DE SPEELKAARTEN
EN DE TIJD VAN HARE INVOERING IN EUROPA.
vriend, ofschoon mcenende dat hij den dronkaard op het bed had
geworpen, had hem, in plaats daarvan, bij vergissing uit het
venster geslingerd.
Een der Fransche dagbladen vermeldt het navolgendeEen
ondeugende jongen had, om een blindeman, die op den Pont des
Arts, te Parijs, om eene aalmoes vroeg, te plagen, een gat in eene
sou en daar een touwetje aan vast gemaakt. Nu liet hij het geld
stukje in het bakje van den bedelaar vallen, en deed het er, als
deze dit hoorde en aanstalte maakte om er naar te grijpen, weder
uit springen. Die streek herhaalde hij vijf of zes keeren, tot groote
verontwaardiging van den armen blindeman. Des anderen daags
maakte hij het echter nog veel erger. Hij ging naar den blinde
man toe, en zeide hem op een gemaakt medelijdenden toon, dat
hij met leedwezen de streek had gezien, die een ondeugende jongen
hem gisteren gespeeld had, en dat hij hem raadde, hem daarvoor
te straffen. „Daar ginds komt hij op de brug aan," voegde hij er
bij, „en als je nu iets in je bakje hoort vallen, dan zal hij het er
weer uit laten dansen." „Ik dank u wel," antwoordde de bedelaar,
„ik zal hem afwachten," en vatte zijn knuppel op. Een oogenblik
daarna wierp een deftig heer eene sou in zijn bakje. „Wacht," riep
de bedelaar opspringende, „nu heb ik je toch eindelijk beet," en
sloeg lustig en ongenadig op den weldadigen gever los, die uit al
zijne magt om hulp schreeuwende, door de voorbijgangers ontzet
werd. De jongen had zich inmiddels uit de voeten gemaakt.
Dezer dagen had te Marseille bij de aankomst der Anna-
mietische ambassadeurs een vreemd geval plaats. Toen het rijtuig
van den eersten ambassadeur voor het hotel stil hield, sprong een
zijner bedienden met een vervaarlijk grooten parasol van het rijtuig.
De menigte begon te lagchen en te juichen, waardoor de Anna-
mietische bediende verschrikte, meeucndc, dat men het op zijn leven
had gemunt en met zijn parasol zoo hard wegliep als hij slechts
kon, terwijl dc menigte hem schreeuwende vervolgde, hetgeen hem
nog harder deed voortsnellen. Aan twee politie-agenten gelukte
het, hem op te vangen en bevende van angst naar het hotel terug
te brengen, waar hij door eene hevige koorts werd aangetast.
De tegenwoordige uitgestrektheid der bestaande en geopende
spoorwegen door de gansche wereld bedraagt ongeveer 70,000 mijlen,
en het daartoe benoodigde kapitaal nagenoeg een billioen en 170,000
De ontzaggelijke somme gelds is geheelenal opgenomen en besteed
in het verloop van zes jaar. Het aandeel dat Engeland en zijne
koloniën er aan besteed hebben, blijkt ruim 417 millioen te zijn,
en het getal mijlen, waartoe dit enorme kapitaal gebruikt werd, op
14,277 te moeten worden gesteld. India is daar natuurlijk met
zijne Britsche bezittingen onder begrepen. Vierendertig en een
half millioen zijn er in Indie aan 1408 mijlen spoorweg besteed,
en ruim 204 millioen in Canada, op 1826 mijlen. Omstreeks
10 millioen heeft men reeds in Victoria besteed aan 183 mijlen
spoorweg; doch zijn in Victoria en Indie de werken, die nog te
doen zijn overgebleven, onder die opgaaf berekend.
In het slot Weilworth in Yorkshire werd, voor eenigen tijd,
een maaltijd gegeven, die onder anderen uit het navolgende bestond:
110 schotels met roastbeaf, 70 koude pasteijen, 58 gebraden schapen
bouten, 48 hammen, 55 gebraden lammetjes, 70 schotels met kalfs-
gebraad, 40 schotels ieder met een dozijn haantjes en 140 schotels
met verschillende soorten van viseh. Daar nu dit alles zwemmen
wilde, had men tevens gedronken: 13 tonnen ale, 20 tonnen sterk
bier, S tonnen punch en 4 tonnen wijn. En dit alles slechts, om
de meerderjarigheid van den jongen hertog van B. te vieren.
- Men weidt uit Hamburg, dat de internationale landbouw
tentoonstelling aldaar een winst van 20,000 thaler heeft opgeleverd.
Deze som zal waarschijnlijk gebezigd worden ten behoeve van eene
inrigt.ing van algemeen nut.
Men schrijft uil Eerlijn
Tot nu toe hebben zich over den toestand, "het onderwijs en de
•verzorging der blinden altijd meer de zienden dan de blinden doen
hooren. In het werk„De toekomst der blindenVoordragten over
de betrekkingen en opvoeding van blinden, door Friedrich Scherer,"
spreekt thans iemand, die sedert zijn 2de jaar blind was, tot dc
zienden. De blik, die dit werk ia een zoo belangrijk deel der op
voeding doet slaan, de gebreken die liet aanwijst, moeten ieder
•belangstelling inboezemen, die in 'het lot van ongelukkigen deelneemt.
Daar de bewerker zijn eigen toestand beschrijft, zoo is het hier door
hem ontworpen beeld van den blinde levendiger, aanschouwelijker
en juister, dan een ziende geven kan. Het boek doet tevens in den
heer Scherer een denkend hoofd en een ontwikkeld verstand ken
nen, welke zijn eigen ervaring ten nutte van het algemeen w-eet aan
te wenden. De zevende druk is thans ter perse.
Te Dusseldorp is op 16 dezer een huwelijk voltrokken tussehen
eene bruid en een bruidegom, die te zamen juist 100 jaren telden.
Tiet tal was echter tussehen de beide partijen eenigzins ongelijk
verdeeld. De bruidegom had daarvan regt op S2 jaren, de bruid
slechts op een 1 Stal.
Op den Nassauschen staats-spoorweg gebeurde dezer dagen het
volgende: Een baanwachter woont bij Abtshausen, in den kreitz
Wetzlar, met zijne vrouw in het wachthuisje, waarbij hij niets meer
heeft dan eene stal, waarin een geit gehouden wordt. De vrouw is
ongesteld en moet tc bed blijven liggen, en derhalve is de man
genoodzaakt, behalve de dienst op de spoorweg, ook de huishouding
waar te nemen, en daartoe behoort natuurlijk het melken van dc
geit. Maar dit beest wil zich niet van hem laten melken; wat hij
ook deed, de geit weigerde hardnekkig, stoot en schopt en is niet
te regeren. In zijne radeloosheid geeft zijne vrouw hem een middel
aan de hand, en op haar voorstel trekt hij hare klcederen aanvan
•rok, jak en muts voorzien, nadert hij de geit en deze laat zich
Toppen. De man is bezig met het melken der zachtaardige geit,
als plotseling het fluitje van een naderenden trein zich doet hooren.
De baanwachter springt uit zijn huisje, en presenteert, in vrouwen-
•eostuum, het vaantje. Het spreekt van zelf dat hij kort daarna
ondervraagd werd, en een hard verwijt moest verdurenmaar nadat
hij de waarheid had verhaald, werd hem geen straf opgelegd, en
kreeg hij alleen dc waarschuwing, in het vervolg zich met het
geiteninelken bezig te houden in oogenblikken wanneer geen treinen
te verwachten zijn.
Te Triest viel dezer dagen een curieus geval voor. De man
schappen der aldaar uit burgers bestaande policiewacht kregen
's avonds aan het wachthuis lust om een kaartje te leggen. Daar
hun een vierde man ontbrak lieten zij een gevangene medespelen.
Deze speelde echter valsch en maakte twist, hetgeen de spelers zoo
boos maakte, dat zij den man de deur uitwierpen. Den volgenden
dag werd eene geregtelijke vervolging tegen hem ingesteld, wegens
het bevrijden van deu gevangene, die natuurlijk vergeten had
terug te komen.
Dc bladen uit Britsch-Indie klagen bij herhaling over eene
schrikbarende toename der tijgers. Menschen en dieren vallen hun
ten prooi; zij halen kinderen uit de straten der dorpen en slepen
de ossen voor den wagen weg. De Pundsjah en de omstreken van
Delhi en Agra worden door sprinkhanen geteisterd, die zich als
dikke stofwolken over honderden morgen lands uitstrekken. Uit de
gevonden eijeren (klompen van 60100 stuks) heeft iemand bere
kend, dat zich 20 millioen op eiken morgen (acre) bevinden.
De vóór weinige maanden door den gouverneur van het pre
sidentschap Eombag ingewijde B/to/e-G/iut-s\ioor\\eg tussehen Bombag
en Madras loopt van de vlakte op eene hoogte van 195 voet en
klimt tot 2027 voet. Hij is mitsdien de hoogst gelegen en meest
grootsche spoorweg ter wereld en overtreft in dit opzigt zelfs den
Semmeringweg (grens van Stiermarken en Oostenrijk). De kosten
van aanleg bedroegen 68,750 per mijl.
Eene luchtreis, welke te Californie heeft plaats gehad, heeft
aan een mensch het leven gekost. Ditmaal was de luchtreiziger
niet het slagtoffer. Twee personen, de heer Young en eene dame
zouden plaats nemen in het schuitje. Op het oogenblik van het
vertrek, was alleen de heer Young daar. NaauweNjks was de ballon
aan het rijzen, of de wind smeet haar tegen de draden van den
telegraaf, waardoor zij een fameusen schok kreeg; vervolgens tegen
een keukenschoorsteen, die meer dan 30 ellen hoog was- Het touw,
dat de luchtreiziger om zijn lijf had, raakte vast aan de punt van
den schoolsteen, zoodat de geheele luchtballon met den luchtreizi
ger in eene fatale positie verkeerde. De heer Young, die zijne tegen
woordigheid van geest niet verloor, zwaaide met zijn hoed, om dc
menigte gerust te stellen, welke reeds kreten van wanhoop slaakte.
Hij wierp vervolgens een touw uit, waaraan men een katrol en een
ander touw vastmaakte. Nadat hij den katrol om het schuitje had
gebonden, liet hij zich langzaam naar beneden zakken en kwam
ongedeerd op den grond terug. De ballon bleef den geheelen nacht
in die positie. Den volgenden morgen wilden eenige personen haar
losmaken. Een der personen klom tegen het touw, dat den heer
Young tot redmiddel had gediend, naar boven. Naauwelijks was
hij daar, of het touw brak en de ongelukkige werd op den grond
geslingerd en wel zoo hard, dat men slechts een misvormd lijk
opnam van den bodem.
In welk jaar zijn de speelkaarten in Furopa ingevoerd? Een
antwoord op deze vraag moge ons een uittreksel uit het werkje
van den heer Boiteau geven, luidende als volgt:
„Er de juiste dagteckening van op te geven is niet wel doenlijk.
Hoogstwaarschijnlijk zijn de kaarten sedert de 14de en misschien
wel sints het laatst der 13de eeuw bij de Europeanen reeds be
kend geweest,
Alphonsus XI, koning van Castilie, heeft in 1332 eene orde in
gesteld, onder de benaming van Band-orde. Don Antonio de
Guovare, bisschop en prediker van Karei V, heeft in zijne Zend
brievende kopij der statuten van die orde in druk gegeven en in
de door doctor Gutery van dit werk geleverde Fransche vertaling
leest men: „De orde ver-biedt hare leden uitdrukkelijk alle kaart
en dobbelspel." Men vermoedt, dat Gutery ten onregte het woord
kaarten heeft gebezigd, dat zich niet in het oorspronkelijke bevond,
maar heeft gecnerlei overtuigend bewijs, dat er daar ter plaatse eene
interpolatie (vervalsching te vinden is; terwijl ons niets belet aan
te nemen, dat de kaarten in Spanje in de statuten van eene in
1332 gestichtte orde verboden zouden zijn. Die juiste dagteckening
kan evenwel niet als de ware tijd der invoering van de speelkaarten
in Spanje worden beschouwd, die, voor 't minst genomen, eenige
jaren vroeger moet hebben plaats gehad.
In het jaar 1387 vond men ze op nieuw door Jan I van Cas
tilie verboden. Yoor 't overige begrijpt iedereen ligt, dat liet ge
brek aan schriftelijke getuigenissen de kracht der door de rede
genoegzaam bevestigde feiten in geenen decle verzwakken. En bui
tendien, als twee landen elkander de eer van eene uitvinding be
twisten, bestaat er geen reden om haar eer aan het eene dan aan
het andere toe te kennen, omdat men, buiten en behalve de waar
schijnlijkheden, bij het eene de opgave van eenige jaren vroeger
dan bij het andere aantreft.
Als men niet anders dan de daar in manuscript bewaarde en
gegevene aanwijzingen raadpleegt, zou Italië voor Spanje moeten
gaan, iets, dat men niet zoo gerecdelijk kan aannemen. Italië toch
dagteekent van de 13de eeuw.
Alles te zamen genomen, moet men 't er welhaast voor houden,
dat de kaarten, in het Oosten geboren en door eene landverhuizing
tot ons overgebragt, in Europa tegen het begin der 14de eeuw
bekend zijn geraakt en dat het volk, waardoor ze werden ingevoerd,
de Bohemers, door Spanje heen Furopa hebben overbeerd. Italië
heeft de kaarten bijna onmiddelijk moeten kennen. Dit. land leefde
destijds door zijn handel in eene vrij innige verstandhouding rai?