BUITENT-AND. MARKTBERIGTEN. leverd. Vijf jaren geleden maakte een zestienjarige boerenjongen zich schuldig aan diefstal jegens zijn meester. Op de misdaad volgde de reglvaardige straf. Na ontslag keerde hij naar Middelburgzijne vroegere woonplaats, terug. Niemand wilde den ontslagen tuehteling in dienst nemen. Hij zwierf zonder dak en zonder brood, zonder arbeid voor zijne handen. Zijn oude meester meende al ecu regt christelijk werk te doen, toen hij, op herhaald verzoek, hein in zijne schuur eene schuilplaats voor den nacht aanbood. Wat er in de ziel van dien twintigjarige, met zulk een donker verleden achter, en zulk een donkere toekomst voor zich, is omgegaan weet niemand. Alleen dit; in dien nacht sloeg eensklaps dc vlam uit het dak der tegen brandschade niet verzekerde schuur en legde die met voorraad en al, in de asch. Men nam hem op vermoeden van brandstichting gevangen. liet behoefde niet lang te duren of van het vermoeden van zijne schuld kwam men tot zekerheid. Hij legde eene volledige bekentenis af. Reeds in de gevangenis was het denkbeeld bij hem gerijpt om, wanneer 't bij zijne terugkomst in de maatschappij hem tegenliep, wraak te nemen op den man, op wiens aanklagt hij vijf jaren in ,,'t kot" had gezucht. Hij ^zou den „rooijen liaan" hem op bet dak brengen. He ellendige heeft woord gehouden aan zijn boozen geest. De schuur ligt tegen den grond, de oogst is verwoest en weer is dc kerkerdeur achter hem digt gevallen. Met het oog op deze sombere gesehiedenis rijst bij ons weer een oude vraag: Zou het dan werkelijk niet eens tijd worden, dat eenige welgezinden in den lande zich eens lieten gelegen liggen aan 't lot van ontslagen tuchtelingen'? In de gevangenis wordt gepre dikt, wordt tot boete en tot berouw, tot bekeering en tot geloof vermaand, 't is ééne, 't zijn meerdere stemmen van Boven, die daar komen tot gevallenen, maar.... buiten den kerker, onder de men- schen, in de achterbuurten waar men den ontslagen gevangene huisvesting verleent, daar worden andere stemmen vernomen, eene andere leer gepredikt, daar wordt de hand, die men arbeid onthoudt, geleid op den weg der misdaad Als er binnen de gevangenis al een énkel goed zaad is ontkiemd, 't wordt daar buiten dadelijk vertreden en verstikt. Zeg niet, dat bij, die t' initiatief tot zoo'n patronaat zou nemen, weinig steun in den lande zou vinden. Wij weerleggen dat beweren met een schitterend voorbeeld uit de jongste geschiedenis van den dag. Te Rotterdam „staat" een braaf predikant, een echt philan- troop, ds. Walraven Erancken Azn., zijn naam dient met eerbied genoemd te worden die goede herder vroeg weinige weken gele den bij advertentie in de dagbladen een dienst voor een meisje, dat eerstdaags uit de gevangenis ontslagen zou worden. Hij bleef, in zekeren zin, zedelijk borg voor haar. Weinige dagen later kon hij in dezelfde bladen vélen, zeer vélen dank zeggen voor hun betoon den goeden wil om aan zijne bede gehoor te geven. Hij kon haar echter slechts afstaan aan ééne, bij wie ze reeds een herbergzaam dak en brood in ruil voor den arbeid harer banden heeft gevonden. God alleen weet 't, of die twintigjarige uit Middelburg, ware hij ook eens gevallen in zulke goede handen, zijne gedaehte aan wraak niet had laten varen, of hij niet een beter, misschien nog een braaf man had kunnen worden. De maatschappij stiet hem uit; de balling stond buiten baar en hij wreekte zich over die uitsluiting, 't Is nooit te vergeven of te vergoelijken, maar 't behoeft niemand te verwonderen. Zou zoo'n patronaat over ontslagen tuehtelingen nog lang uit blijven in een land, welks bevolking in elk opzigt „aiissere Mis- sion" steunende, toch ook reeds aanvankelijk toont te begrijpen, dat „innere Mission" zoo al niet meerdere, dan toch minstens dezelfde aanspraak beeft op de belangstelling en medewerking van Staat en individuen?" Belangrijke beschouwingen werden in de jongste dagen op het vernemen van het antwoord des Oostenrijkschen aartshertogs ge maakt, nopens de Mexieaansche aangelegenheden. Men maakt daaromtrent, zeker niet zonder reden, de opmerking, dat in deze zaak eene tooneelvertooning plaats heeft, waarvan de eerste acteur te Parijs zetelt, terwijl aan den kandidaat voor den nieuwen kei zerstroon slechts eene zeer ondergeschikte rol en aan de deputatie die van figuranten is opgedragen. In het oog vallend is de houding, door de Engelsche regering aangenomen, ten aanzien van den geheelen loop der Mexieaansche aangelegenheden. Het staat roem en eer en voordeel aan anderen af en vergenoegt zich met eene geheel lijdelijke houding. Het be spaart zijne krachten voor eigene ongelegenheden en laat Frankrijk zich afmatten, waar het niet slechts in Mexico, maar ook in Cochin- China en Madagascar door kracht van wapenen zijn invloed tracht uit te breiden. In Oostenrijk en elders verdiept men zich nog voortdurend in gissingen naar de beteekenis van het antwoord van den aartshertog. Velen zien er nog steeds eene weigering in. Ten aanzien van den Oostenrijkschen staat zeiven valt te ver melden, dat door den landdag van Zevenbergen besloten is, om afgevaardigden voor den rijksraad te benoemen. Hierdoor worden de verwachtingen derOostenrijksche regering beantwoord, die trachtte om eenheid in het bestuur der verschillende erflanden te brengen en daarin, ten opzigte van Zevenbergen, tot nog toe bij voortduring werd gedwarsboomd. Thans ligt bet aan de beurt om ditzelfde ten aanzien van Hongarije te beproeven. Men hoopt, dat eene reis des keizers derwaarts daaraan zal kunnen bijdragen. Volgens het officiële blad van SI. Petersburg blijft de Russische -regering haar eenmaal aangenomen standpunt handhaven. In l/'ar- echau is de toestand hopeloos; de bevolking zucht onderden ijzeren scepter van liet schrikbewind. De vereenigiug der Ionische Eilanden met Griekenland is nu zoo goed als een feit. Dc inbezitneming van de te Athene ledig staanden troon is thans aanstaande, nu koning Georges reis ten einde spoedt en Z. M. eerlang in zijne hoofdstad wordt verwacht. Door allezins gunstige bepalingen heeft de Engelsche regering ten opzigte der vereeniging van beide deelen der aloude Grieksche monarchie aan spraak verworven op erkentelijkheid. Te Corfu (hoofdstad der Ionische Eilanden) zal feest gevierd worden van deze heugelijke ge beurtenis de eerste feestdag zal zijn gewijd aan de vereeniging|; de tweede ter eere van koningin Victoria en de derde ter eere van de beschermende mogendheden. Te Luino {Lombardijheeft zich eene commissie gevormd ter inzameling van gelden voor een monument ter eere van Garibaldi, bestaande in een kolossaal standbeeld van den held van Italië. Men schrijft uit Sleeswijk het volgende: Onlangs is alhier op den zoogenaamden Nydam, een voor de oudheidkunde zeer belangrijke vond gedaan, n. 1. een oud vaartuig, dat bedolven lag in een moeras, hetwelk vroeger een kreek vormde. Het schip is ongeveer 8 voet lang, heeft op den voorsteven een ontzaggelijken draak en is geheel beladen met wapens. Dergelijke wapens, van Romeinschen oorsprong, maar sedert lang door de Barbaren gebezigd, zijn in andere moerassen van den omtrek in groote hoeveelheid gevonden. Men onderstelt dat bet schip uit de derde eeuw der Christelijke jaartelling dagteekent. De Constitution dAuxerre meldt, dat een landheer van Quinzy dezer dagen een drift koeijen naar het land dreef. Hij wilde eene koe, die niet wilde loopen, met een stok slaan, doch raakte zijn zooutje zóó hevig, dat het dood nederviel; hij liet zijne koeijen en het lijk in den steek en ijlde naar huis, om aan zijne vrouw het ongeval te verhalen. Deze vloog met een zuigeling van twee maan den naar de plaats, waar het lijk moest liggen. Om er spoediger te zijn, legde zij haar zuigeling in het gra6 en ijlde voort. Zij was wanhopig toen zij het lijk zag; zij nam het op, keerde naar de plaats, waar zij haar zuigeling had nedergelegd terug en zag daar het jammerlijkste tafereel. Eenige varkens waren bezig het kindje te verscheuren. De moeder is krankzinnig. Een uit Frankrijk komende spoortrein i« op den weg naar Barcelona door het bezwijken van eene brug, die door stormen bad geleden, naar beneden gestort. De locomotief en zeven wagens zijn in het water geraakt. Slechts twee wagens zijn op den weg blijven staan. Vele personen zijn omgekomen en het aantal gekwetsten is mede aanzienlijk. Mevr. Francis Trollope, de begaafde en vermaarde schrijfster van een onnoemelijk aantal werken van verschillenden aard, is dezer dagen te Florence, waar zij stil leefde, in S4jarigen ouderdom over leden. Haar vader Milton was predikant, haar echtgenoot advocaat en twee harer zonen staan als romanschrijvers zeer gunstig bekend. Men meldt het volgende treurige voorval uit Blauskio, in Moravie. Twee kinderen van een aldaar woonachtigen slagter be vonden zich alleen in de ouderlijke woning. Al spelende zegt de oudste van het broeder paar, een knaapje van ruim 8 jaren, tot den jongere: „Nu zullen wij slagter spelen en zal ik je wijzen hoe vader met de kalveren doet." Hij neemt daarop een mes en gaat zoo getrouw naar de natuur te werk, dat de kleine weldra ontzield op den vloer lag, zwemmende in zijn bloed. ALLERLEI. In den nacht na den slag van Bautzen, ging de maan, bij een onbewolkten hemel op, en spreidde haar zachte schijnsel over liet bloedige schouwspel. Napoleon I, die in de ure der overwinning zelden vrolijk of opgeruimd van geest was, reed, van zijn staf ver gezeld, over de met stervenden en dooden overdekte vlakte, en scheen, stil en nadenkend, in diep gepeins verzonken, 't IVas middernacht. Het gejoel en gedruisch van den slag was voorbij en de diepe stilte van den door duizenden sterren verlichten nacht werd alleen door het steunen der gewonden en stervenden afgebroken. Eensklaps sprong er een groote dog van onder de kleederen van zijn overleden meester te voorschijn en op Napoleon aan, alsof hij in dolle razernij zijne hulp kwam inroepen, en snelde toen weder naar het verminkte lijk terug, terwijl hij met een klagend builen het bloed van het gelaat zijns meesters aflikte. Diep ontroerd door dat treffende schouwspel, wendde de keizer zich tot zijne officieren en zeide, met zijne band naar den gevreesden dog wijzende, kennelijk aangedaan„die dog geeft ons eene les in de menschelijkheid, mijne heeren!" ALKMAAR, 12 Octobcr. Aangevoerd: 10 Koeijen, f 150 a 170. S9 Kalveren, f 20 a 50. 540 Schapen, f 16 a 30. GS Varkens, 40 a 44 e. per N. p. PURMERENDE, 13 Octobcr. Aangevoerd: 120 Runderen, liandcl flaauvv. 70 vette Kalveren, handel re delijk vlug, 40 a 60 e. per N. p. 15 nuchtere Kalveren, f 6 a 20, handel stug. 62 vette Varkens, 40 a 43 c. per N. p., handel vlug. 41 magere dito, f 10 a 16 en 344 Biggen, f 3 a 6, handel matig vlug. 11 IS Schapen en Lammeren, handel zeer ilaauw. Boter f 1 a 1,15 per N. p. Kip-Eijcrcn f3,50, Eend-Eijeren f 3,20 per 100, stuks. Ter Najaar-svcemarkt van den 12 dezer waren aangevoerd p. m. 2S00 Rnn- deren; tlaauwe handel, rcdeliikc prijzen. ROTTERDAM, 12 Octobcr. N. witte beste Tarwe f S,75 a 10, mind. f 7,75 a S,50. X. Rogge f 5,70 a f6,25. N. Yoerhavev f2,75 a 3,25, dikke 13 a 3,75. X. winter en zomer Garst f 4 a 5; X. Paardenboonen 10 c. hoogcr f 5,S0 a G,30. X. Xoordbr. Boekweit f 185 a 100. X. bl. Erwten f 6 a 7,25, groote en Schokk. f7 a 9,25. X. bruine Booncu f7 a 8, witte 25 e. lager f7,50 a S.50. Kauariezaad f7 a f 10,50. Koolzaad, puik Övc'rm. 6S, mind. 62 a 07 p. vL SCHIEDAM, 13 Octobcr. Jenkvkr f 16,50; Amst. proef f 17.75. Moutwijn f 11.—. LONDEN, 12 Octobcr. Heden waren ter Vvu-markt aangevoerd: 6870 Runderen, 23670 Schapen. 238 Kalveren en 370 Varkens. Dr prijs der Runderen was 5 sh. 0 d., van Sebapen 5 sh. 4 d., van Kalveren I sh. 4 4. en van Varkens 4 sh. 6 J.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1863 | | pagina 3