NIEUWEDIEPER COURANT. KENNISGEVING. BEKENDMAKING. BINNENLAND. M 85. DONDERDAG 22 OCTOBER. 1805. EEN-EN-TWINTIGSTE .ffife - JAARGANG. HELDER en NIEUWEDIEP, 21 October. HiLDERSCHE Deze Courant worJt uitgegeven op ZGNDAGen donderdag, des morgens ten acht ure, door A. A. BAKKER Cz. in den boekwinkel, Hoofdgracht No. 32. Abonnementsprijs per kwartaalƒ1.30. franco per post1.50. Enkele nommers0.10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars en Post directeuren. Advertentiën worden aangenomen tot Zaturdag ea Woensdag middag 12 uur, en bij den Heer T. MOOY, Dijkstraat tegenover deEaan, H 422 ,aan dcnHeldcr, totl 1 ure. De prijs van 1 tot 4 regels is 0.60. Voor iederen regel meer ƒ0.15. Zegelregt voor elke plaatsing 0.35. Buitengewoon groote letters, naar mate der ruimte, die zij beslaan. Brieven en Stukken franco aan den Uitgever. De BURGEMEESTER der Gemeente HELDER, bcrigt ontvangen hebbende van het vermoeden, dat onder de Paarden en Schapen binnen deze Gemeente, besmettelijke riekten bestaan, herinnert bij deze de ingezetenen aan de bepalingen van Art. 459 van het Wetboek van Strafregt, luidende: „Ieder houder of oppasser van dieren, of van melk- of slagtbeesten, die „verdacht zijn van aangedaan te zijn van besmettelijke ziekten, die niet „dadelijk kennis daarvan zal gegeven hebben aan den Burgemeester der „gemeente waar zij gevonden worden, eu die zelfs, vóór dat de Burgemeester „op die kennisgeving geantwoord heeft, deze dieren of melk- of slagtbeesten „niet opgesloten gehouden zal hebben, zal gestraft worden met eeue gevan genis van zes dagen tot twee maanden en cene geldboete van 8 tot 100." En aan Art. 461 van het Wetboek van Strafregt, de bepaling bevattende dat, indien door het laten loopen van besmettelijk vee onder ander vee, be smetting is ontstaan en het verbod is overtreden, de straf bepaald is op eene gevangenis van twee tot vijf jaren en eene geldboete van 50 tot 500. De ingezetenen der Gemeente worden voorts in kennisse gesteld, dat door de Veeschouwers eene schouw over Paarden en Schajien zal gehouden worden op Zaturdag den 24 October aanstaande, en wel te Huisduinen van 8 tot 10 ure, •in den Helderschen Polder van 10 tot 1 ure, en binnen de bebouwde kom d-er Gemeente van 1 tot 4 ure. De ingezetenen worden dringend uitgenoodigd, hunne Schapen behoorlijk op het land bijeen te sluiten en de Paarden vast te zetten, ten einde behoorlijk gelegenheid te geven tot het schouwen. Helder, den 20 October 1863. De Burgemeester voornoemd STAKMAN BOSSE. De BURGEMEESTER der Gemeente HELDER brengt, ten gevolge bekomene mcdedeeling van den lieer Vice-Admiraal, Directeur eu Kommaudant der Marine ■alhier, ter openbare kennis, dat de ijzeren Draaibrug over de Voorhaven der Groote Zeedoksluis, in den morgen van Zondag den Hosten dezer voor het ver keer wordt opengesteld, en dat het in den draf rijden ook over deze brug ten strengste is verboden. Helder, den 20 October 1863. De Burgemeester voornoemd, STAKMAN BOSSE. In de zitting van den Gemeenteraad, Vrijdag den 23 October a. 6. ■te houden, zullen de navolgende punten behandeld worden, als 1. Feestviering November 1863. 2. Voordragt van een hulponderwijzer. Jl. Zondag voormiddag nam de wel-eerw. heer J. G. D. Martens, na ruim vier jaren bij de Evangelisch Luthersehe Gemeente alhier werkzaam te zijn geweest, wegens vertrek naar Vlissingen, afscheid van zijne gemeente, predikende over Philipp. IV vs. 19. Hij be schouwde het dienstwerk door hem verrigt, met het oog op de ge meente en hare behoeften, op God en zijn rijkdom, op Christus en zijne heerlijkheid. Aan het slot zijner rede, rigtte zich de leeraar tot den kerkeraad, tot den wel-eerw. heer L. V. Ledeboer Az. en tot de verdere aanwezigen, om allen een hartelijk vaarwel toe te roepen en 's Hemels besten zegen toe te wenschen. Een zeer talrijke schare was in het bedehuis opgekomen, om dit afscheidswoord te hooren. Treffend waren de leerrede en de toespraken. De beste wenschen vergezellen den vertrekkenden leeraar naar zijne nieuwe standplaats, opdat hij ook daar ten nutte van velen :moge werkzaam zijn. De wel-eerw. heer J. H. Sonstral hield jl. Maandag avond, in het kerkgebouw der Hersteld Evangelisch Luthersehe Gemeente, weder eene historische voordragt, die door een zeer talrijk publiek werd bijgewoond. Het onderwerp van behandeling was: Zinzendorf en HernJiut, of het onstaan der gemeente van de Moravische Broeders. Bijzonder treffend en leerrijk waren de tafereelen, door Spreker ge schetst uit het leven van den graaf, die zijn naam aan eene stich ting verbond, waardoor hij met eere in de geschiedenis staat ver meld kernachtig was het geheele verhaal, dat een antwoord bevatte op de vraag: wat hebt gij voor mij gedaan? en dat gedurig heen wees op den ijver der Christelijke liefde, die zich in Zinzendorf zoo heerlijk openbaarde. Wij twijfelen niet, of de belangstelling in zoo schoone en nuttige voordragten, zal den Spreker aansporen om zijn taak met lust voort te zetten. Naar wij vernemen, zal de heer C. M. Philbert, vice-consul van Frankrijk alhier, eerlang deze gemeente verlaten, als zijnde benoemd tot consul te Milaan. Tijdens zijn veeljarig verblijf alhier had de heer Philbert zich betrekkingen aangeknoopt en vele vrienden verworven en zijne bekende gezindheid, om tot aankwee king en bevordering van kunstzin bij te dragen, werd hier steeds hoog gewaardeerd. Zijn vertrek van hier zal dan ook ongetwijfeld velen 'leed doen, ofschoon ook de aanleiding tot dat vertrek een aangenaam blijk is der erkenning van zijne bekwaamheden en verdiensten. Wij vernemen, dat door de Rederijkerskamer alhier den 30sten dezer eene buitengewone vergadering zal worden gegeven. Naar wij vernemen hebben de heeren van Gllefen en Haspels, tooneel-directeuren, het plan opgevat om in het lokaal Tivoli alhier, gedurende den aanstaanden winter cenige tooneelmatige voorstellingen te geven. Reeds doen zij daartoe een inteekenlijst in deze gemeente circuleren. Wij behoeven bijna niet te zeggen, dat dit plan ten zeerste aanbeveling en ondersteuning verdientwant genoemd tooneel- gezelschap heeft zich alhier zoo gnnstig doen kennen, dat het in ruime mate aanspraak mag maken op de welwillendheid van een publiek, dat vaak toont kunstgenot naar waarde te schatten. Jl. Maandag avond is op de Noorderhaaks gestrand de En- gelsche brik Blossom, kapt. Olivier, van Neiccastle naar hier bestemd. De équipage, met een boot het schip verlaten hebbende, kon echter den wal niet bereiken en bleef dientengevolge op de zandplaat Onrust, waar zij in vrees en angst den nacht doorbragten. Het schip is gedurende den nacht geheel verbrijzeld, 's Morgens vroeg begaf zich de manschap in hunne sloep op weg, ter bereiking der kust, doch door uitputting hunner krachten zouden zij welligt buiten staat zijn geweest, om daarin te slagen. De sloeperlieden Jan en Jacob Stol, Klaas Molenaar en Lodewijk Schendelaar, die zich ter dezer tijd in hunne vlet van wal hadden begeven, om adsistentie te verleenen aan binnenkomende schepen, bemerkten naauwelijks de in nood verkeerende mcnscken, of zij begaven zich ijlings ter hunner hulp en hadden het geluk, allen behouden aan wal te brengen. De luit. ter zee 2de kl. J. C. Commijs is, ter vervanging van den luit. ter zee 2de kl. M. J. C. Lucardie, op Zr. Ms, stoomschip Cycloop alhier geplaatst. Z. M. heeft den luit. ter zee 2de kl. J. C. Jockes alsnog be noemd tot ridder 4de kl. van de Militaire Willemsorde, ter zake van zijne verrigtingen hij het door 's Rijks scliroefstoomschip BcteJi op den 18 April 1S62 geleverde gevecht tegen de zeeroovers, op een klein eiland in de baai van Lobo, op de Westkust van liet eiland Karatelong Talantgroep

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1863 | | pagina 1