BUITENLAND. INGEZONDEN. MARKTBERIGTEN. welke bodem een hardnekkig gevecht doorstond, 139 man aan dooden en gekwetsten telde en na den zeeslag in de diepte wegzonk. Den 15 dezer heet't op het spoorweg-station te liijen, nabij Tilburg, een droevig ongeluk plaats gehad. De persoon van A. E., iii laatstgenoemde stad woonachtig, was 's morgens met den eersten trein naar Rijen vertrokken en wilde met den middagtrein vandaar herwaarts terugkeeren. Uit vrees van den trein te missen, had hjj zich in het zweet geloopen. Hij kwam echter nog tijdig genoeg en nuttigde in de wachtkamer een glas water. Onmiddellijk werd hij ongesteld en was weinige oogeublikkeu later een lijk. Bij het vergraven van het glacis der vesting Bergen op Zoom heeft men dezer dagen een menschelijk geraamte opgedolven, met eeu nog ongeschonden metalen helm op het hoofd, waarbij twee ponjaarden en drie ijzeren spaden lagen. Vermoedelijk zijn het de overblijfselen van een der Spaansehe krijgers uit de belegeringen van 15S8 ouder Panna, of van 1622 onder Spinola. Een droevig ongeluk is den 16 dezer te Zutphen voorgevallen. Eene bijna SOjarige vrouw uit den geringen stand had zich aan het drinken van genever overgegeven. In den namiddag ging zij op een stoel slapen, met eene warme stoof onder de voeten. Hare kleederen vatten vuur; de bedwelmende kracht van den sterken drank belette haar wakker te worden en men vond haar, half ver brand, op den steenen vloer van haar kamertje liggen. De hoofdingenieur-directeur bij de Marine, de heer K. L. Turk, bevindt zich te Vtissingen, naar men verneemt, om den voortgang der voorbereidende werkzaamheden voor de pantsering der schepen aan 's Rijks werf te inspecteren. Men vermoedt, dat deze werken met Mei e. k. een aanvang zullen nemen. Ook ver neemt men, dat aldaar een vaartuig op stapel zal worden gezet, dat den onlangs op de Maasdroogen verganen Rijkskotter de Vlinder zal vervangen. Berigten uit het buitenland, en wel voornamelijk die over den Deensch-Duitschen oorlog, vermelden hoe er in den jongsten tijd belangstellend wordt uitgezien naar eenig antwoord van Denemarken nopens het voorstel, strekkende om eene conferentie te houden. Men vreest dat er voorwaarden aan zullen kleven, die de Duitsche mogendheden zullen beletten er hunne goedkeuring aan te hechten. Wij hebben nu onlangs het gerucht medegedeeld, als zou er plan bestaan om Slees/rijk en Iiolstein aan den groothertog van Oldenbnrg en de staten van dien vorst aan de koningen van Pruisseu en Hannover af te staan. Wij gaven toen reeds niet onduidelijk te kennen, dat, mogt zulk eeu voorstel ook al zijn gedaan, het vol strekt geen kans hebben zou om de goedkeuring der mogendheden te verwerven. Thans vernemen wij, dat de regering van Oldenburg op eene vraag, haar in den landdag gedaan, geantwoord heeft, dat zij geheel vreemd is aan die plannen van landverruiling en dat van hare zijde nimmer een dusdanig plan geopperd of een voorstel daartoe strekkende gedaan is. Uit het Deensche leger in Jutland wordt gemeld, dat de Denen zich van eene nieuwe uitvinding bedienen, die groote verwoestingen onder hunne vijanden uitrigt. Het zijn drie kleine, draagbare ka nonnen, geplaatst op kleine affuiten; elk dier stukjes geschut heeft drie loopen van 1-| duim diameter, en alle drie krijgen te gelijk eene lading van 20 kogels ieder. Is het kanon gerigt, dan wordt de lont er in gestoken en de zestig projectielen vliegen er uit met drie schoten, tusschen ieder waarvan niet meer dan een halve seconde verloopt. Tot op zeshonderd schreden afstand missen zij hun doel niet. Dat de oorlog nog voortduurt bewijzen de gevechten, die weder bijna dagelijks geleverd worden. De Pruissische batterijen hebben den linkervleugel der Deensche verschansingen en de Deensche schepen beschoten; het eiland Fehmarn is door de Pruissen den Denen ontnomen; een ernstige zeestrijd is geleverd bij llugen. De vestingwerken bij Dupptl zijn nu ook reeds aangevallen en, wat Fredericia betreft, schijnt men, volgens de jongste berigten, minder een geregeld beleg, dan eene eenvoudige insluiting te verwachten. Omtrent het zeegevecht bij llugen wordt het volgende gemeld: De Pruissische schepen hebben het gevecht gestaakt, toen de Deen sche magt, tot 7 schepen was aangegroeid. De kanonneerbooten namen de wijk naar Rugen, de beide korvetten stevenden naar Swinemunde, alwaar zij gelukkig zijn binnengeloopenzij werden door de Denen scherp vervolgd. Aan boord van de Ngmphe heeft men 2, aan boord van de Arcona 3 dooden; het aantal gewonden is 9, 'waaronder een luitenant. Aan boord der oorlogsvaartuigen heerscht een buitengewone geestdrift. Den 18 dezer zette het Deensch eskader koers naar Moen. Ongehoorde pogingen worden thans gedaan om Polen te galva niseren. Eene kleine brochure, waarschijnlijk te Warschau gedrukt, geschreven in het Poolseh, doch in het Russisch, Duitsch en Eransch vertaald, is zeer heftig gesteld en worden de Polen daarin aange spoord om overal de Russen als „wild gedierte" te behandelenOp een der bladzijden worden de wreedheden van Murawieff verhaald, en leest men o. a. het volgende: „Er was in de hel een verschrik kelijke demon, geboren uit den hoogmoed en de slavernij. Zijn naam was moord. Daar hij in de helsche oorden schrik en ontsteltenis verspreidde, en bij zijnen aanblik satan zelf een vreemdsoortige ge waarwording ondervond, als ware het loutere, onvervalschte, echte, eindelooze kwaad op zijn gelaat uitgedrukt, bande hij hem uit zijn rijk. Het verbannen monster nam een menschelijke gedaante aan en zocht een wijkplaats op de aarde; daar noemde men het „Murawieff"...." Dit ééne staaltje is genoeg om over de rest te oordeelen- Men sprak te Parijs Dingsdag avond van een nieuwen toeleg op het leven des keizers, die ontdekt zou zijn. Ditmaal zouden de zamenzweerders Franschen zijn, en men verzekert, dat het komplot gesmeed is tusschen drie bedienden des keizers, die voornemens waren om in de slaapkamer van Z. M. een ontploffing te bewerken. Men voegt er bij, dat zij gearresteerd zijn; men wil zelfs weten, dat er nieuwe arrestatiën hebben plaats gehad en een zeker aantal granaten in het bezit der gearresteerden zijn gevonden. Ook is onder het slaapvertrek des keizers eene mijn ontdekt, om dit vertrek in de lucht te doen vliegen. Daar de regeringsbladen het diepste stilzwijgen nopens deze zaak bewaren, maakt zij nog in hoogere mate een hoofdonderwerp der gesprekken uit. Velen slaan echter geen geloof aan die geruchten. Zekere geneesheer, du Barin genaamd, heeft in de Engelsche bladen 2000 uitgeloofd aan dengene, die genegen is zich te leenen tot het nemen van eene natuurkundige proef, waaraan geen gevaar verbonden is. Hij heeft zijne proeven bereids op honden, katten en konijnen genomen en wenscht die, tot heil der maatschappij, ook op den mensch voort te zetten. Hij heeft eene kat, die kunst matig door hem bedwelmd was, 24 uren lang onder de luchtpomp gehouden en na dien tijd weder in het leven teruggeroepen. De geneesheer beweert, dat een mensch gemakkelijk veertien dagen kan uithouden, wat eene kat 24 uren heeft verdragen en daarom heeft hij bovengenoemde som uitgeloofd aan hem, die tijd en gelegenheid heeft om een paar weken den schijndoode te spelen. Het komt velen vreemd voor, dat de geneesheer, om dit geld te sparen, zich niet zelf onder de luchtpomp plaatst. Gedurende de verloopene week hebben te Londen 1664 sterf gevallen en 1962 geboorten plaats gehad. Uit Londen schrijft men, dat op het déjeuner, hetwelk gege ven is bij gelegenheid der doopplegtigheid van den zoon van den prins van Wallis, de Pruissische gezant geweigerd heeft te drinken op de gezondheid van den koning van Denemarken. De Engelschen waren over deze houding ten hoogste gebelgd. Een der ministers lord John Russell, zeide overluid, dat hij, die zich zóó aanstelde, geen gentleman was. Geen gentleman te zijn, dat wil in den mond van een Engelschman zeggen, dat hij zoo iemand nog lager schat dan zijn schoenpoetser en palfrenier. Te Ostlintel, bij A'orden, heeft een vreesselijk voorval plaats gehad. Een arbeider aldaar, die reeds eenigen tijd niet al te wel bij 't hoofd was, heeft eensklaps, geheel razend geworden, twee kleine kinderen, zijne kleinkinderen, zoodanig met een mestvork geslagen, dat het jongste, nog een zuigeling in de wieg, spoedig daaraan is bezweken. Men heeft den man toen opgesloten. Hij zegt, ter zijner verontschuldiging, dat hij de genade niet heeft, van wege het stelen van een „boeskool," en dat hij de kinderen heeft willen- dooden, omdat zij dan engelen zouden worden. Uit Mnnchen wordt gemeld, dat de begrafenis-plegtigheid van den koning van Beijeren op den 14- dezer zeer treffend is ge weest, niet zoozeer door de daarbij tentoongestelde pracht, maar door de wezenlijke smart over het verlies van koning Maximiliaan, welke op aller gelaat te lezen stond. Duizenden boeren waren uit de meest verwijderde provinciën toegesneld. Een diepen indruk maakte op allen de aanblik van den jeugdigen koning Lodewijk II, die alleen, bleek, tfeenende, den lijkwagen volgde. Zelfs in onder scheidene plaatsen in de provincie waren alle winkels gesloten, ge durende den tijd dat de begrafenisplegtigheid in de hoofdstad plaats had. Alle handel en verkeer stonden stil. De heer Dollfusz, een vermogend en invloedrijk fabriekant te Miihlhausen, heeft berekend dat in 1858 op de 497 kinderen die hunne communie deden, 188 lezen noch schrijven en 49 dit slechts zeer gebrekkig vermogten, terwijl in 1863, nadat het werken van kinderen in fabrieken zeer toegenomen was, er op de 589, 303 waren die nooit de school hadden bezocht. Met het oog op deze onze beschaafde maatschappij zoo zeer tot schande strekkende statistiek, heeft de handelsvereeniging te Miihlhausen, zich tot de Fransche regering gewend, met een voorstel, houdende verzoek tot uitvaar diging eener wet, waarbij bepaald zou worden, dat geene kinderen voortaan voor hun achtste jaar in fabrieken zullen worden toegelaten, dat zij van hun achtste tot hun twaalfde jaar daar slechts gedurende zes uren daags zullen mogen werken, en dat overigens voor elk kind het schoolbezoek van zijn vijfde tot zijn twaalfde jaar verplig- tend zal worden gesteld. Mogt dat voorstel worden aangenomen, dan zou aan speciale inspecteurs het toezigt op de naleving dezer bepalingen moeten worden opgedragen. Volgens berigten is Santiago, na de ramp die deze stad onlangs, ten gevolge van den grooten brand in de kathedraal, getroffen heeft, door een nieuw onheil, eene aardbeving, geteisterd geworden, ten gevolge waarvan vele huizen beschadigd werdengelukkig kwamen er geen menschen bij om het leven. De regering van Chili heeft eene leening uitgeschreven van 600,000 dollars, welligt met het doel, om daardoor de ingezetenen te gemoet te komen. X. vraagt, of het nog niet tijd begint te worden om handen aan het werk te slaan tot regeling van de feestviering op 4 Mei aanstaande. Hij zou het zeer wenschelijk vinden als de feestcommissie van November jl. zich weder met de uitvoering der volksfeesten wilde belasten. Zij heeft zich toch ter dier gele genheid zulk een goede reputatie verworven, dat zij niet behoeft te twijfelen aan genoegzame medewerking van de zijde der ingezetenen, en is dit noodig, ook van het Gemeentebestuur. Maar, als iets zal gedaan worden, dan is het nu tijd om er mede aan te vangen. SCHIEDAM, 17 Maart. Jenever f 15,75; Amst. proef f 17.Moutwijn f 10.25. LONDEN, 17 Maart. Heden waren ter VEE-markt aangevoerd: 1130 Runderen, 4010 Schapen, 254 Kalveren en 140 Varkens. De prijs der Runderen was 4 sh. 10 d„ van Schapen 5 sh. 10 d., van Kalveren 6 sh. 4 d. en van Varkens 4 sh. 6 d. De prijzen der laatste markt waren. Runderen 4 sh. 10 d., Schapen 5 sh. 10 d., Kalveren 0 sh. 2 d. «n Varkens 1 sh. d.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1864 | | pagina 2