NATIONAAL GEDENKTEEKEN
BURGERLIJKE STAND VAN DE GEMEENTE HELDER,
BURGERLIJKE STAND VAN DE GEMEENTE TEXEL,
MIDDELBURGSCKE MAATSCHAPPIJ VAN STOOMVAART.
APOLLO. Zondag 9 Augustus 1863, ('s avonds ten 7 ore).
behoort het cenig bekende exemplaar der eerste courant, te dier
stede uitgegeven, namelijk de Berlinische Ordinaire Zeitungver
schenen ten jare 1717.
De nieuwe bankbiljetten te Weenen van fl. 100, welke den 1
dezer zijn uitgegeven, zijn, naar men verzekert, zoodanig vervaar
digd, dat zij, noch door de photographie, noch op andere wijze,
kunnen nagemaakt worden.
Onder den titel: „Het doel veredelt," melden de Weener bla
den het volgende: Een Hongaar, behoorende tot eene der voornaamste
familiën, kreeg met den verloofde zijner zuster zulk een hevigen
twist, dat een duel onvermijdelijk werd. Op raad der jeugdige 'ver
loofde besloten zij echter, dat het lot zou beslissen, en dat de ver
liezer drie maanden met de Polen tegen de Russen zou strijden.
Dit werd gedaan en het gevolg was, dat de verliezer, de jeugdige
Schumady, in een der jongste gevechteu tegen de Russen gesneu
veld is.
In een der Keur-Hessische schoolbladen vindt men de volgende
passage: „Het is de pligt van den onderwijzer, den geestelijke
's nachts bij de zieken te vergezellen en de lantaarn te dragen,
waardoor hij dikwijls 3 uren slaap en rust moet ontberen." Wij
vragen: Is het mogelijk? De onderwijzer nachtwacht en lantaarndrager!
Josepli Mazzini doet in de Unita Italiana een beroep op de
wapenen, op de heilige bajonetten van Jtaliè"s jongelingschap. Op
zijne manier geeft hij daar een historischen cursus en schrijft van
liet jaar 1176 af tot op onzen tijd al de zegepralen van Italiê's
onafhankelijkheid aan 't volk toe, dat, als een eenig held, zonder
uitzigt op roemrijke belooning, de wapenen voerde. Aan 't slot
vraagt hij aan de zonen van datzelfde Italië, waarom zij niet voort
gaan op hunne schoone loopbaan. Is Italië dan vrij? Is het één?
Men is er echter zoolang reeds aan de opgewonden taal van den
volksleider gewoon, dat zijne woorden volstrekt geen indruk ge
maakt hebben.
De Grieksehe regering heeft besloten de landengte van Corinthe
te doen doorsteken. Men weet dat Periander (602 v. G.), Deme-
trius van Phalerus, Julius Cesar, Nero, Caligula en Herodus Atticus
dit te vergeefs beproefden, daar door die landengte, welke op de
wijdste plaats slechts een myriameter breed is, de twee zeeën van
elkander gescheiden en de schepen genoodzaakt worden kaap Mata-
pan om te zeilen, hetgeen met veel tijd, geld en gevaar verbonden
is. Dit werk wordt op 10 millioen francs begroot.
Er is weder sprake van een huwlijks-verbindtenis tussclien
den nieuwen koning van Griekenland en eene der dochters van
koningin Victoria.
Van Manilla wordt gemeld, dat, ten gevolge van de aardbe
ving, van de kathedraal en drie kleinere kerken, het Fransche am
bassade-hotel en van vele andere huizen niets dan puinhoopen over
zijn. Het Spaansehe schip Dsperanzas, dat in de haven lag, werd drif
tig, is van de ankers geslagen en met de geheele bemanning gezonken.
voor lïovember 1813, enz. (Vervolgi van N°. 63.)
Thans kom ik tot de tweede bedenking: de bevoegdheid of onbevoegd
heid der Hoofdcommissie. Het denkbeeld der Hoofdcommissie wordt
uitmuntend genoemd. „Niemand, heeft men gezegd, is er, die haar daarvan de
eer zal betwisten;" „maar, (voegen sommigen er bij): „gij moet het niet
uitvoeren; gij zijt niet geroepen; gij hebt u opgeworpen; uwe draden zijn te
zwak; gij vertegenwoordigt de Natie niet: gij zijt niet Nationaal!"
Mijne Heeren, Eere-leden en nieuwe leden der Hoofdcommissie, het is hier,
geloof ik, de plaats om u mede te deelen, dat, voor geruimen tijd, al deleden
der oorspronkelijke Hoofdcommissie mij hebben doen verstaan, bereid te zijn om
de Hoofdcommissie te verlaten en mij de beschikking te geven over hunne
plaatsen, zoodra ik, gelijk op dezen dag, mij van nieuwe medeleden zou zien
omringddoch ik heb gemeend, dat voorstel niet te mogen aannemen. Voor
eerst is de Hoofdcommissie één en ondeelbaar. Zal zij terugtreden, zoo treedt
haar Voorzitter mede terug. Zal de Voorzitter aanblijven, zoo heeft hij ook
regt te verlangen, dat zijne oorspronkelijke medeleden hem niet verlaten. Ten
andere, M. H„ is het van stonden aan mijn ernstig voornemen geweest, om
uit al miju vermogen de zuiver nationale bedoelingen der ontwerpers te steu
nen (en ik geloof, dat ik niet het geringste deel der werkzaamheden voor mijne
taak heb gekozen), doch ook om met die Heeren te staan of te vallen.
Het is waar, daarbij beb ik, met het oog op de uitnemendheid der zaak,
gerekend en mogen rekenen op de vaderlandsliefde mijner landgenooten, en geen
vergeefsch beroep gewaagd op de meer regtstreeksckc hulp en medewerking van
enkelen. Ik heb dit echter niet gedaan op losse grondenin heb, (alzoo de
Hoofdcommissie aan mij had opgedragen al wat tot de benoeming der Plaatse
lijke Commissiën in betrekking stond), daarin de voorlichting gevraagd en door
gaans verkregen van die mijner medeburgers, welke van wege hunne ambten
het best daartoe in de gelegenheid waren. Zoo staat nu op dezen dag eene
brcede schaar van dienstvaardige mannen, over alle dcclen des lands, gereed om
mede te werken tot de ondernomen taakcn wanneer ik daarbij op deze ver
gadering het oog vestig, die ik zelfs gaarne nog voltalliger had gezien, zal
niemand in ernst kunnen beweren, dat wij zijn te zwak.
Doch ik kom tot de bedenking: „gij hebt u opgeworpen!" M. H., waar
is ooit eene onderneming van dezen of soortgelijken aard begonnen en naar
wensch volbragt bij delegatie? Intusschen, men heeft ons daarvan een ver
wijt gemaakt! „Gij hebt u opgeworpen!" Maar zoo het ons mogelijk is geweest
ons op te werpen, ik zou hun haast zeggen, het is omdat gij u niet hadt ge
haast ons vóór te zijn. De Hoofdcommissie, zoo als die oorspronkelijk en tot
heden was zamengestcld, had zich niet kunnen opwerpen, zoo anderen en
mogelijk beter bevoegden zich vroeger hadden verstaan en aangemeld tot het
zelfde doelmij echter is daarvan nooit een gerucht ter oore gekomen, en
vruchteloos heeft men getracht ons de eer der prioriteit te betwisten.
Indien het in eene betrekkelijk kleine zaak geoorloofd is te wijzen op een
groot, maar zeer verwant voorbeeld, dan durf ik daaraan herinneren, hoe van
der Palm, in zijn Gedenkschrift van Nederlands herstelling in
1813, mannen verdedigt als van II o g e n d o r p en van Limburg S t i r u m
tegen „den laster" „de bekrompen beoordeeling," waaraan ook die uitnemende
vadcrlandsche mannen hebben blootgestaan. Van der Palm heeft het niet
overbodig geacht die tegen hen opgeworpene bedenkingen te wederleggen, in
zijn Gedenkschrift die snaren aan te roeren, ook die aanvallen tegen hun
glorierijk bestaan voor den nakomeling te schetsen.
Maar wij zijn niet Nationaal! - Niet Nationaal? Ik geloof niet, dat
iemand bij magte is, noch dat iemand het regt heeft het gevoel van nationali
teit van een ander te beoordeelen. Nationaliteit toch eischt geeue hooge ge
boorte, geen aanzienlijk vermogen, geene uitstekende geleerdheid; zij is louter
eene zaak van hart en geweteu. Dat is een gebied, hetwelk op Nederlands
vrijen bodem aan geen onderzoek bloot staat. Of doelt men welligt op de be
voegdheid van de uitÓefeuing van politieke regten? Tegen die bedenking
staat de vraag over, of dan alle Nederlanders in het genot zijn van politieke
regten? Ja, tegen die bedenking zou ik nog eene andere vraag durven aanvoe
ren, namelijk: wie meer nationaal is, de Nederlander in het volle genot zijner
staatsburgerlijke regten, doch die deze verwaarloost, althans niet doet gelden
waar het zijn pligt is, of de vreemdeling, die, gelijk in alle eeuwen, ook nu
nog door Nederlands gastvrijen bodem en milde instellingen aangetrokken, zich
te midden van ons heeft nedergezet, daar welligt eene Nederlandsche vrouw-
heeft gehuwd, daar vader werd van Nederlandsche kinderen, daar in eene of
andere nuttige onderneming zijn kapitaal aan onzen grond en onze wetten heeft
toevertrouwd, daar voor een betrekkelijk ruim deel bijdraagt in alle lasten,
daar medewerkt tot den bloei van de plaats zijner inwoning, en wiens hart
klopt van liefde voor dit land?
Nationaliteit, M. H., ik herhaal het, is eene zaak van het hart en het ge
weten. Ik deed daarom een beroep op het hart mijner landgenootencn zij,
wier geweten op die roepstem het ware vaderlandslievende antwoord niet schul
dig is gebleven, zij hebben gevoeld dat, om iets goeds met vereende krachten
tot stand te kunnen zien komen, elk onzer een deel zijner eigene meening eu
vooroordeelen zou moeten opofferen. Zij zijn het, Mijne Heeren, (en Gij allen
daaronder in de eerste plaats) die getoond hebben ware nationaliteit te bezitten
en te vereeren. Ik wensch daarmede onze onderneming geluk. Op ware nati
onaliteit gegrond, is haar beginsel zuiver. Politieke bedoelingen zijn aan ons
streven vreemd. Onze eenige banier is: Vaderland en Oranje.
Eu hiermede M. H. heb ik, naar ik vertrouw, de bezwaren wederlegd, die
tegen de Hoofdcommissie zijn ingebragt, en wanneer aan deze wederlegging
openbaarheid zal gegeven zijn, zoo ook aan de mededeelingen, die ik verder
mij de eer zal geven tot U te rigten, dan vlei ik mij dat de gansche Natie ons
haren bijval zal schenken. Ik blijf dus hopen, dat ook de laatste aarzeling
moge wijken.
Van Uwe welwillende zamenwerking houd ik mij overtuigd.
Onze taak is afgebakend. De tijd dringt. Er moet gehandeld worden. Laat
ons de handen in één slaan. Ik reik u de mijne toe. Eend ragt maakt magt!
Alvorens verder te gaan, verzoek ik den Heer Secretaris u bekend te maken
met den stand onzer zaak op dit oogenblik: waaraan, bij afwezigheid van den
Heer President van Orde, de Heer Penningmeester welligt eenige openingen zal
willen toevoegen omtrent onze huishoudelijke inrigting en den staat onzer financien.
Wordt vervolgd.)
MARKTBERIGTEN.
DORDRECHT, 6 Augustus.
Tarwe als voren, puike witte f 10,60 a 10,70, mind. f 10 a 10,30, ger. f 9,30a9,80,
zomer f9,20 a 10. Rogge, Overm. en jar.f7 a 7,60, Zeeuws, en VL 20 c. lag. f6,60
a 7,30. Garst als voren, winter zakm. f4,50 a 5,50, gest. f5,80, jar. zomer 10 c. lag.
f4,70 a 5, gest. f5,30. Spelt f3 a 3,60. Haver, lui. voer f3 a 3,60, dikke f3,20 a
f3,80. Paardenb. onv. f6 a 6,50. Erwten, blaauwe f7,30 a 7,80. Boekweit, Noordbr.
Peel f230 a 240. Koolzaad, gest. VI. 68 a69, dito Zeeuwsch 66 a 67, Overm. zakm.
65, afw. 63 a 64, Flakk. 62 a 64, 6 vats Aug en Sept. 68 a 70 p. vl. Lijnzaad als vor.
111 p. Arch. f420, 106,107 p. Koningsb. f315. Raapolie, vl. bij partij f39, bij ger.
f39,25, 6w. f40,25, naj. f39,50. Lijnolie, vl f47,50, 6w. f4S,50. Raapkoeken onv.
harde f 73 a 76, zachte f96. Lijnkoeken, harde f95 a 105.
SCHIEDAM, 7 Augustus.
Jenever f 17,75; Amst. proef f 19.Moutwijn f 12.25.
LONDEN, 6 Augustus.
Heden waren ter vee-markt aangevoerd: 1100 Runderen, 10800 Schapen.
600 Kalveren en 350 Varkens. De prijs der Runderen was 4 sh. 10 d., van
Schapen 5 sh. 4 d., van Kalveren 4 sh. 6 d. en van Varkens 4 sh. 6 d.
De prijzen der laatste markt waren:
Runderen 4 sh. 10 d., Schapen 5 sh. 6 d., Kalveren 4 sh. 6 d. en
Varkens 4 sh. 6 d.
van 31 Julij7 Augustus 1863.
ONDERTROUWDW. P. Kelbling, commies der Rijksbelastingen, oud 43
jaren, weduwnaar van J. Kroon en IV. C. Hemelrijk, oud 31 jaren, wonende
thans alhier, onlangs te Amsterdam.
GEHUWD: II. Fenmk en D. Koning. J. Remert en W. Zewald. H.
Vrijman en M. Zwaan.
BEVALLENM. C. Snel, geb, van Koningsbrugge, (D.). J. Kos, geb.
Brakenhoff, (D.). C. Uminels, geb. Rippens, (Z.)C. Ran, geb. Spanjcrdt,
(D.). M. hl. Langeberg, geb. Buijs, (Z.). A. Nieuweuhuizen, geb. van Twuij-
ver, (D.). J. Zwart, geb. de Groot, (Z.). C. 51. Meijer, geb. de Vries, (Z.).
P. Struband, (D.). A. C. Dunselman, geb. Hoogenbosch, (Z.). C. C. J. Dol.
geb. van Sanen, (D.). 51. Breet, geb. Schorsij, (D.). T. Baarschers, (D.). P.
51. W. Winter, geb. Smit, (D.). J. Veltman, geb. van 't Hert, (Z.). A.
Grin geb. Smit, (D.). 51. de Kort, geb. Tros, (Z.).
OVERLEDENA. Schuszler, (16 dagen). J. P. Hess, (bijna 4 maanden).
J. Wouderiegcm, (8 maanden). E. Kroon, (2 jaren en 11 maanden). L.
Steenman, (7 weken). E. E. Yzenga, geb. Klomp, (62 jaren). T. Strijbis,
(4 weken).
van 31 Julij—7 Augustus 1863.
ONDERTROUWD: Pieter Kooger, zeeman, oud 28 jaren en Dirkje Salm,
oud 25 jaren.
GEHUWD: Geene.
GEBOREN5Iaria Elizabeth, dochter van 5Iarienus Ruissenaar cn 5Iaria
hlartha Meulman. Jelle, zoon van Gerrit Krijuen en Geziena Lemstra.
OVERLEDENAlbert Veeger Janz., 15 weken.
Van 51IDDELBURG: 10 Aug. 's morg. 9 ure. 11 Aug. 's morg. 10 ure.
12 Aug. 's morg. 10 ure 30 min. 13 Aug. 's morg. 11 ure. 14 Aug. 's
morg. 11 ure 30 min. 15 Aug. 's middags 12 ure. 16 Aug. 's namiddags
12 ure 30 min.
Van ROTTERDA5110 en 11 Aug. 's morg. 6 ure. 12 Aug. 's morg.
7 ure. 13, 14, 15 en 16 Aug. '"s morg. 8 ure 30 min.
PROGRAMMA,
eerste deel.
1. Marche triomplialeZinnen.
2. Ouverture de 1'opéra Sarah Grisar.
3. Der Verschwender, walzerStrauss.
4. Potpourri de 1'opéra La muette de Portici. Auber.
tweede deel.
j 5. Ouverture de 1'opéra Le cheval de bronze Auber.
i 6. Air de 1'opéra La StranièraBellini.
j 7Pavorit-PolkaStrauss.
8. Grande fantaisie sur 1'opFanst, de Gounod van Buc.oenhout.