jii'iten land" Wij maken belangstellenden opmerkzaam op de bieraebter voorkomende advertentie, waarbij een uedloop op schaatsen wordt aangekondigd, te houden op Pingsdag a. s., waarschijnlijk op de gracht nabij de kustbatterij Aaaphoofd. Gedurende het j.iar 1863 hebben aan de school voor de Zeevaartkunde van den onderwijzer A. J. Leijer alhier, 16 leerlingen onderwijs in de zeevaartkunde ontvangen; daarvan zijn er 9 te Amsterdam geëxamineerd, aan welke 7 diploma's van verschillende rangen zijn uitgereikt, als: -1 van derden, 1 van tweeden en 2 van opperstuurman. In de zeven laatst verloopen jaren zijn van ge noemde school 47 leerlingen geëxamineerd, die 35 diploma's heb ben bekomen. Naar wij vernemen, is de heer W. Kok benoemd tot opzigter van den Waterstaat alhier, in de plaats van den heer van Niftrik. Zr. Ms. sehroetstoomschip Soestdjk, liggende te Hellevoetsluis, wordt den 1 Febr. a. s. in dienst gesteld, met bestemming naar West.-lndië en het bevel daarover opgedragen aan den luit. ter zee lste kl. R. A. Houck. Verder worden met dien datum daarop ge plaatst luits ter zee 2de kl. G. Kruvs en H. J. van Broekhuyzen; adelb. lste kl. II. J. Borgerhoff van den Bergh; off. van gez. 2de kl. J. I. B. Vermijne en adj.-adm. L. G. Sas. Naar men verneemt, zal Zr. Ms. stoomschip Cgcloop eerst daags van hier naar Hellevoet/sluis vertrekken, om aldaar eene belangrijke reparatie aan de machine te ondergaan. Door den minister van Marine is ter kennis van belangheb benden gebragt, dat de Kleine of Noorderkaap op de Boschplaat bij Terschelling is omver gestormd en dat tot de vvederoprigting zal worden overgegaan, zoodra liet saizoen het toelaat. Volgens eene opgave van het Departement van Financiën zijn hier te lande in het jaar 1863 met de post verzonden de volgende getallen portbetalende brieven: 13,461,703 ongefrankeerde en 3,150,271 gefrankeerde, te zamen 16,631,974 binnenlandsche; 3,136,812 ongefrankeerde en 1,343,054 gefrankeerde, te zamen 4,4/9,866 buitenlandsche; totaal 21,111,840 brieven. In 1862 was dit totaal 20,429,318; in 1861, 19,708,261. De Tweede Kamer der Staten-Geueraal heeft gisteren eene zitting gehouden, waarin is ingekomen een ontwerp van wet, tot nadere bekrachtiging van een artikel der concessie voor de door graving van Holland op zijn Smalst. In het jongste verslag over het onderwijs in Noordholland, opgemaakt door heereu Gedeputeerde Staten, lezen wij o.a. het volgende: „Wanneer men aanneemt, dat onder de bevolking van deze pro vincie het aantal kinderen van 6-12 jaren ongeveer 30,000 jongens en eveu zooveel meisjes beloopt, zoo als overeenkomt met de ouder- domsstateu der volkstelling van 1859 en vergelijkt men daarmede het aantal scholieren, hetgeen 27,000 jongens en 25,000 meisjes is, dan volgt daaruit, dat omstreeks 30 pCt. der jongens en 40 pCt. van de meisjes buiten genot van schoolonderwijs verkeert. Deze cijfers beloopen voor Amsterdam respectievelijk 37 en 38 pCt.; en indien wij letten op den gering-n omvang, vooral ten platten lande, van het huisonderwijs en op de door alle schoolopzieners herhaalde klagten over schoolverzuim in engeren zin, waardoor het ouderwijs zeer ongeregeld wordt genoten en daardoor onmogelijk goede vruchten kan dragen, dan is de toestand gewis niet gunstig te achten en de cijfers dezer statistiek mogen wel een spoorslag zijn ter inspanning van alle krachten, om te maken dat het 1'ger onderwijs algemeen zij." Aan de bevolkings-statistiek der gemeente Texel ontleenen wij het volgende: „Op 31 Dec. 1S63 bedroeg het getal ingezetenen dezer gemeente 6364, bestaande uit 3210 personen van het mannelijk en 3154 van het vrouwelijk geslacht. Naar de verschillende godsdienstige gezindheden zijn de ingeze tenen volgenderwijze verdeeld: Nederduitsch Hervormden 3976, Evangelisch Lutherschen 10, Hersteld Evangelisch Lutherschen 3, Doopsgezinden 1097, Remonstranten 3, Roomsch Catholijken 1258 en Nederduiische Israëlieten 17. Het getal geborenen in 1863 beliep 258, zijnde 122 van het mannelijk en 136 van het vrouwelijk geslacht. Het aantal der overledenen beliep 127, zijnde 76 van het manne lijk en 51 van het vrouwelijk geslacht, dat is, met het oog op het eijfer der bevolking, 1 op 50. Het getal huwelijken heeft bedragen 52. Ingeschreven echtscheidingen 1." Men schrijft ons van Texeldd. 15 dezer: „Bij het groot aantal rnenschenlevetis, die door den heer T. Mets, kapitein der stoomboot Texel, conducteur en brievengaarder der brievenposterij alhier, als schipper der reddingsboot, enz. gered zijn, is op heden weder één gevoegd. Met de brieven van het Nieuwediep naar Texel vertrekkende, (eene verrigting die te weinig wordt geschat, wijl zij in het wintersaizoen voor het belang van den handel en de particuliere correspondentie wel wat al te gewaagd wordt verrigt), geraakte één der manschappen door het ijs. De snelle stroom deed het onderlijf reeds onder het jjs brengen, de door hem op den rug gedragen wordende brieven zak, op het ijs rustende, hield het hoofd nog boven water. De vastberaden en meuschlievende kapitein T. Mets volgde op eenigen afstand. In een oogenblik was zijn jas uitgetrokken en den dren keling toegeworpen, die het geluk had dezelve te vatten, waardoor met hulp van zijnen redder en voor de reeds vooruit zijnde togt- genooten, het leven behouden werd van den man en vader van een talrijk huisgezin, dat ongetwijfeld anders in diepe ellende gedom peld zoude zijn. De heer T. M ts verdient ten volle, dat zijn naam door geheel Nederland worde genoemd als onversehr kken zeeman en uitmuntend menscheuvriend. i'e dankbare blikken der velen door hem gered den, strekken hem tot helooning." In den namiddag van 13 dezer geraakte te Zaandam op de Biunen-Zaau ecu paard met narreslede aan het hollen; een menigte volgde het op schaatsen, doch hun vlugheid was ontoereikend eindelijk een boer, mede op schaatsen, spande zijne krachten in, en weldra gelukte het hem het moedige dier te beteugelen, en in statigen tred terug te brengen. Gelukkig dat op zoo een druk bezochte plaats geen ongevallen daardoor zijn veroorzaakt. Den 14 dezer gebeurde er aan 's Rijks Muut te Utrecht eene ontploffing, veroorzaakt door het barsten eener smeltkroes, waardoor op eens eene hoeveelheid van ongeveer 600 Ned. ponden vloeibaar zilver in een onder den oven geplaatsten bak met water stortte, met dat gevolg, dat de smeltoven geheel uiteen sprong, en de stee- nen, dikke ijzeren platen en het vloeibare zilver als hagel door de smelterij geslingerd werden. Van de 5 aldaar aanwezige personen, die allen meer of min wonden hebben bekomen, is er een, van der Horst genaamd, die daarbij zware brandwonden bekwam en, na door den chirurgijn Lamie verbonden te zijn, naar het gasthuis is vervoerd. Zijn toestand is niet hopeloos. Nog steeds doet de justitie onderzoek, in zake den moordaan slag op mgr. Zwijsen, want tegen a. s. Maandag zijn weder ver scheidene personen uit de gemeente Haren, die vroeger met Jan van Veen in aanraking zijn geweest, voor den rpgter-commissaris opgeroepen. In het jaar 1S63 zijn in de provincie Friesland 504 runderen aan de longziekte gestorven of, wegens die ziekte, afgemaakt; dat is 209 minder dan in 1862. Dat der nieuw aangetaste stallen of weiden was in 1864 slechts 136, tegen 186 in het vorig jaar. Tot en met het jaar 1857 was die ziekte in de provincie steeds klim mende; daarna is het getal der gestorven en afgemaakte runderen, allengs afgedaald van 7557 tot 4235, 2519, 2094, 1412, 713 en nu laatst lijk 504. Onze blik op het buitenland vestigt zich thans naar België heen, waar in den jongsten tijd een ern>tige strijdt werd gestreden tus- schen de elkaar heftig aanvallende partijen van den vooruitgang en het behoud. Slechts over eene geringe meerderheid hadden de ministers in den jongsten tijd in de Kamer der Afgevaardigden te beslissen. Thans hebben zij bij de verkiezingen te Brugge, waarop zich de hoop der liberalen had gevestigd, eene gevoelige nederlaag geleden. Hoe weinig gewenscht ook door velen, het valt niet meer te betwijfelen, het kabinet is in gevaar gebragt. Dit blijkt ook genoegzaam uit de omstandigheid, dat, terstond nadat het berigt uit Brugge van de geleden nederlaag ontvangen was, een minister raad is gehouden. Slechts met eene geringe meerderheid heeft de oppositie gezegevierd. Men verwacht, dat de ministers hun ontslag bij den koning zullen aanvragen. Omtrent de Deensch-Duitsche zaak zitten de groote mogendheden in het geheel niet stil. Wel is het nog niet beslist wat er zal j gedaan worden, maar toch blijkt het genoegzaam, dat er eene be- middeling zal opdagen, die een eind zal maken aan den voortduur van eene qusestie, die den vrede van Europa dreigt te verstoren. Men spreekt van eene gewapende tussehenkomst van Engeland en van de pogingen, bij den prins van Wallis, schoonzoon van den koning van Denemarken, aangewend, om Engeland's regtstreeksche i bemiddeling te verwerven. Ook meldt men uit Darijs, dat de hoop op het tot. stand komen eener conferentie verlevendigt, daar keizer Napoleon dit plan met kracht poogt door te zetten. En eindelijk ver- neemt men de verzekering, dat de Engelsche regering eene zamen- komst wil in 't leven roepen der mogendheden, die het Londensche protocol hebben onderteekend, met uitsluiting evenwel der Duitsche regeringen, die van Pr nissen en Oostenrijk. Hieruit blijkt over vloedig, dat er toch ernstig aan wordt gedacht, om die zaak, zoo mogelijk, te beëindigen, i Welligt ook stuit de strenge winter den voortgang van gebeur- 1 tenissen, die anders wel noodlottig zouden kunnen worden. Inmid- j dels worden de Duitsche midden-staten voortgedreven door eene i revolutionaire beweging, die zij niet kunnen bestieren. Zij trachten met de meest mogelijke onbedachtzaamheid Fruissen en Oostenrijk door hunne meerderheid van stemmen te dwingen en zien niet in dat zij door hunne maatregelen een algemeenen oorlog voorbereiden, 't Is zeer twijfelachtig of Dvilschland daarbij zal winnen en de vrees wordt niet verre gevonden, dat keizer Napoleon welligt zorgen zal bij Duitschlands verdeeldheid zijn voordeel te zoeken. Folen strijdt nog steeds met wanhopigen moed tegen de verplet terende overmagt van Rusland. Thans schijnt hunne zaak door de groote mogendheden, die onlangs nog hun streven voorstonden, opge geven. Weten zij nu hunne zaak vol te houden gedurende den winter en het leven der omwenteling te rekken, misschien dat dan in de aanstaande lente andere verwikkelingen hen te hulp komen, om den strijd met vernieuwde woede op groote schaal te doen ontbranden. Ie Italië wordt de vrees voor oorlog weder aanmerkelijk vermin derd, door het uitzigt dat men bij 't openen der vijandelijkheden tegen Oostenrijk geheel alleen zou staan. Victor Emmanuel, dooi de magtige hulp des Eranschen keizers tot den tegen woord igen trap van luister gestegen, durft zich zonder dien vermogenden vriend niet in het strijdperk wagen, al geldt het ook een zaak zoo edel en schoon, als het tot stand brengen der eenheid van het gemeeuschap- pelijk vaderland. i Als een voorbeeld van toenemende bevolking wordt uit Brussel gemeld, dat. de bevolking van Zuid-Brabant, die in 1784 390,535 en in 1831 564,828 inwoners telde, tliatis tot 83S.000 is gestegen. Brussel zelve had in 1800 80,297 inwoners en telt er thans 295,000. Te Siveneecken (Be/gie) heeft dezer dagen een schrikkelijk moord'ooneel plaats gehad. Zekere van den Bossche zat dezer dagen in eene herberg aldaar; dronken zijnde, poogde hij op een haimo- nium eenige deuntjes te spelen, toen drie personen binnentraden, die hem over zijn spel uitlachten, zeggende dat hij er niets van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1864 | | pagina 2