BÜÏTEN LA ND. INGEZONDEN. IETS OVER HET VOLKSGEZANG. Zr. Ms. fregat Prins Alexander der Nederlanden, kapt. Ier zee M. Cazaux van Staphorst, vrachtschip ter reede Batavia, Zr. Ms. korvet Juno, kapt. ter zee J. J. Westerouen van Mee leren, wachtschip ter reede Soeralaija. Zr. Ms. brik de Cachelot, kapt. ter zeeA.D. S. Clarkson, wacht schip ter reede Macassar. 'Lx. Ms. opnemingsvaartuig Pijl aden, luit. ter zee 1ste kl. A. Al. Keuchenius, wordt te Onrust voor de dienst gereed gemaakt. Zr. Ms. schoonerbrik Makasser, luit. ter zee 1ste kl. jhr. J. B. Everwija, behoort tot de zeemagt bij de expeditie in de Zuid- en Ooster-afdeeling van Borneo, ligt voor Bandjerniasin en doet daar dienst als wachtschip. Zr. Ms. roei-kauomreerboot No. 14, luit. ter zee 2de kl. G. den Berger, dienstdoend wachtschip ter reede Samarang. Zr. Ms. schroefstoomkorvet Medusa, kapt.-luit. ter zee jhr, F. de Casembroot, gestationeerd in de wateren van Japan. Zr. Ms. schroefstoornschip 2de kl. Citadel van Antwerpen, kapt. ter zee G. F J. Mossel, volbrengt eene zending naar China. Zr. Ms. schroefstoornschip 3de kl. het Leo, kapt.-luit. ter zee li. D. Slegt, gestationeerd ter Oostkust van Suwalra. Zr. Ms. schroefstoornschip 3de kl. Beinier Claeszenkapt.-luit. ter zee G AV. F. Moelh, in tinimering te Onrust. Zr. Ms. schroefstoornschip 3de kl. Beteh, luit. ter zee 1ste kl. jhr. M. AV. Bowier, gestationeerd in de wateren van Menado. Lx. Ms. schroefstoornschip 2de kl." Vice-Admiraal Koopman, kapt.- uit. ter zee J. M. I. Brutel de la Rivière. ondergaat te Soeralaija de noodige herstellingen. Z» Ms. schroefstoornschip 4de kl. de BerJcel, luit. ter zee 1ste kl. II. E. Bunnik, gestationeerd in de wateren van Celehes, heeft den noordelijken ingang der Straat Macassar bekruist. Zr. Ms. schroefstoornschip 4de kl. de Vechtluit. ter zee 1ste kl. jhr. J. S. O. von Sehmidt auf Altenstadt, gestationeerd in de wa teren van Celehes, heeft gekruist in den noordelijken ingang van Straat Macassar. Zr. Ms. schroefstoornschip 4de kl. Haarlemmermeer, luit. ter zee lste kl. A. Jarman, wordt te Soeralaija gerepareerd. Zr. Ms. stoomschip lste kl. Amsterdam, kapt.-luit. ter zee J. P. G. Muller, ondergaat te Soeralaija de noodige herstellingen. Zr. Ms. stoomschip 3de kl. Etna, luit. ter zee lste kl. B. P. van Trojen, bekruist Baicean en omliggende eilanden. Zr. Ms. stoomschip 4de kl. Suriname, luit. ter zee lste kl. A. A. 's Graeuwen, behoort tot de zeemagt in de wateren van Celehes, komt op naar Soeralaija om reparatiën te ondergaan. Zr. Ms. stoomschip 3de kl. Celehes, luit. ter zee lste kl. jhr. D. Bowier, ligt thans te Soeralaija om eenige herstellingen te ondergaan. Zr. Ms. stoomschip 4de kl. Maditra, luit. ter zee lste kl. O. A. AV. Halverhout, heeft eenige hydrogrnphische opnemingen voor de rivier van Dassoon bewerkstelligd, is thans ter reede Batavia. Zr. Ms. stoomschip 4de kl. Admiraal van Kinshergen, luit. ter zee 2e kl. A. Rietveld, behoort tot de zeemagt in de Zuid- en Ooster- afdeeling van Borneo. Lr. Ms. stoomschip 2de kl. Bromo, kapt.-luit. ter zee P. van der Adelden Erdbrink, doet een togt ondernomen naar Atjeh (West kust van Sumatraligt thans ter reede Batavia. Zr. Ms. stoomschip 3de kl. Sindoro, kapt.luit. ter zee J. M. de Jongh, heeft een togt ondernomen naar het eiland Lombok, ligt thans in reparatie te Soeralaija. Zr. Ms. schroefstoornschip 4de kl. de Linge, luit. ter zee lste kl. M. O. de Kanter, gestationeerd ter AA'estkust van Borneo, heeft een togt gedaan naar het eiland Laboeang. Lx. Ms. schroefstoornschip 4de kl. Montrado, luit. ter zee lste kl. P. Koning, gestationeerd in de wateren van Celehes, heeft een togt ondernomen naar de Sptrmundcs en is naar Toli-Toli vertrokken. Zr. Ms. stoomschip Onrust, luit. ter zee lste kl. P. Roodzant, behoort tot de zeemagt in de Zuid- en Ooster-afdeeling van Borneo, heeft een togt ondernomen naar de Boven-Dassoon. Zr. Ms. schroefstoornschip 4de kl. Apeldoorn, luit. ter zee lste kl. J. A. II. Hugenholtz, gestationeerd in de wateren van lliouw en Linge, heeft een togt ondernomen naar Singapore. Lx. Ms. schroefstoornschip lste kl. Djambikapt.-luit. ter zee P. A. van Rees, op reis naar Japan om in de wateren aldaar gesta tioneerd te worden. Even als bij vroegere gewigtige aangelegenheden in het staat kundige, is ook thans, in het vooruitzigt op een vorsten-congres te Parijs, eene meer of min officiële brochure in het licht verschenen, getiteldNapoleon III en het Congres." Be inhoud er van is gerigt tegen de JVeener tract.aten van 1815, als die de kiemen in zich bevattenden van vernietiging. Zij missen een verheven beginsel, noodig tot vasten grondslag. Derhalve moet het vernietigen van die tractaten niet aan keizer Napoleon worden toegeschreven want reeds bij de scheiding van België en Nederland, en van Griekenland en Turkije, zijn die bepalingen ten eenenmale geschonden. De nood zakelijkheid om de rust van Europa door nieuwe bepalingen te 1 verzekeren en de groote achterdocht der Europesche staatkunde, die Frankrijk-s goede bedoelingen wantrouwt, heeft de keizer genoopt de woorden te spreken: „Een Congres of de Oorlog!" Deze brochure eindigt met de verzekering, dat bij eene weigering der mogendheden om aan 's keizers noodiging gehoor te verleenen, met het aanstaande voorjaar de oorlog zal uitbreken, als hetgeen door de staatkunde en het gezond verstand wordt geëischt.. Omtrent de Sleeswijl;-Holsteinsche qumstie verkeert men nog slreds in afwachting, omtrent hetgeen de Bondsvergadering te Frankfort zal besluiten. Deze echter munt niet bijzonder door hare voort varendheid uit en 't is mogelijk zelfs, dat zij in dezen besluiteloos is. Oostenrijk en Pruissen schijnen zich overigens vast te klemmen aan het Londensche protocol van den jare 1852 en de aanspraken van den protocol-prins {koning Christiaan), alzoo te ondersteunen. De Courrier du Ilatre berigt, dat in den nacht van den laten op den 2den de wind tegen 1 uur hevig opstak, gepaard met hagel en regen. Tegen 6 ure 's ochtends bedaarde hij een weinig en liep naar bet Westen. Iets later was hij Noordwest en legen 12 ure 's middags was hij weder West. Toen begon de storm eensklaps los te barsten. De zee was lievig bewogen. De pannen, de schoor- steenen en bet lood van de daken vloog door de straten en ver wondde vele personen. Een buis, dat opgebouwd werd, stortte in. Het telegraphisch verkeer is verbroken, daar bijna al de palen zijn omver gewaaid. In de nabijheid van llijssel bezat een doctor, die veel patiënten had, een ekster, welke door bet veelvuldig hooren van het antwoord door hun die den geneesheer bezochten, op de vraag van diens bediende gegeven, had geleerd op klagendeti toon te zeggen „Ik ben zeer ziek, Lodewijk." De doctor zou zijn ekster voor geen geld willen missen. Eenige dagen geleden vliegt de vogel weg en komt nabij het dorp Coutiches. Een boer ziet den ekster, haalt zijn ge weer, legt aan en de vogel valt dadelijk gewond aan zijne voeten. „Laat eens zien of hij vet is," zegt de boer, neemt hem op, betast hem en blaast hem in de vederen. „Ik ben zier ziek, Lodewijk!" zegt de vogel stervende. „Het is eene heks," roept de verschrikte boer, die liet dier laat vallen en zich ijlings uit de voeten maakt. De Movimento van Genua bevat ten berigt over de schipbreuk, van het Geuuesehe schip Sici/ia, gioot 1000 ton, dat op 15 Nov. met 100 passagiers aan boord naar Amerika is vertrokken. De schipbreuk had plaats bij de Kaap-A'erdische eilanden. A an de passagiers zijn 74, meestal vrouwen en kinderen, verdronken. De kapitein, de equipage en de overige passagiers zijn gered. Uit New-York schrijft men, dat twee boomstammen van het slasrveld bij GeUyshurg aan de geschiedkundige genootschappen van Massachvsetts en Pennsylvaniê zijn «rezonden, als eene merkwaardig heid, want in den eenen stam ziet men over eene lengte van 21 voet 250 en in den ander 110 kogelgaten In onderscheidene nieuwsbladen was zekere lieer Fred. Hu ghes als erfgenaam van den titel van baronet opgeroepen. Eindelijk heeft men hem nabij Victoria Australiëgevonden, waar hij den kost verdiende met het vellen van boomen in de bosschen. Hij komt thans in het bezit van uitgestrekte goederen, enz. Wanneer gij moe/lijk denken mogt dat 'k iets uit schimp of smaad deed, En ik voor 't geen ik nederschrecf vol strektel ijk geen réén zee et; Dan, lezer ofte lezeres bevindt ge u in een dwaling Die verder van de waarheid is dan schuld is van belalinq. wamba. Met bevreemding zag ik in de Nieuwe Courant van den Ilcld.er van 2 Dec. jl. de repliek, .gevallen op mijn verslag van 't y//o//ö-eoiieerl, dd. 21 Nov., voorkomende in de Heldersche en Nieuwedieper Courant van den 26 dier maand; want ik gaf niets dan lof. We resumeren t hier e\cn: Het strijk-orchest was belangrijk beter bezet; de cnscmble-muziek werd flink uitgevoerd; de solisten kweten zien uitmuntend van hunne taak; ziedaar de hoofddenkbeelden. Alleen weck ik af van alle zoetsappige verslagen van openbare vergaderingen, die alles cn nog eens alles goed, mooi, voortreffe lijk. ja onovertrefbaar noemen, toen ik duride schrijven„Wanneer het bestuur voortgaat met, waar het kan, krachten aan liet orchest toe te voegen, dan zullen we zeker nog eens tot den dag komen, dat ook Ier dezer plaatse eene svmphonie naar behooren kan worden uitgevoerd." Dit, hetwelk van mijne zijde eene erkenning is, dat liet orchcst de volledigheid langzamerhand nadert, schijnt men mij kwalijk te nemen, 't Is waar, men kan uit mijne woord<n als men dat wil, de gevolgtrekking maken, dat hier nog nooit eene svmphonie naar hehooien is uitgevoerd. Welnu, in den zin waarin ik liet schreef houd ik dit vol, want hoezeer ik ook den ijver van den bekwamen muziek-direclenr vereer; hoeveel hulde ik breng aan de goede zorgen van de directie; hoezeer ik erken, dat men met de krachten, waarover men hier beschikken kan, uit muntende uitvoeringen heeft gehouden, toch beweer ik, dat men met zulke betrekkelijk geringe bezetting van de verschillende instrumenten, eene svm phonie niet naar behooren, dat is zoo de componist bedoelt, kan uitvoeren. I oor dif beweren beroep ik mij op ieder muziekbeoefenaar, op ieder muziek kenner, op ieder die met een normaal, of liever volledig orchest, een zoodanig muziekstuk heeft hooren uitvoeren. Ik geef steller van de repliek de verzekering, dat het mijne bedoeling vol strekt niet was, om iemand tc grieven. Twisten over al of niet welgeplaatste adjectivcn wil ik niet, dat is mij te schoolmeesterachtig; alleen kan ik mij geen krachtigcn brccden streek op eene viool, geen Hinken aanslag op de piano denkeu, zonder dat liet spel kunstig is; evenmin afgerondheid van toon zonder liefelijkheid. Wanneer ik eene lecor- deeling van '*t concert voor een muzikaal tijdschrift, neen, - vent ik moet op de adjectivcn passen, - voor een tijdschrift, gewijd aan de belangen der muziek, had geschreven, zon ik mij zeker van andere termen bediend hebbennu schreef ik slechts een verslag voor 't publiek en moest daarom algemeen zijn. Ook kan ik met den liefhebber van goede muziek niet instemmen, dat kunstig en liefelijk spel ooit voor een artist, zelfs voor den grootsten, crue beleediging kan Avorden. Wanneer iemands spel deze twee hoedanigheden mist, wat wordt het dau? Omtrent den raad dien ik gaf over het terugroepen, moet ik mij nu wel wat nader verklaren. Ik was wel eens op een Jpollo-Qoncert, waar het bis seren werd uitgelokt door een aantal jonge lieden, die er een relletje van maakten en daardoor juist toonden, dat. ze weinig gevoel voor goede muziek bezaten. Ik dacht bij het. nederschrijven aan het spreekwoord, dat wel niet heel taalkundig klinkt: „Een goede verstaander," enz.; nu moest ik wel zeggen wat mijne bedoeling was. Alweer aanmerking op mijn B. N. W. hij de ouverture No. 12 van Kalii- wodaik ga dit nu. even als de afmnrscli, met stilzwijgen voorbij. Dc steller van de repliek wil toch vooral het gehcelc artikel gispen, dat blijkt uit het slot, waar hij over het pluim]je spreekt. Maar, geachte heer reet nsentde verschillende meening hieromtrent hangt af van suhjective ondervinding en de mijne is, dat artistcn dit wel eens geweigerd hebben, al was het niet bier. En nu sluiten wij met dezelfde wensch voor de directie, die gij uitspreekt. Ook wij stellen haren ijver op hoogen prijs. Helder, 3 December 1863. Atannecr daar iels kan dienen tot een krachtig)n prikkel voor volksbeschaving en levensgenot, dan is het voorzeker de zangkunst. Zij toeli, op enkele uitzon deringen na, toegankelijk voor ieder, bevredigt op (cr.e schuldelooste wijze d behoefte aan vermaak, terwijl zij dit tevens veredelt. Of ligt het niet in den aar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1863 | | pagina 3