lANTOORBOEXEN. ADVERTENTIËN. Binnenhaven. N°. 2 9. W. P. K O O IJ. INGEZONDEN. DOOR DE NEDERLAMDSCHE HANDELMAATSCHAPPIJ ZIJN BEVRACHT DE VOLGENDE SCHEPEN: AFLOOP DER VERPACHTING, Dienzelfden dag' zal aldaar worden aanbesteedliet onderhoud van acht Vlotbruggen, eener dubbele Draaibrug, Pont- en Brug wachterswoningen bij het Noordhollandscli kanaal, gedurende de jaren 1864, 1865 en 1S66, in twee perceelen. In de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van jl. Zaturdag zijn de beraadslagingen over Hoofdstuk IX der Staatsbegrooting Departement van Koloniën) ten einde gebragt. Dit Hoofdstuk werd met 41 tegen 24 stemmen aangenomen. De wet op de middelen is met algemeene stemmen aangenomen. In de zitting van Maandag is het ontwerp van wet tot opheffing van den accijns op de brandstoffen en tot verhooging van den accijns op het binnenlandscli gedistilleerd aan de orde gesteld en ook gis teren het onderwerp der beraadslagingen geweest. Inmiddels heeft de heer Groen van Prinsterer inlichting gevraagd omtrent het ant woord, aan de regering van Frankrijk gegeven, op de uitnoodiging tot een te houden congres. Betreffende At feestplaat, uitgegeven van wege het Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap, te Amsterdam, bij C. L. Brinkman, lezen wij in het Weekblad van Lager, Middelbaar en Gymnasiaal Onderwijs de volgende beoordeeling ,,'t Is buiten twijfel, dat èn de gebeurtenis zelve der viering onzer vijftigjarige onafhankelijkheid, èn 'tgeen vooral omtrent deze plaat bekend geworden was, velen verlangend heeft doen uitzien naar haar verschijning. Of men niet teleurgesteld is? Wij voor ons althans moeten tot onze spijt verklaren, dat we het eens zijn met hen, die ze als gedeel telijk mislukt beschouwen. We willen niet spreken van de teekening. die zeker goed is; ook het denkbeeld der verschillende voorstellingen raag geroemd worden maar de druk zelf is zeer slecht. Wel hebben we er gezien die veel beter voldeden; maar bijna alle platen vroegen dringend om op een afstand beschouwd te worden ten einde eenig- zins te voldoen; want zoodra men ze van naderbij ziet, is de druk zoo gevlekt, zoo grof, dat het goede van de teekening geheel ver loren gaat. Waaraan dit te wijten? We kunnen geen andere reden vinden, dan dat er geen voorzorg genoeg is genomen, om de duizenden goed af te drukken. We zijn geneigd te gelooven, dat de eerste afdruk ken veel beter zijn. De heer Brinkman is anders bekend genoeg als iemand die tegen eiken slechten druk is. Nog meer is dit alles te betreuren, omdat de toelichting dei- feestplaat, een net boekje, door J. ter Gouw, alle aanbeveling ver dient, even als de November-liedjes van J. P. Ileije, zoowel wat woorden als zangwijzen betreft." De adelborsten van de Prins Maurits der Nederlanden, die deelgenomen hebben aan de ongeregeldheden, welke in den avond van den 5 dezer te Middelburg zijn voorgevallen, zijn den 9 dezer van genoemde korvet, liggende in het pas van Ter neuzen, naar Vlissingen vervoerd, als arrestanten voor den krijgsraad aan boord van Zr. Ms. wachtschip Sambre. Zoo als reeds berigt werd, zullen zij geen deel van het état-mayor van de korvet Maurits uitmakenandere adel borsten zijn reeds aangeschreven, zich onverwijld aan boord te begeven. De korvet zal nog eenigen tijd in het Pas van Terneuzen gestationneerd blijven. Van zeer geachte zijde wordt uit Middelburg geschreven „Zoo als veelal het geval is, komt de zaak der adelborsten, nu de gemoederen gekalmeerd zijn, in een gansch ander daglicht voor, dan aanvankelijk het geval was. Schenen zij, onder den eersten indruk en naar de berigten, in die stemming links en regts van hier verspreid, een troep boosdoeners, die met voorbedachten rade herwaarts kwamen en vreedzame burgers grovelijk mishandelden, thans neemt de zaak kleiner proportiën aan en verdwijnen de zwarte kleuren, waarmede alles in den aanvang werd afgeschilderd. Geen akademieburger bijna, of hij zal wel soortgelijke „standjes" want van meer is hier inderdaad geen sprake hebben bijgewoond. Opgewonden jongelui, wat straatrumoer, klappen gegeven en ont vangen, ziedaar alles. De zaak wordt onderzocht en ik houd mij overtuigd, dat de slotsom van dat onderzoek het bovenstaande bevestigen en aantoonen zal, dat de zaak op zeer overdreven wijze, ook wat haar karakter betreft, is voorgesteld geworden. (A- C.) Dezer dagen had de knecht van den landbouwer IJ. T., onder Westergeest, de gekheid een geslagt wordend, reeds gestoken en, naar men meende, bijna dood varken den vinger in den muil te steken, met het ongelukkig gevolg, dat de stervende den levende een vinger gladweg afbeet, zoodat de geroepen chirurgijn verklaarde het ligchaamsdeel niet beter te hebben kunnen afzetten. In de berigten van Batavia, tot en met 31 Oct. 11., wordt gemeld, dat de gouverneur-generaal bij besluit de oprigtitig heeft vastgesteld van Kamers van Koophandel te Batavia, Samarang, Soerabaija, Padang en Macasser. Ter herinnering aan de aangename uren in der tijd door Alexander Dumas in de Parijsche gevangenis voor schulden, Clichy, doorgebragt, heeft hij aan de boekerij van dat huis een kompleet exemplaar zijner werken geschonken. 'Dezer dagen stierf te Barst (depart. Moselle) een man, die het geschut had bediend, dat generaal Napoleon bij de belegering van Toulon (1793) zelf op de Engelschen rigtte. Het is de gewe zen corporaal Nicolas Eotré. Mijnheer de 'Redacteur In uw geacht blad van den 6 Dec. jl. komt, bij de vermelding van de waterhoogte, enz. gedurende den laatsten storm, de aanmerking voor, dat er een vloed is geweest, die 12 u. 45 min. duurde, dat er in Febr. 1853 zulk een eb is geweest, zonder dat op dat oogenblik een vloot voor den wal werd gezien; die hierdoor werd tegengehouden, gelijk de Engelsche en Fransche vloot óp den 21 Julij 1672 door de ebbe van bijna 12 uren. Wat beteekent deze aanmerking Mogen wij het niet met blijdschap uit de geschiedeuis opmerken, dat ook de storingen in de natuurwetten het vaderland gediend hebben tot uitkomst uit dennood Mag men, van Napoleon» val in Rusland sprekende, niet gewagen vau den Russisclien winter, zoo doodelijk voor zijne legerbenden? Mogen wij het ons niet dankbaar herinneren, dat Wellington zooveel won, toen Napoleon in zijnen togt en in het aanvoeren van zijn geschut belemmerd werd door de regens op den 17den Jnnij? De meteoroloog, die op zijn gemak waarnemingen doet en de beoefenaar der wetenschap, die zonder gevaar zijne berekeningen maakt, moge er geen gevoel voor hebben, de strijder op het slagveld en de schepeling in den storm wel. Wat beteekent die aanmerking? Is men bang, dat wij die ebbe van 1672 voor een wonder zullen houden, geheel in stiijd met hetgeen wij in de natuur waarnemen, en dat wij gemakkelijk zullen kunnen gelooven, dat de zee een oogenblik zal kunnen leegloopen, als er weer eens eenc vijandelijke vloot Kijkduin mogt komen naderen? Neen, ons geloof aan Gods al bestuur is ratio neel; wij gelooven, dat de krachten der natuur in Gods hand zijn en Ilij met haar doet, wat Hij wil. Op mijne beurt vrees ik, dat degenen, welke die bestreden aanmerking maakten, de liedendaagsche theologie wat te ver vooruit zijn en willen leuren, dat God niets opmerkt en niets doet, maar alles aan de natuurkracht overlaat, dat de redding door eene ebbe toeval is, niettegenstaande het woord van den twijfelaar: wvoor toeval te wijs, voor wijsheid te toevallig," dat eigenlijk het God zijn natuurkracht is, want daar moet het toch naar toe. Nog eens, wat beteekent die aanmerking? Wil men dan den armen schip breukeling de laatste troost in zijn nood, dc bede, dat God uitkomst moge geven, ontnemen? Hij ziet die uitkomst, als de Almagtige den wind maar een weinig mogt doen keuren, en hij bidt nut smeekingen. Maar te vergeefs, de natuur, die geen sidderen hoort, is alleen God, en gij, worstelaars met den dood, schud uw gevoel af, werp uw geloof weg en, stervende, beveel niet uw geest in de handen des Vaders, maar zink weg in de vernielende natuur. En gij, bewoners van den Helder en Nieuwediep, gingt oulangs nog in uw Godshuis, toen die schipbreukelingen daar in uwe nabijheid uren lang aan de mast van hun gezonken schip hingen, gingt gij in uw Godshuis, om deel te nemen aan de gebeden, opdat er nog uitkomst voor hen mogt gegeven worden! Neen, niet arm, maar gezegend volk! gij, die God zoo in erkentenis houdt; uw geloof zal wel bewaard worden, uwe wakkere loodsen en fiere reddingsmannen hebben te veel gezien van Gods magt en te veel gevoeld van den nood, dan dat zij zouden kunnen ophouden te geloovener is nog te veel liefde in uw hart, als gij den naaste daar hulpeloos in den nood ziet, dan dat gij niet aan Gods liefde zoudt gelooven, eene liefde, waardoor Hij op ons nederziet, de inspanniug onzer krachten zegent, en geeft en alles leidt zoo als wij het behoeven, als het dient tot zijn heerlijk doel. X. Wij plaatsen bovenstaand artikelomdat wij eerlied hellen' voor een gevoe len, dat eenigzins van het onze verschilt. Wij hellen door ons schrijven sléchts willen aantoonendut zulke zoogenaamde sioringe?i in de natuurwetten meerrna len voorkomen en dat dus die van den jare 1672 het karakter van een wonder te zijn mistzoo als sommige geschiedschrijvers dit doen voorkomen. Eed.) Voor Amstkrdam Doesburg, kapt. M. Spaanderman, Sperwer, kapt. .T. C. Offerman, Hollandia, kapt. C. C. Ruige, Jaequeline Elize, kapt. J. H. Krnk- kenberg,.Willem Hendrik, kapt. J. Beckcriug, Vriendschap, kapt. J. Jansen en Madura, kapt. B. A. T. van Bruggen. V oor Rottrrdam Cornelia, kapt. G. de Vries, ïop Smit, kapt. W. Xever- stein en Nederlcnd, kapt. M. J. vau der Eb. Voor Dordrecht Graaf Dirk III, kapt. C. J. Rotgans. gehouden op Maandag 14 December 1S63, in het Lokaal Tivoli, door des ONTVANGER DER REGISTRATIE EN DOMEINEN te HELDER, ten overstaan van den Notaris W. J. HJDDE BOK aldaar. Perceel 1 en 2. Het grasgewas der forten Erfprins en Kaaphoofd, 288.L. Kroon, 3. De visscherij in de grachten van het fort Erfprins, f 46.J. Az. Mens. 4. Het grasgewas van het fort Kijkduin, f 22.II. J. Rippens. 5. Het grasgewas van het fort Dirks Admiraal, f 206. D. Former. 6. De visscherij van de grachten van dat fort, 47.J. Hz. Mens. 7. Het grasgewas van de linie tussclicn de forten Erfprins cn Dirks Admiraal* 140.C. Former. 8. De visscherij in de grachten van die linie, f 35.A. Hopman. 9. Het grasgewas der linie tusschen de forten Dirks Admiraal en Westoever, 157.H. Smids. 10. De visscherij in de grachten van die linie, 26.Jb. de Moei. 11. Het grasgewas van het fort Westoever, 310.G. Spigt. 12. De visscherij in de grachten van dat fort, f 41.J. Hz. Mens. 13. Het grasgewas van de wegen van Erfprins naar Kijkduin, Kaaphoofd ca Helder, f 2-7.C. Wijs. 14. Het grasgewas van het fort Oostoevcr, f 205.C. Former. 15. De visscherij in de grachten van dat fort, 184. Jb. Hopman. 16. Het grasgewas der batterijen Prinses Lcuise, Oostbatterij en Wierhoofd, 36.C. Former. 17. Het grasgewas van de kndijken om liet fort Erfprins, 96.C. Former. 18. Het grasgewas van het exercitieveld bij Kijkduin, 33.M. Former. 19. Het grasgewas om de Artillerie-Kaserne, 35.M. Former. (Al het voorgaande gelegen in de gemeente Helder.) 20 en 22. Het grasgewas van de Redoute, de Lunette en de Oude Schans op het eiland Texel, 111.G. Zegel, te Texel. 21 en 23. De visscherij in de grachten derzelvc, 48.J Hz. Mens, 24 en 25. De beide Poutveeren over de Koopvaarders-Binnenhaven te Helder, 605. G. Spigt. De ondergeteekende, ruim voorzien van alle soorten van IiAWT0©E5B33!f©Kl',TiB3V, beveelt zich bij gelegenheid van het NIEUWE JAAR tot levering van een en ander beleefdelijk aan. JOÏJRlïAïiBMV, UROOTBOKUKX en»., naar verkiezing gelinieerd en gebonden, wordendoor hem ten spoedigste vervaardigd en afgeleverd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1863 | | pagina 2