Aan het verslag der provincie Noordholland over 1862 ont- Ieenen wij nog de volgende bijzonderheden: Hoofdstuk IX Openltare Veiligheid en Gevangeniswezen) vangt aan met de volgende mededeeling„De berigten, welke ons om trent de openbare veiligheid in de provincie werden medegedeeld, luiden over 't algemeen zeer gunstig." In de gemeente Helder werden S5 misdrijven geconstateerd. Hiervan bestonden 2 in moord, 1 in brandstichting, 1 in kinder moord, 2 in valschheid in geschriften, 52 in diefstal (zoowel bij dag als bij nacht), 11 in verwonding en mishandeling, 8 in belee- diging, 2 in opligterij, 3 in verzet tegen de policie en 2 in aan tasting der zeden. De waarde der ontvreemde goederen bedroeg er 285.70. Te Alkmaar kwamen 141 overtredingen ter kennis van de bevoegde magt, waarvan 37 gevallen van verwonding en mishandeling, 23 van laster en bcleediging, 4 van aantasting der zeden, 1 van braak of opensluiting, 47 diefstallen bij dag, 29 bij nacht. De in de drie laatste gevallen ontvreemde geldswaarde bedroeg ongeveer 1913. Het aantal der te Hoorn gepleegde misdrijven was de helft min der dan dat van het reeds zoo gunstige jaar 1861. Het verslag vermeldt, „dat de Rijks-policie steeds de meest ge- wigtige diensten blijft bewijzen aan de handhaving der rust en orde." De opgaven omtrent de strandvonderij noemen de volgende gevallen van schipbreuk: 1 onder Bergen, 1 onder Callantsoog, 1 onder Eg mond aan zee, 2 onder Egmond Linnen, 1 onder Heemskerk, 2 onder Helder, 2 op Terschelling, 6 op Texel, 1 onder Velzen en 2 op Vlieland. Er werden 21 aangespoelde lijken begraven. De zuivere opbrengst van verkochte ongereclameerde strandvonderij- goederen, die over 1862 in's Rijks kas werd gestort, bedroeg/2159.87|-. Er hebben in genoemd jaar 39 branden in deze provincie plaats gehad. Een geval werd aan moedwil toegeschreven, 7 aan onvoor- zigtigheid, in 1 geval werd de brand veroorzaakt door den bliksem, in 21 gevallen was de oorzaak onbekend. Omtrent de in dit gewest bestaande gevangenissen wordt in den staat der bevolking vermeld, dat de cellulaire gevangenis te Amster dam bij afwisseling telde 898 personen; het Hulphuis van arrest en bewaring aldaar 616; het Huis van arrest en provoost te Haarlem 548; het Huis van arrest te Alkmaar 279; het Huis van arrest te Hoorn 201; het Huis van correctie te Hoorn 818 en het Huis van verbetering en opvoeding te Alkmaar 125 personen. Het Huis van bewaring te Helder was op 31 Dec. 1862 bevolkt door 2 personen. De gemiddelde bevolking was 1.01; aangehouden burgerlijke personen 71; gearresteerde militairen 3; veroordeelden door den kantonregter 8; gegijzelden voor schulden 2; doortrekkende gevangenen 2elders veroordeelden, die hier hunne straf ondergin gen, 24. Totaal 110 personen. Te Schagen was het gezamenlijk aantal gevangenen 49 personen. Onder het opschrift Domeinenzijn de volgende opgaven vermeld: De kanaalregten op het Groot Noordh. Kanaal bedroegen 82965.454 Voor inijzing van schepen werd ontvangen 994. Voor vergoeding van schadevaringen1591.26^ Opbrengst van policie-reglementen1071.55 Haven-en sluisgelden aan de Marinehaven te Nieuwediep 21126.694 Opbrengst van verkochte haven-reglementen 260.40 De eerstgenoemde post heeft 2685.19 minder opgebragt dan in 1861, omdat het Groot Noordh. kanaal minder bevaren is geworden door binnenlandsche zeeschepen, zoodat bij den havenmeester aan het Nieuwediep ruim 5000 minder is ontvangen, terwijl door de schepen, welke de Willemsluis uitgingen, ruim 2000 meer werd betaald. Aan de opgave van opbrengst der Posterijen ontleenen wij het volgende In 1861. In 1862. Helder, 19374.844 18054.44 Schagen, 2699.704 2731.58 Texel, 2196.914 4549.28 Alkmaar, 17344.64 18005.084 Betreffende het Groot Noordh. kanaal vermeldt het verslag o. a. de volgende bijzonderheden Dc buitengewone werken aan dat kanaal, in het vorig verslag vermeld, zijn in 1862 voltooid; daaraan is besteed 294,607.65. Onder die som is begrepen 222,455.75 voor de schutsluis beoosten de Willemsluis. De kosten voor gewoon onderhoud van het kanaal hebben in 1862 beloopen 68445.15. Door de Koopvaarderssluis aan het Nieuwediep werden in ge noemd jaar geschut 2413 zeil- en 143 stoomschependoor de hulpsluis in het Nieuwe Werk 3060 binnenlandsche vaartuigen, waarvan 102 met kruid geladen. De geheele opbrengst van het Groot Noordhollandsch kanaal bedroeg in 1862 86,595.304, tegen 88,123.60 in het vorig jaar. Door de stoomsleepdienst-maatschappij zijn in het afgeloopcn jaar naar het Nieuwediep gesleept 233 zeeschepen, te zamen metende 103,134 ton en naar de zijde van Amsterdam 353 zeeschepen, te zamen metende 132,999 ton. De waterstand in het kanaal was aan de Koopvaarderssluis in de zes wintermaanden 0.474 el A. P. zomer 0,634 A. P. Bij het vermelden van de voorloopige werkzaamheden voor den bouw van de nieuwe schutsluis, beoosten de Willemsluis, wordt aangeteekend, dat bij het einde van 1862 op het werk aanwezig waren 2,000,000 metselsteenen en de in de eerste plaats benoodigde hardsteen, ten einde in het volgend jaar met kracht het werk voort te zetten. Van de haven het Nieuwediep vinden wij o. a. het volgende op gegeven Het plankier werk langs de haven is 55 el verlengd en thans 1700 el lang. Ten einde den door het Nieuwediep vallenden^-' room eenen meer regelmatigen loop te geven en 1 'o langs het plankier te verminderen, is de dwarsdam, aan den binncumond der zeehaven gelegen, met den daarop staanden ducdalf opgeruimd lot 2.50 el onder volzce. Dc gemiddelde diepte der haven bedraagt 9.773 el onder volzce; in 1861 bedroeg die diepte 9.640 cl onder volzee; de haven is dus, gedurende het laatste jaar, 0.133 cl verdiept. De opgaven omtrent onze haven worden besloten met dc volgende vermelding „In het algemeen genomen, is de toestand van deze zeehaven gunstig en heeft die in sommige opzigten, gedurende het laatste jaar, verbetering ondergaan." De haven van Texel werd in 1862 bezocht door 1071 binnen lands en 2 buitenlands varende schepen, alsmede door 1 post- stoomboot, 4 tjalken, 10 kaagschepen, 3 jagten, 9 visschersvaartuigen en 15 haringschuiten, die allen op Texel tehuisbeliöoren en dagelijks van de haven gebruik maakten. Van de haven van Terschelling werd gebruik gemaakt door 10 Rijks vaartuigen, 10 buitenschepen, 39 binnenvaartuigen en 942 visschers. 122 vreemde vaartuigen hebben in gemeld jaar van de haven te Vlieland gebruik gemaakt; 321 vaartuigen van die te Urk. De zeewerken voor de kusten van den Helder en Huisduinen zijn, blijkens het verslag, in goeden staat en door de stormen van 1862 weinig beschadigd. De toestand van den onderzeeschen oever is onveranderd gebleven en dus gunstig. Tot predikant bij de Doopsgezinde Gemeente te Alkmaar is beroepen Ds. A. J. Bijl, thans predikant te Steenwij k; tot pred. bij de Hervormde Gemeente te Texel OostereindDs. L. Steinfort, thans pred. te Bloemendaal; tot pred. bij de Doopsgez. Gemeente te Terschelling de heer K. S. van der Meulen, proponent bij de Doopsgezinde Sociëteit te Amsterdam. Onze haringvisschers beklagen zich dat er weinig, of liever volstrekt geen, haring gevangen wordt. Het schijnt dat de haring een anderen koers genomen heeft, ten minste men bespeurt ze niet. Sedert 26 Junij is er geen haring meer gevangen, zoodat de voor raad op raakt en de gunstige vooruitzigten, waarop men hoop had gehad, geheel verdwenen zijn. Als eene niet onaardige bijzonderheid kan vermeld worden, dat in de jongste acht dagen in het hotel De Toelast te Alkmaar logeerdeneen Engelschman, een Franschman, een Oostenrijker, een Rus en een Japannees. De 2 dezer was voor Alkmaar een ware feestdag. De ver wachte 3de sectie van het Metalen Kruis te Amsterdam, benevens een gedeelte van de Citadel-Yereeniging, bragt den dag met hunne wapenbroeders aldaar in heugelijke herinnering en regt broederlijk door. Zij werden in een der localen van den heer Walraven, door den waardigen burgemeester op hartelijke wijze begroet, en gingen vervolgens onder geleide van het corps muziekanten der stedelijke Schutterij en Mariniers in feestelijken optogt de stad door. De dag werd genoegelijk doorgebragt, waarbij niet de minste sloornis heeft plaats gehad. In den avond van 3 dezer zijn tot sluiting van de eerste serie van het artilleriekamp te Waalsdorp een dertigtal vuur- en lichtkogels ontstoken. Yele ingezetenen van 's Gravenhage waren daarbij tegenwoordig. Den 4 dezer, vroegtijdig, zullen twee compagniën het kamp verlaten. Op de Zwolsche kermis kwamen drie handwerksgezellen in een poffertjeskraam; een hunner gebruikte er vier bordjes poffertjes en gaf toen te kennen, dat hij zich nog wel eens te goed wilde doen aan wafels. Er werd een weddingschap aangegaan, waarbij onze held aannam, 40 wafels te zullen verorberen. De beide ande ren trokken echter lange gezigten, toen onze maat in zijn 40ste wafel beet. Spijtig vroeg hem de een: „Wil je ook nog méér heb ben?" De sobere man antwoordde droog: „Ja wel, als je blieft, maar ik moet eerst naar mijn kosthuis, om brij te eten en dan ben ik tot je dienst." „Wat verteer je wel bij je kostbaas?" 2,50 per week," was het antwoord. Die man heeft dus een bijzonder slecht kosthuis of een uitstekend goede maag. Den 1 dezer is te Arnhem het stoffelijk overschot van den kapt. van Dongen Francken op eenvoudige wijze en onder een grooten toevloed van mcnschen, ter aarde besteld. De deelneming in het lot van de overgeblevene weduwe is algemeen. De kapt. van Dongen Francken was van eene achtenswaardige familie afkomstig. Op jeugdigen leeftijd in dienst getreden, woonde hij in 1S301831 den tiendaagschen veldtogt bij als offi cier bij de 10de afdeeling Infanterie en was in 1830 bij den drie- daagschen aanval op Brussel. Later bevond hij zich als officier op de citadel van Antwerpen en werd aldaar verwond. Desniettemin verliet hij zijn post niet, doch volgde zijne krijgsmakkers in krijgs gevangenschap naar Frankrijk. Hij was versierd met de medaille van de citadel van Antwerpen, het Metalen Kruis en ontving later de Adolfs-orde van Nassau met de zwaarden. Zoowel zijne meer deren in rang, als zijne ondergeschikten, hadden voor hem «achting en genegenheid, waarvan dezer dagen nog de ondubbelzinnigste blijken gegeven zijn. De verdachte Sommerset Lee is geboren te Dublin, van eene aan zienlijke Engclsche familie. Hij is 71 jaren oud en heeft, volgens zijne opgave, Engeland verlaten, als hebbende aldaar zekeren kapt. Williams in een tweegevecht van het leven beroofd. Hij leefde sedert eenige jaren met eene Duitsche vrouw. De justitie is steeds ijverig aan het onderzoeken van deze treurige gebeurtenis. De dolk en het broodmes, de werktuigen van de mis daad, zijn met bloed bevlekt op den hemel van zijn ledikant terug gevonden, waar zij door die Duitsche vrouw, aan wie hij ze dadelijk na de gebeurtenis ter hand stelde, verborgen waren. Ofschoon er vele en verschillende geruchten loopen, welke het onderzoek der justitie meestal belemmeren, is dit zeker, dat Lee de eerste steek

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1863 | | pagina 2