgende:
„De Zuidelijken hebben hunne overwinning duur gekocht, door
het verlies van hunnen onvergelijkelijken „Stonewall" Jackson. De
„helderste star van het Zuiden" is ondergegaan na eene kortstondige
loopbaan, maar die schitterde met weêrgalooze pracht. Vriend en
vijand hebben hem hulde gebragt en zelfs het fanatieke Noorden
heeft menige lijkkrans nedergelegd op de tombe van den held, die,
strijdende voor eene zaak, dien het verfoeit, niettemin een held was.
Door eene noodlottige omstandigheid werd Jackson door zijne eigene
manschappen getroffen, toen hij van eene verkenning buiten de
voorposten terugkeerde. Zijne laatste woorden waren immer gewijd
aan de zaak, die hij met zooveel warmte had omhelsd; in oogen-
blikken van ijlhoofdigheid gaf hij bevelen aan zijne officieren en
verbeeldde zich, op het slagveld te zijn. Hij overleefde zijne wonden
slechts eenige dagen en bevond zich vrij wèl, gestadig vragende:
„hoe lang het hem van het veld zou houden." Hij klaagde dikwerf,
dat die kogels hem juist dien dag getroffen hebben, „anders hadde
hij Hookers armee in den rug gevallen, en deze ware verloren
geweest." Maar hij onderwierp zich met gelatenheid aan zijn lot,
verklarende, dat „alles zoo goed was en hij zelfs de wonden niet
zou willen missen, hem door eene alles beschikkende Voorzienigheid
toebedeeld." Zijne soldaten waren de best geoefende van een dei-
beide legers en wisten van geen wijken. Weinige uren voor zijnen
dood sprak hij, glimlagchende„Ik zal niet zeggen, dat ik altijd
de Tankees terug kon drijven, maar nimmer konden zij het mij
doen." Hij was nog geen 40 jaren oud en algemeene rouw rust
op het Zuiden; de winkels werden gesloten en nimmer volgde eene
processie het lijk van eenen gevallen dappere met meer weemoed,
dan de eindelooze sehare, die hem ter laatste rustplaats bragt."
Te Savanna zijn dezer dagen eenige slaven verkocht. Een
negermeisje van 22 jaren bragt op 1900 doll., een 45jarig man
900, een 17jarig meisje 1S75, een 15jarige knaap 1555, een 10-
jarige dito 1330, een mulatsch meisje, met haren zuigeling 2000,
een lOjarig dito 2000, een 20jarig meisje, met 2jnrig kind, 1700,
een man, niet zuster en oude moeder, 1930 en 3 oude negers, ge-
iniddcid 350 dollars per stuk. l il deze opgaaf blijkt, dat negers
en mulatten in de Zuidel. staten nog steeds liooge prijzen opbren-
gen en, aangezien men zegt, dat de regering der Zuidelijken voor
nemens is, op onderpand van negers, eene nieuwe geldleening aan
te gaan, zullen zij, die met hun geld geen raad weten, nieuwé*
speculatiën kunnen doen.
(Vervolg).
HELDER en NIEUWEDIEP, 6 Junij 1863.
Ter wederlegging van berigten, die sommige dagbladen, en be
paaldelijk de Arnhemsche Courant, nopens het nieuwe drooge dok
alhier vermelden, vernemen wij van eene allezins bevoegde zijde het
volgende: Dat de Commissie voor de dokwerken met den heer
Minister van Marine het drooggemaakte dok heeft bezigtigd, waarna
de opruiming is aangevangen van het gebrokene deel van den ge-
metselden vloer.
Nadat later de noodige opruimingen zullen zijn gedaan, zal men
eerst de wijze van herstel kunnen vaststellen, waaromtrent nog niets
bepaald is en ook niets kan bepaald worden, zoolang men de kwaal
niet in al zijn omvang kent.
van 29 Mei5 Junij 1863.
ONDERTROUWD: A. T. T. Jansen, bootsman bij de Marine, oud 31
jaren en K. .Schuitemater, oud 20 jaren. P. J. Broest, werkman, oud 25 jaren
en J. Baak, oud 24 jaren. Allen binnen deze gemeente woonachtig.
GEHUWD: S. Gersthagen en G. Dee.
BEVALLEN: N. de Klerk, geh. Groot, (D.). T. Geurs, (D.). A. Jenner,
geb. van der Poel, (D.). B. de Boer, geb. F'asol, (D.). M. Af. Leen, geb.
Jansen, (Z.). J. C. Hnbbeling, geb. Smit, (D.).
OVERLEDENT. van Oostrum, geb. Rooseboom, (60 jaren). J. C. van
Steenbergen, (20 maanden). D. Dekker, (57 jaren). J. Strengman, (20 jaren).
K. Graaff, (42 jaren). G. J. Jongemaets, (2 maanden). Ambtshalve ingeschreven 1
van 29 Mei5 Junij 1863.
ONDERTROUWD: Pieter van der Vis, zeeman, ond 29 jaren en Pietertje
Kuiper, oud 22 jaren. Jan Kuiper, zeeman, oud 27 jaren en Jantje Duin-
maijer, oud 21 jaren.
GEHUWD Simon Salm en Aagje Dogger. Arnout Pieter Koorn en Gebrig
Dina Anna Kuiper.
GEBOREN Antje, dochter van Johannes van Ilecrwaarden en Antje Smit.
Teunis, zoon van Cornelis Bakker en Kaatje Buis. Cornelis, zoon van Pieter
Kok en Keeltje Dekker. Harmen, zoon van Harmen 'flessen en Jannetje Ver
meulen. Adriana, dochter van Pieter Bouma en Maartje Kooger.
OVERLEDENPieter Koorn Dirkszoon, (12 jaren). Antje Kikkert Pd.,
(15 dagen). Pieter Slot Frederikszoon, (42 jaren).
Aangekomen schepen te Batavia vóór 29 April.
Mnthilde, kapt. Fekkcs, en Ocean, kapt. Doeksen, beide Amst.Doggersbank,
kapt. Nuss, qq., en Wilhelmina, kapt. van der Kerkhoff, (n. Singapore) beide
Rott.Fortuna, kapt. de Ligny, DordrechtNoordster, kapt. Luteijn, en Wa
tergeus, kapt. Giezen, beide Shields Wildeman, kapt. Driest, Kaap de Goede Honp
Van MIDDELBURG S en 9 Junij 's morg. 5 ure. 11 Junij 's morg. 7
ure 30 min. 12 Junij 's morg. 9 ure. 13 Junij 's morg. 10 ure. 14 Junij
's morg. 10 ure 30 min.
Van ROTTERDAM 8 Junij 's morg. 10 ure 30 min. 9 en 10 Junij 's
middags 12 ure. 12 Junij 's namiddags 2 ure. 13 en 14 Junij 's morgens
6 ure.
Aangekomen van 36 Junij ter losplaats HELDER, om aldaar te lossen,
de volgende schepen, gekomen van:
NEWCASTLE. Eiftcen, R. Fender. 4S29 mud Steenkolen. Van Loon &C., teAmst.
PROGRAMMA.
APOLLO. Zondag 7 Junij 1863, s namiddags van 13 ure).
1. Grande MarclieEnzAitn Grefe.
2. Ouverture de 1'opéra Le Brasseur de Preston Adam.
3. Graziën-Tanze, WalzerStrauss.
4. Air de 1'opéra Bas Nachtlager von Granada Kreutzer.
5. Fantaisie sur 1'opéra Le pardon de Ploërmel Meijerbeer.
6. jFöt'onï-PolkaStrauss.
Getrouwd
A. P. KOORN
EN
G. A. Iv U IJ P E E.
Texel, 4 Junij 1863.
Helder, 4 Junij 1863.
Heden behaagde liet de Heer van leven en dood van
mijne zijde weg te nemenmijn geliefden Echtgenoot Iv.
GRAAFF, in den ouderdom van 42 jaren, mij nalatende
vijf Kinderen, allen bijna te jong om hun verlies te
beseffen.
J. BREET, Wed. K. GRAAFF.
NB. De Affaire zal op dezelfde voet blijven bestaan.
Voor de vele bewijzen van belangstelling en deelneming,
ons betoond gedurende de ziekte en bij het overlijden van
onze veelgeliefde Dochter ADRIANAbetuigen wij bij
deze onzen wclmeencndcn dank.
Helder, 7 Junij 1863.
S. GOOLEN.
A. GOOLEN—DALMEIER.