BUITENLAND.
naar een harer kennissen, welke een ziek kind had; zij bleef een
poos aan het ziekbed zitten eu ging toen naar hare woning', om
naar hare eigene kinderen te zien, die ten getale van zes in eene
niet zeer ruime, doch gemakkelijke bedstede sliepen. Toen zij hoorde
dat alle kinderen rustig waren, ging zij weder naar den zieke. Zij
kwam laat van daar terug en toen zij het jongste harer kindereu,
een zuigeling van 18 weken, uit de bedstede nam, bemerkte zij tot
hare niet geringe ontsteltenis, dat het een lijk was. Het kind was
door het woelen van de andere kinderen op den mond gerold en
in zoodanige houding geraakt, dat het gestikt is.
Als eene bijzonderheid meldt men uit Coevorden het volgende:
„In jhet jaar 1789 werden alhier, op denzelfden Zondag, in de
Hervormde kerk gedoopt twee mannelijke kinderen en een vrouwelijk
kind, welke de namen ontvingen van Jantje van Eugen, Martinus
Weertman en Klaas van Tarel. Deze drie kinderen huwden allen
op 22 en 23jarigen leeftijd hier ter stede, in den fatsoenlijken
burgerstand. In 1862 genoten de twee eersten en nu dezer dagen
de derde het voorregt, hun 50jarig huwelijksfeest te vieren en
hebben thans nog het geluk met hunne eehtgeuooten eene volmaakte
gezondheid te genieten. In aanmerking nemende het kleine zielen
tal, thans 2500, dat deze gemeente telt, mag men dit teregt eene
zeldzaamheid noemen, die nog meer uitkomt, als men er bijvoegt,
dat deze drie 74jarige mensehen elk 5 kinderen in leven hebben,
waarvan er natuurlijk weder gehuwd en reeds lang vaders en
moeders zijn.
Men zou nog meerdere opmerkingen omtrent die geslachten kun
nen maken, zoo als b. v. dat de broeder der eerstgenoemde thans
eene ouderdom van 87 jaren bereikt heeft en nog dagelijks buiten
de stad kleine tuinwerkzaamheden verrigt, terwijl de neef van den
laatste dezer dagen zijn 55jarig huwelijk met zijne vrouw en talrijk
kroost herdacht."
Men schrijft uit Drenthe het volgende:
„De vossen spelen hier hoe langer hoe meer eene brutale rol en
als de jagers straks geene overvloedige redenen hebben om het
jagtveld te prijzen, dan heeft Heintje voor een goed deel daarvan
de schuld. Men begint dan ook weder ter vossenjagt te gaan,
maar de gelegenheid om te ontsnappen, is thans, nu alles nog in
zomer-costuum is, groot en ook wat opgepeuzeld werd, kan geen
gebraad meer worden.
Werden er vroeger kruistogten gehouden tegen verschillende ge
dierten, die als verdelgers van gewassen in het zwarte boek stonden
cu heeft de wetenschap later partij voor die vogelvrij-verklaarden
getrokken, zoodat nu als ware het alles frank en vrij rondloopt en
rondfladdert, Heintje had wel eene onteerende uitzondering verdiend
en men voorspelt, dat men verpligt zal worden, om op nieuw op
zijn hoofd eene premie te stellen, indien men althans het jagtveld
in eere wil houden.
De jongste regeringsmaatregelen des konings van Fruissen hebben
de eer niet, om bijzonder in den smaak te vallen van zijne land
en tijdgenooten; voorstanders van staatkundige regten en vrijheden
zijn zijne lofredenaars niet. Erger nog, de ongelukkige verhouding
tusschen regering en vertegenwoordiging wordt vrij algemeen ge
wraakt en eene verandering van ministerie, maar vooral eene ver
andering van 's koning zienswijze, wordt door velen hoopvol verbeid.
Die hoop is tot heden echter ijdcl, want de Pruissische monarch
toont maar al te zeer te willen volharden, in hetgeen hij eenmaal
als zijn gedragslijn heeft aangenomen en vastgesteld.
Te Frankfort vergaderen de vorsten van het verdeelde, maar naar
eenheid wenschende Duitschland. Die vergadering maakt de hoop
des vaderlands uit. Te zamen gekomen op uitnoodiging van den
Oostenrijkscheti keizer, verwacht men vandaar plannen tot hervor
ming der staatsbesturen, tot bevestiging van vrijheid en regten, tot
bevordering van het geluk van de bewoners der verschillende deelen
van het gemeenschappelijk vaderland. De Pruissische koning her
haaldelijk, de laatste maal door den koning van Saksen in persoon,
uitgenoodigd, om aan dat congres deel te nemen, heeft ook her
haaldelijk die noodiging van de hand gewezen. Jaloezij tegenover
het magtige Oostenrijk en vijandschap tegenover de liberale gevoe
lens, die in Duitschland algemeen beginnen te wordenziedaar de
beide oorzaken, waaraan men de zonderlinge houding van koning
Wilhelm moet toeschrijven. Maar juist door die terughouding ver
oorzaakt hij des te meer, dat Oostenrijks magt in Duitschland, over-
magt wordt, omdat Fruissen juist de eenige bondsstaat is, die
Oostenrijk op zijde streeft en dus een krachtige hefboom zoude
zijn tegen de mogelijk te grooten invloed van het kabinet van Wtenen.
De bijeenkomst te Frankfort wendt de aandacht een weinig van
de Poolsehe aangelegenheden af, die daarom echter niet minder
gewigtig zijn. De Hussische staatslieden uiten zich in de laatste
(lagen in iets of wat verzoenenden geest en verlevendigen daardoor
bestendig de hoop op vredelievende schikking. Er is op de jongste
nota's der Westersche mogendheden nog geen antwoord gegeven en
de regering van St. Petershurg schijnt zich daarin niet te over
haasten. De zaak is ook te moeijelijk en te gewigtig, om een te
haastig besluit te nemen.
Griekenland, Mexico en de Yerecnigde Staten van Noord-Amerika
vereischen mede nog een plaats in het geschiedkundig overzigt der
gebeurtenissen van den dag.
De Grieksche qusestie zal, naar alle waarschijnlijkheid, spoedig
hebben opgehouden. De Ionische Eilanden zullen weldra geanexeerd
en dc nieuwe koning bezitter van den troon zijn.
Mexico, zoo wordt verzekerd, heeft groote kans in aartshertog
Ferdinand Max den aanstaanden beheerscher te moeten zien. Terwijl
de onderhandelingen voortduren, wordt de aanvaarding van kroon
en scepter door staatkundige zieners voorspeld.
In Amerika merkt med bij die van het Noorden veel verdeeld
heid, bij die van het Zuiden veel verslagenheid op. In den staat
Joica, te South-English, lubben de Unie-gezinden weder met eene
bende opstandelingen te kampen gehad, waarbij veel dooden en
gekwetsten zijn gevallen. In het Zuiden werd dezer dagen door den
president zeiven erkend, dat, tengevolge van de weinige geestdrift
der bevolking, de confederatie zich in een benarden toestand be
vindt. Mogt een en ander maar tot het verkrijgen van een spoedig
slot aan deze bloedige geschiedenis medewerken!
Een zonderling incident heeft dezer dagen dc wijk van het
St. Jansplein en van de oude Koornmarkt te Brussel in beweging
gebragt. Een bijenzwerm, naar het schijnt in een staat van vage-
bondage, had zijn domicilie gekozen in den winkel van de Boulan-
gerie Brabanqonne, op de oude Koornmarkt. De moeder of konin
gin van deze zwervende troep, die liet eerst zich in het genoemde
établissement genesteld had, werd spoedig door minder gastvrije
handen gedood, die overigens alles in het werk stelden, om zich
tegen het beleg van de bakkerij, door het vrij talrijk gevolg van
de moeder, te verzetten. Maar de verschillende duizende insekten,
tot dat gevolg behoorende, volgden, trouw als zij waren en wel
doordrongen van de regelen der étiquette, onafgebroken hun aan
voerder en zetteden met ijver het beleg voort. Zij verspreidden
eene ware paniek onder de belegerden, die er eindelijk in slaagden,
ook door het sluiten van alle toegangen, om zich vau deze lastige
en gevaarlijke bezoekers te bevrijden.
De Fhare de la Loire is, na twee maanden geschorst te zijn
geweest, weder verschenen en heeft in haar eerste nummer een brief
opgenomen, aan haar gerigt door Victor Hugo, die daarin o. a. het
volgende schrijft: „Ga voort, vat moedig en fier uwe dagelijksehe
taak weder op; bepleit alle regtvaardige zaken; trek te velde tegen
het vooroordeel, het bijgeloof, de logen, de onwetendheid; wees de
onomkoopbare en eerlijke stem; zeg aan de monarchen in Europa
en aan de republikeinen in Amerika, wat zij te doen en te laten
hebben; bestrijdt den oorlog; vernietig de doodstraf; daag het
schavot, dien ouden zondaar, voor de vierschaar der menschheid
het is nacht in onze beschaving, eisch dat men er licht in brenge;
blijf met hardnekkige eentoonigheid het kenmerk der overtuiging,
het kostelooze en verpligte onderwijs verlangen; roep de slaven toe:
„Verlossing!" en de volken: „Onderwijs!" wetenschap en vrijheid
hebben gelijke beteekenis. Wie zich laat onderrigten, arbeidt aan
zijne bevrijding."
De beroemde Fransche ontleedkundige Cloquet heeft onlangs
aan de Fransche Akademie van Wetenschappen den inhoud van een
brief medegedeeld, die hem van de Philippijnsche Eilanden door den
heer de la Geronnière was toegézonden, waar eenige merkwaardige
bijzonderheden in voorkomen ten aanzien der genezing van iemand,
die door een der meest vergiftige en onfeilbaar doodende slangen
beten was verwond geraakt. Het schijnt dat de Philippijnsche
Eilanden krioelen van vergiftige slangen, wier beet menigmaal nood
lottig voor de jagers is. Een der vergiftigste is niet langer dan
15 a 20 Eng. duimen. Zijn kop is plat en driehoekig, even als
die van al de vergiftige slangen, en heeft over het geheel een
allerkwaadaardigsten en terugstootenden blik. Een dier beesten beet,
volgens het verhaal van den heer Geronnière, iemand in de hand.
De man kreeg hevige pijnen, en de zwelling had zich zelfs tot aan
den schouder toe voortgezet, eer men den heer de Geronnière kon
raadplegen. Hij had geen ammoniak, een erkend middel tegen de
beet van vergiftige slangen, bij zich, zoodat al wat hij doen kon,
was, eene cauterisatie met gloeijende kolen op het levende deel te
bewerkstelligen, waar hij dan ook terstond toe overging. Doch hij
herinnerde zich, dat hij wel eens van goede uitkomsten der toedie
ning van alcohol gehoord had, en daar hij eene flesch met inland-
sche brandewijn r.aast zich zag staan, liet hij dien de patiënt geheel
leeg drinken, ten gevolge waarvan hij terstond smoordronken neer
viel. Na verloop van een half uur ongeveer, toen de lijder voor
een gedeelte weer bij zijne zinnen was gekomen, en de pijnen met
verdubbelde woede terugkeerden, diende de geneesheer hem nog
een flesch brandewijn toe, en eindelijk een derde, onder welke be
handeling onze patiënt voor dood neerviel, maar, uit zijn dronke-
mans sluimer ontwakende, al de pijnen en andere slechte verschijn
selen van den slangenbeet verdwenen voelde. Dit berigt is vrij
geloofwaardig, want de heer Cloquet heeft eene zeer bekende weten
schappelijke beroemdheid, en de Fransche Akademie van Wetenschappen
staat met het Engelsche Koninklijk Genootschap, als wetenschappelijk
genootschap, op een zeer goeden voet.
De bisschop van Laval Frankrijkheeft het bekende werk van
den heer Henan veroordeeld in eene circulaire, uitgegeven in den
vorm van een brief aan een pastoor, die verlof had gevraagd om
het boek te lezen. De bisschop noemt o. a. den schrijver een
nieuwen Judas Iskariot, die alleen om de zilverlingen zijn meester
heeft verraden.
Gedurende de vier eerste maanden van dit jaar zijn er in
Engeland 79 millioen eijeren ingevoerd, en het verbruik, dat ten
vorigen jare 235 millioen bedroeg, zal dit jaar denkelijk 250 mil
lioen zijn.
De heer de Lesseps heeft in den Times een uitvoerig verslag
doen opnemen nopens den tegenwoordigen stand van het kanaal
van Suez. Over het algemeen wordt die stand gunstig genoemd
en worden slechts klagten aangeheven over de hinderpalen, die de
Britsche staatkunde nog altijd in den weg legt aan het tot stand
komen eener onderneming, die slechts het algemeene welzijn op het
oog heeft en niets vijandigs jegens Engeland in het schild voert.
De Times antwoordt daarop, dat het de Franschen zeiven zijn, die
het eerst gesproken hebben van den tegenstand van Engeland, om
dat het, naar hunne meening, wanneer de onderneming gelukte,
door het kanaal zou worden afgesneden van Indië. De Engelschen
hadden daaruit aanleiding genomen om zich af te vragen, of het
i kanaal aan de ondernemers eene voldoende rente waarborgde, en
daar dit niet het geval was, waren zij tot de onderstelling geko
men, dat het kanaal slechts een voorwendsel was om de werkelijke
bedoelingen te bemantelen. De nieuwe bepalingen, welke de sultan,