BUITENKANT). Aten schrijft ons uit Drift,, del. 17 .Tulij, hel volgende: De Tentoonstelling van Oudheden alhier trekt dezer dagen eene menigte bezoekers tot zich. Allen, die belang stellen in de geschiedenis des vaderlands, met het oog op het maatschappelijk, kerkelijk en huisselijk leven, op het krijgswezen, kunsten, weten schappen, nijverheid, handel, zeevaart, jagt, visscherij en landbouw, is een bezoek en eene oplettende bezigtiging van dc tentoongestelde voorwerpen ten hoogste aan te bevelen. Bij de intrede der zalen wordt men getroffen door den schoonen aanblik der met smaak gerangschikte voorwerpen, waarboven vlag gen en vaandels, die insgelijks herinneringen opwekken, in schoone afwisseling prijken. Om een getrouw verslag te geven van alles, wat daar onze aandacht trok, wij gevoelen ons daartoe niet in staat; er was zooveel belangrijks, dat men moeite heeft de voor naamste voorwerpen te noemen. De catalogus, die algemeen ver krijgbaar is gesteld, vormt reeds een vrij dik boekdeel. Bij eene eenigzins aandachtige beschouwing der eerste zaal, trok de kist, waarin Hugo de Groot van Loevestein was outvlugt, de kast, waarin hij ten huize van den heer Daetselaar te Gorinckem werd verborgen, en het metselaars buisje, waarin hij zich op zijne reis naar Antwerpen vermomde, onze opmerkzaamheid; maar toen wij later tal van herinneringen uit den tijd van Batavieren en Komeincn, van de grafelijke regering opmerkten, vooral ook vele voorwerpen van den tijd van de Ruijter, Piet Hein en Tromp, voorwerpen door hen gebruikt, o. a. de schaal, waarvan de Ruijter gewoonlijk het middagmaal gebruikte, toen zagen wij er van af, om eene, al was het dan ook korte vermelding te leveren van hetgeen er belangrijks op deze Tentoonstelling te be- zigtigen is. Op eene binnenplaats waren eenige marteltuigen van vroegeren tijd tentoongesteld, o. a. de pijnbank, waarop Balthasar Gerards tot bekentenis van zijne misdaad werd aangespoord. Onder de voorwerpen vau het huisselijk leven, trok onze aandacht het ameublement, geplaatst in een hoek van een der zalen, waardoor eene aanschouwelijke voorstelling werd gegeven van eene huiskamer in de zeventiende eeuw. De verzameling van kristal eu porcelein is zeer belangrijk en keurig. Ook trok de aandacht tot zich een beker met deksel, vervaardigd van de van ouds bekende „scheepjes schellingen." Handschriften van groote mannen troffen wij in grooten getale aan. Wij zagen er zelfs briefjes, door middel van duiven verzonden uit Leiclen, tijdens het langdurig beleg dier stad door de Spanjaarden in 1574. De Tentoonstelling is zeer rijk aan portret ten, waaronder het portret van Z. M. den koning, tegenover den ingang der zalen geplaatst, tot versiering bijdraagt. Te midden der verzameling van charters en handvesten trok onze aandacht het groot privilegie van Maria van Bourgondie van 147 7 en het oudste charter van het rijks-archief, anno 1016. Uit den tijd der Patriotten en Prinsgezinden, gelijk mede uit het tijdvak der Pransche overheer- sching, bevonden er zich vele voorwerpen, der beschouwing waardig. Het is ons doel niet met deze, zeker onvolledige, beschrijving een getrouw verslag te geven van eene verzameling, cenig in haar soort; mogten echter velen, door de vermelding van het boven staande, worden opgewekt, om die Tentoonstelling in dit schoone jaargetijde te bezoeken, we zouden onze moeite om er de aandacht op te vestigen, dubbel beloond rekenen. De Arrondissemcnts-Regtbank te Tiel deed den 15 dezer uitspraak in de zaak van c!e heeren J. J. Krabbe, spiegelmaker, II. J. Hartgerink, evangelist en A. Tilanus, lid van den gemeente raad, beklaagd van overtreding van art. 7 der wet op de kerkge nootschappen, door het zonder vergunning van het gemeente-bestuur doen inrigten van een gebouw, tot het houden van openbare gods dienstoefeningen. De regtbank heeft, bij gemotiveerd vonnis, den lsten en 3den beklaagde schuldig verklaard aan het feit, hun ten laste gelegd en dat zij in strijd met de wet hebben gehandeld, met veroordeeling tevens in dc kosten. De 2de beklaagde is vrijgespro ken. Zijn wij wel onderrigt, dan is dit de eerste maal, dat eene regtbank geroepen is, de overtreding dezer wet te vervolgen en te straffen. De spoortrein, die den 16 dezer 's morgens 7 ure 45 min. uit Amsterdam vertrokken is, arriveerde te Zwolle, aan de overzijde van den IJssel, nagenoeg te ure. Zeer aanzienlijk was de me nigte, die zien per rijtuig en te voet naar en over het Katerveer spoedde, waaronder zeer vele genoodigden, om de naderende schit terende festiviteiten bij te wonen, in den loop van dien dag en des avonds te Utrecht te houden. Nadat alzoo dc trein eenigen tijd aan den overkant had vertoefd, voor de receptie en de bezigtiging van de kolossale werken der spoorwegbrug, vertrok hij kort daarop wederom in vollen gang naar Utrecht, hetgeen zoowel aan gene zijde, waar zich het muziekkorps der stedelijke schutterij deed hoo- ren, als aan dezen kant een heerlijk en statig gezigt opleverde. Het tooneel-gezelschap, onder directie van de heeren van Ollefen en Haspels, met de stoomboot Texel van het Nieuicediep te Harlingen aangekomen, passeerde in den namiddag van den 15 dezer de stad Franeker. Toen een groot gedeelte der heeren zich met de pont lieten overzetten, om bij de barge te komen, zonk het vaartuigje, zoodat het personeel, men zegt 23 personen, te water geraakte. Gelukkig zijn allen er slechts met een nat pak afgekomen. De dames hadden de draagkracht harer crinolines niet aan de water proef onderworpen. De Poolsche opstand en de steun, die daaraan bij de Europesche mogendheden ten deele valt, maakt voor een groot deel het onder werp uit der dagblad-artikelen. Het is niet vreemd, dat er ernstige zorg bestaat voor de houding der Russische regering, wier herhaald antwoord op de vertoogen der bevriende mogendheden weldra wordt ingewacht. De vrees is ook niet ongegrond, dat, wanneer de Polen aan zichzelven worden overgelaten, eene gedurig wederkeerende onderdrukking en revolutie volgen zullen; terwijl voor de naburige rijken heel ligt nadeelige gevolgen daaruit zullen voortvloeijen. Belangrijk is het gezegde van prins Napoleon, een warm voor stander der Poolsche onafhankelijkheid, dat er niets meer kan wor den verwacht van den invloed der diplomatie, maar dat de Polen zichzelf zullen moeten helpen en redden. Belangrijk niet minder is het gerucht, als zouden de Polen van plan zijn een hunner aan voerders tot koning uit te roepen en zich onafhankelijk tc maken met al de kracht, die de wanhoop schenken kan. Belangrijk is tevens het berigt, dat grootvorst Constantijn, een man om zijne deugden en goede gevoelens bemind, zich niet meer veilig waant binnen Warschau's muren, zich naar eene Duitsehe badplaats be geeft en ook Berlijn bezoeken zal. Wat er uit dien chaos van belangrijke verschijnselen op staat kundig gebied geboren zal worden, is nog altoos een raadsel. De berigten uit het buitenland bepalen zich verder tot de ver melding van de conferentie der bij den afkoop van den Scheldetol geïnteresseerde mogendheden, die te Brussel wordt gehouden; het plan tot het houden van een internationaal congres van jour nalisten, dat door Fransche en Belgische dagbladen druk wordt besproken; de vervolging der Pruissische dagbladen, die een protest tegen de koninklijke ordonnantie, nopens de drukpers, mede hebben onderteekend-de scherpschuttersfeesten in Zwitserland waarbij de feestredenaar verklaarde, dat door de Zwitsers wel drie verschillende talen worden gesproken (Fransch, Duitsch en Itali- aipisch), maar dat zij, als één van hart, toch slechts ééue natie vormen; de wijziging in het ministerie van Italië, die, als weldra aanstaande, weder wordt aangekondigd de oorlogzuchtige houding, in de jongste dagen door Denemarken aangenomen; de voortduur der vijandelijkheden tusschen het Noorden en Zuiden in Amerika, waar weder belangrijke krijgsoperatiën hebben plaats gehad. Bij de vermelding van zoovele en velerlei woelingen op staat kundig gebied, staart ons oog steeds met welgevallen op het rustig plekje, dat ons dierbaar vaderland in de geschiedenis van den dag beslaat en de wensch, dat het elders ook weldra zoo worde, rijst op in het vredelievend gemoed. Dezer dagen werd voor het hof tc Parijs eene weinig belang rijke zaak behandeld. Al de regters waren ingeslapen, terwijl de heer Laurier zijne pleitrede voordroeg. De verdediger liet daarop een boek vallen, waardoor de regters ontwaakten. Hij hernam daarop zijne pleitrede met deze woorden„Ik zeide dan gisteren avond tot het hof...." De regters sliepen niet meer in. Een te Parijs wonende Engelschman bezit een fraaijen Newfound- landsche hond, die zich door de keffers in de buurt altijd met medelijdende minachtig liet aanblaffen. Een der keffers ging ech ter te ver en beet hem in de beenen. Die vrijheid ging alle gren zen te buiten. De Newfoundlander, die ook al geen engelengeduld bezit, pakte den vermetele in den nek, droeg hem naar de kade en wierp hem in de Seine. De kleine hond, die niet kon zwemmen, spartelde verschrikkelijk en deed alle moeite om boven te blijven, terwijl de Newfoundlander zeer bedaard stond tc kijken. Het diertje stond op het punt van te verdrinken, toen de groote hond zich in het water wierp en zijn slagtoffer redde en behouden aan wal bragt De les was gestreng, maar regtvaardig. De Progrh de Lyon meldt, dat den 6 dezer het volgende voorval heeft plaats gehad. De heer O. en zijne vrouw, in de gemeente Oullins, hadden bezoek gehad van hunne pas gehuwde dochter, die met haar echtgenoot en nog een persoon van Lyon was gekomen. Des avonds werd voorgesteld om nog een watertogtje te maken. Onder weg stootte de boot met zulk een geweld tegen eene andere schuit, dat de beide jonggehuwden het evenwigt ver loren en in het water vielen. De drie andere personen wendden alle moeite aan om hen te redden, doch hunne pogingen deden het bootje kantelen en alle vijf verdronken. Gedurende de verloopene week hebben te Londen 1287 sterf gevallen en 1983 geboorten plaats gehad. Den 13 dezer had te IjOnden een diner van ongeveer 160 personen plaats, dat door den East-India-United-Service-Club, ter eere van de ontdekkers der Nijlbronnen, de heeren Speke en Grant, werd gegeven. In een Duitsch tijdschrift lezen wij lint volgende, waarvan wij de lezing aan onze Hollandsche dames aanbevelen. Eene Franqaise trouwt uit berekening, een Engelsch meisje, omdat het zoo de ge woonte is en eene Duitsehe uit liefde. De liefde van eene Franpaise duurt precies zoo lang als hare wittebroodsweken duren, de Engel- sche vrouw bemint voor het geheele leven, de liefde eener Duitsehe reikt ook verder dan 't graf. De Francaise brengt haar dochter op 't bal, de Engelsehe in de kerk en de Duitsehe acht dat haar vol wassene, blozende, dikwangige meid 't best in de keuken op haar plaats is. Eene Francaise heeft geest, eene Engelsehe gezond ver stand en eene Duitsehe bezit gevoel. De Francaise weet zich met smaak te kleeden, iets waar de Engelsehe niet 't minste of gering ste begrip van heeft; eene Duitsehe kleedt zich eenvoudig, maar netjes. Eene Fransche vrouw babbelt, eene Engelsehe redeneert en eene Duitsehe keuvelt. De Francaise geeft u een roos tot souvenir, de Engelsehe eene dahlia, de Duitsehe een vergeet-mij-nietje. De Francaise verleidt u met haar radde tong, de Engelsehe boeit u door de goede gaven van haar helder hoofd en de Duitsehe bindt u door de liefde van haar warm hart! Dezer dagen is bij een der voornaamste banketbakkers alhier een onderzoek gedaan naar de oorzaak van bijna doodelijke ver giftigingen, die door van hem afkomstige portiën ijs waren ont staan er is gebleken, dat in het zink der vazen, waarin het ijs werd bereid, spiesglas was gemengd. Te Kematen in Opper-Oostenrijk heeft een lOjarig jongentje zijn broertje, oud 6 jaren, gedood. Zij waren gedurende de gods dienstoefening alleen te huis gelaten, hadden een geladen geweer in handen gekregen, en het oudste jongentje wilde voor jager spelen, terwijl het jongste den haas moest voorstellen; naauwelijks was de jongste aan het loopen, of de oudste loste het geweer, waardoor het arme kind in dc borst werd getroffen en op dc plaats dood bleef.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1863 | | pagina 2