Vergadering van den Raad ADVER TE N T 9 N. naamsle van Wallis, heeft dezer dagen cene ontploffing plaats gehad in eene galerij, alwaar 45 personen aan het werk waren. 8 hunner zijn nog levend er uit te voorschijn gebragt, ofschoon twee daarvan kort daarna overleden zijn. Ook zijn er reeds 10 lijken opgegraven, doch, wat de overige personen betreft, zoo bestaat er volstrekt geen grond tot eenige hoop, dat deze zijn behouden gebleven. Een der togtgenooten van de ongelukkige luchtreis van Nadar, de heer Eugène d'Arnoult, schrijft uit Ilannover, dd.20 dezer, het volgende „Gij" hebt ons Zondag van het Champ de Mars zien opstijgen; Gij zijt getuigen geweest van de plegtstatige opstijging van den Géantdie onder daverende toejuichingen eener ontzaggelijke menigte het wijde luchtruim inging. Men riep ons toe: „Goede reis!" Helaas Teil 9 ure 's avonds waren wij boven Erqueliuneswij trokken over Mecheleu en tegen middernacht waren wij boven Holland. Ik zal u maar niets verhalen van het uitzigt des hemels boven de wolken. Wij stegen zeer hoog, maar wij moesten dalen, om te zien waar wij ons bevonden. 13e hemel had ons de aarde doen vergeten en wij konden onmogelijk bepalen waar wij waren. Dit maakte onze positie vrij moeijelijk Onder ons zagen wij moerassen en in de verte hoorden wij de zee woeden. Wij wierpen ballast uit en stegen zóó hoog, dat wij de aarde uit het gezigt verloren. Welk een nacht Niemand sliep, zoo als gij kunt denken, want de gedachten om in zee te vallen, was niet zeer verblijdend, en wij moesten dus waken om de nederdaling behoorlijk op zijn tijd te kunnen bewerkstelligen. Mijn kompas, hoewel eenigzins van streek, toonde aan, dat wij oost waarts, dat wil zeggen, naar Duitschland trokken. Des ochtends, na een eenvoudig ontbijt in de wolken, daalden wij. Onder ons was eene ontzaggelijke vlakte, de dorpen kwamen ons voor als kinder speelgoed, de rivieren als beekjes, bet was tooverachtig! De zon bescheen dit alles. Ten 9 ure kwamen wij boven een groot meer; toen oriënteerde ik mij en verkondigde, dat wij aan het uiterste punt van Holland waren en dat het groote meer de zee was. Wij moesten er aan denken om aan land te komen, ten einde wat ballast in te nemen, maar ongelukkig had de hemel ons de aarde doen vergeten, waarboven zulk een hevige wind woei, dat onze ankers, zeer zware ijzeren haken, binnen weinige sekonden vernield waren. De klep van den ballon was weder digt gegaan en de ballon, die ons niet meer kon doen rijzen, deed met ons digt langs de aarde eene duizelaehtige vaart. Wij stegen weder twintig of dertig el, om met eene ongehoorde kracht neder te vallen. Langzamerhand hield de ballon op met te stijgen en het schuitje, of liever het huis viel op zijde. Toen begon eene woedende vaart, alles verdween voor ons, boomen, heggen, hekken, werden door onze vaart vernield, het was verschrikkelijk Nu eens zonken wij in een meer, dan werden wij door moerassen gesleept, zoodat onze oogen, ooren, neus en mond met modder waren gevuld. Het was om krankzinnig te worden. „Houdt op! Houdt op!" riepen wij in onzen angst tot het woedende monster, dat ons voortsleepte. Een spoorweg was vóór ons; een trein kwam aanonze kreten deden dien ophouden, maar wij sleepten de draden en palen van den telegraaph mede. Een oogenblik later zagen wij in de verte een rood huis; ik zie het als het ware iiog. De wind voerde er ons regt op aan; daarmede in aanraking te komen zou ons aller dood zijn, want wij zouden worden verpletterd. Niemand sprak een woord. Het was vreemd, van al die negen personen, die zich vastgeklemd hielden aan een nietig teenen huis, voor wie elke sekonde scheen geteld te zijn, was geen enkele bang. De monden bleven stom. De gelaatstrekken waren kalm. Nadar hield zijne vrouw omklemd, om haar tegen eiken stoot te beschermen. Eensklaps volbragt Jules Godard eene daad van den grootsten heldenmoed; hij klom in de koorden, waarmede de ballon aan het schuitje is bevestigd; deze slingerden lievig, en verscheidene malen viel hij op mijn hoofd. Eindelijk kon hij het touw van den klep bereikenhij opende die en het gas kon ontsnappen. De ballon bleef ons echter langs den grond voortslepen, en rukte boomen omver. Wij zagen echter dat de ballon hoe langer hoe kleiner werd; wan neer de vlakte nog maar een paar mijlen groot was dan waren wij gered. Eensklaps zagen wij echter een bosch voor ons; thans moes ten wij, het kostte wat het wilde, uit het schuitje springen, want het zou tegen het bosch worden verpletterd. Ik deed een sprong, duikelde eenige malen om en kwam eindelijk op mijn hoofd op den grond teregt. Na eenige minuten in verdooving te zijn blijven lig gen, stond ik op; de ballon was verre van mij verwijderd; met behulp van een stok, sleepte ik mij naar het bosch, want ik leed vreeselijke pijnen, aangezien ik eene wond aan mijne knie had. Toen ik eenige passen had gedaan hoorde ik zuchten. Saint-Felix lag op den grond; zijn gelaat was slechts céne groote wond. Zijn arm was gebroken, zijn borst gewond en zijn enkel verstuit. Nogmaals hoorde ik een kreet. Nadar lag met een gekneusd been op den grond, zijne vrouw was in de rivier gevallen en eene andere mede-reiziger was ook gewond. Wij waren echter allen in leven. Ik wilde de vrouw van Nadar redden, doch viel zelf in het water en zonk; men redde ons beiden en dit bad heeft mij veel goed gedaan, Er kwamen menschen toeschieten, er werden wagens gehaald en men legde ons daarop. Mijne knieën bloeddenal mijne leden waren als ware het gebrokenik verloor echter mijne koelbloedigheid niet en liggende op een bos stroo, beschouwde ik die wolken boven mij, welke ik den vorigen dag onder mijne voeten had. Ik was veroot moedigd; mijn trots was gebroken. Eindelijk kwamen wij te Rutliem Hannoveraan. In 17 uur hadden wij 250 mijlen afgelegd. In onze helsche vaart langs den grond legden wij ongeveer 3 mijlen af. Thans nu alles is afgeloopen, huiver ik. Wij hebben de reis afgelegd en ik ben ver wonderd, hoe men met onverschilligheid den gruwelijksten dood kan aanschouwen, want behalve de kans van te worden verbrijzeld, had den wij ook de gedachte dat wij naar zee kouden worden gevoerd. Het verheugt mij zoo veel te hebben ondervondenhet verheugt mij dat ik u het kan medcdeelen. De Duitschers, die ons hebben opgenomen, zijn brave lieden en verzorgen ons zoo goed zij kunnen. Hoewel de wond aan mijne knie vrij erg is, zou ik heden wel kunnen vertrekken, doch ik wil bij mijne medereizigers blijven. In den Zoülogischen tuin te Keulen is de oppasser van den grooten Ilussischen beer door dit dier gedood. De man had zich in het hok van den beer begeven en eenige aanwezige bezoekers uit- genoodigd te zien, hoe hij, naar gewoonte, te gelijk met dit dier zijn ontbijt nuttigde. Ondanks de waarschuwingen der toeschouwers en in weerwil van het verbod van den directeur, om, op straffe van onmiddelijk ontslag, met de dieren kunsten te maken, liet de waag hals zich van zijn voornemen niet afbrengen. Hij neemt een stuk brood in den mond en de beer moet het er uit halen het brood valt op den grond en hij belet den beer het te vatten. Het dier, hierdoor woedend gemaakt, springt op den oppasser, in het oogen blik dat deze zich bukt, pakt hem in den nek en.... een paar mi nuten later was de man een lijk, dat niet dan met de uiterste inspanning aan het getergde beest kon ontnomen worden. Opmerkelijk bij dit voorval was het, dat het wijfje van den beer niet aan den aanval deel nam, maar zich gedurende het ijselijke tooneel schuw in een hoek van het hok verborg. - Tengevolge van de rooverijen in het Zuidelijk gedeelte van Italië, zijn vele personen gearresteerd en op de eilanden van den Toskaanschen archipel geïnterneerd. De regering van Italië heeft thans het besluit genomen, om aan die menschen geregeld onderwijs te geven en aan prof. Garelli den last opgedragen, om op Gorgona, Capraya, Elba en Gigloio inrigtingen van onderwijs tot gemeld einde op te rigten. Te Campione is dezer dagen een groot fabriekgebouw, aan den oever van het meer, met een aanmerkelijk gedeelte van het omliggend terrein, plotseling verzonken. Men denkt, dat de vaste bodem door een aardschok is ingestort. Het officiële blad van Wilna bevat eene circulaire van gene raal Murawieff, waarbij wordt bepaald, dat alle inwoners der onder zijn beheer gestelde gouvernementen binnen zeven dagen alle voor werpen, die als krijgs-ammunitie kunnen beschouwd worden, aan de autoriteiten moeten inleveren, zullende zij anders voor den krijgsraad teregt gesteld worden. Men kan begrijpen, hoe rekbaar dit bevel is, wanneer men weet, dat onder bedoelde voorwerpen ook schoeisel, winterkleeding en linnen worden opgenoemd, welke voor de insurgenten konden bestemd zijn. Berigten van het graafschap SI. Charles, in Missouri Noord- Amerika) maken melding van een hagelbui, waardoor geheele velden maïs zijn vernield. Een man is daardoor gedood en ver- scheidenen zijn gewond. Vele varkens zijn gedood en den volgenden dag raapte men eenden en ander gevogelte bij karren vol op. Er zijn hagelsteenen opgeraapt, die, na twee dagen in een ijskelder te zijn bewaard, nog zoo groot waren als het ei van eene gans. De schade is des te aanzienlijker, daar de bui in eene der best ge bouwde gedeelten nederviel. De Siduey Herald, een dagblad van Australië, spreekt van een echtpaar, waarvan de man 111 en de vrouw 107 jaren oud is, die het blad, denkelijk wel met niet zonder gelijk te hebben, de oudste echtelingen van de wereld noemt. MARKTBERTGTEN. ALKMAAR, 26 October. Aangevoerd: ]0 Koeijen, f 125 a 200. 85 Kalveren, f 20 a 60. 490 Schapen, f 10 a 27. 96 Varkens, 38 a 42 c. per N. p. PURMERENDE, 27 Óetobcr. Aangevoerd: 133 Runderen, handel tamelijk vlug. 59 vette Kalveren, han del vlug, 50 a 70 c. per N. p. 32 nuchtere Kalveren, f C a 16, handel vlug. 158 vette Varkens, 36 a 43 c. per N. p., handel matig vlug. 15 mag. dito, f 9 a 15 en 452 Biggen, f 3 a 6, handel minder ving. 1188 Schapen en Lammeren, handel tamelijk vlug. 141 Ganzen, f 1,75 a 2. Boter, f 1,05 a f 1,15 per N. p. Kip-Eijeren f 4, Eend-Eijeren f 3,30 per 100 stuks. Kaas, 158 stapels Kleine cn 15 Middelbare, hoogste markt Kleine Gras f 29, Mid delbare f 30,75 per 50 N. p. SCHIEDAM, 27 October. Jenever f 16,—; Amst. proef f 17.25. -Moutwijn f '10.50. LONDEN, 26 October. Heden waren ter VEF.-markt aangevoerd: 65S0 Runderen, 20150 Schapen. 185 Kalveren en 430 Varkens. Be prijs der Runderen was 5 sh. 0 d., van Schapen 5 sh. 10 d., van Kalveren 5 sh. 0 d. en van Varkens 4 sh. 6 d. Aangekomen schepen te Bata via vóór 86 September. Anna Digna, kapt. Ouman; Susanna Elizabeth, kapt. Ouwehand en den Els- bont, kapt. Akkerman, alle 3 van Amst.; Jan Daniël, kapt. Zwecde; Nova Zembla, kapt. Mammes; Hugo Grotius, kapt. Vogelesang en Zcphir, kapt. Schev, alle 4 van Rott.Koerier, kapt. Carst en Jacoba Coruelia, kapt. Ets, beide van Melbournc; H. Liduina, kapt. van den Brink en Nederwaard, kapt. Tergast, beide van Hongkong; van der Palm, kapt. van Katwijk, van Maeao; Wilhelmina, Johanna, kapt. Andcrsen, van Bangkok; Zes Gezusters, kapt. Itutgers, van Singapore. C A R C A L IJ S T. Aangekomen van 242S October ter losplaats HELDER, 0111 aldaar te lossen, de volgende schepen, gekomen van: SUXDERLAND.MartinLuther,RAVilson.4025m.Stecuk.Tiedem.&Mijnssen>toAmst. SUNDSWALL. Dido, T. Morck. Lading Hout. Blikman C\, te Amsterdam. der Gemeente HELDERop Vrijdag den 30sten October 1863, des namiddags ten één ure. Ondertrouwd J. A. YOOGT, van Amsterdam EN II. J. IIINEN. Rotterdamden 23 October 1863.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1863 | | pagina 3