111 ITEM. \XI>.
„troleuin in eene goeü vervaardigde lamp, is de hoeveelheid ontsnappende onver-
brandt; petroleumdamp al zeer gering, zoodat men alleen in kleine gesloten en
niet geventileerde vertrekken daarvan last zoude kunnen ondervinden. Doch
sommigen gebruiken het petroleum in dezelfde lampen, waarin zij vroeger
patentolie brandden, en dat op deze wijze de lucht met vrij wat petroleum
damp bezwangerd en voor de ademhaling ongeschikt kan worden, valt niet te
betwijfelen.
3. Het gebruik van petroleum in nachtlampen op slaapkamers raad ik steeds
af, vooral met het oog op de zorgeloosheid der gebruikers. Bij het gebruik
van een drijvend pitje op petroleum kan, bij bet warm worden van het glas,
de geheele oppervlakte der vloeistof iu brand raken en alsdan zullen door on
genoegzame toetreding van zuurstof, zoowel roet (ouverbraude kool) als ouver-
brandc dampen de ruimte vervullen, waardoor het leven der bewoners in gevaar
kan wordeu gebragt; hetzelfde heeft echter plaats bij het dwalmcn van patentolie.
Gebruikt men echter de voor petroleum opzettelijk vervaardigde nachtlamp
jes, zoo is dat gevaar zeer geriug, waarvan ik mij door de volgende proef
overtuigd heb: lk heb in eene kleine kamer, die een inhoud had van niet
meer dan 15 kub. meters en die ik goed gesloten luid, een nachtlampje met
petroleum gedurende acht uren laten branden; bij het binnenkomen, na dien
tijd, was de petroleumreuk naauwelijks waar te nemen en was de lucht niet
onaangenamer dan wanneer daarin, gedurende dien tijd, een nachtlampje met
patentolie zoude hebben gebrand.
Doeh ik herhaal, het gebruik van nachtlampen met petroleum op slaapka
mers moet ontraden worden."
In eene particuliere correspondentie uit Londen, dd. 7 Oct.,
leest men bet volgende:
„In onze clubs heeft men zich niet weinig vrolijk gemaakt over
een berigt, dat in een der jongste nommers van The Shipping ancl
Mercantile Gazette voorkwam. Naauwelijks was het hier bekend
geworden, dat uw prins van Oranje verloofd was met de jeugdige
prinses Frederika Sopbia van Ilannover, of ziet daar brengt ons het
bovengenoemd orgaan liet berigt, dat prinses Iielena voor „eenigen
tijd" zou verloofd zijn aan den troonopvolger van koning Willem III.
Eeeds dadelijk meende men gegronden twijfel te mogen opperen aan
deze mededeeling. Bekend toch was het, dat koning George I van
Griekenland niet alleen aanspraken maakte op die hand, maar zelfs
dat zijne aanzoeken gunstig waren opgenomen. Later heeft zich dan
ook het misverstand opgehelderd. The Shipping Gazette, gewoon
als zij is om wel wat onvoorzigtig met namen om te springen, heeft
hier eene vergissing begaan, welke tot meerdere geruchten en ver-
oordeelingen zou hebben aanleiding gegeven, ware het niet dat het
aanstaande huwelijk van den prins hier bekend was geworden, ter
wijl onze prinses Iielena eerlang door den band des huwelijks met
koning George I zal worden verbonden."
De collecte tot oprigting van een nationaal monument voor
1S13 heeft te Amsterdam f 7376 en te 's Hage met Scheveningen
7755.36 opgebragt.
De heer Jager heeft den inschrijvers in de kanaal-leening
berigt, dat de som, welke door de gezamenlijke onderteekenaren is
vertegenwoordigd, niet meer bedraagt dan ruim anderhalf millioen
dat de gepasseerde acte mitsdien geene uitwerking kan hebben en
daaruit geene regten of verpligtingen kunnen voortvloeijen. Met
dankbetuiging voor de verleende medewerking heeft de lieer Jager
verklaard, zich te vleijen, dat het daaraan ook dan niet zal ont
breken, wanneer hij in 't vervolg in de gelegenheid mogt zijn,
dezelve weder in te roepen.
Men leest in de Staats-Courant
Onder dagteekening van den 14 Aug. 1863 hebben wij de na
volgende opgaven ontvangen van de bewegingen der schepen, uit
makende het Nederlandsch eskader in Oost-Indië.
Zr. Ms. fregat Palembang, luit. ter zee 1ste kl., W. Enslie, tijde
lijk kommandant, wachtschip ter reede Batavia.
Zr. Ms. korvet Juno, kapt. ter zee J. J. Westerouen van Mee-
teren, wachtschip ter reede Soerabaja.
Zr. Ms. brik de Cachelot, kapt. ter zee A. D. S. Clarkson, wacht
schip ter reede Macassar.
Zr. Ms. opnemingsvaartuig Bglad en, luit. ter zee 1ste kl. A. W.
Keuchenius, ondergaat te Onrust de noodige herstellingen.
Zr. Ms. schoonerbrik Makasser, luit. ter zee 1ste kl. jhr. J. B.
Everwijn, behoort tot de zeemagt bij de expeditie in de Zuider- en
Ooster-afdeeling van Borneo, ligt voor Bandjermasin en doet daar
dienst als wachtschip.
Zr. Ms. roei-kanonneerboot No. 14, luit. ter zee 2de kl. G. den
Berger, dienstdoend wachtschip ter reede Samarang.
Zr. Ms. schroefstoomkorvet Medusa, kapt.-luit. ter zee jhr, F. de
Casembroot, gestationeerd in de wateren van Japan.
Zr. Ms. schroefstoomsehip 2de kl. Citadel van Antwerpen, kapt.
ter zee G. P. J. Mossel, volbrengt eene zending naar Si.am en China.
Zr. Als. schroefstoomsehip 3de kl. het Zoo, kapt.-luit. ter zee P.
van der Velden Erdbrink, gestationeerd ter Oostkust van Sumatra.
Zr. Als. schroefstoomsehip 3de kl. Reinier Claeszen, kapt.-luit.
ter zee II. A. Alodderman, gestationeerd ter Westkust van Sumatra.
Zr. Als. schroefstoomsehip 3de kl. Reteh, luit. ter zee 1ste kl.
jhr. AL W. Bowier, beveiligt de wateren van Menado tegen zeeroof.
Zr. Als. schroefstoomsehip 2de kl. Vice-Admiraal Koopman, kapt.-
luit. ter zee J. E. Buys, komt van Hongkong naar Batavia op.
Zr. Als. schroefstoomsehip 4de kl. de Berkel, luit. ter zee 1ste kl.
H. E. Bunnik, behoort tot het station in de wateren van Celebes.
Zr. Als. schroefstoomsehip 4de kl. de Vecht, luit. ter zee 2de kl.
J. L. baron van Isselmuden, tijdelijk kommandant, behoort tot de
expeditie in de Zuider- en Ooster-afdeeling van Borneo.
Zr. Als. schroefstoomsehip 4de kl. Haarlemmermeer, luit. ter zee
lste kl. P. Koning, is ter reede Batavia en zal naar Soerabaija
vertrekken, om reparatiën te ondergaan.
Zr. Als. stoomschip lste kl. Amsterdam, kapt.-luit. ter zee J. P.
G. Muller, gestationeerd geweest in de Molukken, komt naar
Soerabaija op, om gerepareerd te worden.
Zr. Ms. stoomschip 3de kl. Btna, luit. ter zee lste kl. B. D.
van Trojen, heeft een togt gedaan naar de Kangeang-Eilanden, ligt
thans ter reede Soerabaija.
Zr. Als. stoomschip 4de kl. Suriname, luit. ter zee lste kl. A.
A. 's Graeuwen, behoort tot de zeemagt in de wateren van Celebes.
Zr. Als. stoomschip 3de kl. Celebes, luit. ter zee lste kl.' jhr. IJ.
Bowier, behoort tot de expeditie in de Zuider- en Ooster-afdeeling
van Borneo, is naar Koetei vertrokken, ligt thans te Soerabaja.
Zr. Als. stoomschip 4de kl. Madura, luit. ter zee lste kl. C. A.
W. Halverhout, is van Koempoel te Batavia teruggekeerd; ligt
aldaar voor de dienst gereed.
Zr. Ms. stoomschip 4de kl. Admiraal van Kinsbergen, luit. ter zee
2e kl. II. P. Koning, (tijdelijk kommandant), behoort tot de zee
magt in de Zuider- en Ooster-afdeeling van Borneo.
Zr. Als. stoomschip 2de kl. Bromo, kapt.-luit. ter zee J. Al. I.
Brutel de la llivière, heeft eenige herstellingen aan het Alaritiem-
etablissement te Soerabaja ondergaan en is bestemd voor het station
der Alolukken.
Zr. Ms. stoomschip 3de kl. Sindoro, kapt.luit. ter zee J. Al. de
Jongh, behoort tot het station in de wateren van Celebes, zal
worden vervangen door de Montrado en opkomen naar Soerabaja.
Zr. Als. schroefstoomsehip 4de kl. de Linge, luit. ter zee lstekl.
AI. O. de Kanter, gestationeerd ter Westkust van Borneo.
Zr. Als. schroefstoomsehip 4de kl. Montrado, kapt.-luit. ter zee
G. W. E. Aloeth, komt op van Menado naar Macassar, om aldaar
de Sindoro in de wateren van Celebes af te lossen.
Zr. Als. transportschip Heldin, kapt.-luit. ter zee S. II. Binkes,
heeft op 30 Julij de terugreis naar Nederland aanvaard.
Zr. AI. stoomschip Onrust, luit. ter zee lste kl. P. Boodzant,
heeft de Celebes van Bandjerniasin naar Soeraba ja begeleid en ver
trok weder naar eerstgenoemde plaats.
Zr. Als. schroefstoomsehip 4de kl. Apeldoorn, luit. ter zee lste kl.
J. A. H. Hugenholtz, ligt ter reede van Batavia gereed en zou den
18 Julij vertrekken naar lliouw ter vervanging van de Haarlemmermeer.
Zr. Als. fregat Prins Alexander der Nederlanden, kapt. ter zee
AL Cazaux van Staphorst, bestemd voor wachtschip ter reede Bata
via, wordt te Onrust daarvoor ingerigt.
Als men het spreekwoord„waar stilstand heerseht ontstaat
achteruitgang," toepast op de handelingen der diplomatie ten
opzigte der Poolsche aangelegenheden, dan zou men welhaast tot
de gedachte komen, dat Polen spoedig weder onder het ijzeren juk
der Bussische heerschappij zal worden gebragt. De drie mogend
heden, Frankrijk, Engeland en Oostenrijk, willen de een voor den
ander niet op nieuw den schriftelijken aanval wagen, om bij het
kabiuet van St. Petersburg op gematigdheid en toegevendheid je
gens de Polen aan te dringen. Frankrijk wil blijkbaar de eer van
zulk een handeling aan zijne bondgenooten afstaan, zich voorbe
houdende, om zulke maatregelen ijverig te ondersteunen. De
Polen echter houden met woede den aangevangen strijd vol en
wreken zich over de wreedheden der Bussen met de meest mogelijke
wraakgierigheid. Zoo verhaalt de geschiedenis van den dag, dat in
het hotel l'Europe te Warschau een Bussischen spiou door dolk
steken werd gedood. Alaar ook hierin blijkt de eenparigheid in het
handelen, dat de dader onbekend bleef, tengevolge waarvan het
hotel door militairen bezet en het huispersoneel gevangen genomen
werd.
Yan groot gewigt wordt geacht de nederlaag, door het leger der
Noordelijken in den veldslag bij Chattanooga geleden. Het gelukte
den Zuidelijken zich door het centrum van het Unie-leger heen te
slaan en dreef het naar de bergen terug, terwijl een later plaats
gehad hebbend gevecht evenmin voor die van het Noorden voor-
deelig was. Alen beweert, dat de toestand van het leger der
Noordelijken gevaarlijk is en vreest voor de troepen, die tot ver
sterking van het leger zijn uitgezonden en die in gevaar komen
van door de Zuidelijken te worden bestookt. A7ooral ook voor den
president der Unie, aan wiens maatregelen men voor een groot deel
de rampen des oorlogs toeschrijft, is de geleden nederlaag eene
gevoelige slag.
Aartshertog Ferdinand Alax heeft aan de deputatie die hem de
keizerskroon van Mexico kwam aanbieden een antwoord gegeven,
dat, even als meer staatkundige gezegden en toespraken, uitmunt
door dubbelzinnigheid. Na 't vernemen van dat antwoord vraagt
men zich natuurlijk af: zou 't waarschijnlijk zijn, dat de aartshertog
de kroon aanneemt? De deputatie zelve zag er eene weigering in
en in Frankrijk schijnt men er ook zoo over te denken. De Engei-
sche bladen hebben eene andere lezing; zij gelooven dat de aanne
ming allezins waarschijnlijk is. Een Oostenrijksch blad ziet in de
gestelde voorwaarden van den aartshertog, dat eene algemeene volks
stemming in Mexico over de te kiezen regeringsvorm beslisse, niets
anders dan het huldigen van een liberaal beginsel, dat aan de sou-
vereine regten des volks voldoening wil geven. Met het oog op
deze voorwaarde, vraagt men zich afzal de volksstemming, door
den aartshertog bedoeld, onder het toezigt der Fransche bajonetten
plaats hebben?
De andere voorwaarde voor de aanneming der kroon gesteld,
eischt niet minder dan de voortdurende medewerking der zeemo
gendheden, om den nieuwen keizer op zijn nieuwen troon te schragen.
Dat de aartshertog zich in dit opzigt niet met losse toezeggingen zal te
vreden stellen, meent men te moeten opmaken uit de door boven
bedoeld Oostenrijksch dagblad gemaakte opmerking, dat in zulk een
geval „plcgtige waarborgen" moeten gesteld worden.
Uit het gestelde zal het onzen lezers blijken, dat omtrent de al of
niet aanvaarding der kroon nog niets is beslist en dat, even als bij
andere politieke vraagstukken, het A'Iexicaansche den noodigen tijd
tot oplossing wel behoeven zal.
„Willen wij vrede maken en zamen klinken," vroeg dezer da
gen een man, die zich in een kroeg te Luik bevond, aan eene
vrouw, waarmede hij een zoo hoogen twist had gehad, dat zij beiden
al eenmaal voor den regter waren verschenen. „Ik drink niet met
een man als gij." „Zoo ge niet, eene vrouw waart, zou ikuleeren: