BUITENLAND. Op de kermissen zal weldra iemand met eene koe gaan rond reizen, die eene zwaarte heeft van 30004 Ned. 10, om het lijf een j omvang van 4 Ned. ellen en hooger is dan een paard. Deze koe I is van lnlandsch ras en werd geboren te Groshuizen, nabij Purme- 1 rende, in het jaar 1860. Aan allen, die de kunst liefhebben, zij dezer dagen een bezoek aanbevolen aan de steenhouvverswerf van de heereu Devilliers Co., Z.O. Buitencingel te 's Graoenhage. Daar toch heeft de begaafde beeldhouwer E. Lacomblé de uit marmer gehouwen Faam geëxpo seerd, die, voor het Loo bestemd, daar een blijvend gedenkteeken zal wezen van 's volks dankbaarheid voor 's koniugs kloeken moed en grenzenlooze menschenliefde in de bange dagen van den jongsten watersnood, aan de natie zoo zigtbaar getoond. Deze arbeid van den heer L. is een meesterstuk. Dichterlijk gedacht, munt het beeld uit door zuiverheid van lijnen, door weelderigheid van vorm en elegante drapering van 't sluyergaas, dat men door een koeltje bewogen zou meeuen, zoo ijl hangt het om de leden der uit den Iioogeu neerdalende vrouwenfiguur. Men houdt zich overtuigd," dat aan de uitvoering en 't beligchamen der gedachte groote bezwaren zijn verbonden geweest, die toch voor den genialen kunstenaar niet onoverkomelijk zijn gebleken. Het kolossale kunstwerk rust overi gens, in sterk voorover gebogen houding, slechts op deneenen voet die den aardbol drukt, terwijl verder alleen een zeer klein gedeelte der draperie het voetstuk raakt. Dit voetstuk zelf wordt thans op gezegde werf uit arduin ver vaardigd en heeft tot opschriftAan Willem III, ter herinnering aan de overstroomingen in Jauuarij en Februarij 1861." Het kan nog gedurende li dagen aan genoemde werf door ieder bezigtigd worden. Het zou stellig in een ander lokaal geëxposeerd zijn ge worden, ware het niet, dat aan het transport te groote bezwaren waren verbonden. Men zal zich herinneren, dat deze Faam aan Z. M. den koning is geschonken, als eene hulde van eenige dames voor H.D. liefderijk gedrag bij den watersnood. Men meldt uit Hoogeveen, dat niet minder dan 500 kinderen het schoolbezoek nalaten, nu er een schoolgeld van 6.geheven wordt. Van de 43 thans regerende vorsten in Europa behooren vol gens de Presse, 17 tot de Luthersche, 11 tot de Katholieke, S tot de Evangelische, 4 tot de Kalvinistische, 1 tot de Episeopaalsche, 1 tot de Grieksche en 1 tot de Mahomedaansche geloofsbelijdenis. De Deensche minister van buitenlandsche zaken heeft onlangs aan de verschillende mogendheden van Europa eene circulaire gezonden, houdende klagten over de wederregterlijke handelingen der gealli eerden in Sleesioijk. Dezer dagen is eene nieuwe circulaire verzonden naar aanleiding van de toenemende onregtvaardigheden der indrin gende vijanden. Voornamelijk rigt de minister zijn protest tegen hetgeen gedaan wordt om de hertogdommen te vervreemden van hun wettigenopperheer. Onder de maatregelen daartoe worden genoemd: de afzetting van baljuwen en burgemeesters, het ontslag van den bisschop van Sleesioijk met nog 40 geestelijken en van de meeste leden der regterlijke magt, benevens bijna ai de onderwijzers; het invoeren der Dnitsche taal, van Duitsche munt en Duitsche wetten; het dulden van zamenscholingen, waarbij de erfprins van Augusten- burg tot souverein wordt uitgeroepen. De minister heeft het uoodig geacht de regeringen in het buitenland op het gepleegde onregt door de gealliëerden opmerkzaam te maken, opdat men wete hoe weinig de hand gehouden wordt aan de gedane belofte, om de sou- vereiniteit van koning Christiaan IX te eerbiedigen. Men verwacht thans, dat den 20 dezer maand de conferentie ter zake van het Deensch-Duitsch vraagstuk zal bijeenkomen. In staat kundige kringen wordt zeer getwijfeld aan den gunstigen afloop der conferentie, omdat de lastgevingen der vertegenwoordigers van Ee nemarken lijnregt indruischen tegen die van de Oostenrijksche en Pruissische afgevaardigden. Het geschil bestaat in de betrekking, waarin voortaan de hertogdommen zullen geplaatst ziju tegenover de Deensche regering en terwijl Eenemarken nog steeds blijft aan dringen op eene bepaalde vereeniging der verschillende deelen van de monarchie, verklaren Pruissen en Oostenrijk zich alleen bereid om eene personele vereeniging der hertogdommen met het vorsten huis toe te staan. In brieven uit Kopenhagen van 14 dezer wordt de aldaar heer- schende stemming als zeer ernstig voorgesteld. Aan eene vrijwillige overgave der Duppeler verschansingen wordt nog in de verte niet gedachtintegendeel worden nog aanhoudend nieuwe troepen der waarts gezonden. Gedurende de afgeloopen week heeft de artillerie voor de Dup peler schansen onophoudelijk uit 136 stukken geschut gevuurd dagelijks zijn gemiddeld 4000 schoten gedaan. Hierbij moet men sedert den 10 dezer des ochtends nog voegen een 40tal stukken geschut, zoodat des voormiddags van Zondag jl. liet vuur uit 180 kanonnen en mortieren was geopend, waarmede des avonds van dien dag een totaal van 500 projectielen was geworpen. Het gerucht betreffende het ontruimen der Duppeler schansen schijnt zijn oorsprong te duidelijk te verraden, dan dat het noodig zou zijn dien nader toe te lichten. Het tegendeel schijnt men te mogen verwachten, want sedert eenigen tijd reeds arbeidt het Deen sche bezettingsleger aan het opwerpen van nieuwe redouten achter de tegenwoordige linie der defensie. De Oostenrijksche troepen rusten voortdurend op hunne lauweren; zij houden Friederkia ingesloten, maar plegen geene vijandelijkheden tegen de Denen. Eenige dagen geleden gaf de heer Michelet te Parijs een ge kostumeerd bal, dat zich door groote zonderlingheid onderscheidde. Uit kiesche oplettendheid en zonder eenige onderlinge afspraak droe gen al de geuoodigdeu kostuines, welker onderwerpen of typen aan de historische of dichterlijke werken des gastheers ontleend waren. Men zag er zoowel vogels en insecten als kleine minnegoden, ja zelfs de zon was zinnebeeldig voorgesteld. Mevr. Sand verscheen als toovenaarster, de gravin de Montemerli als het bevrijde Italië, haar zuster als het bevrijde Venetie, tle heer Doré als de zou, enz. De heer Michelet droeg het zedig kleed van Franklin, en zijn echtgenoot stelde de historie van Frankrijk vooï. De nasporingen van den Senator de Sauley, lid van het Fran- sche instituut, in Palestina en aan gene zijde van den Jordaan in Arabie, hebben schoone resultaten opgeleverd. De archaeoloog is thans met zijn medehelper, den geleerden abbc Michon, .op de terug reis naar Frankrijk, terwijl de laatste van het drietal, August Salz- maun, op Rhodus achterbleef, om zijn opgravingen te Camiroe voort te zetten. De Sauley schijnt buitengewoon gelukkig te zijn geweest; onder anderen is die geleerde er in geslaagd, den binnensten ring muur van Salomo's tempel te Jeruzalem, die tot nu toe door slechts enkele reizigers heimelijk bezocht werd, tot een onderwerp zijner onderzoekingen te maken, afdrukken te nemen en ook de kostbare overblijfselen der Salomouische bouwkunst, welke gespaard bleven bij den brand, die den tempel ohder keizer Titus vernielde, af te teekenen. Het belangrijkste gedeelte zijner ontdekkingen echter, is het opgraven en geheel aan het licht brengen van de necropolis, bekend onder den naam van „graf der koningen." Het gedenkteeken ter verzoening, dat koning Herodus op de grafsteden had doen op- rigten, nadat zij door den roof van de daarin bewaarde schatten ontheiligd waren, werd te midden der puinhoopen, die den hoofd ingang versperden, teruggevonden. Bovendien werd een nog onge schonden, zeer kunstig gesloten lijkkamer ontdekt, in welke de dood kist van een Joodschen koning was bijgezet, Een prachtig opschrift in Hebreeuwsche letters uit den oudsten tijd, is op het voorste ge deelte van den sarkophaag gebeiteld. Het koninklijke lijk, dat zich in de marmeren tombe bevond, viel tot stof, toen het met de bui tenlucht in aanraking kwam. De belangrijke vondst is reeds met de andere oudheden in het Louvre te Parijs aangekomen; de geheele verzameling is bestemd voor een op te rigten Hebreeuwsch museum. De Sauley is voornemens een werk over deze expeditie in het licht te geven. Prins Napoleon is jl. Donderdag te Parijs aangekomen. - Men heeft eene arrestatie bewerkstelligd, waarbij is uitgekomen het bestaan eener bende lazzaroni te Parijs, die in het volkomenste farniente, ten schade der waarlijk ougelukkigen, de publieke welda digheid exploiteren. Men heeft van uur tot uur den dagelijkschen reistogt dezer heidens kunnen nagaan. Ten 7 ure 's morgens zijn er een 200tal in de Rue 1'Echiquier, om van de weldadige soeurs de portiën soep te ontvangen. Ten 8 ure houdt een weldadige spekslager in die buurt uitdeeling en de lazzaroni zijn daar om zijne giften te onderscheppen. De in vodden gehulde troep begeeft zich vervolgens naar de kazerne van de gendarmerie der garde aan het Louvre, dan naar de kazerne Napoleon, waar hun nieuwe soepuit- deelingen wachten. Dan spoeden zij zich naar de plaats waar de ter markt komende appelen worden gelost. Na afloop van de markt is de straat vol half rotte of beschadigde vruchten. Die zijn hunne prooi. Met behulp van een klein zakmesje weten zij zich het goede deel wel te doen smaken. Het slaat 12 uur en de troep defileert naar de rue St.-Jacques, waar soep en snijboonen worden uitgedeeld. Ten 4 ure maken zij nog eens gebruik van eene uitdeeling aan de kazerne prins Eugenius. Men denke echter niet dat die heeren enkel leven voor den buik. Geenszins; zij zijn niet ongevoelig voor andere genietingen, zoo verdoovende als opwekkende. De weggeworpen sigaareindjes verschaffen hun tabak voor hunne pijpen of sigarettes. De contremarques, die zij van schouwburgbezoekers kunnen magtig worden, geven hun de gelegenheid om den kunstsmaak te bevredigen. Zij hebben alzoo, even als hunne soortverwanten, leden der antieke grande nation, gratis hun panem et circences. Zij hebben vervolgens slechts een paar maal een rijtuig-portier te openen, om de som voor een nachtverblijf, 20 ct. te verkrijgen, en ontvangen genoeg centimes om zich in den Temple een kompleet stel kleeding aan te schaffen, waar een zomerbroek a 50 ct., een pet ad idem, een schoon hemd eveneens ad idem te koop is. Een schoon hemd? vraagt weliigt de een of ander. Ja wel; er zijn holen, waar men elk oogenblik aan dit artikel geholpen kan worden. Men treedt binnen, geeft zijn verlangen te kennen, kruipt achter een kraamschut; de koopvrouw steekt u een schoon hemd toe, en ontvangt het vuile met 50 ct. in ruil. Doch aan goed leven kan wel een eind komen.... Een dier heeren werd door den cantinier der kazerne Napoleon belast hem petroleum te gaan halen, en kreeg daartoe eene blikken kan met 3 francs. Hij ging wel, maar vergat terug te komen. Hij was met de 3 francs in den wind gegaan en had de kan in het wijnhuis in pand gelaten. De cantinier deed zijn beklag, en de soepuitdeeling uit de kazerne hield op. Natuurlijk iu woede ontstoken tegen de oneerlijke, die zooveel eerlijke lui schandvlekte en van een voedingsbrood beroofde, hebben de lazzaroni zelve den schuldige opgespoord, hem eene duch tige correctie toegediend en vervolgens aan de policie overgeleverd. Evenwel de soepuitdeeling aan de kazerne Napoleon bleef gestaakt, en waarschijnlijk is het, dat zij elders ook zal ophouden, of dat er maatregelen zullen genomen worden om te zorgen dat de ware be- hoeftigen alleen nut hebben van de offers, welke de soldaten zich ten behoeve der lijdende menschheid opleggen. De gezamenlijke stoomkracht, in Groot-Brittannie gebezigd, wordt geschat op 82,685,214 paardenkrachten, gelijkstaande aan den arbeid van 400 millioeu menschen. Door de stoomkracht kan Engeland, met eene bevolking van 20 millioen zielen, den produc- tiven arbeid verrigten eener twintigmaal sterkere bevolking. De Engelsche nationale maatschappij tot redding van schip breukelingen heeft, gedurende 1863, 352 menschenlevens behouden. Garibaldi heeft jl. Diugsdag te Londen ook eene deputatie van uitgeweken Polen ontvangen, die zijne hulp voor hun vaderland

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1864 | | pagina 2