NIEUWEDIEPER COURANT
M 38. ZONDAG 8 MEI. 1864
EN
BINNENLAND.
BUITENLAND.
TWEE-EN-TWINTIGSTE
JAARGANG.
HELDER en NIEUWEDIEP, 7 Mei.
HELDERSCHE
Deze Courant wordt uitgegeven op zondag en donderdag,
des morgens teu acht ure, door A. A. BAKKER Cz.
in den boekwinkel, Hoofdgracht No. 32.
Abonnementsprijs per kwartaalƒ1.30.
franco per post1.50.
Enkele nommers0.10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars cn Post
directeuren.
Advertentién worden aangenomen tot Zaturdag en
Woensdag middag 12 uur, en bij den Heer T. 5IOOY,
Dijkstraat tegenover delaan, II 422 ,aan denEelder,iotl lure.
De prijs van 1 tot 4 regels is 0.60. Yoor iederen
regel meer ƒ0.15. Zegelregt voor elke plaatsing ƒ0.35.
Buitengewoon groote letters, naar mate der ruimte
die zij beslaan.
Brieven en Stukken franco aan den Uitgever.
Op het halve eeuwfeest van Helders bevrijding vertoonde een
ingezeten dezer gemeente een brief, gedateerd van 3 Mei 1814,
gezonden door een koopman te Alkmaar aan den heer J M. Manheim,
in de (ïapoleonsstraat, aan den Helder. Dat was de laatste dag dat
die straat zóó werd genoemdsinds vijftig jaar noemt men haar
thans weder de Langestraat.
Het schroefstoomsehip Prinses Maria is jl. Donderdag uit
deze haven naar Hellevoetsluis gestoomd om eenige manschappen af
te halen.
Volgens een dezer dagen door Z. M. den koning genomen
besluit is bepaald, dat voortaan aan den Helder een plaatselijk
kommandant zal zijn gevestigd.
Het jaarverslag van de Vereeniging voor Christelijk Nationaal
Schoolonderwijs in Nederland bevat de vermelding, dat eene som
van 31,469 aan giften in ééns en 17,320 aan jaarlijksche
giften bij het bestuur is ontvangen.
De luit. ter zee 1ste kl. J. J. B. de Jonge Oudraat, behoo-
rende tot de rol van Zr. Ms. wachtschip te Vlissingen en belast
met de opleiding van bootsmansleerlingen, wordt met den 15 dezer
op non-activiteit gebragt en met den 16 daaraanvolgende vervangen
door den luit. ter zee 1ste kl. J. N. Slegt, thans non-actief.
In de zitting vati den Raad der gemeente Amsterdam, jl.
Woensdag 4 dezer gehouden, kwam een voorstel van eenige raads
leden in behandeling, strekkende om een adres aan de Tweede Kamer
der Staten-Generaal in te dienen, tot ondersteuning van het ontwerp
van wet, rakende de concessie voor de doorgraving van Holland op
zijn smalst. Onderscheidene leden van den Raad voerden over dit
voorstel het woord. De heer Heshuijsen, een der voorstellers, lichtte
breedvoerig dit voorstel toe; hij bestreed het gezegde als zou de
kanaal-maatschappij eene speculatie zijn, noemde de aannemers maunen,
die in dat soort van werk ervaren zijn, verzekerde dat die aannemers
zelve hebben deelgenomen in de maatschappij en twijfelde dus niet
aan de goede, 1'igtige en spoedige uitvoering van dit werk, dat
alleen nog wacht op de goedkeuring door de wetgevende magt van
de wijziging in de concessie, waarbij de kanaal-maatschappij be
voegdheid verkrijgt om hoogstens 10 millioen obligatiën uit te
geven, waarvan de rente en aflossing zullen gevonden worden uit
de opbrengsten der droog te maken gronden.
Onder de bestrijders van het voorstel om een adres in te dienen
verdienen vooral genoemd te worden de heer Corver Hooft (wethouder)
en de Voorzitter van den Raad.
De eerste wees op de vele illussiën welke de onderwerpelijke zaak
reeds heeft opgeleverd en op de onoverkomelijke bezwaren, waar -
mede de vroeger door den Raad aanbevolen concessie te worstelen
heeft gehad, hij vraagt inlichtingen: of de maatschappij bestaat, uit
wie en welke waarborgen zij biedt? De Voorzitter noemt het
indienen van een adres onnoodige moeite, daar Amsterdam reeds
zoovele malen verklaard heeft de doorgraving met warmte te ver
langen. Hij doet opmerken dat het, voor men zich adresseert bij
de Tweede Kamer, moet onderzocht worden of de maatschappij is
tot stand gekomen en of de deelhebbers in staat zijn om de groot-
sche onderneming tot stand te brengen.
Met 18 tegen 8 stemmen werd ten slotte het voorstel tot het
indienen van een adres aangenomen.
Men schrijft uit het IVestland van den 4 dezer: De veldge
wassen staan hier over het algemeen goed en veel belovend, terwijl
de zoozeer gewenschte en dezer dagen gevallen regen eenen heilzamen
invloed heeft gehad. Op den 3 dezer werden van hier de eerste
aspersies, benevens de eerste nieuwe aardappelen, twee mandjes naar
Amsterdam verzonden. Het geheele voorjaar bragt weinig groei
zaamheid mede; toch geschiedt deze eerste verzending slechts 5
dagen later dan beide vorige jaren. Het graan kan zich bij gunstig
weder van de geledene koude nog veel herstellen, doch van het
koolzaad is eene schrale opbrengst te wachten. De pereuboomen
beginnen te bloeijen en beloven, even als de appelboomen, vele vruchten.
Gedurende het jaar 1863 zijn o. a. in 's Rijks Munt vervaar
digd en geleverd voor rekening van het Rijk, ten behoeve van de
circulatie hier te lande en der West-Indische bezittingen 1,240,000
tien-centsstukken, 640,000 vijf-centsstukken, 10,246,000 centsstukken
en 2,428,000 halve centsstukken.
Heden zal te Meppel eene regt zeldzame feestviering plaats
vinden bij de familie A. S. C. Bij de SOjarige echtvereen-iging van
den jongste zullen zes broeders en eene zuster bijeenkomen, die, bij
eene goede gezondheid, den buitengewoon hoogen ouderdom hebben
van 95 (dit is de zuster), 92, 89, 85, S2, 80 en 79 jaren. Allen
zien er nog betrekkelijk jeugdig en sterk uit en zijn dagelijks in
hunne verschillende maatschappelijke betrekkingen ijverig werkzaam.
Ofschoon in de aangelegenheden van den oorlog in het Noorden
nog geeue merkbare verandering is gekomen, wordt toch de hoop
verlevendigd op het tot stand komeu van een wapenschorsing. De
Fransche regering doet daartoe het voorstel en het is te hopen, dat
de strijdvoerende partijen het zoover zullen brengen, dat zij het eens
worden over de ontruiming van Jutland en het opheffen der blokkade
van de Duitsche havens. Overigens wordt verzekerd, dat Pruissen
en Oostenrijk met de beste gevoelens voor het herstellen des vredes
bezield zijn. Dit blijkt ook uit den inhoud van het protocol der
eerste conferentie, waarin de meest geruststellende verzekeringen voor
het ophouden van den oorlog rvorden aangetroffen.
Toch is die overtuiging niet algemeen heerschend. Immers wij
lezen in een overzigt van de geschiedenis van den dag de volgende
opmerkingen, die van het tegendeel getuigen
„Treurig is het te zien, hoe weinig het gevoel van regt en onregt
levendig is in onze maatschappelijke toestanden. Men heeft indi
vidueel sympathie voor het kleine en dappere Denenvolk; die sym
pathie openbaart zich hier en daar in welwillende woorden en
pogingen. De Europesche regeringen meenen daaraan in zooverre
te moeten toegeven, dat zij, op uitnoodiging van Groot-Britlannié',
dat zich zoo gaarne in de eerste rei stelt van hen, die zich de
belaagde vrijheid en onafhankelijkheid der natiën aantrekken, tot
eene conferentie zijn toegetreden. Maar, wat zal deze opleveren?
De keizer der Franschen (welligt ook nog wel andere souvereinen)
hebben Wilhelm intusschen reeds geluk gewenscht met het bloedbad
van Hnppel! Het eiland Alsen en Jutland zullen, terwijl men
tweemaal 's weeks vergadert en protocollen schrijft, wel aan de
Denen ontnomen worden. Denemarken heeft geen anderen steun
dan de breede watermuur die zijne eilanden omgeeft. Bezat het die
niet, noch zijne vloot, of was Pruissens zeemagt wat talrijker en
stouter, men zou welligt, bij von Bismarck's veroveringszucht,
Denemarken al spoedig uit de rei der vrije natiën zien verdwijnen."
Ook de jl. Woensdag te Londen gehouden conferentie heeft nog
niet tot een wapenstilstand geleidmen meende, dat men het doel
eenigzins was genaderd, doch er werd slechts eeue nieuwe vergadering