BUITENKANT).
Met onverdeelde belangstelling werden deze verschillende voor
dragten door do talrijke aanwezigen aangehoord en de proeven bezigtigd.
Nadat de sprekers door den voorzitter waren bedankt voor het
geen zij hadden toegebragt tot opluistering dezer zoo talrijk bezochte
vergadering, werd, wegens het gevorderde uur de werkende verga-
deriug gesloten.
Eindelijk schaarde men zich aan den maaltijd, waar het genoegcu
niet weinig werd verhoogd door den vriendschappelijke!! toon, die
er heerschte en die de spijzen kruidde.
Eerst laat in den avond scheidde men, met de aangenaamste
herinnering aan eene zamenkomst, die voorzeker voor het onderwijs
der jeugd goede vruchten belooft.
Men schrijft ons uit Schagm:
„Het graan, dat in deze maand afgeschoren is staat bij de meeste
landlieden in deze streken nog aan kleine schelven op het land.
In den loop der vorige week werden in den polder Waard en Groet
eene en in de Wieringencaard eene dier schelven door het onweder
in brand gestoken."
Naar wij vernemen, zijn de volksvermakelijkheden en het
vuurwerk te Schagen, die op Donderdag 20 dezer, ten gevolge van
het ongunstige weder zijn uitgesteld, thans bepaald op Donderdag
3 September e. k. Wij bevelen die vermakelijkheden zeer aan. Het
programma van het vuurwerk bestaat uit 10 nommers, vervaardigd
door den heer P. L. van der Brugh, kunstvuurwerkmaker van Z.
M. den koning.
Bij de op 25 dezer te Enkhuizen plaats gehad hebbende ver
kiezing voor een lid der Provinciale Staten van Noordholland zijn
476 stemmen uitgebragt, waarvan 12 van onwaarde. Volstrekte
meerderheid 232 stemmen. Hiervan zijn uitgebragt op de heer C.
Donker, notaris te Benningbroek 207 en op den heer Kooijman,
burgemeester te Andijk 180 stemmen, zoodat er eene herstemming
zal moeten plaats hebben.
Door eene commissie uit Medemblik is aan den minister van
Binuenl. Zaken concessie gevraagd voor een spoorweg van Niedor-
perverlaat naar Medemblik en voor eene stoombootvaart van daar
naar zoodanige haven of havens aan de Eriesche kust, waar ge
noemde spoorweg op de meest geschikte wijze in verbinding zou
kunnen worden gebragt met die, welke in Friesland mogten worden
gelegd of reeds zijn gelegd. Die commissie is benoemd door eene
vergadering van belangstellenden, op den 3 dezer te Medemblik
gehouden, waarop de vraag: „of het algemeen belang niet vorderde,
dat de verbinding der Noordhollandsche en Eriesche spoorwegen
werd daargesteld over Medemblik?" bevestigend werd beantwoord.
De voordragt van Burgemeester en Wethouders van Amster
dam, tot aanneming van het door hen gewijzigde voorstel Luden c.s.,
betreffende den afkoop voor vijf millioen, door de stad van de
regten te heffen op het kanaal, te maken door de Amsterdamsche
Kanaal-Maatschappijis in de zitting van den Gemeenteraad van
jl. Woensdag breedvoerig besproken. Eene motie van orde des
heeren van Heukelom, tot het schorsen der beraadslaging, werd
verworpen met 18 tegen 11 stemmen. De voordragt is aangenomen
met 21 tegen 6 stemmen.
Te Amsterdam heeft zich eene vereeniging gevormd, die zich
ten doel heeft gesteld aan oppassende lieden boven de 60 jaren, die
12 jaren achtereen bij denzelfden patroon werkzaam zijn geweest,
kosteloos huisvesting en, zoo mogelijk, eene geldelijke toelage te
verschaffen. B.eeds zijn 20 woningen ten dien einde in de Willem
straat aldaar aangewezen.
- Den 27 dezer is te Amsterdam opgemaakt de acte ter vesti
ging van de Neerl. Ind. Maatschappij voor den aanleg en de be
diening van den spoorweg van Samarang naar de Vorstenlanden.
Van het kapitaal van 14 millioenen zijn dadelijk 10 millioen geplaatst.
Door de kamer van koophandel en fabrieken te Leiden is aan
Z. Exc den Minister van Einanciën een adres ingediend, om te
verzoeken, dat niet enkel ons binnenlandsch brievenport verlaagd
en in een uniform-port veranderd worde, maar dat ook, door post-
overeenkomsten met vreemde staten, het internationaal brieven-
verkeer op den meest eenvoudigen en goedkoopen voet geregeld worde.
Te Schiedam heeft de collecte, voor de oprigting van een Nationaal
Gedenkteeken, ter herinnering aan November 1813, enz., gehouden
op 24 Augustus jl., de som van ruim 1100 opgebragt.
Door prof. van Oosterzee, van Utrecht, is dezer dagen bij
den boekhandelaar Kemink en Zoon aldaar in het licht gegeven een
werkje, getiteld: Historie of Roman? het leven van Jezus, door E,
Return, voorloopig toegelicht." Van uit het standpunt der Christelijke
Kerk, der theologische wetenschap en des godsdienstigen geloofs,
brengt de Utrechtsche professor gewigtige bedenkingen in het mid
den tegen de beschouwingen van zijn Eranschen collega.
Den 27 dezer had te Breda eene treurige zelfmoord plaats.
Een timmermansknecht, die aan vlagen van verregaande zwaarmoe
digheid leed, nam in zijne werkplaats en wel in het bijzijn van een
leerjongen, het noodlottig besluit, zich met een hamer een beitel in
de borst te drijven, waardoor hij onmiddellijk den geest gaf. De
ongelukkige laat eene vrouw en vier kinderen na.
Sedert geruimen tijd werden in de B. K. kerk te Reusden
sommige sieraden en gelden gestolen; de policie was zoo waakzaam
mogelijk, doch kon den dader niet vinden. Den 26 dezer, na afloop
eener gehoudene lijkdienst, bespeurde een expresselijk in de kerk
achtergebleven maréchaussée, dat twee aldaar wonende jonge meisjes
gelden uit de offerschaal namen. Beiden werden gearresteerd en
bekenden dadelijk, dat zij, met medewerking van de'moeder van
een harer, zich ook aan de ontvreemding der vroeger vermiste
voorwerpen schuldig hadden gemaakt. Ook de moeder is daarop
iti verzekerde bewaring genomen.
Het verhaal omtrent den aanzienlijken diefstal, gepleegd op
het bisschoppelijk paleis, ter gelegenheid van den moordaanslag op
den aartsbisschop van Utrecht, en waarvan De Tijd spreekt, heeft
zich bevestigd. Er is weinig uren na den aanslag, op den huize
Gerra, daar een pak effecten van die waarde vermist, die bij mgr.
gedeponeerd waren en waarvan de nummers onbekend zijn. Het
is vreemd, dat van dezen diefstal eerst dezer dagen aangifte is
gedaan. Eene nieuwe instructie is dien ten gevolge gisteren onaf
gebroken van des morgens tot tegen den avond gevoerd geworden.
Zoowel de Aartsbisschop als ITD. secretaris en eenige andere gees
telijken, benevens de bedienden en eenige andere opgeroepenen wer
den in verhoor genomen. Wat er van de zaak uitgelekt is, weten
wij niet, maar zeker is het, dat, hoewel zware vermoedens tegen
een zeker iemand rezen, de vermoedelijke dader nog niet bekend is.
De ongeloofelijke moeite en de rustelooze ijver, die de justitie in
deze aan den dag legt, bewijzen, hoeveel prijs zij op de ontdekking
van den dader stelt.
Een hoornblazer van het Instructie-Bataillon te Kampen, die
een paar jaren geleden een maand verlof kreeg, om zijne familie in
Engeland te bezoeken en op den bepaalden tijd niet bij zijn korps
verscheen, kwam den 24 dezer, na twee jaren afwezig geweest te
zijn, eensklaps terug en begaf zich vrijwillig in arrest. Den vol
genden morgen is hij reeds, onder behoorlijk geleide, naar Arnhem
getransporteerd, om voor den krijgsraad teregt te staan.
Een aantal verveeners in Friesland hebben zich bij rekwest
tot Z. Exc. den minister van Einanciën gewend, met verzoek, dat,
mogt het plan tot afschaffing van den accijns op de brandstoffen
verwezenlijkt worden, den 1 Jan. als tijdstip van afschaffing worde
bepaald, terwijl zij tevens op gemotiveerde gronden vragen, dat de
te doene aanpeil zich ook uitstrekke tot den koopman, opdat we
gens den bij dezen aanwezigen voorraad teruggave van accijns
geschiede.
Het Algemeen Weekblad van 26 dezer bevat eene wereld
beschouwing, waarin de volgende regelen aan den beroemden Abd-
el-Kader zijn gewijd:
„Ons oog opheffende van de landengte van Suez en een nederig
salut brengende aan den onderkoning van Egypte, die, wat ver
draagzaamheid en beschaving betreft, zooveel hooger staat dan de
bijgeloovige koningin van Spanje zoeken wij Mekka.
De priesters verkondigen van de minarets der moskeen het uur
des gebeds. 't Volk stroomt tempelwaarts, de pelgrims buigen
hunne knieën en bidden op het graf des propheets de bazars
zijn vol koopers, het is overal leven en beweging.
Voor 't oog ja! maar wanneer wij in gindsche straat dat
eenvoudige witte huis binnentreden, den deftigen Arabischen wacht
voorbij gaan en 't gordijn, dat ons scheidt van het kale achter
vertrek, op zijde schuiven, dan vertoont zich voor onzen blik het
leger van een beroemden zieke, die op zijn pelgrimstogt naar 't graf
van Mahomed krank is geworden.
Hij, die daar vermagerd en zwak ter neder ligt met de oogen
half gesloten, luisterende naar de vrome gebeden van den Derwisch,
is Abd-el-Kader, de vurige zoon van het Oosten, de grootmoedige
Emir, de moedige held der zandwoestijnen.
Hij is zeer lijdende, nog weinige dagen welligt en die edele ziel
zal het bruine hulsel verlaten, om over te gaan tot de hurris in
den derden hemel van den propheet.
Wij wenken den emir een laatst vaarwel toe en wensclien in ons
zeiven: och! mogten wat van zijn edele hoedanigheden overwaaijen
in de harten van velen die wij wel kennen.
De emir beschaamde in vergevingsgezindheid den Amerikaan, in
wijsheid de Grieken, in volharding de Italianen, in geloof veel
Christenen. De emir der Arabieren was grooter dan menig Euro-
pesche vorst."
De beschrijving der bijzonderheden van het Frankfortsche vorsten -
congres vult menige kolom der buiten- en binnenlandsche dag
bladen. Of nu evenwel de zaak zóó hoog belangrijk is, dat er
zooveel geschrijf van behoort te worden gemaakt, lijdt eenigen twij
fel. Vooreerst toch heeft de koning van Pruissen door zijne zonder
linge houding het volkomen in zijn magt, om de besluiten van het
congres te dwarsboomen en daardoor ze te vernietigen. Bovendien
moeten de verschillende besluiten tot boudshervorming, door de
vorsten genomen, nog weder aan de beraadslagingen der ministers
worden onderworpen. Eindelijk houde men in het oog, dat
het nog zeer twijfelachtig is of de wensch van sommigen, dat in
een te benoemen bondsdirectorium twee der leden door het volk
zullen gekozen worden, wel ééns de goedkeuring zal kunnen ver
werven; dat alzoo de liberale grondstellingen blijken nog maar
weinig ingang in Duitschland te vinden. Voegt men daarbij de
naijver tusschen de verschillende bondsstaten, vooral ook tusschen
de magtigste, dan valt het niet te ontkennen, dat de groote ver
wachtingen, die men van dit congres koestert, groote kans hebben
om eenige teleurstelling te verwekken. Toch heeft deze zamenkomst
in hooge mate haar nut. De vorsten erkennen door hunne tegen
woordigheid aldaar ten minste hunne overtuiging, dat eene bonds-
hervorming nuttig en noodig is, en dit zegt reeds veel. En moge
nu ook al voor het oogenblik, door naijver of behoudende gezindheid,
het doel worden gemist, het congres brengt in ieder geval Duitsch
land een stap nader aan eene deugdelijke hervorming, die met
iederen dag meer door de publieke opinie zal worden verlangd.
Om te bewijzen, dat wij tegenwoordig leven in een tijd van
vorsten-congressen en geruchten daarvan, vermelden wij nog het
berigt, dat eene zamenkomst van den keizer van Oostenrijk met
koningin Victoria van Engeland te Frankfort voorspelt.
Omtrent de al of niet aanneming der Mexicaansche kroon door
den Oostenrijkschen aartshertog Ferdinand Max, verneemt men uit
Weeuen, dat er wel degelijk uitzigt bestaat op aanvaarding. Keizer
Erans Jozef, zoo verzekert men verder, is weinig ingenomen met
het aanbod en hij heeft zelfs zijn broeder verklaard, dat hij de
gansche zaak als eene persoonlijke qumstie beschouwt, die uitslui
tend den aartshertog betreft en dat deze dus in geen geval op de
eventuele ondersteuning van Duitschland. kan rekenen.