BUITENLAND.
Den 38 dezer is de tentoonstelling van vee en. pluimgedierte
ie Haarlem geopend. Even als die van vruchten en van werktuigen, j
heeft zij de verwachting ver overtroffen.
De toevloed van belangstellenden was ongemeen groot. De hard
draverij was inderdaad luisterrijk, inzonderheid door de deugdelijk
heid van de mededingende twaalf paarden. De prijs bestaande in
een kostbaren zilveren boulloir, is gewonnen door den zwarten ruin
l'ilo, van den heer D. Yermaet, bereden door J. v. d. Berg; de
premie, bestaande in een zilveren inktkoker, door de zwarte merrie
Lietse, van den heer F. M. Boersma, bereden door Bromberg. Het
paard, 't welk tot het laatste heeft medegedongen, was de zwarte
ruin Nobel, van den heer Wafelbakker, bereden door P. van Santen.
Prijs en premie waren door de stad Haarlem uitgeloofd. De inrig-
ting was voortreffelijk en alles is in de beste orde afgeloopen.
De Pruissische zaakgelastigde te 's Gravenhage heeft mededee-
ling gedaan, dat het wapenbord, dat te Texel gevonden is, niet tot
de Amazone behoort.
Dezer dagen stoomde de schroefstoomboot van Eindhoven op
li'.otterdam door het kanaal te 's Bosch de rivier de Dieze in. Op
slechts geringen afstand van die stad zag de schipper, die aan het
roer stond, zijn knecht over boord vallen, schoot onmiddelijk ter
hulp, doch haalde slechts een lijk uit het water.
Op zekeren avond der vorige week, omstreeks zes ure, ge
raakten twee jongelui van Atijum, van de Bergumer kermis huis
waarts keerende, door 't steigeren van het paard in de dijkvaart te
7'alom, wachtende op de vele rijtuigen aan het tolhek. Ongeschonden,
uitgezonderd de schrik en een nat kermispak, kwamen de gasten er
af, terwijl de bij deze gelegenheid staande kramer, M. Heegstra, van
Briestim, oud marinier, door zijn vastberadenheid, behendigheid en
hulpvaardigheid, zich mede een nat pak getroostende, ook paard en
chais zonder eenige schade wist uit het water te krijgen, alles los
makende en outknoopende, niets snijdende, zoodat hetzelfde „spul"
weer reisvaardig was. En Heegstra werd beloond met één
kwartje voor een borrel.
Door den consul-generaal der Nederlancien in Japan, is mede
gedeeld het volgende verslag
„Consulaat-Generaal der Nederlanden in Japan17 Julij 1863.
Ten einde alle mogelijke verkeerde uitleggingen te voorkomen van het voorgevallene met
Zr. Ms. stoomkorvefe Medusa, op den 11 dezer bij het passeren van de straat van Simonoseki,
of westelijken ingang der Jap arische Binnenzee, heeft de ondergeteekende, D. de Graef van
Polsbroek, consul-gen. der Nederlanden in Japande eer, hiervan een waar verslag aan te bieden.
Op den 9 Julij de baai van Na gas aki verlatende, ontmoetten wij de ï'ransche pakketboot
Kim-rhin, onder bevel van den luit. ter zee der 1'ransch-keizerlijke Marine Lafont, die ons
mededeelde, dat op zijnen bodem door de Japansche batterijen in straat Simonoseki, alsmede
door twee Europesclie vaartuigen onder Japansche vlag, aldaar ten anker liggende, met
scherp gevuurd was geworden.
De kommandant der Medusa, vroeger besloten hebbende door de Binnenzee zijnen koers te
nemen, was hij daartoe door den gouverneur van Naga saki van een Japanschen loods
voorzien geworden.
Den 11 Julij 's morgens ligtte de Medusa vroegtijdig het anker van de reede van Jy-Sima,
alwaar de dag was afgewacht geworden om Simonoseki-straat in te loopcn.
Aan den ingang der straat aankomende, werden twee losse schoten van ecne der batterijen
gelost, welke door acht losse schoten werden beantwoord door de voor de stad liggende
brik, hetgeen toen bij ons nog geen vermoeden van vijandelijkheden te weeg bragt, te meer
daar tegenover Simonoseki, aan den kant van Kin-Sin, dereede vol'van Japansche praauwen lag.
Dwars van gemelde brik zijnde, opende deze, tot onze groote verbazing, te gelijk met eene
van zwaar geschut gewapende batterij aan wal, een hevig vuur met scherp op de Medusa,
bij welk vuur zicli toen nog dat eener bark zonder vlag voegde. Van den voortop der brik
woei de vlag van den landsheer van Nagato (zijnde geheel blaauw, met drie witte hallen
in een driehoek en een witte streep daarboven), terwijl van den gaffel geen vlag woei.
Beide vaartuigen lagen achter cene bank in ongeveer 2 vadem diepte ten anker, waardoor
zij door de Medusa op niet minder dan drie kabellengten konden genaderd worden.
Zooals op alle oorlogschepen, waren ook aan boord van de jj}Iedusa de stukken met scherp
geladen, waardoor zij dit vuur onmiddellijk met kogels en granaten beantwoordde.
Langzaam in den stroom opstoomende, vuurde de Medusa zonder tussehenpoozing op deze
vaartuigen en batterijen, welke allen van zwaar geschut voorzien (meest 24ponders en
16duims granaten), nu reeds tot het getal van zes waren toegenomen.
I)e grootste dezer batterijen, naar gissing van 8 zware stukken, werd echter door ons juist
gerigt vuur tot zwijgen gebragt, terwijl de anderen, achter bosschen en rotsen op aanmer
kelijke hoogte boven den waterspiegel verscholen liggende, voortdurend hieven doorvuren.
Eenige goedgerigte schoten der Medusa op de brik, zoowel als op de hark, deden ook deze
haar vuur kort daarop voor eenigen tijd staken; des te heviger vuur ondervonden wij van
de batterijen, onder welker bereik wij, achtereenvolgens, de straat opstoomende, geraakten.
Door het kruisvuur van vier batterijen, waaraan wij voor de stad van Simonoseki bloot
gesteld waren, te meer nog door het toenemen der juistheid, waarmede de vijandelijke
kogels en granaten door den romp der Medusa begonnen te treffen, besloot de kommandant
het voornemen van die vaartuigen in den grond te boren op te geven, welke, jamnier ge
noeg, op te ondiep water lagen om beënterd te kunnen worden.
Het werd nu onmogelijk, met juistheid op alle batterijen, die baar vuur op de Medusa
uitbraakten, te gelijk terug te vuren. Bovendien waren wij in de onzekerheid, of aan
stuurboordszijde "(den kant van Kru-Sin), alwaar zich ook enkele batterijen bevonden, men
ons ongedeerd zoude laten, waarom besloten werd, langzaam stoomende en zooveel moge
lijk snel vurende de straat door te varen.
Ter voorkoming- van het groote onheil,, dat ons ieder oogenblik wachtte, namelijk dat öf
de schroef, öf het roer getroffen werden door het zwaar kaliber, waarmede de batterijen
haar vuur met meer en meer juistheid vervolgden, kwam het er nu vooral op aan, om
op eervolle wijze langzaam dooi te stoomen, het vuur des vijands steeds blijvende beantwoorden.
Wanneer men nagaat dat wij ongeveer anderhalf uur aan het vuur van minstens zeven
batterijen achtereenvolgens zijn blootgesteld geweest en twee achtereenvolgende malen ons
in een kruisvuur van vier en van drie batterijen bevonden, is het te verwonderen, dat de Me
dusa niet in den grond is geboord, of dat wij het verlies van niet meer manschappen te
betreuren hebben.
"V'an de 31 vijandelijke schoten, waaronder 3 granaten van 16 duim binnen boord ge
sprongen zijn en er 17 den romp doorboorden, terwijl de overige het tuig, den grooten
mast en den schoorsteen troffen, doodde een 30pondskogel drie onzer manschappen in de
batterij te gelijk en twee anderen werden door hetzelfde schot gekwetst. Daarop trof een
dergelijke kogel een des matrozen 1ste klasse, kommandeur van een stuk, die kort daarop
aan zijne hevige wonden overleed, bij welk scliot de ondergeteekende bijna was getroffen
geworden. Een kogel aan bakboord voor den bezaanmast inkomende, verbrijzelde een rak
met pistolen, waarvan de splinters twee matrozen zeer zwaar gewond hebben, welke man
schappen, helaas, nog in levensgevaar verkeeren.
Deze kogel ging tusschen den kommandant en den adelborst Wessel door, waarbij zij
gelukkigerwijze slechts door eenige splinters van het rak ligt getroffen werden.
Bij een ander inkomenden kogel, waarhij de luit. ter zee Thurkow en een onder-oflicier
op wonderbare wijze zijn gespaard gebleven, was de verspreiding van splinters en bouten
onbeschrijfelijk. -In één woord na afloop van liet gevecht de plaatsen opnemende waar
de vijandelijke kogels en granaten den romp hebben doorboord en waar de granaten zijn
gesprongen, is liet onbegrijpelijk, dat de officieren en adelborsten, allen op hunnen post, er
zonder verwonding zijn afgekomen en er van de manschappen slechts 4 man gesneuveld en
5 gewond zijn geraakt.
Door allen werdén met de grootste kalmte en bedaardheid de bevelen van den kommandan t
uitgevoerd en kan het hieraan worden toegeschreven, dat eene équipage, waarvan het meerendeel
voor liet eerst iji het vuur was, zoo aanhoudend het vijandelijk vuur heeft beantwoord.
Het verlies van den kant van den vijand is onmogelijk te bepalen, doch moet zeer aan
zienlijk geweest zijn in de batterijen, die van veel volk voorzien waren, waardoor elk
treffend schot, vooral van onze granaten van 20 duim. cn sGhrootbussen, eene groote ver
woesting moet hebben teweeg gebragt. Daarenboven kwamen al onze kogels, die de bat
terijen niet troffen, voor een groot gedeelte in de stad van Simonoseki tere-gt, terwijl
daarentegen alle ons missende vijandelijke kogels op den wal van Kin-Sin en op de daar
onder ten anker liggende praauwen schade moeten hebben veroorzaakt (zijnde deze straat
niet broeder dan hoogstens 1200 Tsed. cn in liet smalste gedeelte slechts 900 cl
in de onzekerheid verkeerende omtrent den politickcn toestand van Japan sedert het
verlaten van Nagasaki, besloot de ondergeteekende, in overleg met den kommandant, de
reis niet door de Binnenzee te vervolgen, doch die door het Bungo-kanaal naar Kanagama
te bepalen, alwaar wij heden behouden aankwamen.
Be consul-generaal der Nederlanden in Japan
D DE GRAEF VAN POLSBROEK."
In de staatkunde van Europa zijn in de jongste dagen geene
gewigtige feiten voorgevallen, Ten aanzien van Oostenrijks verhou
ding tot de Foolsclie verwikkelingen valt te vermelden, hoe de re
gering van dat land zich tegenwoordig in eene moeijelijke positie
bevindt. Frankrijk ziet iri Oostenrijk een bondgenoot tegen Rusland
en wil van zijn bondgenoot de noodige stappen vergen om de eischen,
aan Rusland gedaan tot hervorming van het staatsbestuur in Roten,
vervuld te krijgen. Inmiddels vordert de Poolsehe zaak volstrekt
nietshet land wordt door de gruwelen van een heftigen krijg ver
woest en het uitzigt bestaat er niet, dat Rusland zal gehoor geven,
aan de wenschen en eischen, die niet onduidelijk voor goed zijn
afgewezen. De mogendheden hebben zelfs het verzoek nog toe ge
kregen, om het Petersburger kabinet voortaan verschoond te doen
blijven van raadgevingen, die, hoe vriendschappelijk ook gemeend,
zonder gevolg zullen blijven.
Van eene andere zijde schijnt de Oostenrijksclie regering aange
zocht te worden, om toenadering aan Rusland te betoonen en zich
daardoor te redden uit de thans bestaande en steeds grooter wor
dende moeijelijkheden. De weg tot verzoening is dan ook nog geens
zins afgesloten. Als Rusland slechts kon besluiten, om de gestelde
punten voor de hervormingen in Polen in te willigen, dan zouden
de Westersche bondgenooten, gaarne de handen in den schoot leg
gen; want het is er verre af, zoo het schijnt, dat zij den oorlog
zouden begeeren. Welligt dat deze omstandigheid, niet onbekend
bij den keizer van Rusland, hem er nog meer toe dringt om zich
volstrekt niet aan den gegeven raad te storen.
De volksstem zwijgt intusschen niet en doet zich hier en daar
vrij luide ten gunste van Polen hooren. In Engeland zelfs, waai
de regering weinig werkzaamheid in dezen betoont, uit zich de stem
de stem der openbare meening als in Oostenrijk en Frankrijk en
elders ten gunste der ongelukkige natie. Van verschillende zijden
verneemt men den aandrang, om het jongste ongunstige antwoord
der Bussische regering eenvoudig door eene erkenning der Polen
als oorlogvoerende partij te beantwoorden.
In Athene maakt men zich gereed voor de aanstaande komst van
koning George. Een som van 130,000 drachmen zijn beschikbaar
gesteld om de ontvangst op feestelijke wijze te doen plaats hebben.
De zaken gaan daar langzamerhand vooruit, zoodat ook de finantiën
op geregelden voet komen en de annexatie der Ionische Eilanden zal
nu weldra haar beslag hebben gekregen.
Een Fransch tijdschrift deelt bijzonderheden mede omtrent het
leven en werken van prof. Ernest Benan, de schrijver van het werk
liet leven van Jezm," waaraan wij het volgende ontkenen:
„Benan werd geboren te Treguier, in het jaar 1833. Hij begon
zijne stadiën aan het kleine seminarie aldaar en werd later onder
de studenten van het seminarie van St. Nicoluas te Parijs opge
nomen, vooral ook op aanbeveling van den abt Trevaux, kanuniek
van Onze Lieve Vroutcekerk. Ten allen tijden heeft hij zich onder
scheiden door een aanhoudenden vlijt. Door zijn nadenkendheid en
werkzaamheid trok hij aller aandacht, inzonderheid ook van den
bisschop van Orleans Zijne zuster woonde in Buitschland, zij was
een vrouw van een meer dan gewonen en stoutmoedigen geest en
maakte haar broeder bekend met de geschriften der Duitsche wijs-
geeren en denkers, alsSchlegel, Hegel, Kant en Fichte. Hij maakte
kennis met de Dnitsche taal, meer nog om de wijsgeeren van gene
zijde van den B:ijn te bestuderen, dan om briefwisseling met zijn
zuster te houden. Later legde hij zich met veel vrucht toe op de
kennis der Oostersche talen, in het bijzonder op het Hebreeuwsch,
waartoe hij in den abt Le Ilir een uitmuntend leermeester vond.
In het jaar 1S47 behaalde Benan eene schitterende overwinning,
toen hij den prijs verwierf door het instituut uitgeloofd voor de
beantwoording eener prijsvraag, betreffende een vraagstuk over de
Semetische talen.
Steeds wist hij over gebrekkige hulpmiddelen en kommervolle
omstandigheden te zegevieren met eene wilskracht, die hern in be
proevingen en overwinningen boven anderen verhief.
Dezer dagen heeft te Parijs weder op klaarlichten dag, op
den boulevard Tourneaux, eene kinderroof plaats gehad. Ditmaal is
een kabinet-werker, vader van twee kinderen, het slagtoffer dei-
misdaad. Men heeft het spoor der diefegge, want de schuldige was
eene vrouw, nog niet kunnen ontdekken. Aanvankelijk had zij beide
kinderen medegenomen, maar het oudste heeft weten te ontkomen
of is door haar weder weggezonden.. Zij heeft alleen het jongste
kind, zijnde 3 a 4 jaar oud, medegenomen.
Plet Memorial de PAllier meldt het volgende feit, dat in het
huis van arrest te Cusset heeft plaats gehad. Niettegenstaande het
veelvuldig verzoek van de oppassers, de magistraten en de aalmoe
zenier, heeft een gevangene gedurende veertien dagen geweigerd eenig
voedsel te nemen. Hij deed gedurende dien tijd al het hem opge
legde werk. Den vierden dag klaagde hij over kolieken, de volgende
dagen echter niet. Den vijftienden dag,, te middernacht, kreeg hij
zware hoofdpijn, stond op, greep een stuk brood, dat liij met groote
gretigheid opat en na dien tijd eet liij even als zijne medegevangenen.
Door den gemeenteraad te Berlijn is besloten, het halve eeuw
feest van den slag bij Leipzig op 18 Oct. e.k. door verschillende
feestelijkheden te vieren. Onder anderen zal de van stadswege
gebouwde groote gymnastiek-zaal in de Prinsenstraat plegtig inge
wijd en op het daartoe behoorende plein tot aandenken aan diers
dag een eikenboom geplant wordenden volgenden dag zulllen in
alle scholen feestelijkheden plaats hebben, waarbij aan de leerlingen
prijzen zullen worden uitgereikt, bestaande in geschiedkundige
boekwerken, betrekking hebbende op den Duitschen vrijheidsoorlog.
De kosten voor een en ander zijn op th. G200 begroot.
-Bij het uitgraven van een kelder te Trier, heeft men zes voeten
beneden den beganeu grond een Boineinschen hcirweg ontdekt. Het