BUITENLAND. De luit. ter zee 2de kl. H. J. van Broekhuizen, is op Zr. Ms. wachtschip alhier geplaatst, ter vervanging van den luit. ter zee 2de kl. IV'. M. Visser. De 1ste luit. J. A. Obreen, van het 7de reg. Infanterie, zal van 1 Oct. a. s. tot 15 Julij van het volgende jaar bij de applicatie- school aan de Koninklijke Militaire Academie te Breda worden gedetacheerd. Z. M. heeft den 2den luit. bij het corps Mariniers, W. L. G. J. F. Cramer van Baumgarten, met den 1 dezer bevorderd tot lsten luit. bij dat corps. Z. M. heeft den off. van gez. 2de kl. bij de zeemagt, G. A. M. van Ewijk, benoemd tot ridder 4de kl. van de Militaire Willems orde, ter zake zijner verrigtingen bij het door het schroefstoomschip Reteh op den 18 April 1862 geleverde gevecht tegen de zeeroovers, op een klein eiland in de baai van hobo, op de westkust van het eiland Karatelang Talantgroep Zr. 3|ls. schroefstoomschip Vesuvius, onder bevel van den kapt.-luit. ter zee A. Schotborgh, is den 2 dezer te Portsmouth binnengeloopen. Z. M. heeft goedgevonden aan den kapt.-luit. ter zee C. J. Damme, en aan de luitenants ter zee lste kl. F. M. Parker Verboom en F. II. P. van Alphen, vergunning te verleenen tot het aannemen en dragen der versierselen van officier der orde van Nisehan Iftahar, hun door Z. H. den bey van Tunis geschonken. Z. Exc. de minister van Marine heeft ter kennisse van belang hebbenden gebragt, dat de voorloopig aangekondigde bouw van een lichttoren in den Noord-Oosthoek van het eiland Texelthans tot 10 Ned. ellen boven het duin of 30 Ned. ellen boven volzee gevor derd is, zoodat daardoor reeds een in het oog vallend dagmerk voor de Eijerlandsche gronden is verkregen. Bij de voltooijing des torens zal nadere aankondiging volgen. Naar men verneemt, bestaat bij den minister van Oorlog het voornemen, om bij zijne aanstaande begrooting het voorstel te doen, om de traktementen der kapiteins en luitenants van het leger hier te lande te verhoogen en in verband daarmede de kapiteins, thans verdeeld in 3 klassen, voortaan in 2 klassen te verdeelen. Den 22 dezer zal te Alkmaar het 8ste congres worden gehou den der Noordhollandsche rederijkerskamers. De volksvermakelijkheden, die voor 14 dagen te Schagen door het hoogst ongunstige weder slechts gedeeltelijk konden plaats hebben, werden den 3 dezer door het heerlijkste weder begunstigd. Nadat des avonds ten 6 ure het zoogenaamde „tonrijden," onder het gelach der menigte, had plaats gehad, werd des avonds ten 9 ure, op het Marktplein, een schitterend vuurwerk afgestoken, het welk gedurende 40 minuten de aandacht eener overgroote menigte toeschouwers bezig hield. De pracht en schoonheid van het vuur werk worden algemeen geroemd. Plet overige van den avond en des nachts vermaakte het talrijk publiek zich in den verlichten tuin van het koffijhuis Vrede-Lust, of in de aan het marktplein gelegene herbergen, waar de muziek de talrijke bezoekers tot dansen uitlokte. Te Purinerende zullen op Donderdag 17 dezer twee harddra verijen plaats hebbende eerste des voormiddags ten 9de tweede des namiddags ten 2 ure. Er worden fraaije prijzen en premiën uitgeloofd. De Nationale Tentoonstelling van Metalen te 's Gravenhage werd jl. Woensdag door een 50 werklieden uit Arnhem bezocht, die gebruik maakten van den goedkoopen volkstrein en van de medewer king der PIoll. ijzeren spoorweg-maatschappij, met belangstelling de tentoongestelde voorwerpen bezigtigd. Niet alleen dat hun de toe gang tot de Tentoonstelling gratis werd verleend, maar de leden der commissie leidden hen zelve rond, om van een en ander aan wijzing te doen. Den 3 dezer heeft te 's Gravenhage de eerste uitvoering plaats gehad van het Nationaal Muziekfeest, ten beheove der minvermo gende krijgslieden van het jaar 1813, in de Ridderzaal aan het Binnenhof. Deze uitvoering is door een aanzienlijk getal personen bijgewoond. Men ontveinst echter niet, dat men op nog eenige meerdere belangstelling had gerekend en hoopt, dat daarvan bij de uit voering van heden zal blijken. De stukken, welke ditmaal ten ge- hoore zijn gebragt, waren de ouverture over de Choraal-melodie van Pst. 65, van J. C. Boersheidens Ontzet van R. PIol en Die Auferstehmg, van G. II. Heinze. Aan de wijze, op welke de zaal is versierd, wordt geenszins onverdeelde lof gegeven. Den 3 dezer heeft in het artillerie-kamp te Waalsdorp bij de oefeningen een ongeluk plaats gehad, door het springen van een kogel, waardoor een officier aan een zijner beenen ernstige verwon dingen heeft gekregen. De prijzen der aardappelen zijn in het Land van Altena als volgt: Haagjes of vroegen 1.50, latere soorten 1.80 tot 2.— per mud. Den 3 dezer zijn bij het instruetie-bataillon te Kampen 30 jongelingen geplaatst. Er waren 50 opgeroepen. Met zekerheid verneemt men, dat dit jaar geen gelegenheid meer tot plaatsing bij dat corps zal zijn, althans, er zullen vóór 1864 geen oproepingen meer geschieden. De veldwachter J. Meijer, te Steemcijk, rooide den 2 dezer voor de tweede maal van een grond aardappelenin het laatst van Julij rooide hij zoogenaamde kralen en maakte onmiddellijk don grond weder zuiver en pootte weer van dezelfde soort. De laatste oogst is niet minder dan de eerste en de aardappelen hebben eene voldoende grootte. Voor eenige dagen kwamen eenige meisjes van Ziceeloo, om naar Veenhuizen, gem. Dalen te gaan. Bij het vallen van den avond werden zij door eenige jongelingen opgewacht, die zich achter een boschje hadden verscholen. Terwijl de meisjes in hunne nabijheid waren, traden ze onverwacht te voorschijn en een hunner loste, op 't zelfde oogenblik, een pistool. Een der meisjes, doodelijk ver schrikt, verloor haar bewustzijn en moest naar huis gedragen wor den. De gevolgen dezer onbezonnenheid laten zich niet best aanzien. Ofschoon de jonge maagd niet door het schot is getroffen, heeft zij echter tot nu toe, wegens den schrik, nog altijd in levensgevaar verkeerd en moet er, naar 't zeggen van tien geneesheer, spoedig eenige verandering iu haren toestand komen, of de gevolgen kunnen ligt doodelijk zijn. liet vorsten-congres van Frankfort is ten einde geloopen. Zamen- geroepen en geopend door den keizer van Oostenrijk, is die bijeen komst ook weder door dien vorst gesloten, met eene rede, die den wensch deed kennen, dat spoedig weder zulk een congres moge plaats hebben. Een ernstige vraag is het intusschen, of daarop wel veel uitzigt bestaat. Het congres heeft het ontwerp tot bondshervorming met meerder heid van stemmen aangenomen. Zes leden stemden tegen. Yan sommigen dier tegenstemmers wordt naar de reden daarvan geraden. Voor enkelen zal waarschijnlijk het ontwerp te liberaal, voor ande ren te conservatief zijn geweest. Het plan is geweest, om dit ont werp nog nader aan eene conferentie van gevolmagtigde ministers te onderwerpen, thans schijnt het of eerst nog op het inkomen van tegenvoorstellen zal worden gewacht. Het ontbreekt al mede niet aan geruchten, die verzekeren, dat, na de aanneming van het ont werp in zijn geheel, deze conferentie thans ounoodig zal zijn. Nog wordt gemeld, dat eene vergadering van afgevaardigden over aan neming of verwerping van het ontwerp in zijn geheel zal te be slissen hebben. De tijd zal tusschen al deze geruchten en verzeke ring kiezen, welke lezing de ware is of zijn zal. Zooveel is intusschen zeker, dit congres heeft gevolgen, die ondanks de sluitingsrede des keizers, niet achterwege blijven. Keizer Napoleon schijnt in dit vorsten-congres aanleiding te hebben gevonden, om wijdloopige bedoelingen bij keizer Frans Jozef te veronderstellen, bedoelingen, die verder gaan dan de regeling van Duitschlands inwendige aan gelegenheden. Opmerkelijk is het toch, dat, juist op dit tijdstip eene wijziging in de Fransche Maatkunde plaats grijpt en eene naauwe aansluiting tusschen Pruissen, Rusland, Frankrijk en Italië dreigt te zullen ontstaan. Gepaard daarmede gaat de verzekering, dat Rusland zijne grenzen aan de zijde van Oostenrijk door een leger zoekt te dekken. Zeker schijnt het in ieder geval, dat keizer Na poleon het Frankfortsche congres met belangstelling heeft gadege slagen en dat hij er meer in ziet, dan door den keizer van Oostenrijk als de beteekenis is aangegeven. Al dadelijk trekken een paar voor de hand liggende gevolgen van een en ander de aandacht. Het eerste is de waarschijnlijkheid, dat Frankrijk, tegenover Rusland tot het doen van concessiën geneigd, door het geven eener constitutie aan de Polen, zijne wenschen om trent het Poolsche vraagstuk bevredigd zal zien. Het is zeer moge lijk, dat de Fransche minister van buitenlandsche zaken eerlang aan het verbaasd Europa de eenvoudige verklaring zal afleggen, dat Frankrijk daarin volkomen kan berusten niet alleen, maar dat het ook nooit meer heeft gecischt of bedoeld. Een ander gevolg wordt genoemd ten aanzien van de Mexikaan- sche aangelegenheden. Men verzekert namelijk, dat aartshertog Ferdinand Max thans bepaaldelijk voor den troon van Mexico be danken zal, tengevolge ook van eene geheel veranderde stemming van Frankrijk tegenover Oostenrijk. Wat wij reeds in ons vorig nommer aanstipten, dat de kandidatuur van den aartshertog welligt niet eens werkelijk is gemeend geweest, wordt thans nog herhaald, met de verzekering, dat het weinig anders is geweest dan een mid del om onbaatzuchtig te schijnen en zand in de oogen te strooijen. - Onder het opschrift „het grootste kerkorgel." lezen wij in het tijdschrift „de Industrieel," o, a. de volgende bijzonderheden „Tot dusverre gold het orgel in de Groote Kerk te Haarlem voor het grootste orgel der wereld, en te regt, want het bevat zestig registers en vijf duizend pijpen. Dat van de St. George-Zaal te Liverpool, in 1855 ingewijd, heeft, gelijk dat van de hoofdkerk te Vim, honderd registers, maar beiden hebben veel minder pijpen dan het Haarlemsche orgel. Thans is er echter een orgel voltooid, waarvoor het Haarlemsche in grootte moet zwichten; wij bedoelen het orgel van de kerk Saint-Sulpice te Parijs. Het oordeel van den beroemdsten Duitschen organist van dezen tijd, den heer Adolf Hesse, muziek-direkteur van den koning van Pruissen, over dit orgel luidt aldus: „Het geluid van dit orgel is vol en kolossaal; ik heb eenige stukken gespeeld, met nu en dan alle honderd registers te ge bruiken. De harmonie is zoo zuiver mogelijk, en de aanvoer van lucht volkomen gelijkmatig; alles spreekt zoo juist en vlug, dat men zelfs vier en zestigste noten kan spelen. De bourdon, 32 voet, van enorme tinnen pijpen vervaardigd spreekt zoo gemakkelijk als de snaren eener goede violoncel. Van alle orgels, die ik gezien, bespeeld en onderzocht heb, is dat van St. Sulpice het meest vol maakte, het welluidendste, het grootste, en in der daad het mees terstuk van nieuweren orgelbouw." Frankrijk moge zich dan beroemen op zulk een meesterstuk, het is echter arm aan organisten, dien naam waardig; het bezit wel pianisten, maar geen organistende groote school van het orgelspel leeft daar alleen in de herinnering. Ter verbetering van dien toe stand stelt de abt Lamazon voor, elke week of elke veertien dagen het orgel der St. Sulpice voor ieder, die daarbij toehoorder wil wezen, te laten bespelen door de beste organisten van Parijs, uit de provinciën, uit het buitenland. Die orgelconcerten, meent hij, zouden den muziekalen smaak ontwikkelen, den naijver der orga nisten opwekken, waarvan het gevolg moest zijn, dat hun talent meer volmaakt zoude worden. Door een en ander hoopt hij eenen gelukkigen invloed op de kennis van het orgel in het algemeen, en op de uitvoering der verhevene muziek uit te oefenen, waarbij de waardigheid der openbare eeredienst winnen zou.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1863 | | pagina 2